West-Europese adel » Michiel Adriaans "Michiel" de Ruyter (1607-1676)

Persoonlijke gegevens Michiel Adriaans "Michiel" de Ruyter 


Gezin van Michiel Adriaans "Michiel" de Ruyter

(1) Hij is getrouwd met Cornelia Engels.

Zij zijn getrouwd op 1 juli 1636 te Vlissingen, Walcheren, Zeeland, hij was toen 29 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Alida de Ruyter  1642-1679 


(2) Hij is getrouwd met Anna van Gelder.

Zij zijn getrouwd op 9 januari 1652 te Vlissingen, Walcheren, Zeeland, hij was toen 44 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Margaretha de Ruyter  1652-1688 


Notities over Michiel Adriaans "Michiel" de Ruyter

Michiel Adriaenszoon de Ruyter (Vlissingen, 24 maart 1607 - Baai van Syracuse, 29 april 1676) was een Nederlands admiraal.
Michiel de Ruyter (bijgenaamd Bestevâer ofwel: grootvader) is de bekendste zeeheld in de Nederlandse geschiedenis. In de eerste drie Engels-Nederlandse Oorlogen speelde hij een belangrijke rol. Daarnaast nam hij deel aan diverse oorlogen in de Oostzee en tegen piraterij in de Middellandse Zee. De Ruyter was afwisselend in dienst van de staat en van reders, en was zelfs een tijdlang als zelfstandig ondernemer actief in de walvisvaart.

Vroege jeugd
Michiel Adriaenszoon werd in Vlissingen geboren. Hij was de zoon van bierdrager Adriaen Michielszoon en Aagje Jansdochter. De naam "Michiel Adriaensen Ruyter" zou hij pas rond 1636 aannemen. Zijn naam werd, zoals in de 17e eeuw gebruikelijk, ook door hemzelf op verschillende wijzen geschreven. Het verhaal dat hij op een lijnbaan werkte, is van De Ruyter zelf en daarom vermoedelijk authentiek. Hij werd daar wegens slecht gedrag weggestuurd en om dezelfde reden van school verwijderd. De jonge Michiel was volgens zijn eerste biograaf, Gerard Brandt (een vriend van de familie) een branie en een vechtersbaas. De Ruyter leerde desondanks redelijk lezen en schrijven, zij het met vele Zeeuwse dialectismen.

Naar zee
Op elfjarige leeftijd, op 3 augustus 1618, ging hij als hoogbootsmansjongen voor het eerst naar zee. Hij werd op een latere reis door de Spanjaarden gevangengenomen, ontsnapte en liep met een paar kameraden terug naar Nederland. Jeugdboekenauteur John Brosens trof er in Spaanse archieven gegevens over aan en schreef er het boek Koers pal Noord over. Al op vijftienjarige leeftijd had hij zich opgewerkt tot schipper, de hoogste onderofficiersrang op een schip.
In 1622 kwam hij onder de hoede van een broer van zijn moeder, die "ruiter" was in het leger van Prins Maurits. Met zijn oom nam hij als konstabel of busschieter (een woord dat zowel een musketier als een kanonnier kon aanduiden) deel aan de strijd rond het Beleg van Bergen op Zoom. Hij nam deel aan het ontzet van de stad, waar de familie van zijn moeder vandaan kwam, op 2 oktober 1622.
De traditie wil dat Michiel om deze oom, die hij graag mocht, te eren, later de naam "De Ruyter" aannam (de schrijfwijze stond niet vast, evenmin als het voorvoegsel "de").
In 1622 voer hij voor het eerst uit als hoogbootsmansmaat op een oorlogsschip. Het is onbekend hoe lang zijn eerste zeedienst bij de marine geduurd heeft. Tot 1631 was De Ruyter in Dublin handelsagent voor het Vlissingse koopmanshuis Lampsins. Uit die tijd stamt vermoedelijk het beroemde verhaal dat hij een aanval van de Duinkerker Kapers afsloeg door het dek van zijn schip met boter in te smeren.
Op 16 maart 1631 trouwde hij met de boerendochter Maayke Velders. Zijn vrouw stierf echter al op 31 december in het kraambed en zijn eerste kind, Alida of Aaltje, overleed drie weken later ongedoopt.

