Woudwyk Genealogía » Frouck Frouck Wijgersdr Wygersdr Wijgers (1580-1632)

Persoonlijke gegevens Frouck Frouck Wijgersdr Wygersdr Wijgers 

• Zij is geboren in het jaar 1580 in Veenklooster.
• Zij is overleden in het jaar 1632 in Veenklooster, zij was toen 52 jaar oud.
• Een kind van Wyger Wieger Wijger Ritskesz , boer te Buitenpost en Jent Bennedr Binnes Ynske Binnes Meinsma Itsma ,Meinsmastate te Bûtenpost

Gezin van Frouck Frouck Wijgersdr Wygersdr Wijgers

Zij is getrouwd met Laurens Lourens Gerryts.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1632 te Veenklooster, zij was toen 52 jaar oud.

Notities over Frouck Frouck Wijgersdr Wygersdr Wijgers

 Frouck Wijgers [e-kk], geboren voor 01-1616 waarschijnlijk te Veenklooster, overleden voor 01-1632 vermoedelijk te Veenklooster.

Frouck Wijgers [e-kk].
artikel van der Land Jierb.1980 door Auke de Vries.
Op 19-1-1633 wordt er geïnventariseerd in het sterf huis van Louwerens Gerrijts. Zijn oomzegger Harmen Jacobs is mede voormond over de minderjarige kinderen. Lourens Gerrijts was eerste getrouwd met Frouck Wijgersdr, dr. v. Wijger Ritskes en Jent Bennes Meinsma en daarna met Geertien Harts, die als zijn weduwe bij de inventarisatie aanwezig was. Tot de nalatenschap behoren de helft van 4 akkers, waarvan de andere helft Harmen Jacobs met zijn vrouw toebhoort, en 4/6 part van de eendenkooi bij Veenklooster in het leegland gelegen. Verder is er een schuld aan het jongste weeskind van zijn broer Jacob Gerrijts van 707 gg 11 st 2 p, vermeerderd met rente. De inventarisatie wordt bevestigd naar waarheid, zoals gebeurd bij de doopsgezinden i.p.v. eed. Laurens was gehuwd met Frouck Wygersdr, dr. v. Wijger Ritskesz. en Jent Bennedr. Meinsma.
trouwt voor 01-1632 vermoedelijk te Veenklooster, (ontbonden door overlijden voor 01-1632 te Veenklooster)
met

Laurens Gerryts [f-kk], zoon van Gerryt Lourents [v-kk] en Griet Jans [v-kk], geboren voor 03-1602 te Veenklooster, Doopsgezind, overleden in 01-1633 vermoedelijk te Veenklooster, trouwt (2) voor 01-1633 vermoedelijk te Veenklooster, (ontbonden door overlijden in 01-1633 te Veenklooster) met Geertien Harts [e-kk], geboren voor 01-1616 vermoedelijk te Veenklooster, overleden na 01-1633 te Veenklooster.

 

http://dcpol.nl/polframeset.htm?pol000866.htm#4333 

 

Frouck Wijgers [e-kk], nacido antes del 01-1616 probablemente en Veenklooster, murió antes del 01-1632 probablemente en Veenklooster.

Frouck Wijgers [correo electrónico].
artículo van der Land Jierb.1980 por Auke de Vries.
El 19-1-1633 se hace inventario en la casa donde murió Louwerens Gerrijts. Su sobrino Harmen Jacobs es en parte un prólogo sobre los niños menores. Lourens Gerrijts estuvo casada primero con Frouck Wijgersdr, Dr. v. Wijger Ritskes y Jent Bennes Meinsma y luego con Geertien Harts, quien estuvo presente en el inventario como su viuda. La propiedad incluye la mitad de 4 campos, la otra mitad de los cuales pertenece a Harmen Jacobs y su esposa, y 4/6 del señuelo de pato en Veenklooster, ubicado en la tierra vacía. También hay una deuda con el huérfano más joven de su hermano Jacob Gerrijts de 707 gg 11 st 2 p, más intereses. El inventario se confirma con veracidad, como sucedió con los menonitas en lugar de juramento. Laurens estaba casada con Frouck Wygersdr, Dr. v. Wijger Ritskesz. y Jent Bennedr. Meinsma.
casado antes del 01-1632 presumiblemente en Veenklooster, (disuelto por muerte antes del 01-1632 en Veenklooster)
de

