Zij is getrouwd met Theodorus Dirk Dirck Theodore van Scheltinga.
Zij zijn getrouwd in het jaar 1655 te Lekkum, zij was toen 32 jaar oud.
Kind(eren):
Geertruit Truycke van Wigara
Truike van Wigara
1 Gehuwd in 1655 met Dirk Theodore van Scheltinga 1621-1671kinderen
V Magdalena van Scheltinga 1656-1656
M Pyke van Scheltinga 1658-1669
V Folkje van Scheltinga 1659-1663
V Magdalena van Scheltinga 1661-1683
2 Gehuwd met Ids van Wyckel 1607-1653-----------------------------------------------------------------------------------
Nederlandsch Geslacht- Stam- en Wapen-Boek: waarin voorkomen de voornaamste ...
Escrito por Abraham Ferwerda
MENNO Baron van COEHOORN, Ge neraal van de Artelleri, Lt. Generaal van d' Infantery, Directeur Generaal van de For tificatien van den Staat, Gouverneur Luiten. ant Generaal van Staats-Vlaanderen, mits gaders Collonel van een Regiment te voet. (Hier uit blykt ten klaarſten dat Hoogſtraten en Lucius verkeerd onderrigt zyn, nopens het zeggen dat deeze Menno Baron van Coe hoorn. van Menno Simens afkomſtig zoude zyn.) Hy is in den jaare 1678 getrouwt met Magdalena van Scheltinga, dogter van Dirk van Scheltinga en deſſelfs tweede Vrouw Truike van Wigara, en verwekte by haar 4
kinderen, (zie de 6 gen. van Scheltinga.) C
Nederlandsch Gender- Tribal and Weapon Book: en el que los principales ...
Escrito por Abraham Ferwerda
MENNO Barón de COEHOORN, General de los Artelleri, Teniente. General de Infantería, Director General de Fortificaciones del Estado, Gobernador Luiten. Ant General del Estado de Flandes, proporcionó Gaders Collonel de un Regimiento a pie. (Está claro de esto que Hoogſtraten y Lucius están enseñando erróneamente, diciendo que este Menno Baron van Coe descendería de Menno Simens.) En el año 1678 se casó con Magdalena van Scheltinga, hija de Dirk van Scheltinga y la segunda Wigara Woman Truike, y engendró con ella 4
niños, (ver la sexta generación de Scheltinga.)------------------------------------------------------------------------------
Truycke van Wigara (±1623-1677 (OS))
dochter van Otto Wigara en Magdalena Tiessinga
echtgenote van Idsert van Wyckel
echtgenote van Theodorus van Scheltinga
Vermeldingen
is geboren rond 1623.
is overleden op 7 januari 1677 (OS).
is begraven op 23 januari 1677 (OS) te Leeuwarden in de Westerkerk.
Beschrijving
Gen. Jierb. 2002 124 e.a. (Onno Hellinga). Boedelbeschr. 31 jan. 1677; alleen haar jongste kind, Magdalena, is dan nog in leven.
Gen. Jierb. 2002 124 e.a. (Onno Hellinga). Boedelbeschr. 31 jan. 1677; alleen haar jongste kind, Magdalena, is dan nog in leven.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Phaesma State te Kollum.
Ligging De stins stond ten zuiden van Kollum, gemeente Kollumerland, in de buurt van Oud Meckema State in het huidige Zevenhuizen dat vroeger Meckamaburen genoemd werd.
Kaartje met de States rond Kollum
Andere benaming Phaesmabosch, Te Bosch
Ontstaan De stins wordt reeds in de 15e eeuw genoemd.
Geschiedenis De familie Phaesma bevond zich op de grens van de adel en de eigenerfden. Zij was geparenteerd aan de Allema's van Oudwoude, de Ayckema's van Grijpskerk en de Bootsma's. In de kerk kwam het wapen Phaesma voor en was een grafkelder van dit geslacht; bovendien zou de prebende van het Heilig Sacrament in de kerk van Kollum gesticht zijn bij 't geslagte van Jellema ende eenige van Bootsma ende Faesma.
Gayko Fasema en zijn zoon Tyaerdt werden in 1492 genoemd als verwanten van Eue ter Harst in Augsbuurt. Ballinck Phaesma, gehuwd met zijn aanverwante Eeucka Phaesma, was van 1523 tot 1536 grietman van Kollumerland. Zijn boedel was in 1516 geconfisqueerd geweest wegens rebellie. Zijn zoon Loell Phaesma wordt in het testament van Hessel Bootsma genoemd. In 1552 droeg Loell "huys ende steenhuys sampt schuire" over aan Hed Phaesma; in 1562 werd de sate van de laatste te Meckemabuiren genoemd. In 1606 verkochten de crediteuren en erfgenamen van Hed Phaesma Phaesmastate, sate, huisinge, hoff, plantagie ende landen, groot 40 pondematen aan Mattheus Pietersz. Phaesma, volgens mr. Andreae een achterkleinzoon van bovengenoemde Ballinck Phaesma. Na zijn dood omstreeks 1620 vererfde de state op zijn zoon Tjaerdt. Een dochter van Mattheus Phaesma, Foockel Phaesma, trouwde in 1619 met Johannes van Scheltinga. Hun zoon Mattheus van Scheltinga erfde in 1631 van zijn oom Tjaerd Phaesma diens land en state tot Collum, Phaesmabosch genaempt. Hij noemde zich sindsdien Mattheus Phaesma van Scheltinga.