Stuurman
In 1633 nam De Ruyter als stuurman dienst op een walvisvaarder van de Noordse Compagnie met als bestemming Jan Mayen. In 1635 voer hij, nog steeds stuurman, naar Spitsbergen. Later dat jaar gaat hij op de Graeuwen Heynst op kaapvaart in dienst van de Lampsins. Hij is actief op de route naar Zuid-Amerika.
Pas in 1636 komt Michiel Adriaenszoon voor het eerst onder de naam 'Ruyter' in een document voor. De herkomst van die naam was in zijn eigen tijd al een raadsel en hierover deden verschillende verhalen de ronde. Eén daarvan was dat hij aan zijn naam kwam omdat zijn grootvader of zijn oom van moederszijde als ruiter had meegevochten in het leger. Maar volgens Van Loo komt de bijnaam De Ruyter waarschijnlijk uit de kaapvaart en is zij ontleend aan het "ruiten" oftewel roven door zijn kaperschip. Het lijkt er overigens op dat de bijnaam vooral door anderen is gegeven: pas in april 1637 ondertekende Michiel voor het eerst met deze naam.
Op 1 juli 1636 huwde hij Neeltje Engels (1607-1650), een bemiddelde regentendochter. Op 27 september 1637 wordt een zoon geboren, Adriaen (1637-1655), en twee jaar later een dochter, Cornelia (Neeltje, 1639-1720). In 1641 krijgen ze een derde kind, dat na enkele dagen overlijdt, ongedoopt. In 1642 komt er nog een dochter, die zij Alida of Aaltje (1642-1679) noemen, zoals zijn allereerste dochter. Op 2 mei 1649 wordt hun laatste kind Engel (1649-1683) geboren, ruim een jaar later overlijdt zijn echtgenote.
De Ruyter had toen zelf al een kapitaal opgebouwd van vele duizenden guldens en het poorterschap (burgerrecht) van Vlissingen verworven. Kapers wilden nog wel eens piraterij begaan en in dit jaar zouden de Engelsen wegens (althans beweerde) verdenking hiervan De Ruyters schip, terwijl hijzelf de stad Calais bezocht, met bemanning en al prijs hebben genomen en het naar de marinebasis Sandwich in Engeland hebben gevoerd. Michiel zou zijn mannen achterna zijn gereisd om te protesteren. Sinds 1634 voerde Karel I van Engeland een pro-Spaanse politiek en kwamen dit soort vijandelijkheden steeds vaker voor.
Het is in een brief van Albert Joachimi over dit incident dat voor het eerst sprake is van een Michiel Trouhant alias Ruijter. Vermoedelijk betreft het hier echter de voornoemde kapitein Trouwhand uit Kortemark, en heeft Joachimi ten onrechte verondersteld dat deze en De Ruyter één en dezelfde persoon waren.

Kapitein
Op 23 april 1637 zeilde De Ruyter uit als kapitein van een directieschip: een particuliere oorlogsbodem, van de Vlissingse reders Lampsins. Het particulier initiatief moest de zwakke oorlogsvloot bijstaan in de strijd tegen de Duinkerker Kapers. Overigens had Zeeland geen officiële directiekamer en is ook deze tocht als kaapvaart te omschrijven.
In 1640 werd hij kapitein op de koopvaarder Vlissinge, opnieuw een schip van Lampsins, en maakte een aantal tochten naar West-Indië.

Schout bij nacht
In 1641 was hij onder admiraal Gijsels schout-bij-nacht en kapitein op De Haze, tijdens een expeditie om de Portugezen bij te staan in hun opstand tegen Spanje.
Van 1644 tot en met 1651 maakte De Ruyter met zijn schip de Salamander vele handelstochten op Marokko en West-Indië voor eigen rekening. In 1650 verbleef De Ruyter meer dan 8 maanden in Santa Cruz (het huidige Agadir). De reden van dit lange verblijf is niet bekend. Wel liet De Ruyter optekenen dat hij daar was gebleven met veel verdriet. Zijn reizen naar Marokko waren overigens zeer profijtelijk. Hij verkocht er wapens, peper, bijlen, zilveren kroezen, kistjes en hoeden aan Sidi Ali ben Mohammed, de leider van een opstandige provincie in het zuiden. Ook verjoeg hij later de schepen van Algerijnse zeerovers die de haven van Salé blokkeerden. Hij werd vervolgens met de grootste eer in die stad ontvangen. Van zijn intocht aldaar maakte Herman Padtbrugge later een gravure (collectie Maritiem Museum Rotterdam).
Na de dood van zijn tweede vrouw op 15 september 1650 hertrouwde hij op 8 januari 1652 met de weduwe Anna van Gelder (1614-1673). Zij had een dochter en een zoon uit haar eerdere huwelijk. Ook kocht hij een fraai huis en besloot te gaan rentenieren. Later dat jaar wordt Margaretha geboren. Zij trouwt later met ds. Bernardus Somer.