Laurens Gerryts [f-kk], hijo de Gerryt Lourents [v-kk] y Griet Jans [v-kk], nacido antes de 03-1602 en Veenklooster, Doopsgezind, muerto en 01-1633 probablemente en Veenklooster, se casa (2) antes 01-1633 presumiblemente en Veenklooster, (disuelto por muerte en 01-1633 en Veenklooster) con Geertien Harts [e-kk], nacido antes del 01-1616 presumiblemente en Veenklooster, muerto después del 01-1633 en Veenklooster.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Op 11 mrt 1618 zijn Gerrijt Laurens en zijn zoon Laurens Gerrijts, als bestevader, resp. oom, voormonden over de drie minderjarige kinderen weeskinderen van wijlen Jacob Gerrijtszn binnen Veenklooster.
Op 26 aug 1623 vinden we vermeld dat de drie kinderen van de overleden zoon Jacob uit de nalatenschap van hun grootvader Gerrijt Laurens gezamenlijk toekomt een bedrag van zuiver 608 carg 12 st 12 p of per kind 202 carg 13 st 10 p. Administrative en fiskale boarnen oangeande Fryslan yn de ier-moderne tiid, blz. 44: Ontfangh eerst van de cloosters opcomsten gelegen in Oostergoe: Oltwolde, Veenclooster corpus landen: Gerrijt Laurens 34 ackers boulandt ende 43 1/2 mansmadt meden, met 9 pond. fennen voor 56 gg. 78-8-0. mr. Feije Haijesz, chirurgijn te Kollum, stiefzoon van Nitte, is curator over de kinderen van Jacob Gerrits, zoon van Gerrijt Laurens (RA KOL P7).
Op 9 okt. 1627 verzoekt Harmen Jacobs voor zichzelf en als man en voogd van Aeff Sircxdr het gerecht van Kollumeriand om Gerben Aetes en Romcke Buwes te benoemen tot curatoren over het kind (later is sprake van kinderen) van Aeff bij haar (laatste) man Buwe Buwes.
artikel van der Land Jierb.1980 door Auke de Vries.
Eind febr. 1628 wendt Harmen Jacobs, geassisteerd door zijn stiefvader Willem Sippes en zijn oom Laurens Gerrijts, zich tot het gerecht van Kollumerland om veniam aetatis (meerderjarigverklaring). ; Hij verklaart dat hij blijkens een aantekening van zijn vader Jacob Gerrijts is geboren op 28 febr. 1604 (dus nog geen 25 jaar oud is), maar toch met zijn curatoren wil afrekenen, mede omdat hij in het huwelijk is getreden met Aeffke Syrcx.
Op 1 maart 1628 verklaren Laurens Gerrijts en Willem Sippes, beiden te Veenklooster, dat Harmen in hun beider nabuurschap heeft geleefd, als een goed verstandig en bekwaam jongman, en dat hij, tot zijn 25e jaar gekomen, zich in echte staat begeven heeft met hun ,,nabuursche Aeff Sircx, wed. ; Buwe Buwes. ; Op 1 april d.a.v. wordt hem veniam aetatis verleend.
Op 19-1-1633 wordt er geïnventariseerd in het sterf huis van Louwerens Gerrijts. Zijn oomzegger Harmen Jacobs is mede voormond over de minderjarige kinderen. Lourens Gerrijts was eerste getrouwd met Frouck Wijgersdr, dr. v. Wijger Ritskes en Jent Bennes Meinsma en daarna met Geertien Harts, die als zijn weduwe bij de inventarisatie aanwezig was. Tot de nalatenschap behoren de helft van 4 akkers, waarvan de andere helft Harmen Jacobs met zijn vrouw toebhoort, en 4/6 part van de eendenkooi bij Veenklooster in het leegland gelegen. Verder is er een schuld aan het jongste weeskind van zijn broer Jacob Gerrijts van 707 gg 11 st 2 p, vermeerderd met rente. De inventarisatie wordt bevestigd naar waarheid, zoals gebeurd bij de doopsgezinden i.p.v. eed. Laurens was gehuwd met Frouck Wygersdr, dr. v. Wijger Ritskesz. en Jent Bennedr. Meinsma.
Op 1 april 1638 verklaren Harmen Jacobs en Aeff Sierxdr, echtelieden in Veenklooster, dat zij 400 gg schuldig zijn aan Wyger Lourens te Driesum en Bote Lourens, zijn minderjarige broer, blijkbaar zoons van Lourens Gerrijts, de oom van Harmen.
--» Op 9 december 1641 is er sprake van een vordering van Harmen Jacobs en Aeffke Siercx, echtelieden te Veenklooster, ad 102 gg 19 st, op Wybe Annes en Antie Andles Hoitsma, echtelieden, als rest van een reversaal van koop van de huizinge, door laatstgenoemden bewoond, met de ontruiminge van landen (bron: http://www.antosja.com/Html/Informatie%20Bouwman08.html).
Op 8 juni 1648 verkopen Harmen Jacobs te Veenklooster en Jacob Jacobs te Triemen, elk voor zich zelf, voor 112 gg twee akkers bouwland te Veenklooster, hen van hun ouders aanbeërfd, met de rogge daarop staande. Blijkens een kanttekening vroeg Lysbet Jacobs, gehuwd met Popcke Waelckes als zuster en naaste bloedverwante het niaar (voorkeurskoop), maar dat ging na veel vijven en zessen niet door.
Auth. Kolumerland, nr. 90, 21-04-1678 - Ouders: Harmen Jacobs (overleden) en Aefke Liuwes. Kurator: Jacobus Womelius, predikant Oudwoude en Westergeest. Kinderen: 4 minderjarige kinderen.
Op 29 april 1678 vindt er inventarisatie plaats in het sterfhuis van Harmen Jacobs, op verzoek van de beide meerderjarige zoons uit het eerste huwelijk, Jacob, huisman te Oudwoude, en Sierk, huisman te Westergeest, en van Jacobus Vomelius, predikant te Oudwoude, als curator over de vier kinderen uit het tweede huwelijk met Aeffcke Liuwes. Harmen Jacobs woonde het laatst op Boickema (Bootsma) op het West van Kollum, ook omschreven als aan de Kollumerlaan. Uit de nalatenschap krijgen Jacob en Sierk ,,bij lottinge een drietal akkers toegewezen, en hun drie halfbroers en hun halfzuster een zestal akkers. Van de levende have meen ik 9 koeien en 3 merries te moeten noemen. Bij de inboedel worden vermeld 2 testamenten met een psalmboek (blijkbaar in één band) en een psalmboek. De gezinsleden kunnen blijkbaar lezen. Het op 27 maart 1678 gehouden boelgoed bracht ruim 538 carg op. Daarbij kwam een ,,verschot op de huizinge van 750 carg, waartegenover aan uitschulden rond 220 carg staan genoteerd. Op 24 mei 1678 volgt de scheiding. De weduwe krijgt de levende have, huismansgereedschappen, meubilair enz. toegewezen, maar moet aan elk van de 6 kinderen op 1 mei 1679 betalen ruim 200 carg en aan haar vier eigen kinderen daarenboven ieder ruim 15 carg. In margine van de akte staan de kwijtingen van Jacob en Sierk Harmens d.d. 12 mei 1679.

