West-Europese adel » Nicolaas Holtius (1693-1773)

Persoonlijke gegevens Nicolaas Holtius 


Gezin van Nicolaas Holtius

Hij is getrouwd met Margaretha van Oosterwijk.

Zij zijn getrouwd op 9 november 1720 te Ermelo, Gld., hij was toen 27 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Gualtherus Holtius  1722-1783 


Notities over Nicolaas Holtius

HOLTIUS (Nicolans), geb. te Voorthuizen 4/14 Sept. 1693 en ald. ged. 9 Sept., overl. te Koudekerk 10 Febr. 1773, was de zoon van Ds. Gualtherus H., (predt. te Voorthuizen 1682, te Koudekerk 1695 en daar overl. 13 Nov. 1715), en van Catharina Mulerius (dr. van Nicolaas (2) Il kol. 954). Van vaders- en moederszijde uit een predikantengeslacht gesproten, ontwaakte ook bij hem de lust zich voor het leeraarsambt te bekwamen. Hij bezocht de lat. school te Arnhem en daarna de academie te Leiden waar hij de godgeleerdheid beoefende onder de proff. Johannes à Marck en Johannes Wesselius en het onderwijs in de oostersche talen van den bekwamen Philippus Ouzeel, destijds hoogd. predt. te Leiden, ontving. Vooral de lessen van beide laatstgenoemden maakten grooten indruk op den jeugdigen student Onder Wesselius' voorzitterschap verdedigde hij zijn acad. verhandeling over Spreuken VIII vs. 23, - aan Ouzeel had hij zijn groote voorliefde voor de studie der z.g. Hebreeuwsche accenten te danken, waarvan hij, nog op de academie zijnde, een proeve van vordering heeft gegeven, door zijn in het openbaar verdedigde lat. verhandeling: de Divisione Decalogi.
In 1716 prop. geworden onder Cl. van Leiden en Neder-Rijnland, beriep men hem 17 April van dat jaar met eenp. stemmen in de plaats van zijn overleden vader. Hij nam dit beroep aan, werd 28 Juni 1716 te Koudekerk bevest. door prof. Wesselius, met Amos II vs. 11 en deed 's namiddags zijn intree met een rede over 2 Kon. II vs. 9-15.
Holtius beoefende met vrucht de lat. en nederd. dichtkunst, doch zijn lievelingsstudie was het onderzoek der H. Schrift. Als uitvloeisel daarvan gaf hij in 1732 zijn Apophoreta Sacra, bestaande in een verzameling van eenige verhandelingen over gewichtige bijbelsche onderwerpen, in het licht. Echter, veel genoegen beleefde H. niet aan deze eersteling: het scheen dat het boek de smet van onrechtzinnigheid aankleefde en, mag men een naamloozen pamfletschrijver van twintig jaren later gelooven, dan heeft men den auteur daarover in stilte duchtig de les gelezen. Vijftien jaren verliepen, eer Holtius weder iets in het licht gaf. Toen raadpleegde een jeugdig predikant (denkelijk Winandus Winterswijk, laatst predt. te Leeuwarden) hem over den waren zin van den Catechismus, Zondag VII vs. 21, welke door velen niet goed werd begrepen. H. gaf daarover zijn oordeel in een schrijven, dat hij daarna op aandrang der zijnen door den druk gemeen maakte onder den titel: Godgeleerde Verhandeling over het Oprecht Geloof, vervat in een Brief aan een Mededienaar geschreven, tot verklaringe en bevestiging der naauwkeurige Beschrijvinge over dit gewichtig stuk, in den Heidelb. Catech. voorkomende. (Leiden, S. Luchtmans en zoon 1747, 8o. met voll. class. approb). Niet lang daarna gaf Holtius uit: Verhandeling over de Rechtvaardigmaking door het geloof, waarbij door hem, als nauw verband houdende, een nieuwen druk der boven gemelde Godg. Verhandel. werd gevoegd (Leiden, bij denz. 1750, met voll. cl. approb.). Onder het groot getal van hen, die de verschijning van dit werkje met blijdschap begroetten, was ook Prof. Johannes van den Honert (volgens uitdrukkelijke verzekering van Brahé), met wien hij dus toen nog blijkbaar op goeden voet stond. Doch al spoedig volgde een ommekeer. Het vredelievend advies door de theol. facult. van Leiden in de zaak van den zwolschen predikant van der Os gegeven, deed Holtius in het strijdperk treden. Hij gevoelde zich gedrongen tot prof. B. de Moor (te Leiden) een schrijven te richten, behelzende zijn Aanmerkingen op dat advies, welke brief kort daarna in het licht verscheen (gedrukt te Utrecht, bij van Vucht en de Paddenburgen, voorjaar 1752) en, zooals verwacht kon worden, bij de adviseurs geen gunstig onthaal vond. Al spoedig verscheen, zonder naam van auteur, drukker, of plaats, een boekje, getiteld: Consideratien op den brief van Holtius, 't welk, opgesteld tot verdediging der theol. facult. en tot wederlegging van N.H. kort daarna door prof. van den Honert voor het zijne werd erkend. Hierop antwoordde Holtius in zijn Zakelijke verdediging van waarheid en Gerechtigheid, dat hij door de utrechtsche theol. faculteit deed approbeeren en bij dezelfde drukkers a.v. in 1752 ter perse werd gelegd.