Voorgoed bij de marine: Eerste Engelse Zeeoorlog
In 1652 brak echter de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog uit. De Admiraliteit van Zeeland deed een beroep op zijn plichtsbesef en hij ging op 29 juli, zij het met tegenzin, weer in zeedienst. De provincie Zeeland rustte een particulier betaald hulp-eskader van directieschepen uit en De Ruyter werd hiervan commandant. Hij werd vicecommandeur (onderbevelhebber) onder Witte de With; tijdens diens afwezigheid voerde hij een eskader aan dat op 23 augustus 1652 in de Slag bij Plymouth admiraal Ayscue versloeg.
Dit was de eerste Nederlandse overwinning in deze oorlog, en de onbekende De Ruyter was plotseling een zeeheld geworden. Op 1 december 1652 werd hij benoemd tot commandeur bij de Zeeuwse admiraliteit. Hij vocht als eskadercommandant mee in de Slag bij de Hoofden, de Slag bij de Singels, de Driedaagse Zeeslag en de Zeeslag bij Nieuwpoort. Bij de Slag bij Ter Heijde was hij de enige commandant die Tromps vlaggenschip de Brederode kon bereiken om met eigen ogen het lijk van Maarten Tromp te aanschouwen. Hij adviseerde Egbert Bartolomeusz Kortenaer het sneuvelen van de bevelhebber geheim te houden.

Viceadmiraal
Na de oorlog wees hij een aanbod af om bevelhebber te worden, ondanks grote druk van Johan de Witt, maar bleef in dienst bij de marine: op 2 maart 1654 werd hij viceadmiraal bij de admiraliteit van Amsterdam, en De Ruyter en zijn gezin verhuisden in 1655 naar die stad. Hetzelfde jaar maakte hij met de Tijdverdrijf een expeditie naar de Middellandse Zee tegen Algiers. In 1656 viel hij de Zweden aan bij Danzig. In 1657 en 1658 voerde hij acties uit tegen Portugal. In 1659 commandeerde hij een hulpvloot die luitenant-admiraal Jacob van Wassenaer Obdam moest bijstaan bij het heroveren van de Deense eilanden na diens overwinning in de Slag in de Sont. Hij bevrijdde Nyborg op Funen. Uit dankbaarheid werd hij door Frederik III van Denemarken in de adelstand verheven. Hij kreeg ook het recht handel te drijven op Noorwegen en richtte daartoe in 1660 de Noordkaapse Compagnie op, die tot 1664 actief was. De Compagnie richtte zich op de walvisvaart, daarnaast op de handel in lever en kuit van kabeljauw.
In 1659 trouwt zijn oudste dochter Cornelia (1636) met Johan de Witte (1635-1683), kapitein bij de Admiraliteit van Amsterdam. Zij geven hem twee kleinzonen, Cornelis (1660) en Michiel (1662).

Afrika
Van 1661 tot 1663 was De Ruyter actief tegen de Barbarijse zeerovers en dwong dezen uiteindelijk een verdrag af. Die braken dat verdrag echter bijna onmiddellijk nadat hij verdwenen was, zodat hij er in 1664 opnieuw op uitgestuurd werd. Weer in de Middellandse Zee aangekomen, vernam hij echter al snel dat er dringender zaken waren: de Britten hadden de Nederlandse factorijen in West-Afrika veroverd. De vloot van De Ruyter werd er in het geheim op af gestuurd: hij heroverde de Nederlandse bezittingen. Daarbij ontmoette hij onverwacht een oude jeugdvriend uit Vlissingen: Jan Compagnie, die als kind tot slaaf gemaakt vanuit Afrika naar Zeeland vervoerd was en nu als zetbaas van de WIC aan de Goudkust bleek te werken. Om de Britten te straffen, verwoestte De Ruyter de Britse factorijen.
In 1663 trouwt zijn dochter Alida met Johan Schorer (1628-1664).

Amerika
Vanuit Afrika stak de vloot de Atlantische Oceaan over om de Britse koloniën in Amerika te teisteren. De Ruyter zag af van een herovering van Nieuw-Nederland omdat zijn krachten daartoe ontoereikend waren, maar plunderde de kust en onderschepte een haringvloot. In 1665 werd St. John's, in wat nu Canada heet, voor korte tijd veroverd. Bij terugkeer in Delfzijl werd hij als een held ontvangen. Intussen hadden zich stormachtige ontwikkelingen voorgedaan in de Republiek.