 

http://dcpol.nl/polframeset.htm?pol000853.htm 

 

El 11 de marzo de 1618, Gerrijt Laurens y su hijo Laurens Gerrijts, como padrino, respectivamente. tío, habla de los tres hijos menores huérfanos del difunto Jacob Gerrijtszn dentro de Veenklooster.
El 26 de agosto de 1623 encontramos que los tres hijos del difunto hijo Jacob de la herencia de su abuelo Gerrijt Laurens acumulan conjuntamente una cantidad de puro 608 carg 12 st 12 p o 202 carg 13 st 10 p por hijo. Boarnen oangeande administrativo y fiscal Fryslan yn de ier-moderne tiid, página 44: Primero de los claustros opcomsten ubicados en Oostergoe: Oltwolde, Veenclooster países del corpus: Gerrijt Laurens 34 ackers boulandt ende 43 1/2 mansmadt meden, con 9 libras. hinojo por 56 gg. 78-8-0. el Sr. Feije Haijesz, cirujano en Kollum, hijastro de Nitte, es curador de los hijos de Jacob Gerrits, hijo de Gerrijt Laurens (RA KOL P7).
El 9 de octubre. 1627 Harmen Jacobs, para sí mismo y como esposo y tutor de Aeff Sircxdr, solicita al tribunal de Kollumeriand que nombre a Gerben Aetes y Romcke Buwes como fideicomisarios sobre el hijo (más tarde hay hijos) de Aeff con su (último) marido Buwe Buwes.
artículo van der Land Jierb.1980 por Auke de Vries.
Fin de febrero 1628 Harmen Jacobs, asistido por su padrastro Willem Sippes y su tío Laurens Gerrijts, solicita al tribunal de Kollumerland veniam aetatis (declaración de mayoría de edad). ; Declara que, según nota de su padre Jacob Gerrijts, nació el 28 de febrero. 1604 (por lo que aún no tiene 25 años), pero todavía quiere llegar a un acuerdo con sus fideicomisarios, en parte porque se ha casado con Aeffke Syrcx.
El 1 de marzo de 1628 Laurens Gerrijts y Willem Sippes, ambos en Veenklooster, declaran que Harmen ha vivido en su barrio como un joven bueno, sensato y capaz, y que, habiendo cumplido los 25 años, ha entrado en verdaderas condiciones con su "vecina Aeff Sircx, casada. ; Buwe Buwes. ; El 1 de abril, d.a.v. se le concede veniam aetatis.
El 19-1-1633 se hace inventario en la casa donde murió Louwerens Gerrijts. Su sobrino Harmen Jacobs es en parte un prólogo sobre los niños menores. Lourens Gerrijts estuvo casada primero con Frouck Wijgersdr, Dr. v. Wijger Ritskes y Jent Bennes Meinsma y luego con Geertien Harts, quien estuvo presente en el inventario como su viuda. La propiedad incluye la mitad de 4 campos, la otra mitad de los cuales pertenece a Harmen Jacobs y su esposa, y 4/6 del señuelo de pato en Veenklooster, ubicado en la tierra vacía. También hay una deuda con el huérfano más joven de su hermano Jacob Gerrijts de 707 gg 11 st 2 p, más intereses. El inventario se confirma con veracidad, como sucedió con los menonitas en lugar de juramento. Laurens estaba casada con Frouck Wygersdr, Dr. v. Wijger Ritskesz. y Jent Bennedr. Meinsma.
El 1 de abril de 1638 Harmen Jacobs y Aeff Sierxdr, cónyuges en Veenklooster, declaran que deben 400 gg a Wyger Lourens en Driesum y Bote Lourens, su hermano menor, aparentemente hijos de Lourens Gerrijts, tío de Harmen.
--» El 9 de diciembre de 1641 hay una demanda de Harmen Jacobs y Aeffke Siercx, cónyuges en Veenklooster, por la cantidad de 102 gg 19 st, contra Wybe Annes y Antie Andles Hoitsma, cónyuges, como resto de una reversión de la compra de la casa, habitada por este último, con desalojo de tierras (fuente: http://www.antosja.com/Html/Informatie%20Bouwman08.html).
