West-Europese adel » Hugo de Groot (1583-1645)

Persoonlijke gegevens Hugo de Groot 


Gezin van Hugo de Groot

Hij is getrouwd met Maria van Reigersberg.

Zij zijn getrouwd op 16 juli 1608 te Veere, Walcheren, Zeeland, hij was toen 25 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Cornelia de Groot  1611-1687 
  2. Cornelis de Groot  1613-1665
  3. Pieter de Groot  1614-1614
  4. Pieter de Groot  1615-1678 
  5. Francesca de Groot  1616-1617
  6. Maria de Groot  1617-1635


Notities over Hugo de Groot

Hugo de Groot (Delft, 10 april 1583 – Rostock, 28 augustus 1645) was een Nederlands rechtsgeleerde. Hij is vooral bekend als Hugo Grotius, maar wordt her en der ook aangeduid als Huig de Groot. Hij schreef Latijnse tragedies en gedichten, theologische verhandelingen en Nederlandse gedichten. Zijn belangrijkste werken liggen op historisch en juridisch gebied. Zijn beroemdste werk is De iure belli ac pacis (Over het recht van oorlog en vrede) uit 1625. Dit werk vormt de basis voor het moderne volkenrecht. Huge de Groot is ook bekend vanwege zijn pleidooi voor de vrije toegang tot de zee (en de vrijhandel) het Mare Liberum (1609), eerst in 1864 teruggevonden en gepubliceerd.

Biografie
Hugo de Groot werd geboren te Delft als telg van een Nederlands patriciërsgeslacht. Zijn vader, Johan de Groot (1554-1640), had veel bekende geleerden uit de Republiek als vriend. Deze geleerden herkenden al snel Hugo's bijzondere begaafdheid; zo kon De Groot al vanaf zijn achtste dichten in het Latijn. Dit leidde er toe dat De Groot al op zijn elfde ging studeren aan de universiteit van Leiden en verkreeg een in 1599 een eredoctoraat in Orléans. Hij begon zijn carrière in 1604 als advocaat en in 1607 als generaal-fiscaal in Den Haag en is in 1613 als pensionaris van de stad Rotterdam benoemd. Nog op jonge leeftijd schreef hij de Annales et historiae de rebus Belgicis. Van meer historisch belang dan deze Nederlantsche Jaerboeken en Historien was zijn boek over de Oudheyt vande Batavisch nu Hollandsche Republique. In dat laatste werk toont De Groot aan, dat de Staten altijd al souverein geweest zijn. Historisch gezien is dit standpunt van De Groot onhoudbaar, maar zijn verhandeling, die uiteraard bij de Staten van Holland in de smaak viel, heeft betekenis gekregen, omdat de Staten van Holland, wanneer het om hun positie ging, zich op De Groot plachten te beroepen.

Werk en invloeden
Hugo de Groot was een pionierend theoreticus op het gebied van humanisme en natuurrecht. Dit laatste definieerde hij als het idee dat bepaalde zaken uit zichzelf goed of slecht zijn, en daardoor bepaalde rechtsbeginselen vanuit zichzelf geldig. Deze stammen dus niet af van de Gods openbaring op de Sinaï, maar gelden voor alle mensen (nakomelingen van Noach): het natuurrecht geldt "zelfs als we zouden aannemen dat er geen God van Israël bestaat". Deze rechtsprincipes ontwikkelde en paste hij toe in De iure praedae (Over het buitrecht) uit circa 1604 (niet door De Groot gepubliceerd) en het al genoemde De iure belli ac pacis. In een later als Mare Liberum (De Vrije Zee) los gepubliceerd hoofdstuk uit De iure praedae ontwikkelde De Groot voor het eerst een concept van een mondiale gemeenschap, vanuit het idee dat de zee voor allen toegankelijk moest zijn om zo de communicatie tussen volkeren in stand te houden en niet elkaar de toegang tot de overzeese gebieden te ontzeggen. De Groot zijn werk op dit gebied vormde de basis voor later werk van filosoof John Locke.