Tweede Engelse Zeeoorlog
De Tweede Engels-Nederlandse Oorlog, die eigenlijk al een jaar in de koloniën werd uitgevochten, was nu de openlijke fase ingegaan. In de Slag bij Lowestoft had de Nederlandse vloot echter een zeer zware nederlaag geleden, waarbij Van Wassenaer Obdam was gesneuveld. Men had dus een nieuwe bevelhebber van de staatse vloot nodig. Cornelis Tromp had al een voorlopige benoeming op zak. Ingrijpen van raadpensionaris Johan de Witt leidde ertoe dat de Ruyter op 11 augustus alsnog werd aangesteld, want Tromp was hem te Oranjegezind. Tromp werd hierdoor zeer jaloers op De Ruyter en had grote moeite zich in de omstandigheden te schikken, hoewel hij kennelijk geen speciale antipathie tegen de man zelf voelde. De Ruyter kreeg zo een wel bijzonder lastige tweede man — eenzelfde situatie die zich had voorgedaan tussen Maarten Tromp en Witte de With: een die weliswaar zijn best deed te gehoorzamen, maar daar eigenlijk niet toe in staat was.
De Ruyter, die al eerder als informeel adviseur van zijn voorganger, bevelhebber Jacob van Wassenaer Obdam, invloed had gehad bij de modernisering van de vloot, zette na zijn aanstelling dat proces voort. Onder zijn leiding werd er geoefend in het formatievaren (in navolging van de tactiek van de Engelse admiraal Robert Blake) en werd een systeem van seinvlaggen ingevoerd. Tot dan was een zeeoorlog vooral een ongecoördineerd gevecht van schip tegen schip geweest.
In augustus 1665 lukte het hem om met Deense steun de retourvloot uit Indië, die in de haven van het Noorse Bergen door de Britten geblokkeerd werd, te ontzetten in de Slag in de baai van Bergen.
In 1666 nam hij het vlaggenschip De Zeven Provinciën in gebruik, waarmee hij de overwinning bevocht in de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni). In de Tweedaagse Zeeslag (4-5 augustus) leed hij een nederlaag en kwam het tot een verwijdering tussen hem en Tromp. Zijn verdiensten in de strijd tegen de Engelsen werden ook in het buitenland opgemerkt. Diezelfde maand werd hij door de Franse koning Lodewijk XIV toegelaten tot de ridderorde van de Heilige Michaël. Niemand kon toen bevroeden dat de Fransen nog gevaarlijker tegenstanders van de Republiek zouden worden dan de Engelsen, en dat De Ruyter gedood zou worden door een Franse kanonskogel.
Door het inademen van brandend lontpluis tijdens een kleinere actie later dat jaar werd De Ruyter zeer ernstig ziek. Er werd voor zijn leven gevreesd, maar hij genas net voldoende om het bevel over de vloot weer op zich te nemen. Tromp was nu geheel in ongenade gevallen.

Tocht naar Chatham 1667
Een van De Ruyters bekendste wapenfeiten, hoewel hij daar, mede door zijn ziekte, slechts een gering aandeel in had, is het opvaren van de Medway, een zijrivier van de Theems, bekend als de Tocht naar Chatham (de Raid on the Medway) in 1667. Een landingsteam van het, in opdracht van Johan de Witt, door Cornelis de Witt net opgerichte Korps Mariniers stond al gereed de ketting neer te halen die de toegang tot de rivier versperde, toen kapitein Jan van Brakel, die in ongenade gevallen was toen hij zijn manschappen op het eiland Sheerness had laten plunderen, aanbood zich te rehabiliteren. Hij voerde het commando over zijn eigen schip, de Vreede, en twee branders, de Suzanna en de Pro Patria: het was deze laatste die volgens de overlevering de ketting doorvoer. Hierna kon de Britse vloot zware schade toegebracht worden en namen de Hollandse schepen het Britse vlaggenschip Royal Charles mee naar Holland. Na dit wapenfeit werd de Vrede van Breda getekend.
Weinig bekend is dat het plan om de Medway op te varen afkomstig was van Johan de Witt. De Ruyter zag, vooral met het oog op de onbekende ondieptes, bezwaren, maar voerde de opdracht toch uit. De Witt stuurde zijn broer Cornelis de Witt mee als gecommitteerde van de Staten-Generaal om toezicht te houden. De feitelijke planning was van luitenant-admiraal Willem Joseph van Ghent.