El 8 de junio de 1648, Harmen Jacobs en Veenklooster y Jacob Jacobs en Triemen venden, cada uno por sí mismo, por 112 gg dos campos de tierra cultivable en Veenklooster, heredados de sus padres, con el centeno sobre ellos. Según una nota al margen, Lysbet Jacobs, casada con Popcke Waelckes como hermana y pariente cercana, pidió el niaar (compra preferida), pero eso fracasó después de muchos cinco y seis.
aut. Kolumerland, nº 90, 21-04-1678 - Padres: Harmen Jacobs (fallecido) y Aefke Liuwes. Kurator: Jacobus Womelius, pastor Oudwoude y Westergeest. Niños: 4 hijos menores.
El 29 de abril de 1678 se hizo un inventario en la casa de la muerte de Harmen Jacobs, a petición de los dos hijos adultos del primer matrimonio, Jacob, ama de casa en Oudwoude, y Sierk, ama de llaves en Westergeest, y de Jacobus Vomelius, ministro en Oudwoude, como curador sobre los cuatro hijos del segundo matrimonio con Aeffcke Liuwes. Harmen Jacobs vivió recientemente en Boickema (Bootsma) en West van Kollum, también descrito como Kollumerlaan. De la finca, a Jacob y Sierk se les asignan tres campos por sorteo, y sus tres medios hermanos y su media hermana seis campos. De la ganadería creo que debo mencionar 9 vacas y 3 yeguas. Los efectos domésticos incluyen 2 testamentos con un libro de salmos (aparentemente en un volumen) y un libro de salmos. Los miembros de la familia aparentemente pueden leer. Las mercancías retenidas el 27 de marzo de 1678 produjeron más de 538 carg. Además, hubo un "desembolso en la vivienda de 750 carg, que fue compensado con desembolsos".Se anotan nd 220 carg. El divorcio sigue el 24 de mayo de 1678. A la viuda se le asigna el ganado, las herramientas del hogar, los muebles, etc., pero tiene que pagar más de 200 carg a cada uno de los 6 hijos el 1 de mayo de 1679 y más de 15 carg a cada uno de sus cuatro hijos. En el margen de la escritura están los descargos de Jacob y Sierk Harmens fechados el 12 de mayo de 1679.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Laurens Gerryts [f-kk].
artikel van der Land Jierb.1980 door Auke de Vries.
Op 11 mrt 1618 zijn Gerrijt Laurens en zijn zoon Laurens Gerrijts, als bestevader, resp. oom, voormonden over de drie minderjarige kinderen weeskinderen van wijlen Jacob Gerrijtszn binnen Veenklooster.
I.v.m. het overlijden van Gerrijt Laurens wordt op 15 mrt 1620 in zijn sterfhuis te Veenklooster inventaris opgemaakt, op verzoek van de zoon Laurens Gerrijts, zowel voor zichzelf als in zijn kwaliteit van geauthoriseerde curator over de kinderen van zijn overleden broer Jacob Gerrijts bij Hil Isbrandtsdr. Mede is aanwezig de stiefvader van bedoelde kinderen, Willem Sippeszzn. Als eigendom van de overledene wordt genoemd een akker land op het Oost van Veenklooster, reeds in zijn bezit van zijn huwelijk met griet Jansdr. Verder heeft hij het gebruik van de genoemde eendenkooi en het daaromheen staand geboomte: de huur loopt nog achtjaren jaartallen overeenkomstig de resolutie van het Landschap (prov. bestuur) over de kloosterlanden te Veenklooster. De kooi komt voor op de