Hij is getrouwd met Eva Voet.
Zij zijn getrouwd op 10 februari 1637, hij was toen 32 jaar oud.
Kind(eren):
Op 5 mei 1648 wordt te Amsterdam de inventaris van de inboedel van Zacharias Hooftman (1605-1648) opgemaakt. Zacharias was de zoon van Harmen Hooftman (1550-1610) en Maria Messing († 1632). Harmen Hooftman was een koopman te Antwerpen, die zich in de laatste jaren van zijn leven te Haarlem gevestigd had. Op 10 februari 1637 trouwde Zacharias te Amsterdam met Eva Voet (1616-1653). Zij was de dochter van Hendrick Voet en Anna van Munster. Zacharias woonde samen met zijn vrouw op de Heerengracht te Amsterdam. Als toevoeging aan het adres staat in hun inventaris ‘in St. Bavo’ geschreven. Het is niet geheel duidelijk waar deze verwijzing voor staat. Wellicht was het de naam van hun huis, die terugslaat op de belangrijkste kerk in Hooftmans geboorteplaats Haarlem. In zijn inventaris staat dat hij koopman van beroep was. Dat dit hem een behoorlijk vermogen had opgeleverd, bewijst een andere notitie in dezelfde boedelinventaris, waarin staat dat hij samen met zijn broer Andries eigenaar was van ‘de hofstede Spaeren-Hout buiten de Kleine Houtpoort te Haarlem, aan den Haarlemmerhout’.
Zijn welvaart spreekt ook uit de hoeveelheid schilderijen van bekende meesters die hij bezat. Werken van onder andere Van Bijlert, Brouwer, Van Goyen, Goltzius, Koninck, Lievens, Vroom en meerdere schilderijen van Pot zijn opgenomen in zijn verzameling. Vooral de aanwezigheid van zoveel werken van de laatstgenoemde is opvallend, daar deze zeer zelden in zeventiende-eeuwse inventarissen voorkwam. Het totale aantal schilderijen in Hooftmans inventaris bedraagt 75. De collectie bevat maarliefst eenentwintig portretten, waarvan dertien van de familie. Daarnaast blijkt uit de verzameling portretten Hooftmans oranjegezindheid. Het jaar van opmaak van de inventaris was een periode van relatieve rust binnen de Republiek. De Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje was in dat jaar beëindigd en het zou iets minder dan drie jaar duren voordat het land opnieuw in 1652 in oorlog zou geraken, ditmaal met Engeland. Aan Hartmans muur prijkten portretten van Maurits, Frederik Hendrik en Willem van Oranje. Daarnaast bezat hij ook een portret van Coning Carel van Engelant van Pot.
Het schilderij van admiraal Tromp moet, gezien de datum van de opmaak van de inventaris, haast wel in opdracht van Zacharias zelf geschilderd zijn. Dat het Cornelis Tromp betreft, is uitgesloten. Deze was in 1648 nog lang geen luitenant-admiraal. Maarten Tromp was in 1637 reeds als luitenant-admiraal benoemd. De datering van dit schilderij zou dan liggen tussen 1637 en 1648. Als we in Moes kijken, is er nog steeds een behoorlijke hoeveelheid schilderijen die tot de mogelijkheden behoren. De schilder wordt in de inventaris niet genoemd. Het is echter goed mogelijk dat het Hendrick Pot betreft. Pot was ongetwijfeld een favoriete schilder van de familie, aangezien hij verschillende portretten van de familie Hooftman heeft vervaardigd, waarvan er in de inventaris van Zacharias Hooftman één genoemd wordt en waarvan er zich thans een in het Mauritshuis te Den-Haag bevindt, zijnde een portret van Anna Hooftman uit 1633. Naast de hierboven genoemde portretten zijn van Pot ook de schilderijen van ‘de vijff dwase maegden’, ‘een bancketje’ en ‘Olifarnes’ [Holofernes] opgenomen. Moes noemt in zijn lijst portretten van Maerten Tromp inderdaad een werk van Pot, uit 1639, in 1905 in bezit van mevrouw van der Hoeven-van Stolk te Rotterdam. Uit aantekeningen in de thesauriers-rekeningen van zowel Den-Haag als Haarlem staat vermeld dat “Hendrick Pott” verschillende versies van dit schilderij vervaardigd heeft. De werken in Den-Haag worden beschreven als “thien Exemplaren van den Admiraal Tromp bij hem aan de Heeren Magistraten vereert”. Wellicht had ook Hooftman hem in diezelfde tijd daartoe de opdracht gegeven, of is hij er via via aan gekomen. Van het portret dat Moes noemt is de huidige verblijfplaats onbekend. Prud’homme van Reine doet de aannemelijke suggestie dat het in de Tweede Wereldoorlog tijdens het bombardement op Rotterdam van 1940 verloren is gegaan. Thans bestaat er nog een prent naar dit werk, vervaardigd door Suyderhoef en bewaard in het museum Atlas van Stolk te Rotterdam.
Het portret hing in de zijdelcamer, een zijvertrek van het zogenaamde voorhuis. In de zeventiende eeuw was dit een belangrijke ontvangstruimte, waarin vaak enkele van de mooiste kunstwerken uit de collectie van de eigenaar werden opgehangen. In deze zijkamer hingen zeven werken in totaal. Er hing één schilderijtje van een tulp en voor de rest opmerkelijk genoeg alleen portretten. Nog frappanter is het feit dat het, op het portret van Tromp na, allemaal familieportretten betreft: de beeltenissen van het echtpaar Eva Voet en Zacharias Hooftman en van Andries, Hendrick en Maarten Hooftman. Er is wel gesuggereerd dat de zeventiende-eeuwse schilderijenverzamelaars onderscheid maakten tussen familieportretten die zij wel en niet in openbare ruimtes ophingen. Hier is duidelijk getracht de bezoeker van deze openbare ontvangstruimte duidelijk te maken dat het echtpaar trots was op zijn familie. De aanwezigheid van Tromps beeltenis in deze ruimte en tussen deze portretten is dan ook buitengewoon opvallend.
Gezien de bewuste opdracht voor dit portret en de omgeving waarin het was opgehangen, is het plausibel dat er een band bestond tussen Zacharias Hooftman en Maarten Tromp. In 1631 werd een tuintje genaamd ‘de Henniptuyn’ en een perceel tuinland aan de Spaarne, hoogstwaarschijnlijk het bovengenoemde Spaeren-Hout, overgedragen aan Zacharias Hooftman, door de oud-burgemeester van Amsterdam, Johan Cornelisz. Geelvinck. Van deze laatste valt wél een band met Tromp aan te wijzen, een familiale welteverstaan. Dit betekent dat Zacharias Hooftman in ieder geval connecties had met familie van Tromp. Hij zou wellicht op die manier ook in contact kunnen zijn gekomen met Maerten Tromp en misschien dat zij zodoende vrienden waren geworden.
Er kan hier wegens gebrek aan informatie slechts volstaan worden met suggesties. Het idee dat dit portret zomaar een portret van een bekend vaderlands figuur was, lijkt mij echter zeer onaannemelijk, mede omdat dit hoogstwaarschijnlijk het eerste portret van Tromp is dat ooit gemaakt werd. En daar komt bij: als Zacharias daadwerkelijk dit portret in opdracht heeft laten vervaardigen, heeft Tromp er ongetwijfeld voor moeten poseren. De mogelijkheid dat het portret in Tromps opdracht geschilderd is en vervolgens cadeau is gedaan aan Hooftman valt overigens ook niet uit te sluiten.
http://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:cOmp9V3WZgYJ:igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2007-1011-200331/SCRIPTIE.doc+zacharias+hooftman&cd=6&hl=nl&ct=clnk≷=nl
Zacharias Hooftman Heer van De Henniptuyn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1637 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eva Voet |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.