Verblijf in de Nederlanden
Tussen 1667 en 1672 werd De Ruyter zeer tegen zijn zin door Johan de Witt thuisgehouden om te voorkomen dat hij zou sneuvelen. In november 1669 overleefde De Ruyter een moordaanslag: een aanhanger van Tromp probeerde hem met een broodmes in de hal van zijn huis te doden. De op religieus gebied tolerante De Ruyter werd, al hield hij zich buiten de politiek, als een medestander van De Witt gezien. Dat maakte hem in veler ogen tot een tegenstrever van de Oranjes. De Ruyter had tot die tijd al een aanzienlijk kapitaal vergaard van ongeveer 250.000 gulden.

Derde Engelse Zeeoorlog
Tijdens de Derde Nederlands-Engelse Oorlog voorkwam De Ruyter zowel in het rampjaar 1672 (Slag bij Solebay) als in 1673 (Eerste en Tweede Slag bij het Schooneveld en de Slag bij Kijkduin) dat de gecombineerde Franse en Engelse vloot ondanks hun grotere aantallen op de Zeeuwse of Hollandse kust kon landen. Hij maakte daarbij handig gebruik van de vele ondiepten voor de kust en van de richting waaruit de wind woei. Ter onderstreping van De Ruyters functie te midden van de vele luitenants-admiraal die de Republiek toen kende (elke admiraliteit had er wel een), werd hij op 21 februari 1673 bevorderd tot luitenant-admiraal-generaal.

Rampjaar
In het rampjaar, waarin de gebroeders De Witt werden vermoord, werd op 6 september 1672 ook een volksmenigte tegen het huis van de afwezige De Ruyter opgestookt, maar de burgerwacht wist verwoesting te voorkomen. De Ruyter was een vriend van Johan de Witt en werd er valselijk van beschuldigd de vloot aan de Fransen te willen verraden. De nieuwe machthebber, Willem III van Oranje-Nassau, wist De Ruyter en Tromp, een van de belangrijkste deelnemers aan het moordcomplot tegen De Witt, te verzoenen, door Tromp in het geheim te beloven dat hij De Ruyters opvolger als bevelhebber zou zijn. Dit gebeurde in het Rechthuis in Uithoorn.

Laatste tochten
In 1674 deed De Ruyter een mislukte poging Martinique te veroveren op de Fransen, met wie de Republiek sinds het Rampjaar 1672 in de Hollandse Oorlog verwikkeld was. In 1676 werd hij uitgezonden om Spanje te helpen bij het neerslaan van een opstand in Messina, die door de Fransen juist gesteund werd. Sicilië en het Koninkrijk Napels waren in die tijd Spaans bezit. Hoewel De Ruyter vond dat zijn vloot te zwak was ging hij toch, volgens sommige historici ervan overtuigd dat hij niet meer zou terugkeren, met de woorden:
“De Heeren hebben mij niet te verzoeken, maar te gebieden, en al wierd mij bevoolen ’s Lands vlagh op een enkel schip te voeren, ik zou daarmee t’zee gaan en daar de Heeren Staten hunne vlag betrouwen, zal ik mijn leven waagen”.
Het uitzenden van De Ruyter op deze tochten was opvallend omdat ze van zo weinig belang waren dat zij de aanwezigheid van de luitenant-admiraal-generaal absoluut niet rechtvaardigden.
In 1676 vocht hij op 8 januari de onbesliste Slag bij Stromboli uit, om Napels te verdedigen tegen de Franse vloot onder bevel van admiraal Duquesne. Als dank voor de geboden hulp liet markies De Los Velez, de Spaanse onderkoning van Napels, 26 Hongaarse predikanten vrij, die bij hem in dienst waren als galeislaaf. Nog ieder jaar wordt dit in februari bij het graf van De Ruyter herdacht.
Op 22 april 1676 kwam het tot een tweede confrontatie met Duquesne, in de Slag bij Agosta. Ook dit was een tactisch onbesliste slag, waarbij aan beide zijden enkele honderden doden vielen, maar met een strategisch voordeel voor de Fransen. Bovendien werd De Ruyter door een kanonskogel gewond aan zijn rechterbeen, dat verbrijzeld werd, en aan zijn linkervoet, waarvan het voorste deel werd afgeschoten. Hij overleed een week later in de Baai van Syracuse aan wondkoorts, aan boord van 's lands schip van oorlog d'Eendraght. Het lichaam werd gebalsemd en naar Nederland teruggebracht. Als teken van respect liet de Franse koning Lodewijk XIV bij het langsvaren van de Eendraght saluutschoten afvuren.

Na zijn dood
Op 18 maart 1677 werd de gesneuvelde admiraal begraven op de plaats van het altaar in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De Amsterdamse hoogleraar Petrus Francius droeg bij die gelegenheid een Latijns afscheidsgedicht van bijna duizend hexameters voor. Het in 1681 voltooide praalgraf, ontworpen en gemaakt door de Haagse beeldhouwer Rombout Verhulst, is te bezichtigen in de Nieuwe Kerk.
Michiel de Ruyter liet een groot vermogen na. Hij bezat bij zijn dood ongeveer 350.000 gulden. Het vermogen was vaak goed belegd. Een legaat van 4000 gulden was voor de weeshuizen in Amsterdam en Vlissingen. Een kapitein ontving in 1667 dertig gulden loon per maand, maar De Ruyter heeft zijn kapitaal voor een belangrijk deel vergaard door het slim inkopen van proviand: voor de kosten daarvan ontving hij van de admiraliteit per bemanningslid een vast bedrag.
Michiel de Ruyter trouwde drie maal. Hij had vijf dochters en twee zonen. Eén zoon en twee dochters stierven op jonge leeftijd. Een andere zoon Engel de Ruyter zou nog viceadmiraal worden. Engel bleef ongehuwd; de verschillende families De Ruyter (De Ruyter de Wildt en De Ruyter van Almonde) stammen af van Michiels kleindochters Anna en Marghareta Somer.
De bijnaam "Bestevâer" werd De Ruyter door zijn matrozen gegeven. De Ruyter was een streng maar rechtvaardig kapitein en een goed zeeman. Hij zorgde goed voor zijn bemanning en poogde ook overigens zijn verplichtingen zo gewetensvol mogelijk na te komen. Alleen zijn driftige natuur speelde hem in zijn gezagsuitoefening en in de omgang met andere officieren soms parten, wanneer hij meende dat dezen zich schuldig maakten aan opzettelijke ongehoorzaamheid; in het midden van de 17e eeuw was de discipline op zee een stuk lakser dan aan land. In het gevecht was De Ruyter juist erg voorzichtig en vermeed onnodige risico's.

