West-Europese adel » Johan van Arkel Bisschop van Utrecht Prins-Bisschop van Luik (1315-1378)

Persoonlijke gegevens Johan van Arkel Bisschop van Utrecht Prins-Bisschop van Luik 


Gezin van Johan van Arkel Bisschop van Utrecht Prins-Bisschop van Luik

(1) Hij had een relatie met Ermengarde Peters van Waderle.


Kind(eren):

  1. Kunegonde van Arkel  1345-???? 


(2) Hij heeft/had een relatie met Living.


Kind(eren):



Notities over Johan van Arkel Bisschop van Utrecht Prins-Bisschop van Luik

Jan van Arkel (1314 - Luik, 1 juli 1378) was bisschop van Utrecht van 1342 tot 1364 en prins-bisschop van Luik van 1364 tot 1378.

Jan was de zoon van Jan III van Arkel en zijn tweede echtgenote Kunigonda van Virneburg. Na de dood van bisschop Jan III van Diest in 1340 kwam het niet direct tot een opvolger. De kapittels hadden Jan van Bronkhorst gekozen, de paus benoemde Nicolaas Capocci. Deze werd echter niet aanvaard door de kapittels en trok zich terug. De uiteindelijke benoeming van Jan van Arkel tot bisschop was te danken aan de invloed van graaf Willem IV van Holland.

Zijn voorganger had het Sticht achtergelaten als een protectoraat van Holland en het bewind van Jan van Arkel was erop gericht zich aan de voogdij van zijn voormalige Hollandse beschermers te onttrekken. Hij bleek hierin zeer succesvol en wist bovendien financieel orde op zaken te stellen. Hij werd bij zijn optreden gesteund door de stad Utrecht, die begreep dat zonder een sterk landsheerlijk gezag de positie van verschillende edellieden te sterk werd, met het optreden van roofridders en vrijbuiters als gevolg. De stad besloot zich onafhankelijk op te stellen tegenover Holland en sloot in 1344 een verbond met de bisschop.

Jan van Arkel, die zich in 1343 in Grenoble had gevestigd om de kosten van een hofhouding uit te sparen, werd door zijn broer en plaatsvervanger Robert van Arkel in 1345 teruggeroepen toen graaf Willem besloten had Utrecht aan te pakken en op 8 juni met een grote troepenmacht de stad belegerde. Na acht weken belegering stemde Utrecht in met een bestand, waarbij ze de positie van de graaf moesten erkennen. Deze sneuvelde echter twee maanden later, waarop in Holland de partijstrijd tussen Hoeken en Kabeljauwen losbarste. Ook in Gelre ontstond rond deze tijd een dergelijke partijstrijd, zodat ook daar de aandacht voor het sticht afnam.

De positie van het Sticht werd hierdoor weer sterker en maakte nieuwe acties tegen Holland mogelijk. Met steun van de stad werden in 1346 Hollandse steunpunten als Eemnes en IJsselstein aangevallen en in 1348 raakte hij slaags met Holland en Gelre. Al deze acties kostten echter meer dan Jan kon betalen, en daardoor kwam hij nu in de problemen. Zo moest hij Frederik van Eese, die hem had geholpen de Zutphense baanderheer Gijsbrecht van Bronkhorst te verslaan, het hele Oversticht, op Vollenhove na, in pand geven. Het volgende jaar werden ook Vollenhove en het Nedersticht verpand. Bovendien kwam er een mandaat van de paus om beslag te leggen op Jans tafelgoederen, om daarmee achterstallige servitiën te voldoen.

Jan trok zich weer terug in Grenoble, maar in 1351 keerde hij terug en wist in de volgende jaren zijn positie te herwinnen en zijn gezag in het bisdom te herstellen. Hij trad nogmaals op tegen lastige kasteelheren en roofridders, waarbij verschillende strategisch gelegen kastelen in Utrechtse handen kwamen. Binnen de stad werd stabiliteit geschapen door de verbanning van de Hollandsgezinde partij van de Gunterlingen. Na een laatste campagne tegen Holland in 1355-1356 werd voorlopig vrede getekend: het Nedersticht was onder de curatele van de graaf uitgekomen en de roofridders waren aangepakt.

Het Sticht stond er nu beter voor dan in tijden het geval geweest was. Het gevolg is wel dat de stad steeds meer macht had verworven in ruil voor financiële steun aan de militaire operaties. Zij begon nu een meer zelfstandige koers te varen.