Schotanuskaart. Tot de levende have behoren een merrie, een hengst, een merrieveulen, een koe en een bollehokkelingh. Onder de inboedel staan vermeld een zadel, een toom, een rapier, een belagen wagen en een slede. Diverse geldswaardige stukken met een totaalwaarde van 450 gg (van 28 st.) worden vermeld. Een kort tevoren voor 31 daalders verkochte merrie is nog niet betaald. Een aantal vorderingen op de overledene in diens kwaliteit van voormonder over zijn kleindochter Sjiuke Bootedr zijn opgenomen. Onder het zgn gerede gelds worden genoemd: een derde part van een portugalijser, te waarde van omtrente 14 carg, vijf dubbele spaanse pistoletten, ieder ter waarde van 7 stuivers, 12 penningen ; een oude rosenobel ter waarde van 9 st. ; een dubbele dukaat ter waarde van 8 st, 4 p. ; een gouden sitter ter waarde van 6 st. ; een spaanse daalder. Aan pasmunt zijn er 39 st. en 8 p, waarnaast apart worden vermeld 13 stuivers aan oud zilvergeld en 19 carg plus 15 st. Als uitschuld wordt vermeld dat de weduwe overeenkomstig de huwelijksbelofte toekomt eenhonderd daalders.
Eind febr. 1628 wendt Harmen Jacobs, geassisteerd door zijn stiefvader Willem Sippes en zijn oom Laurens Gerrijts, zich tot het gerecht van Kollumerland om veniam aetatis (meerderjarigverklaring). ; Hij verklaart dat hij blijkens een aantekening van zijn vader Jacob Gerrijts is geboren op 28 febr. 1604 (dus nog geen 25 jaar oud is), maar toch met zijn curatoren wil afrekenen, mede omdat hij in het huwelijk is getreden met Aeffke Syrcx.
Op 1 maart 1628 verklaren Laurens Gerrijts en Willem Sippes, beiden te Veenklooster, dat Harmen in hun beider nabuurschap heeft geleefd, als een goed verstandig en bekwaam jongman, en dat hij, tot zijn 25e jaar gekomen, zich in echte staat begeven heeft met hun ,,nabuursche Aeff Sircx, wed. ; Buwe Buwes. ; Op 1 april d.a.v. wordt hem veniam aetatis verleend.
Op 19-1-1633 wordt er geïnventariseerd in het sterf huis van Louwerens Gerrijts. Zijn oomzegger Harmen Jacobs is mede voormond over de minderjarige kinderen. Lourens Gerrijts was eerste getrouwd met Frouck Wijgersdr, dr. v. Wijger Ritskes en Jent Bennes Meinsma en daarna met Geertien Harts, die als zijn weduwe bij de inventarisatie aanwezig was. Tot de nalatenschap behoren de helft van 4 akkers, waarvan de andere helft Harmen Jacobs met zijn vrouw toebhoort, en 4/6 part van de eendenkooi bij Veenklooster in het leegland gelegen. Verder is er een schuld aan het jongste weeskind van zijn broer Jacob Gerrijts van 707 gg 11 st 2 p, vermeerderd met rente. De inventarisatie wordt bevestigd naar waarheid, zoals gebeurd bij de doopsgezinden i.p.v. eed. Laurens was gehuwd met Frouck Wygersdr, dr. v. Wijger Ritskesz. en Jent Bennedr. Meinsma.
Vader:
Gerryt Lourents [v-kk], zoon van Louwerens Nittes [v-kk], geboren voor 02-1556 vermoedelijk te Westergeest, overleden in 03-1620 te Veenklooster, trouwt voor 1578 vermoedelijk te Veenklooster, (ontbonden door overlijden in 05-1618 te Veenklooster).
Moeder:
Griet Jans [v-kk], geboren voor 1562 vermoedelijk te Westergeest, overleden na 03-1620 vermoedelijk te Veenklooster.
trouwt (1) voor 01-1632 vermoedelijk te Veenklooster, (ontbonden door overlijden voor 01-1632 te Veenklooster)
met