Eerbewijzen
De Ruyter werd bij zijn dood in heel Europa als de grootste admiraal van zijn tijd gezien. Hij werd tijdens zijn loopbaan door de admiraliteiten van de Republiek en door vreemde vorsten onderscheiden. In Denemarken werd hij in de adelstand verheven (baron, 1660) en Spanje werd hij "Hertog de Ruyter". Bovendien ontving hij drie gouden Ambassadeurspenningen aan zware gouden kettingen. Deze Beloningspenningen werden door de Staten-Generaal uitgereikt na gewonnen zeeslagen. Daarnaast waren er geschenken, zoals pensioenen, een in diamanten gevat portret van de Franse koning, een gouden sabel, een gouden beker en een atlas van Blaeu.
In 1666 eerde de Franse koning, naar aanleiding van zijn dappere optreden tijdens de Vierdaagse Zeeslag, De Ruyter met de Franse Orde van de Heilige Michaël. Deze droeg hij sindsdien op alle afbeeldingen.
Ook het grote, door de Staten-Generaal aangeboden, marmeren monument boven de grafkelder in de Nieuwe Kerk is een eerbetoon aan de Ruyter. Het monument kreeg de plaats waar ooit het hoogaltaar stond.
Vanaf eind 18e eeuw heeft de Nederlandse vloot zijn admiraal steeds geëerd door een van de grotere oorlogsbodems naar hem te vernoemen. Wanneer vreemde oorlogsschepen Amsterdam aandoen, legt de bemanning vaak een krans op het graf van admiraal De Ruyter.
Matrozen van de Koninklijke Marine dragen op hun tenue een zogenaamde rouwdas. De knoop heeft geen uitstekende punten zoals matrozenknopen bij andere marines. Deze rouwdas is teken van rouw om het sterven van admiraal De Ruyter.
Van het vlaggenschip van De Ruyter, De Zeven Provinciën, wordt op de Bataviawerf in Lelystad een replica gebouwd.
In Hellevoetsluis is er het Ruyterhuis.
In 1907, 1957 en 2007 verschenen publicaties met overzichten van het nageslacht van De Ruyter, die nog steeds in leven zijn. Om de uitstervende naam De Ruyter te behouden, werden in elk geval twee familienamen aangepast, te weten De Ruyter de Wildt en De Ruyter van Steveninck.
Michiel de Ruyter prijkte in 1907 op de eerste Nederlandse herdenkingspostzegels.In dat jaar werd ook een "De Ruyter-medaille" ingesteld. In de Tweede Wereldoorlog was een zegel van 7½ cent met zijn portret de meest gebruikte postzegel. De Duitse bezetters probeerden de propagandistische waarde van de niet opvallend oranjegezinde en vaak tegen Engeland strijdende zeeheld uit te buiten. Ook in 1957 verschenen de Ruyterzegels.
Naar aanleiding van de 300e sterfdag van De Ruyter in 1976 vonden in de tijdgeest van de jaren zeventig bescheiden herdenkingen plaats. Er werden een postzegel en een penning uitgegeven en er werd aandacht aan hem geschonken door middel van tentoonstellingen, plechtigheden en programma's op radio en t.v. Min of meer toevallig werd op 29 juni van datzelfde jaar een geleide-wapenfregat dat naar Michiel de Ruyter vernoemd was in dienst gesteld. Dat gebeurde in aanwezigheid van Koningin Juliana.
Het jaar 2007 was het Michiel de Ruyterjaar, ter ere van de 400e geboortedag Michiel de Ruyter. Om de herdenking van de 400e geboortedag te organiseren, is een stichting opgericht en er zijn ook andere organisaties en stichtingen betrokken bij de invulling van dit jubileumjaar in Nederland. Van maart tot december werden tal van activiteiten georganiseerd, met als hoogtepunt een internationale vlootschouw voor de rede van Vlissingen, onder 'toeziend oog' van het standbeeld van De Ruyter dat uitkijkt over de Westerschelde.
Op 24 november 2007 werd de planetoïde (12150) De Ruyter naar hem vernoemd. De planetoïde heeft een doorsnede van circa 15 km en draait tussen de planeten Mars en Jupiter, op een gemiddelde afstand van 448 miljoen km om de zon. Planetoïde (12150) De Ruyter doet iets meer dan vijf jaar en twee maanden over een volledige omloop.

De Ruyter in de liedkunst

In een blauw geruite kiel
door A.L. De Rop - overigens heeft De Ruyter Indië nooit bezocht
In een blauw geruite kiel
draaide hij aan't grote wiel
de ga-a-a-anse dag.
maar Michieltjes jongenshart
leed ondragelijke smart
ahach, ahach, ahach.
Als matroosje vlug en net
Heeft hij voet aan boord gezet
Dat hoorde zo.
Naar Oostinje, naar de West
Jongens, dat gaat opperbest!
Hojo, hojo, hojo, hojo!
Daar staat Hollands admiraal
Nu een man van vuur en staal
De schrik der zee.
't Is een Ruiter naar den aard
Glorierijk zit hij te paard!
Hoezee, hoezee, hoeze, hoezee!
[bewerken]Lofdicht door Gerard Brandt
Aenschouw den Heldt, der Staeten rechterhandt,
Den redder van 't vervallen vaderlandt,
Die in een jaer twee groote koningkryken,
Tot driemael toe de trotse vlag deedt strijken;
Het roer der vloot, den arm daer Godt door streê,
Door hem herleef de vrijheit en de vreê.

Trivia
Een standbeeld van De Ruyter in het stadscentrum van het Hongaarse Debrecen herinnert eraan dat deze in 1676 zesentwintig Hongaarse gereformeerde dominees uit de slavernij bevrijdde, die door de Oostenrijkse keizer tot de galeien waren veroordeeld.
Op het in 1970 uitgegeven bankbiljet van 100 gulden stond de afbeelding van De Ruyter.
In 2004 eindigde Michiel De Ruyter op nr. 7 tijdens de verkiezing van De grootste Nederlander.
Hij speelde een belangrijke rol in het Gilles de Geusstripalbum "De 7 Provincieën".
In maart 2007 verscheen "Het geheim van Michiel de Ruyter", een stripverhaal over het leven en de persoonlijkheid Michiel de Ruyter, getekend door Marc Verhaegen
In 2007 werd tijdens het Michiel de Ruyterjaar uitgebreid aandacht besteed aan deze zeeheld. Dit heeft ook geleid tot meer historisch onderzoek, waarbij Ivo van Loo van het Zeeuws Archief ontdekte dat De Ruyter in 1635 als naam 'Trouwhand' voerde. Enige weken later bleek uit vervolgonderzoek van Van Loo zelf in het Nationaal Archief dat 'Trouwhand' werd gebruikt door een ándere Michiel de Ruyter, uit Kortemark (Vlaanderen).
In Valkenburg aan de Geul is er een café dat de naam draagt van Michiel de Ruyter.
In IJmuiden / Velsen is er een scoutinggroep genaamd Michiel Adriaenszn de Ruyter[2]
In Woerden is er een zeeverkennersgroep met de naam Michiel de Ruyterwacht.
In het zuidwesten van Madison County (New York) bestaat een gemeente met de naam DeRuyter
Sinds 17 mei 1995 bouwt men op de Bataviawerf in Lelystad een replica van De Ruyters vlaggenschip "De Zeven Provincieën"
Het graf van De Ruyter is eind jaren '50 voor het laatst geopend door familie. Volgens een aanwezige, verteld in 2008, ligt De Ruyter er niet mooi bij: de balseming was een haastklus en de afgeschoten been en voet lijken er losjes bij gegooid.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Michiel Adriaans "Michiel" de Ruyter?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Michiel Adriaans "Michiel" de Ruyter

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Michiel Adriaans de Ruyter

Michiel Adriaans de Ruyter
1607-1676

(1) 1636
(2) 1652

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Historische gebeurtenissen

  • Stadhouder Prins Maurits (Huis van Oranje) was van 1585 tot 1625 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1607: Bron: Wikipedia
    • 10 maart » Susenyos verslaat de gecombineerde legers van Yaqob en Abuna Petros II in de veldslag van Gol in Gojjam, waardoor hij keizer van Ethiopië wordt.
    • 25 maart » De Nederlandse vloot van Jacob van Heemskerck vertrekt uit Nederland voor de uiteindelijk succesvolle Zeeslag bij Gibraltar.
    • 25 april » In de Zeeslag bij Gibraltar vernietigt een Nederlandse vloot de Spaanse.
    • 21 december » Pieter Willemszoon Verhoeff, de held van de Slag bij Gibraltar, vertrekt als admiraal van de VOC naar Nederlands-Indië.
  • Van 1650 tot 1672 kende Nederland (ookwel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden) zijn Eerste Stadhouderloze Tijdperk.
  • In het jaar 1652: Bron: Wikipedia
    • 19 februari » Paus Innocentius X creëert twaalf nieuwe kardinalen, onder wie twee toekomstige pausen: Fabio Chigi en Pietro Ottoboni.
    • 6 april » Jan van Riebeeck sticht een verversingsstation bij Kaap de Goede Hoop. Dit station groeit uit tot Kaapstad en is het begin van de Europese kolonisatie van Zuid-Afrika.
    • 26 augustus » Slag bij Plymouth, zeeslag tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog.
  • Stadhouder Prins Willem III (Huis van Oranje) was van 1672 tot 1702 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1676: Bron: Wikipedia
    • 29 januari » Feodor III wordt tsaar van Rusland.
    • 26 mei » Antoni van Leeuwenhoek ziet voor het eerst animalculen (kleine diertjes) door zijn microscoop.
    • 21 september » Kardinaal Benedetto Odescalchi wordt gekozen tot paus. Hij neemt de naam Innocentius XI aan.
    • 4 oktober » Kroning van Paus Innocentius XI in Rome.
    • 3 december » Zweden verslaat Denemarken in de Slag bij Lund.
    • 19 december » De eerste twaalfstedentocht wordt geschaatst.
  • Stadhouder Prins Willem III (Huis van Oranje) was van 1672 tot 1702 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1677: Bron: Wikipedia
    • 2 juni » Johan van Nassau-Idstein wordt opgevolgd door zijn zoon George August Samuel.
    • 9 oktober » Gustaaf Adolf van Nassau-Saarbrücken wordt opgevolgd door zijn zoon Lodewijk Crato.
    • 12 december » Commandeur Jacob Binckes sneuvelt bij de Tweede Slag bij Tobago tegen een Franse aanval, nadat hij eerder tegen hen bij de Eerste Slag bij Tobago op 3 maart een strategische overwinning heeft behaald.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia


Over de familienaam De Ruyter


De publicatie West-Europese adel is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Pieter, "West-Europese adel", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I149956.php : benaderd 27 april 2024), "Michiel Adriaans "Michiel" de Ruyter (1607-1676)".