Van toen af nam de vriendschappelijke verstandhouding tusschen Holtius en van den Honert een einde. De strijd werd echter op min nobele wijze voortgezet, zij 't dan ook door een naamloozen schrijver, die zijn geschrift: Zesden Brief van een Vriend aan een Vriend de wereld inzond en waarin hij Holtius op weinig waardige wijze aanviel. Zaken van twintig en meer jaren geleden, werden voor het voetlicht gebracht; het beroep van Holtius naar de koudekerksche gemeente aan critiek onderworpen en de geschillen tusschen de leidsche theol. facult. en Holtius, over diens Apophoreta Sacra opgerakeld. H. zelf werd afgeschilderd als een onrechtzinnig leeraar, wiens ‘onregtzinnigheden en zotheden twintig jaren geduldig waren verdragen en over 't hoofd gezien, en die vergeten had hoeveel hem was kwijt gescholden, en omtrent wien de goedheid der leidsche Theologanten van dien tijd te groot geweest was, want zij hadden het boek van Ds. H. moeten Heterodox of onregtzinnig verklaren’. Dit alles werd herhaald en aangedikt in een Zevenden Brief van een V. aan een V. en wel in zulke voor Holtius en andere godgeleerden beleedigen de bewoordingen dat de theol. faculteit van Utrecht in de Utr. Courant van 1 Nov. 1752 openlijk haar verontwaardiging over dat ‘faamroovend libel’ en dien ‘naamloozen lasteraar’ te kennen gaf. (Zie: Aanspraak aan Ds. v.d. Os. door een der Leden van de Oude Calv. Sociëteit, bl. 17.)
Eenigen tijd later werd N. Holtius opnieuw met den blaam van onrechtzinnigheid bezwaard en wel door prof. J.v.d. Honert in een aanteekening bij een plaats in diens Adam en Christus. Holtius gaf naar aanleiding daarvan in het licht zijn Verhandeling over de Ampten van den Zaligmaker en deszelfs zalvinge tot deze Ampten (1754, 8o., drukkers a.v.) met een voorafgaande Aanspraak aan de gemeente van Koudekerk. Doch toen ook van den Honert zich hierdoor niet liet overtuigen (zooals blijkt uit diens gedrukten brief van 25 Mei 1754) deed Holtius zijn Antwoord aan den Heer J.v.d. Honert T Hzn. (Utrecht 1755) verschijnen, waarmee hij deze zaak verder heeft laten rusten.
De zaak ‘van der Os’ intusschen deed bij Holtius de meening ontstaan, niet - zooals soms werd beweerd - dat er pogingen werden aangewend om de geref. en remonstr. kerken in een te laten vloeien, maar dat men de klove die tusschen de beide leerstelsels gaapte, zocht te dempen.
Met zijn vriend Alexander Comrie, predikant te Woubrugge, die dezelfde meening was toegedaan, gaf hij daarom een veelbesproken werk in het licht, waarvan het doel voldoende blijkt uit den volledigen titel: Examen van het ontwerp van Tolerantie om de leere in de Dordrechtsche Synode anno 1619 vastgesteld, met de veroordeelde leere der Remonstranten te vereenigen, voorgesteld in eenige samenspraken, door een Genootschap van voorstanders der Nederlandsche formulieren van eenigheid geschreven tot versterking van de liefhebbers der waarheid, om door de vleyende naamen van liefde en verdraagzaamheid van de suiverheid des Evangeliums niet afgeleid te worden.
Hiervan verschenen negen stukken; het tiende dat wel aangekondigd, maar niet verschenen is, was in 1761 persklaar. Het eerste stukje (1e en 2e samenspraak) verscheen in 1753; het tweede (over de wezendlijke Natuur van den Godsdienst), het derde (over Gods kennisse) en het vierde (over Gods gerechtigheid) in 1754; het vijfde (over Gods besluit in 't Gemeen) in 1755; het zesde (over de Praedestinatie) in 1756; het zevende en het achtste (over den staat des Rechtschapen Mensch) in 1757; het negende (over het verbond der werken) in 1759. (Het onderwerp van de eerste, tweede en achtste samenspraak wordt niet op het titelblad vermeld).
Van deze tien stukken is het vijfde niet door Comrie en Holtius geschreven, maar door hen vertaald en van een uitvoerige voorrede voorzien; van het zesde is alleen de voorrede van beider hand, terwijl de inhoud alleen door Holtius werd opgesteld.
Zooals gezegd is, is dit werk in den vorm van samenspraken geschreven en wel tusschen verschillende personen met verdichte namen, wier pseudoniemen echter wel te ontraadselen zijn. Met Orthodoxus wordt Comrie; met Philalethes Holtius; met Pantanechomenus J.J. Schultens; met Eurodius J. Alberti en met Adiaphorus een onbekend edelman bedoeld.