In 1364 werd Jan van Arkel door paus Urbanus V overgeplaatst naar Luik. Door de macht van de gilden kon hij daar zijn macht minder laten gelden dan in Utrecht, al wist hij in 1366 het graafschap Loon definitief bij het prinsbisdom in te lijven. In 1373 werd hij gedwongen het Tribunaal der XXII op te richten. Dat was een rechtbank met soeverein beslissingsrecht, ter verdediging van iedere Luikse onderdaan tegen het onrechtmatig optreden van de bisschoppelijke ambtenaren. Het had al eerder kortstondig bestaan tijdens het bewind van Adolf II van der Marck. Na zijn dood werd Jan van Arkel begraven in de Domkerk te Utrecht. Delen van zijn graftome werden na de Hervorming verwerkt in het hek dat de naar hem vernoemde kapel afluit.

Bisschop Jan werd door auteurs vaak verward met Jan IV van Arkel en Jan V van Arkel. Jan IV was de zoon van Jan III van Arkel uit zijn eerste huwelijk met Mabelia van Voorne en dus de halfbroer van bisschop Jan. Jan V van Arkel is de kleinzoon van Jan III van Arkel, via zijn zoon Otto van Arkel. Bisschop Jan van Arkel is nooit vermeld met een nummering.
Bron: Wikipedia

Jan van Arkel (geboren omstreeks 1314) was na bisschop van Utrecht ook bisschop van Luik waar hij op 1 juli 1378 overleed. Hij werd begraven in de Domkerk in Utrecht, waar zijn grafsteen nog te bewonderen is.

Met de dood van bisschop Jan van Diest begon het politieke spel over bisschopsbenoemingen opnieuw en veranderde een oud nadeel in het voordeel van het bisdom. Natuurlijk probeerden Holland en Gelre elk hun invloed te doen gelden. Verzekerd van succes waren zij nooit vanwege de corrupte hebberigheid van enkele kapittelheren en de gecompliceerde stedelijke politiek te Utrecht. Nu was het ook de paus die dwars lag. In 1341 werd een buitenstaander, de Italiaan Nicolaas de Caputio, tot bisschop benoemd. Toen deze begreep dat men van hem verwachtte dat hij ook werkelijk in Utrecht kwam wonen, zag hij haastig van zijn benoeming af. Hij stichtte te zijner nagedachtenis een fonds om steeds twee studenten uit Utrecht en Deventer in Perugia te laten studeren.
De weg was vrij voor een Hollandse kandidaat, Jan IV van Arkel (1342-1364). Graaf Willem IV prees hem publiekelijk aan als flink, machtig en onafhankelijk. Het was zonneklaar dat deze nieuwe Jan niet gekozen werd om een sterk, machtig en onaantastbaar Sticht tot stand te brengen. Nu Reinoud II overleden was en een minderjarige jongen het bestuur over het intern zeer verdeelde Gelre op zich had genomen, leek de tijd gunstig om een Hollandse zetbaas het bisdom te laten beheren. Ondanks andere verwachtingen ontpopte de domkanunnik zich als een man die de aanprijzingen van zijn mentor waarmaakte. De bisschop deed, tot grote schrik van de Hollandse graaf, flink zijn best om zich onafhankelijk op te stellen. Hij trachtte het Oversticht weer in te lossen en om geld te sparen ging ook hij enige tijd in het buitenland wonen. Steden (de kooplieden dus) en Ridderschap van het Oversticht betaalden fors mee aan het aflossen van de schuld aan Gelre (1346). Wellicht uit argwaan tegen het op dat moment in chaos en financiële nood verkerende hertogdom.
In 1347 waren Oversticht en Sticht weer onder hun bisschop verenigd en er waren nieuwe schouten aangesteld. Toen Van Arkel zijn aandacht afwendde om een conflict met de Hollandse graaf uit te vechten, bleek hoezeer het bisschoppelijk gezag verzwakt was. De heer van Bronckhorst viel Twente binnen en verwoestte Goor, de zetel van de schout. De bisschop reageerde adequaat met brandschatting van Bronckhorsts heerlijkheid Borculo. Gelre voelde zich ondertussen weer sterk genoeg om zich in de strijd te mengen en zijn leenman te steunen. Van Arkel kon onmogelijk de strijd in Holland, de conflicten met Gelre en de woelingen in Twente alleen betomen. In zekere zin vergold hij kwaad met kwaad. Hij stelde de avonturier en legeraanvoerder Frederik van den Eese als mandataris over Salland, Twente en Diepenheim aan: 'dat hi oorloghe voeren soude ende dat land bewaren tieghen den hertoge van Gefre ende tieghen den here van Bronckhorst'.
Veel steun kreeg Frederik van de even krijgslustige Zweder van Voorst en de heer van Kuinre. Het bestand waarmee de krijg eindigde, was voor bisschop Jan van Arkel een zware slag. Toen krijgsheren met de rekening kwamen en geld wensten te zien, bood een oude oplossing uitkomst; de heren ontvingen forse delen van Overijssel in pand.
In de volgende conflicten tussen de bisschoppelijke strijders en eigengereide edelen wisten zij wederom voor de bisschop succes te behalen. Zo kregen zij steeds meer greep op de man die ze zouden beschermen en steunen. In het Oversticht werd de schuldenlast ondragelijk en Jan van Arkel moest in 1349 zijn hele Overijsselse gebied, op Vollenhove na, aan Frederik van den Eese verpanden. 'In deser groter schout (schuld) aen ghene side der Ysel ende an dese side der Ysel verdwaelde bisscop Jan also ver, dat hi noch lenen noch borgen en mochte'.
Van Arkel gaf de ongelijke strijd op en ontvluchtte korte tijd later zijn bisdom 'ende reet van groter scaemte met ses paarden uten sinen lande naer groten Romen in die stat ende liet al varen als 't varen mochte'. Lang duurde deze toestand overigens niet; de 'zes', het kartel van machtigen dat de voornaamste schuldeisers verenigde, bracht de kapittels ertoe de vorst terug te roepen. In 1351 was Jan wederom in zijn bisdom. Aangezien zijn toestand onmogelijk slechter kon worden, verkeerde hij in een goede uitgangspositie om tegenmaatregelen te nemen.
Het Oversticht hield zich zoveel mogelijk buiten het conflict tussen de schuldeisers en de beheerder van een insolvent bedrijf. Bovendien hadden de handelssteden belang bij een zo rustig en ordelijk mogelijk Overijssel. Kampen, Zwolle en Deventer sloten om die reden een verbond met hun vorst om de macht van de nieuwe adelsburchten te breken.
De rol van Jan van Arkel in en rond Vollenhove