Frouck Wijgers [e-kk], geboren voor 01-1616 waarschijnlijk te Veenklooster, overleden voor 01-1632 vermoedelijk te Veenklooster.

Frouck Wijgers [e-kk].
artikel van der Land Jierb.1980 door Auke de Vries.
Op 19-1-1633 wordt er geïnventariseerd in het sterf huis van Louwerens Gerrijts. Zijn oomzegger Harmen Jacobs is mede voormond over de minderjarige kinderen. Lourens Gerrijts was eerste getrouwd met Frouck Wijgersdr, dr. v. Wijger Ritskes en Jent Bennes Meinsma en daarna met Geertien Harts, die als zijn weduwe bij de inventarisatie aanwezig was. Tot de nalatenschap behoren de helft van 4 akkers, waarvan de andere helft Harmen Jacobs met zijn vrouw toebhoort, en 4/6 part van de eendenkooi bij Veenklooster in h
et leegland gelegen. Verder is er een schuld aan het jongste weeskind van zijn broer Jacob Gerrijts van 707 gg 11 st 2 p, vermeerderd met rente. De inventarisatie wordt bevestigd naar waarheid, zoals gebeurd bij de doopsgezinden i.p.v. eed. Laurens was gehuwd met Frouck Wygersdr, dr. v. Wijger Ritskesz. en Jent Bennedr. Meinsma.

trouwt (2) voor 01-1633 vermoedelijk te Veenklooster, (ontbonden door overlijden in 01-1633 te Veenklooster)
met

Geertien Harts [e-kk], geboren voor 01-1616 vermoedelijk te Veenklooster, overleden na 01-1633 te Veenklooster.