Dit werk, door de calvinisten hoogelijk geprezen, doch door de partij, waartegen het gericht was, met leede oogen aangezien, bleef verschijnen, totdat in de voorrede van het negende stuk (10e samenspraak) - zoo 't schijnt door Holtius alléén geschreven - de nagedachtenis van van den Honert werd beleedigd. Toen grepen curatoren der leidsche hoogeschool en burgemeesters van Leiden in. Zij richtten zich 31 Juli 1760 tot de Staten van Holland met het dringend verzoek - onder verwijzing naar het Examen - maatregelen te willen nemen waardoor het uitgeven van niet geapprobeerde boeken ophield en Holtius te straffen met geheel of gedeeltelijk verlies van pensioen. Terwijl de Staten deze missive doorzonden naar de ridderschap en de gecommitt. om te dienen van advies, vroeg Holtius bij rekest over deze klachten te mogen worden gehoord; hij verkreeg 14 dagen tijd om op te stellen wat hij tot zijn verdediging had aan te voeren. Spoedig daarna zond hij een Memorie tot justificatie in, doch de Staten lieten zich daardoor niet overtuigen. Holtius werd op last der Staten ernstig door den raadpensionaris onderhouden en gelast voortaan zonder hun speciale permissie geen geschriften over ‘theologische stoffen’ uit te geven. Tevens werd het placcaat van 27 Nov. 1715 (uitgeven van niet-geapprobeerde boeken) vernieuwd.
Holtius, die door de Staten van Holl. en W. Friesl. op zijn verzoek 13 Januari 1757 emeritus was verklaard, salvo honore et emolumentis, bleef in zijn gemeente Koudekerk wonen, waar hij 10 Februari 1773 op zijn buitenplaats ‘Kerkrust’ overleed.
Behalve de hiervóór besproken werken zijn nog van hem verschenen: De Stervende kerk overtuigt en opgewekt bij de opening der Z.H. Synode binnen Gorinchem 4 July 1758, met een leerreede over Openb. III: 1-3, waarbij gevoegd is een leerreede over Psalm CXXV ter opening der Z.H. Synode mede binnen Gorinchem uytgesproken 4 July 1747, mitsgaders twee predikatiën bij de bevestiging van den Heere Adriaan Fr. Matthaeus, thans zijnen waarden schoonzoon in den dienst der Gemeinte van Wadweyde (over Zach. III: 6, 7) en zijnen geliefden zoon en opvolger J.P. Holtius in de gemeinte van Koudekerk (over 2 Tim. II: 1,2) door Nicolaas Holtius, nu rustend leeraar der gemeinte Gods te Koudekerk (Leiden, Joh. Hasebroek; Amsterdam, Nic. Bijl. 1758); De zondaer geregtvaardigd om niet uit de genade Gods enz., verklaart en bevestigt in twee predikatiën over den XXIII en XXIV Zondag van den Catechismus (Leiden 1757).
Bovendien gaat op zijn naam het volgende boekje: Nic. Kunhold, Honderd en Agt Exempelen of voorbeelden van geheele vroome en Godvrugtige kinderen ter verwekkinge van een Heylige Navolginge enz. (Leiden 1749).
Holtius is tweemaal gehuwd geweest. Eerst 9 Nov. 1720 te Ermeloo met Margaretha van Oosterwijck, geb. te Amsterdam 1 Mei 1692, gedoopt door haar oudoom Gerbrand van Leeuwen in de Gr. kerk; overleden te Koudekerk 16 Febr. 1746; dochter van Jacob en van Clara Hellius. Hij hertrouwde te Nijmegen 21 Januari 1748 met zijn nicht Anna Geertruida Swaen, geb. te Nijmegen 26 Aug. 1705, kinderloos overl. te Koudekerk, 15 Dec. 1775; dochter van Mr. Johan en van Christine Wassinghs. Uit het eerste huwelijk sproten vijf kinderen, t.w. Gualtherus (1), (kol. 599); Clara, op 24-jarigen leeftijd ongehuwd overleden; Catharina Wynanda (1727-1789), echtgenoote van Joannes Bondt predt. te Wilsveen, Maasland, Hillegersberg en Oost-Zaandam; Jacob Paridanus, opvolger zijns vaders te Koudekerk, en Elisabeth die met Adriaan François Matthaeus, predt. te Wognum en Wadway, was gehuwd.
Een geschilderd portret van N. Holtius, in 1725 gepenseeld door C. Beeldmaker, en een uitvoerig pastel door La Croix in later tijd vervaardigd, berusten bij de familie te 's Gravenhage. Andere afbeeldingen schijnen van hem niet te bestaan.
Het beste boek om Holtius te leeren kennen is tot op dezen tijd: A.G. Honig, Alexander Comrie (acad. proefschr.) 1892.
Voor het eerste gedeelte van dit artikel is door mij gebruik gemaakt van een M.S. biografie Holtius, van de hand van Brahé, waarvan echter slechts de helft in het familiearchief Holtius aanwezig is. De andere helft is helaas verloren gegaan.
Zie verder Mdbl. Ned. Leeuw. 1904; Navorscher 1903, 436, 437, 493-497.
http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu03_01/molh003nieu03_01_0946.htm