Naast rechtsgeleerde was De Groot ook een niet onverdienstelijk theoloog. Dit was echter ook de bron van alle beroerten in zijn leven. Werd hij in 1598 (op 15-jarige leeftijd) door koning Hendrik IV het "mirakel van Holland" genoemd om zijn intellectuele verdiensten, in 1619 ging hij voor zijn werken levenslang in Slot Loevestein in het gevang. Gedurende de voorgaande jaren trachtte De Groot namelijk zijn overtuigingen aangaande natuurlijke wetgeving te verenigen met het Calvinisme dat in de Republiek der Verenigde Nederlanden als godsdienst de overhand had gekregen. Hierin slaagde hij echter niet, omdat het idee dat God niet in alles het laatste woord heeft, niet verenigbaar is met het Calvinistische concept van predestinatie. Om deze reden sloot hij zich aan bij de volgelingen van Jacobus Arminius, de remonstranten. Dit pakte echter verkeerd uit en na het ingrijpen van Prins Maurits in de godsdienstige twisten werd hij samen met onder andere Johan van Oldenbarnevelt opgepakt en tot levenslange opsluiting veroordeeld.

De Groot als literator
Een van zijn eerste gedichten was een pindarische ode op Frederik Hendrik, geschreven in 1595 op 12-jarige leeftijd, in het Grieks. Later verrichtte hij titanenwerk met zijn programma om een grote bloemlezing uit de Griekse poëzie in het Latijn toegankelijk te maken. Om te beginnen vertaalde hij het gehele poëziegedeelte uit de Anthologie van Johannes Stobaeus, een enorme vijfde-eeuwse verzameling van citaten uit dichters en prozaschrijvers (1623). Daarna volgden de Excerpta Tragicorum et Comicorum (Uittreksels uit tragedie- en komedieschrijvers), waarin hij een grote persoonlijke bloemlezing gaf uit antieke toneelstukken (1626). Het laatste onderdeel van het project was een vertaling van de volledige Anthologia Planudea in het Latijn. De Groot vertaalde de bloemlezing van Griekse epigrammen (zo’n 3000 gedichten), vanaf september 1630 in één jaar tijd (!), steeds in hetzelfde metrum en in evenveel regels als het origineel. Tot een volledige uitgave hiervan kwam het pas in 1795 door Jeronimo de Bosch.

In navolging van Martialis’ Apophoreta, een reeks tweeregelige epigrammen op geschenken die gasten na een feest kregen om mee naar huis te nemen, schreef hij in 1603 zijn Instrumentum domesticum (Huisraad) op allerlei voorwerpen in en om het huis. Zijn hoogtepunt als Neolatijns dichter bereikte hij echter met zijn ‘epithalamia’, bruiloftsgedichten, naar het voorbeeld van de laat-Latijnse dichter Claudius Claudianus. De Groots beste epithalamium – en sowieso een onovertroffen prestatie in dit genre – is het Epithalamium Potteii, dat hij maakte ter gelegenheid van het huwelijk van zijn studievriend en huisgenoot Enoch Potteiï met Maria Wachtmans in 1604. Het is een lang gedicht over de huwelijksnacht in acht delen met verschillende metra, waarin de zinnelijkheid van het onderwerp en de poëtische virtuositeit van de dichter samenkomen.

Om te laten zien hoe de navolging van de tragedies van Seneca in een eigentijdse Neolatijnse vorm gestalte moest krijgen, besloten De Groot en zijn vriend Daniël Heinsius ieder een tragedie te schrijven. De Groot kwam in 1601 met Adamus exul (in 1664 door Vondel uitgebracht als Adam in ballingschap). In 1608 volgde het stuk Christus patiens (Het lijden van Christus, 1608). Ook maakte hij vertalingen van stukken van zijn favoriete auteur Euripides. In 1630 kwam zijn Latijnse versie uit van De Phoenissische vrouwen, waaraan hij tien jaar had gewerkt. Deze bevatte bovendien een principiële inleiding, waarin De Groot de inzichten van Aristoteles over tragedie uiteenzette. Zelf schreef hij nogmaals een tragedie, wederom een bijbels stuk, dit keer over Jozef in Egypte: Sophompaneas (1635, door Vondel in hetzelfde jaar vertaald als Jozef in ’t hof).