Geertien Harts [e-kk].
artikel van der Land Jierb.1980 door Auke de Vries.
Op 19-1-1633 wordt er geïnventariseerd in het sterf huis van Louwerens Gerrijts. Zijn oomzegger Harmen Jacobs is mede voormond over de minderjarige kinderen. Lourens Gerrijts was eerste getrouwd met Frouck Wijgersdr, dr. v. Wijger Ritskes en Jent Bennes Meinsma en daarna met Geertien Harts, die als zijn weduwe bij de inventarisatie aanwezig was. Tot de nalatenschap behoren de helft van 4 akkers, waarvan de andere helft Harmen Jacobs met zijn vrouw toebhoort, en 4/6 part van de eendenkooi bij Veenklooster in het leegland gelegen. Verder is er een schuld aan het jongste weeskind van zijn broer Jacob Gerrijts van 707 gg 11 st 2 p, vermeerderd met rente. De inventarisatie wordt bevestigd naar waarheid, zoals gebeurd bij de doopsgezinden i.p.v. eed. Laurens was gehuwd met Frouck Wygersdr, dr. v. Wijger Ritskesz. en Jent Bennedr. Meinsma.

 

http://dcpol.nl/polframeset.htm?pol000865.htm#4329 

 

Laurens Gerryts [fkk].
artículo van der Land Jierb.1980 por Auke de Vries.
El 11 de marzo de 1618, Gerrijt Laurens y su hijo Laurens Gerrijts, como padrino, respectivamente. tío, habla de los tres hijos menores huérfanos del difunto Jacob Gerrijtszn dentro de Veenklooster.
en conexión con la muerte de Gerrijt Laurens se produce el 15 de marzo de 1620 en su casa mortuoria en Veenklooster, a petición del hijo Laurens Gerrijts, tanto para sí mismo como en su calidad de curador autorizado sobre los hijos de su difunto hermano Jacob Gerrijts en Hil Isbrandtsdr . También está presente el padrastro de dichos niños, Willem Sippeszzn. La propiedad del difunto se menciona como un campo de tierra en el este de Veenklooster, ya en su posesión desde su matrimonio con brill Jansdr. También utiliza el señuelo de pato mencionado y los árboles circundantes: la renta se extenderá durante ocho años de acuerdo con la resolución del Paisajismo (gobierno provincial) sobre las tierras monásticas en Veenklooster. La jaula aparece en el mapa de Schotanus. El ganado incluye una yegua, un semental, una potra, una vaca y un bollehokkelingh. Entre los enseres domésticos se encuentran una silla de montar, una brida, un estoque, un carro asediado y un trineo. Se mencionan varias piezas valiosas con un valor total de 450 gg (de 28 piezas). Una yegua, vendida poco antes por 31 táleros, aún no ha sido pagada. Se incluyen una serie de reclamos contra el difunto en calidad de prólogo sobre su nieta Sjiuke Bootedr. Entre los llamados dineros listos se mencionan: una tercera parte de una heladera portugal, de un valor aproximado de 14 carg, cinco pistoletes españoles dobles, cada uno de un valor de 7 stuivers, 12 peniques; una rosa vieja nobel valorada en 9 uds. ; un ducado doble que vale 8 pts, 4 p. ; una niñera de oro vale 6 piezas. ; un dólar español. Hay calle 39. y 8 p, además de los cuales se mencionan por separado 13 stuivers en moneda de plata antigua y 19 carg más 15 st. Se establece como un gravamen que la viuda debe cien táleros de acuerdo con la promesa de matrimonio.
Fin de febrero 1628 Harmen Jacobs, asistido por su padrastro Willem Sippes y su tío Laurens Gerrijts, solicita al tribunal de Kollumerland veniam aetatis (declaración de mayoría de edad). ; Declara que, según nota de su padre Jacob Gerrijts, nació el 28 de febrero. 1604 (por lo que aún no tiene 25 años), pero todavía quiere llegar a un acuerdo con sus fideicomisarios, en parte porque se ha casado con Aeffke Syrcx.
El 1 de marzo de 1628 Laurens Gerrijts y Willem Sippes, ambos en Veenklooster, declaran que Harmen ha vivido en su barrio como un joven bueno, sensato y capaz, y que, habiendo cumplido los 25 años, ha entrado en verdaderas condiciones con su "vecina Aeff Sircx, casada. ; Buwe Buwes. ; El 1 de abril, d.a.v. se le concede veniam aetatis.
El 19-1-1633 se hace inventario en la casa donde murió Louwerens Gerrijts. Su sobrino Harmen Jacobs es en parte un prólogo sobre los niños menores. Lourens Gerrijts estuvo casada primero con Frouck Wijgersdr, Dr. v. Wijger Ritskes y Jent Bennes Meinsma y luego con Geertien Harts, quien estuvo presente en el inventario como su viuda. La propiedad incluye la mitad de 4 campos, la otra mitad de los cuales pertenece a Harmen Jacobs y su esposa, y 4/6 del señuelo de pato en Veenklooster, ubicado en la tierra vacía. También hay una deuda con el huérfano más joven de su hermano Jacob Gerrijts de 707 gg 11 st 2 p, más intereses. El inventario se confirma con veracidad, como sucedió con los menonitas en lugar de juramento. Laurens estaba casada con Frouck Wygersdr, Dr. v. Wijger Ritskesz. y Jent Bennedr. Meinsma.
Padre:
Gerryt Lourents [v-kk], hijo de Louwerens Nittes [v-kk], nacido antes de 02-1556 presumiblemente en Westergeest, muerto en 03-1620 en Veenklooster, se casa antes de 1578 presumiblemente en Veenklooster, (disuelto por muerte en 05-1618 en Veenklooster).
Mamá:
Griet Jans [v-kk], nacido antes de 1562 presumiblemente en Westergeest, murió después de 03-1620 presumiblemente en Veenklooster.
se casa (1) antes del 01-1632 presumiblemente en Veenklooster, (disuelto por muerte antes del 01-1632 en Veenklooster)
de

