Hij is getrouwd met Maritje Pieters.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Cornelis van Tongerloo (1555-1617) maakte, hoewel hij niet in Haarlem maar te Amsterdam woonde, eveneens deel uit van het doperse netwerk van Jacques de Clercq. Rond het huiskopersconflict in Franeker was hij een van de Amsterdamse gedelegeerden geweest die zich met die zaak hadden bemoeid. Waarschijnlijk was het in het kader daarvan dat hij in 1590 - opvallend genoeg door Haarlemmer oudsten - als Amsterdammer werd gebannen. Later zal hij lidmaat zijn geweest van de Vlaamse gemeente die vanaf 1608 bijeenkwam in de schuilkerk bij ’t Lam, aan het Singel. Cornelis was geboren in Antwerpen, maar nog vóór de val deze stad had zijn vader Thomas van Tongerloo (1522-1591) zich als zijdelakenkoper gevestigd in de Amsterdamse Warmoesstraat. Deze vader was bepaald welgesteld; in 1585 behoorde hij zelfs tot de honderd hoogstaangeslagenen van de stad. De familie Van Tongerloo wordt dan ook gerekend tot de belangrijke koopliedengeslachten van Amsterdam rond 1600. Cornelis was hoofdzakelijk werkzaam in de textielindustrie, maar staat tevens in de boeken als huisjesmelker, omdat hij zowel in Amsterdam als in Weesp veelvuldig huizen en percelen grond kocht en verkocht, kennelijk om te speculeren. Zijn jongere broers waren ondermeer actief in de handel op Venetië. Drie van hen hebben daarvoor ook voor korte perioden zelf in Venetië gewoond. De meest in het oog springende broer, Abraham van Tongerloo (c1569-1623), handelde er in alles waarmee veel geld te verdienen viel: spiegels, graan, rozijnen, katoen, verfstoffen. Bovendien was hij betrokken bij het droogmaken van moeraslanden rond de stad. Zelfs leverde hij complete Hollandse schepen aan de Venetianen. Vermeldenswaard is de rol die Abraham van Tongerloo in de jaren 1595-’98 speelde bij de bouw in Amsterdam van een zeer groot schip voor de Venetiaanse edelman en koopman Francesco Morosini, voor wie Van Tongerloo de factor in Amsterdam was. Cornelis van Tongerloo had met Jacques de Clercq niet alleen een vriendschapsband, hij stond ook in familierelatie tot personen rond De Clercq. Van Tongerloo’s stiefmoeder Geertruyt de Vreede (die hem in een groot deel van zijn jeugd had grootgebracht) was namelijk in 1606 hertrouwd met Guillaume Utenhove, de schoonvader van Roelant Outerman. 176 En, opvallender, een jaar eerder waren een zoon en een dochter van Van Tongerloo gehuwd met een uit Duitsland afkomstige zuster en broer, kinderen van Jacob Haesbaert (1558 – vóór 1605). Die weer een neef (oomzegger) was van Pieter Haesbaert, met wie De Clercq twintig jaar eerder in Gent was gearresteerd en verbannen. Een detail dat hierbij niet onvermeld mag blijven, is dat voor het eerste van deze twee huwelijken, tussen Clara van Tongerloo (1854/’85-1640) en Jacob Haesbaert junior (1579/’80-1653), in juli 1605, een gedicht is geschreven door de toen nog heel jonge Joost van den Vondel. Het is het vroegst bekende werk van de later zo beroemde dichter. De families Van Tongerloo en Van den Vondel woonden vlak bij elkaar in de Warmoesstraat (respectievelijk nr. 35 en 39) en waren goede bekenden.
In zijn laatste levensjaren kende Cornelis van Tongerloo financiële tegenslagen. Omdat Amsterdam geen eigen lakennijverheid had, heeft hij getracht in 1616 een Amsterdamse draperie op te richten. Maar ondanks aanzienlijke subsidies van het stadsbestuur mislukte de onderneming. Niet lang daarna, in maart 1617, overleed Cornelis. En de vroedschap, bekend met de “groten iver, arbeyd ende naerstichheyt, die wylen de voorn. Cornelis van Tongerloe tot vorderinge van de voors. neringe ten beste van de stad heeft gehad ende gedaen, ende de schade, by hem ter oirzaecke van dien geleden”, besloot zijn erfgenamen en andere gedupeerden met een subsidie te steunen.
http://www.familiedeclercq.nl/fileadmin/declercq/Pdf-bestanden/Geschiedenis/Gesch_De_Clercq_-_Vlaanderen_13de-17de_01.pdf
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.