Gevangenschap op Loevestein
Even na 1600 laaiden er in Nederland godsdienstige twisten op die tot in de politiek werden uitgespeeld. Inzet was de leer van de predestinatie, ofwel de Goddelijke voorbeschikking. In hedendaagse termen kan men zeggen, dat de strijd ging tussen de fundamentalist Gomarus en de gematigde Arminius.

Hugo de Groot hield zich zoveel mogelijk op de vlakte, maar werd door de Gomaristen steeds verder in het kamp van de Arminianen gedreven. Dat lot trof ook Van Oldenbarnevelt, omdat hij weigerde een nationale synode van staatswege bijeen te roepen om Arminius te veroordelen.

Prins Maurits, die naar eigen zeggen niet wist of de predestinatie groen of blauw was, zag in de godsdiensttwisten een kans om de vredespartij buitenspel te zetten. Het bestand met Spanje had hem als legeraanvoerder veel macht, aanzien en buitgeld gekost.

In augustus 1618 wist de prins de machtsstrijd in zijn voordeel te beslechten. Van Oldenbarnevelt en De Groot werden gevangengenomen. De eerste werd ter dood veroordeeld en terechtgesteld. Een college van 24 rechters veroordeelde de remonstrant Hugo de Groot 'ter eeuwige gevangenisse' op Slot Loevestein, toen een staatsgevangenis.

Op 5 juni 1619, kwam Hugo hier aan, later gevolgd door zijn vrouw Maria van Reigersberg en dienstmeisje Elsje van Houweningen.

Hij mocht blijven studeren en schreef een Inleiding tot de Hollandsche Rechtsgeleerdheid. Daarvoor kreeg hij uit Leiden boeken in een kist die soldaten bij een familie in Gorinchem ophaalden en wegbrachten. Dat bracht Maria op een idee. Zij maande Hugo: "Kruip in die kist en zorg dat je er twee uur in kunt blijven zitten zonder geluid te maken". Ze liet hem avonden lang oefenen.

Op 22 maart 1621 was het jaarmarkt in Gorinchem. De gevangenisbaas was weg. Maria legde met Elsje de boeken in bed, zodat het net leek of Hugo weer eens ziek was. Met alleen zijn ondergoed en zijden kousen aan kroop hij in de kist. Elsje ging met de soldaten mee en hield de kist in de gaten. Eenmaal bij de familie aangekomen snelde Hugo eruit om in metselaarskleren naar Parijs te vluchten.

In 1631 keerde hij terug naar Rotterdam, in de hoop dat hij zich weer in Holland kon vestigen. Zes jaar na de dood van Maurits was het politieke klimaat onder diens opvolger Frederik Hendrik veel milder geworden. Burgemeester van Berkel pleitte voor amnestie voor hem in de Staten van Holland. Ook Hooft die tot de kring rond de stadhouder behoorde deed een goed woordje.

Maar De Groot zelf weigerde welk verzoek dan ook tot de Staten of de prins te richten. Hij had immers niets verkeerds gedaan! Het jaar daarop vaardigden de staten een nieuw arrestatiebevel uit, en moest hij opnieuw in ballingschap gaan.

In Zweedse staatsdienst
Vanaf 1634 leefde hij als gezant van Zweden in Parijs. Het was zijn taak om Franse steun te winnen voor de Zweedse interventiepolitiek in Duitsland. De Zweden streden aan de zijde van de Duitse protestanten in de dertigjarige oorlog. Als principiëel en wat rechtlijnig remonstrant kon hij echter moeilijk overweg met de opportunistische Fransen onder kardinaal Richelieu. Onder invloed van de "Franse partij" aan het hof in Stockholm werd hij op 20 december 1644 teruggeroepen.

De jonge koningin Christina wilde hem tot staatsraad benoemen om haar te adviseren in zaken van buitenlandse politiek. Maar bovenal wilde ze hem een wetenschappelijke bibliotheek voor haar laten samenstellen. De Groot voelde daar niets voor. Ook het noordelijke klimaat trok hem en zijn vrouw weinig. In maart 1645 vertrok hij uit Stockholm, naar Lübeck. Zijn schip leed echter schipbreuk bij het oversteken van de Baltische Zee. Hij kwam veilig aan wal, maar ver naar het oosten. Te paard reisde hij vanaf 13 augustus richting Lübeck, maar uitgeput bereikte hij Rostock. Daar overleed hij op 28 augustus. Zijn laatste woorden zouden zijn geweest: "door veel te begrijpen, heb ik niets bereikt".

Trivia
Hugo de Groot ligt begraven in de Nieuwe Kerk in Delft, vlakbij Prins Maurits.

De boekenkist waarin Hugo ontsnapte, is te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam en in het Prinsenhof in Delft.

Werken
De republica emendanda (over verbetering van de Republiek) - 1601
Parallelon rerumpublicarum (vergelijking van republieken) - 1602
De iure praedae (over het buitrecht), inclusief Mare liberum (de vrije zee) - 1604
De antiquitate reipublicae Batavicae (over de oudheid van de Bataafse Republiek) - 1610
Ordinum pietas (de vroomheid van staten) - 1613
Defensio fidei catholicae de satisfaction (verdediging van het christelijk geloof) - 1617
De iure belli ac pacis (over het recht van oorlog en vrede) - 1625
De veritate religionis Christianae (over de waarheid van het christelijk geloof) - 1627
Inleydinge tot de Hollantsche rechtsgeleertheit - 1631
Via ad pacem ecclesiasticam (de weg naar kerkelijke vrede) - 1642
De imperio summarum potestatum circa sacra (over de macht van heersers in religieuze zaken) - 1647
De fato (over het lot) - 1648
Annales et historiae de rebus Belgicis (annalen en geschiedenis van de Nederlanden) - 1657

Bron: http://genealogics.org/getperson.php?personID=I00086606&tree=LEO

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Hugo de Groot?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Hugo de Groot

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Hugo de Groot


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Historische gebeurtenissen

  • Stadhouder Prins Frederik Hendrik (Huis van Oranje) was van 1625 tot 1647 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1645: Bron: Wikipedia
    • 6 maart » Paus Innocentius X creëert zeven nieuwe kardinalen, onder wie de curieprelaat Benedetto Odescalchi.
    • 14 juni » Slag bij Naseby: grote overwinning van Oliver Cromwell op Karel I.
    • 2 september » Eerstesteenlegging voor de Sael van Oranje, die later zou uitgroeien tot Paleis Huis ten Bosch.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia

  • 1481 » Alphonso V van Portugal (49), koning
  • 1593 » Lodewijk van Württemberg (39), hertog van Württemberg
  • 1645 » Hugo de Groot (62), Nederlands rechtsgeleerde
  • 1810 » Filippo Carandini (81), Italiaans curiekardinaal
  • 1862 » Albrecht Adam (76), Duits kunstschilder
  • 1903 » Frederick Olmsted (81), Amerikaans tuinarchitect (ontwerper van het Central Park in New York)

Over de familienaam De Groot

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam De Groot.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over De Groot.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam De Groot (onder)zoekt.

De publicatie West-Europese adel is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Pieter, "West-Europese adel", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I80856.php : benaderd 8 mei 2024), "Hugo de Groot (1583-1645)".