Mattheus overleed ongehuwd en de state werd eigendom van zijn broer Dirck van Scheltinga die gehuwd was met Truyke van Wigara. In 1698 is hun schoonzoon generaal Van Coehoorn eigenaar. Zijn dochter Geertruida Alegonda zou hier nog gewoond hebben, maar omdat zij destijds in IJlst woonde zal dat vermoedelijk alleen af en toe in de zomer geweest zijn. Zij verkocht de sate in 1712 aan de notaris Justus Voorda.
In de 17de eeuw werd Phaesma, vlak naast Oud Meckema gelegen, een "gewone" boerderij. In 1664 werd het nog als adellijke state aangegeven, in 1718 als boerderij binnen ruime singels. In 1729 wordt het goed nog vermeld als eene deftige plaats of sathe lands, groot 40 pdm., gelegen in Phaesma-bosch buiten Kollum. Het was dus een boerderij geworden, maar wèl met een zeker grandeur en blijkbaar nog omgeven door het park van de state.
Bewoners 1516 Ballinck Phaesma
tot 1552 Loell Phaesma
1552 – 1606 Hed Phaesma
1606 – 1620 Mattheus Pietersz. Phaesma
1620 – 1631 Tjaerdt Phaesma
1631 Mattheus Phaesma van Scheltinga
Dirck van Scheltinga
1698 generaal Van Coehoorn
Geertruida Alegonda van Coehoorn
1712 Justus Voorda
Huidige doeleinden Van de State is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
“Kollumerland en Nieuw Kruisland” door mr. A.J. Andreae, 1883-1885
“De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners”, P.N. Noomen, 2009.
------------------------------------------------------
Estado Phaesma a Kollum.
La ubicación era Stins sur de Kollum, Kollumerland ciudad, cerca de Old Meckema Estado en el Zevenhuizen reciente que estaba Meckamaburen antes conocido.
Tarjeta con los Estados en torno Kollum
Otros nombres Phaesmabosch, Para Bosch
Los Stins emergencia ya mencionadas en el siglo 15.
La historia Phaesma familia se encuentra en la frontera de la nobleza y los propietarios libres. Estaba geparenteerd la Allema de Oudwoude la Ayckema de Grijpskerk y Bootsmas. En la iglesia el arma Phaesma llegó y era una tumba de este género, por otra parte, la prebenda del Santísimo Sacramento en la Iglesia de Kollum fundada cuando geslagte ingreso Jellema de algunas de Bootsma ingreso Faesma.
Gayko Fasema y su hijoTyaerdt fueron nombrados en 1492, los allegados de la Eue Harst en Augsbuurt. Ballinck Phaesma, se casó con su relacionada Eeucka Phaesma, era 1523-1536 grietman de Kollumerland. Su estado había sido confiscado en 1516 debido a la rebelión. Su hijo Loell Phaesma menciona en el testamento de Hessel Bootsma. En 1552 llevaba Loell "huys ingreso piedra huys sampt schuire" a punto de Hed Phaesma, fue nombrado el saciar de este último Meckemabuiren en 1562. En 1606 vendió los acreedores y herederos de Hed Phaesma Phaesmastate, satay, asimiento de casa, lleno de gracia, los países de las plantaciones, los grandes tamaños de 40 libras a Mateo Pietersz. Phaesma, según el Sr. Andreas nieto del anterior Ballinck Phaesma. Después de su muerte en 1620 heredó el estado de su hijo Tjaerdt. Una hija de Mateo Phaesma, Foockel Phaesma, se casó en 1619 con Juan de Scheltinga. Su hijo Matthew de Scheltinga heredó en 1631 de su tío Tjaerd Phaesma su país y de estado a Collum, Phaesmabosch genaempt. Él llamó a sí mismo ya Mateo Phaesma de Scheltinga.
Mateo murió soltero y el Estado era propiedad de su hermano Dirck van Scheltinga que estaba casada con Truyke de Wigara. En 1698, su propietario Van hijo General Coehoorn. Su hija Geertruida Alegonda hubiera vivido aquí, sino porque ella vivía en IJlst probablemente sólo ha sido en ocasiones en el verano. Vendieron el Estado en 1712 al notario Justus Voorda.
En el Phaesma siglo 17, junto a Old Meckema ubicado, una granja "normal". En 1664 todavía se muestra como estado noble, en 1718 como una granja en gran cinta. En 1729, el pozo sigue siendo catalogado como un lugar lujoso o tierra Sathe, amplio 40 pdm., Ubicado en Phaesma-bosque fuera Kollum. Fue así convertirse en una finca, pero con la cierta grandeza y aparentemente rodeado por el parque del estado.
Residentes 1516 Ballinck Phaesma
de 1552 Loell Phaesma
1552 - 1606 Hed Phaesma
1606 - 1620 Mateo Pietersz. Phaesma
1620 - 1631 Tjaerdt Phaesma
1631 Mateo Phaesma de Scheltinga
Dirck van Scheltinga
1698 General Van Coehoorn
Geertruida Alegonda de Coehoorn
1712 Justus Voorda
Propósitos actuales del Estado no es más que encontrar.
Inaugurado n.a.
Fotos
Fuentes del texto: Jan Leemburg
"Kollumerland y Nieuwkruisland" de AJ Andreae, 1883-1885
"La casas stins en Frisia medieval y sus habitantes", PN Noomen, 2009.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.