Frouck Wijgers [e-kk], nacido antes del 01-1616 probablemente en Veenklooster, murió antes del 01-1632 probablemente en Veenklooster.

Frouck Wijgers [correo electrónico].
artículo van der Land Jierb.1980 por Auke de Vries.
El 19-1-1633 se hace inventario en la casa donde murió Louwerens Gerrijts. Su sobrino Harmen Jacobs es en parte un prólogo sobre los niños menores. Lourens Gerrijts estuvo casada primero con Frouck Wijgersdr, Dr. v. Wijger Ritskes y Jent Bennes Meinsma y luego con Geertien Harts, quien estuvo presente en el inventario como su viuda. La finca incluye la mitad de 4 campos, la otra mitad de los cuales pertenece a Harmen Jacobs y su esposa, y 4/6 del señuelo de pato en Veenklooster en los Países Bajos.ubicado en un país vacío. También hay una deuda con el huérfano más joven de su hermano Jacob Gerrijts de 707 gg 11 st 2 p, más intereses. El inventario se confirma con veracidad, como sucedió con los menonitas en lugar de juramento. Laurens estaba casada con Frouck Wygersdr, Dr. v. Wijger Ritskesz. y Jent Bennedr. Meinsma.

se casa (2) antes de 01-1633 presumiblemente en Veenklooster, (disuelto por muerte en 01-1633 en Veenklooster)
de

Geertien Harts [e-kk], nacido antes del 01-1616 presumiblemente en Veenklooster, murió después del 01-1633 en Veenklooster.

Geertien Harts [correo electrónico].
artículo van der Land Jierb.1980 por Auke de Vries.
El 19-1-1633 se hace inventario en la casa donde murió Louwerens Gerrijts. Su sobrino Harmen Jacobs es en parte un prólogo sobre los niños menores. Lourens Gerrijts estuvo casada primero con Frouck Wijgersdr, Dr. v. Wijger Ritskes y Jent Bennes Meinsma y luego con Geertien Harts, quien estuvo presente en el inventario como su viuda. La propiedad incluye la mitad de 4 campos, la otra mitad de los cuales pertenece a Harmen Jacobs y su esposa, y 4/6 del señuelo de pato en Veenklooster, ubicado en la tierra vacía. También hay una deuda con el huérfano más joven de su hermano Jacob Gerrijts de 707 gg 11 st 2 p, más intereses. El inventario se confirma con veracidad, como sucedió con los menonitas en lugar de juramento. Laurens estaba casada con Frouck Wygersdr, Dr. v. Wijger Ritskesz. y Jent Bennedr. Meinsma.

---------------------------------------------------------------------------------------- 

 

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Frouck Frouck Wijgersdr Wygersdr Wijgers?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Frouck Frouck Wijgersdr Wygersdr Wijgers

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen