Hij is getrouwd met Eva Hooftman.
Zij zijn getrouwd op 12 juli 1667 te Amsterdam, hij was toen 30 jaar oud.
Kind(eren):
De Heerlykheid van Vuursche , ter grootte van twee honderd en vyftig morgen, grenst ten noorden aan 't Baarnsche Veen, ten oosten aan Eemnes binnendyks, ten zuiden aan 't Geregte van de Bildt, en ten westen aan de Oostveensche Landen. Men onderscheidt ze in de Hooge en Laage Vuursche. De Hooge Vuursche legt noordwaarts , en is hoog en bergacjtig. De andere is laag en moerassig, bestaande meest in goede Veengronden, waarom zy de Veenen van Vuursche genoemd wordt. Al van ouds plagten de inwooners van Vuursche hier turf te delven voor die van 't Kapittel van S. Jan te Utrecht, waar in die van Baarn hen zogten te beletten, zo dat 'er een geweldig geschil ontstondt, welk ten nadeele van de laatstgemelden uitgeweezen werdt. De Heerlykheid van de Vuursche met de Veenen is leenroerig aan het Graaflyk Huis van Buuren, waardoor dezelve verlyd is op den tegenwoordigen Heere, Pieter Antoni Godin, als in huwelyk hebbende Vrouwe Isabella Lucretia Barchman Wuytiers. In 't jaar 1748, telde men 'er zeventien huizen.
Het Dorp Vuursche, oudtyds Veurssche, en hedendaags meeft Vuurfst genoemd, legt in deeze Heerlykheid, omtrent anderhalfuur van Baarn, en bykans even ver van Zoest. 't Is een klein Dorp, en pronkt met een net Kerkje, dat in't kruis gebouwd is en naar de vier kanten even veel uitsteekt. Van boven is het voorzien met eene kleine spitse, waarin de klok hangt. 't Is omtrent den jaare 1650 gestigt op een stukje gronds, welk rondom in de plantagie van 't Huis Draakestein gelegen, en door den Heere van Reede tot het bouwen van 't zelve, en van het Predikantshuis, gefchonken is. De Predikant, die de Gemeente alhier bedient, behoort tot de Classis van Amersfoort. In den jaare 1239, verleende Bisschop Otto aan den Proost van 't Kapittel van S. Jan te Utrecht vryheid tot hetgraaven van eene Weteringe, van hunne Veenen, in hunne bosschen van Vuursche gelegen, tot in de rivier de Eem, met het regt van Schouwinge, ten eeuwige dage. Die vaart, welke nu de Pynenburger Grift, of de Praamgraft, genoemd wordt, loopt van de brug van Den Dolder tot in de Eem. Zy is, eenige jaaren lang , onbevaarbaar geweest ; doch, voor eenigen tyd, door het leggen van twee verlaaten beneden Zoestdyk, en een op de zyde van de Wildbaan, in dien staat gesteld, dat zy wederom, met weinige kosten, bevaarbaar gemaakt kan worden. De Heer van Draakestein in der tyd is Watergraaf van dezelve. Onder deeze Heerlykheid, digt by de Kerk van 't Dorp, heeft men 't Huis Draakestein, De Vuursche genoemd, om het te onderscheiden van Draakestein, nu Draakenburg, by Eemnes. Toen de twee Huizen in een geslachte waren, werdt dit Draakestein ook wel Warnards Hof geheeten, naar eenen Warnard van Draakenburg. Uit oude papieren blykt, dat dit Huis, in 't jaar 953, bezeten is geweest by Keizer Otto, die het aan Baldrik, Bisschop van Utrecht, overdroeg. Bisschop Koenraad bezat hetzelve in 't jaar 1085. Na hem is het gekomen aan 't Kapittel van St. Jan te Utrecht, welk Frederik van Draakenburg, in den jaare 1385, met hetzelve beleende. In het geslachte van dien Heere bleef het Huis , tot het jaar 1546, wanneer Jan van Kuilemburg daar mede verlyd werdt. In 't jaar 1571 kwam het aan Vrouwe Johanna van Kuilemburg, Huisvrouwe van Karel van Bourgogne, Heere van Sommelsdyk en St. Anneland; en, na haar' dood, in 't jaar 1597, aan deszelfs Zoone, Jan van Bourgogne, Heere van Zevenhuizen , die het, in 't jaar 1610, opdroeg aan Mr. Simon van Veen, Raadsheer in den Hoogen Raade van Holland. Deeze liet het, in 't volgende jaar, na aan zynen Zoone, ook Simon geheeten, van wien het gekomen is aan Ernst van Reede, Heere van Vuursche. Het Kapittel van St. Jan ontsloeg het Huis van de leenroerigheid aan hetzelve, ten behoeve van deezen Heere, die het wederom opdroeg aan Prinse Fredrik Hendrik, als Graave van Buuren, en het, ten dage van de opdragt, wederom van hem ter leen ontving, gelyk de leenbrieven luidden, „ met de hooge en laage Jurisdictie en Heerlykheid van De Vuursche, mitsgaders de hooge Heerlykheld en Ridderhofstad van Draakestein." Deszelfs Zoon, Gerard van Reede, na hem, met het Huis beleend, werdt, uit hetzelve, in den jaare 1642, in de Ridderfchap van deeze Provincie beschreeven. In 't jaar 1672, geschiedde de beleening op Johan Reinst; na hem, op zyne Weduwe, vrouwe Eva Hooftman, en, in den jaare 1750, op Jan Karel Barchman Wuytiers, Heer van Vuursche, en Schout by Nacht van Holland en West-Friesland
http://books.google.nl/books?id=UscWAAAAQAAJ&pg=PA275&lpg=PA275&dq=eva+hooftman&source=bl&ots=m_U-pgB_0i&sig=NxuC-09ld8lBQNvfclLAX_h__bc&hl=nl&ei=lHX2TOu8IM6SOqKVhNkI&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=2&ved=0CBsQ6AEwATgK#v=onepage&q=eva%20hooftman&f=false
Johan Reijnst Heer van Drakesteijn en De Vuurs | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1667 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eva Hooftman |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.