Als oudste monument der familie werd door Ds. Nicolaas Holtius beschouwd : een graf in de Groote Kerk te Arnhem, Zuiderkruis no. 22, - bij hem in eigendom bezeten. Dat graf werd gedekt door een zerk, waarop was afgebeeld een kruis, ondersteund door een dwarsbalk en gestut door twee steunsels, die met den dwarsbalk en den opstand hoeken van 450 vormden. Als opschrift las men om dit kruis het volgende: "Den 13 dach Novembr. begr. Arien van Holt, obiit". en "Den 19 dach maert Walburch Qaymans". Het familiearchief Holtius bevat hieromtrent de volgende aanteekeningen: Arien van Holt, begraven in de GFroote Kerk te Arnhem, huwt Walburch Gaymans, dochter van Hendrik Gaymans van Amstel, secretaris en geheimraad van den laatsten hertog van Gelderland, Willem van Cleve.
http://www.benwilbrink.nl/genealogie/amersfoort.htm

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Nicolaas Holtius?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Nicolaas Holtius

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Nicolaas Holtius

Nicolaas Holtius
1693-1773

1720

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Historische gebeurtenissen

  • De temperatuur op 10 februari 1773 lag rond de -2 °C. De wind kwam overheersend uit het oost-zuid-oosten. Typering van het weer: sneeuw omtrent helder. Bron: KNMI
  • Erfstadhouder Prins Willem V (Willem Batavus) (Huis van Oranje-Nassau) was van 1751 tot 1795 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1773: Bron: Wikipedia
    • 17 januari » Het motet Exultate, jubilate van Wolfgang Amadeus Mozart wordt in Milaan voor het eerst opgevoerd, door de castraat Rauzzini.
    • 17 januari » James Cook bereikt als eerste de Zuidpoolcirkel.
    • 26 april » Paus Clemens XIV creëert twee nieuwe kardinalen, onder wie de Italiaanse curieprelaat Giovanni Angelo Braschi.
    • 21 juli » Opheffing van de Jezuïetenorde door paus Clemens XIV.
    • 27 november » Het VOC-schip Vrouwe Elisabeth Dorothea vergaat nabij Callantsoog. Slechts 6 van de 145 man weten deze ramp te overleven.
    • 16 december » De Boston Tea Party was een van de gebeurtenissen die leidden tot de Amerikaanse Revolutie. De Tea Party-beweging ontleent aan deze gebeurtenis haar naam.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Holtius

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Holtius.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Holtius.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Holtius (onder)zoekt.

De publicatie West-Europese adel is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Pieter, "West-Europese adel", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I139538.php : benaderd 8 mei 2024), "Nicolaas Holtius (1693-1773)".