Toen het aantal mensen dat zich in de onmiddellijke nabijheid van het bisschoppelijk kasteel hadden gevestigd steeds toenam en een aaneengesloten buurt zich had gevormd, verleende bisschop Johan van Arkel 12 of 13 juli 1354 aan de "ghoede lude die woenaftich siin voer onsen huse tot Vollenho, dat gheheiten is opten Camp" het stadsrecht "ewelic durende alse anders onse steden hebben die in onsen lande van Sallandt gelegen siin". Dit stadsrecht is in zijn geheel afgedrukt in het boek van Fockema Andreae (Stadregt van Vollenhove) en ook in WvH, vollenhove en haar havezaten (blz. 5-7).

In 1361 voert de bisschop twee maal een strafexpeditie uit in in de Stellingwerven, wanneer de boeren de opgelegde schattingen niet wensen te betalen. Bij de tweede tocht wordt Blesdijke verbrand.

Een belangrijke zaak was de instelling van het dijkrecht. De dijken in het noorden van het Oversticht zijn in een laat stadium tot stand gekomen, later dan in Friesland en Holland. Collectieve dijkaanleg bleef lange tijd achterwege, omdat de grens tussen zee en land een stuk verder in westelijke richting lag, de bevolkingsdichtheid gering was en het centraal gezag weinig betekende. Pas onder het bewind van bisschop Jan van Arkel kwam hierin verandering. Het oudste dijkrecht van het schoutambt Vollenhove dateert uit 1363. In die tijd werd de waterkerende functie van de Zuiderzeedijk in overeenstemming gebracht met die van de andere dijken in het Oversticht. Deze dijk, vermoedelijk een aaneenschakeling van lokale waterkeringen van oudere datum, had tevens een belangrijke verkeersfunctie.
Bron: http://www.henkvanheerde.nl/vollenhove/Straten/janvanarkel.htm

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Johan van Arkel Bisschop van Utrecht Prins-Bisschop van Luik?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Johan van Arkel Bisschop van Utrecht Prins-Bisschop van Luik

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Johan van Arkel Bisschop van Utrecht Prins-Bisschop van Luik

Johan van Arkel Bisschop van Utrecht Prins-Bisschop van Luik
1315-1378

(1) 
(2) 

Living
????-


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Historische gebeurtenissen



Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Van Arkel Bisschop van Utrecht Prins-Bisschop van Luik


De publicatie West-Europese adel is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Pieter, "West-Europese adel", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I81279.php : benaderd 6 mei 2024), "Johan van Arkel Bisschop van Utrecht Prins-Bisschop van Luik (1315-1378)".