West-Europese adel » Folkje Kampena "Kwade Foelke" Abdena Vrouwe van Hinte en Strakholt (1350-1419)

Persoonlijke gegevens Folkje Kampena "Kwade Foelke" Abdena Vrouwe van Hinte en Strakholt 


Gezin van Folkje Kampena "Kwade Foelke" Abdena Vrouwe van Hinte en Strakholt

Zij is getrouwd met Okko I Thom Brok Hoofdeling van Aurich.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1377, zij was toen 27 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Hebe Thom Brok  1378-1395 
  2. Keno III Thom Brok  1380-1417 
  3. Okka Thom Brok  1385-1411 


Notities over Folkje Kampena "Kwade Foelke" Abdena Vrouwe van Hinte en Strakholt

KAMPANA, Foelke, ook bekend als Fokelt tom Broke (geb. Hinte, Oostfriesland, ca. 1355 – gest. Aurich, Oostfriesland, tussen 16-8-1417 en 4-8-1419), wegens legendarische wreedheid bekend als 'kwade Foelke'. Dochter van Kempo von Hinte, hoofdeling op de Westerburg van Hinte. In 1377 trouwde Foelke Kampana met Ocko Kenisna tom Brok(e) (gest. 1389), ridder en heer van de Oldeborg, hoofdeling in Brockmerland, Auricherland en Emsigerland in Oostfriesland. Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 1 dochter geboren.

Foelke wordt op 12 december 1376 voor het eerst genoemd bij de stichting van het vrouwenklooster Dykhusen. In een oorkonde betreffende de overdracht van een kapel komt ‘Fokeldis Kampana, puella (jonge vrouw) in Hynte’ voor, samen met onder anderen Ocko tom Brok, haar latere echtgenoot en een bijzonder machtige en onafhankelijke edelman. Priores van het nieuwe klooster werd Foelkes zuster Heba, weduwe van Ocko’s jong gestorven broer. Kort daarop, tussen 13 december 1376 en 5 juli 1377, trouwden Foelke en Ocko.

Uit contemporaine bronnen komt Foelke naar voren als een eerbare en vrome vrouw. Na het huwelijk tussen Foelke en Ocko verleende paus Gregorius XI het echtpaar een volledige aflaat. Tevens kreeg het paar het recht een draagaltaar te bezitten, dat hen in staat stelde overal – ook buiten kerken en kapellen – de mis op te laten dragen. Foelke schonk ook landerijen aan het premonstratenzerklooster Aland en het cisterciënzerklooster Ihlo, dat door Ocko was gesticht. Uit open brieven en oorkonden blijkt dat ze ernaar streefde een scheids­rech­terlijke en bemiddelende rol te spelen in (familie)conflicten.

Politiek
De Friese landen werden in de veertiende en vijftiende eeuw verscheurd door partijstrijd in Westerlauwers Friesland. Er heerste de zogenaamde ‘Friese vrijheid’: het gebied was niet aan een landsheerlijk gezag onderworpen. Door de inmenging van buitenlandse vorsten werd het conflict steeds grootschaliger. Op zoek naar bondgenoten kwam Ocko tom Broke in contact met Albrecht van Beieren, graaf van Holland, die Friesland wilde veroveren en zijn steun aanbood. In 1381 gaf Ocko zijn landen aan Albrecht in leen en raakte zo directer betrokken bij de strijd in het Friesland ten westen van de Eems.

In 1389 belegerde een van Ocko’s tegenstanders, de hoofdeling Folkmar Allena, het slot te Aurich. Tijdens de onderhandelingen op 7 augustus van dat jaar werd Ocko op lafhartige wijze vermoord. Foelke zocht direct hulp bij bondgenoten van haar man. Gedurende haar afwezigheid probeerde een andere vijand van Ocko, de machtige hoofdeling Edo Wiemken van Rüstringen, de burcht in Aurich te veroveren en verschanste zich in de kerk. Foelke keerde terug met hulptroepen en slaagde erin de kerk te heroveren. Tweehonderd gevangenen werden ter plekke onthoofd.

Omdat hun zoon Keno nog minderjarig was, kwam het regentschap over Brockmerland in handen va n Widzel, een oudere bas­taard­zoon van Ocko. Spoedig bleek dat Widzel aspiraties koesterde om Ocko’s erfenis naar zich toe te trekken. Hij verbond zich met Folkmar Allena, maar in april 139 9 werd Widzel in een vete doodgeslagen. Zo kwam de weg vrij voor Foelkes inmiddels volwassen zoon Keno (II) om de macht over te nemen. Foelke bleef nauw bij de regering betrokken. Toen Keno in 1400 door de Hanzesteden in gijzeling was genomen omdat hij steun had verleend aan zeerovers, wist Foelke hem uit zijn benarde positie te krijgen door met succes steun te vragen aan hertog Willem van Gulik en Gelre. Op 13 november 1400 kwam haar zoon als vazal van hertog Willem op vrije voeten en sloot hij een bondgenootschap met de Hanzesteden.

Na de dood van Keno in 1417 trad Foelke weer korte tijd op als voog­des, nu voor haar minderjarige kleinzoon Ocko II. In een oorkonde van 16 augustus 1417, waarin Ocko een door zijn vader gesloten bondgenootschap met de stad Groningen vernieuwt, komt ‘frou Fokelt mynre oldermoder’ (vrouwe Foelke mijn grootmoeder) voor onder de personen die namens hem zweren. Kort daarna, blijkens een oorkonde in elk geval voor 4 augustus 1419, is Foelke Kampana gestorven. Zij is begraven in de Lambertikerk te Aurich. Van haar grafsteen zijn in de negentiende eeuw nog tekeningen gemaakt, maar de steen zelf is nadien verloren gegaan.

Overlevering
Foelke is vooral bekend gebleven onder haar bijnaam ‘quade Foelck’. De Oostfriese hoofdeling en historieschrijver Eggerik Beninga (1490-1562), verwant aan de Allena’s, is hier voor een groot deel debet aan. Hij vermeldt in zijn Chronica der Fresen als eerste een aantal legenden over haar die beeldbepalend bleken, hoewel ze onder meer een loopje nemen met de jaartallen.

Volgens de eerste legende maakte Ocko in 1379 bij een veldslag tegen zijn vijand Folkmar Allena twee hoofdelingszonen krijgsgevangen. Het waren Folkmars zoon, en de zoon van Ocko’s zuster. Ocko stuurde de gevangenen naar Foelke en droeg haar op goed voor de jongemannen te zorgen. Zij liet hen echter in de gevangenis van de honger omkomen. Om er zeker van te zijn dat niemand hun te eten zou geven, droeg ze zelf de sleutels van de kerker bij zich. Na hun hongerdood liet Foelke de lijken naar het klooster Ihlo brengen en beval de abt de lichamen in het moeras te gooien. Hij negeerde het bevel en gaf ze een christelijke begrafenis. Deze legende bevat een historische kern. Rond 1409 had Foelke's zoon Keno namelijk de burcht van Folkmar Allena in Osterhusen veroverd en daarbij twee hoofdelingen gevangen genomen. Ze werden op de burcht te Aurich vastgehouden, waar ze kort daarop onder verdachte omstandigheden stierven. Keno werd vanwege deze inbreuk op het veterecht in de ban gedaan. Foelkes betrokkenheid blijkt niet uit de bronnen. Waarom zij in de latere beschrijving van het gebeuren de schuld aangewreven kreeg, is niet duidelijk.

Volgens de tweede legende zou Foelke in 1397 haar schoonzoon Lütet Attena, heer van Nesse, aangeraden hebben zijn vrouw, Foelkes eigen dochter Occa, te doden, als straf voor haar losbandigheid en buitenechtelijke relaties. Amper had de ongelukkige echtgenoot zijn vrouw om het leven gebracht, of Foelke liet de burcht van haar schoonzoon aanvallen. Lütet vluchtte naar zijn vader Hero von Dornum, maar Foelke veroverde ook die burcht. Vader en zoon werden gevangengenomen en ter plekke op bevel van Foelke terechtgesteld: Hero op bruin, Lütet op groen Leids laken. Dit verhaal heeft dezelfde historische kern als het eerste. Na de inname van de burcht van de Allena’s zag Keno ook kans de burcht van zijn zwager Lütet in Nesse te veroveren. Hij werd daarbij gesteund door de Hanze. In de Norder Annalen wordt onder het jaar 1411 vermeld dat een groot aantal hoofdelingen, waaronder Lütet en zijn familie, door Keno is terechtgesteld. De plotselinge en voortijdige dood van Occa, juist toen haar man en broer als doodsvijanden tegenover elkaar stonden, heeft waarschijnlijk geleid tot verhalen over een gewelddadige dood, waarbij Beninga er niet voor terugdeinst om de dochter minstens zo zwart te maken als de moeder. In de loop van de tijd kreeg Foelke een belangrijke rol in de legende, hoewel ze volgens de feiten in het geheel niet betrokken was.

Het beeld dat Eggerik Beninga ruim een eeuw later schetst van de strijd tussen zijn voorouders en de Tom Broks om de hegemonie in dat gebied, is gekleurd door de gruwelijke verhalen over Foelke, een bijzonder energieke vrouw die haar man en zoon in tijden van nood in daadkracht overtrof. Blijkbaar leidde haar daadkrachtige optreden ertoe dat de wreedheden die haar zoon Keno had begaan, aan de moeder werden toegeschreven.

In de negentiende eeuw schreef de Oostfries Willrath Dreesen een ballade over Foelke. Op slot Dornum hing een –overduidelijk onecht – portret van haar, waarop ze met sleutels wordt afgebeeld, een verwijzing naar de opsluiting van de beide jonge hoofdelingen. Volgens een Oostfriese sage verschijnt zij in dat kasteel aan de slotheren wanneer die op sterven liggen. Doen ze boete, dan is Foelke (Fokeld) rustig, maar doen ze dat niet, dan gaat zij spoken. Volgens andere sagen verscheen ze in Aurich als het grafelijk gerechtshof op het punt stond een onschuldige te veroordelen of als de burgheer een ongeluk stond te wachten. Opmerkelijk is dat zij in deze sagen geen kwade geest is, en verschijnt als hoedster van deugd en recht.

De vermeende gruweldaden van Foelke Kampana inspi­reerden ook toneel­schrijvers: in 1842 werd er een historisch treur­spel uitgebracht, in 1912 gevolgd door een ‘Volksstück’. Ook in een ‘Hei­matspiel’ uit 1920 over de ondergang van de Attena’s kwam Foelke ten tone­le. In de twintigste eeuw ten slotte waren de verhalen over Foelke Kampana aanleiding voor twee historische romans. De eerste dateert van 1934, geschreven door de van oorsprong Friese schrijver Steffen Bartstra, de tweede is van de hand van de Oostfriese Siever Johanna Meyer-Abich. Dit laatste boek werd voor het eerst uitgebracht in 1943 en in 1967 en 1990 herdrukt.
http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/DVN/lemmata/data/Foelke%20Kampana

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Folkje Kampena "Kwade Foelke" Abdena Vrouwe van Hinte en Strakholt?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Folkje Kampena "Kwade Foelke" Abdena Vrouwe van Hinte en Strakholt

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Folkje Kampena Abdena Vrouwe van Hinte en Strakholt


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Abdena Vrouwe van Hinte en Strakholt


De publicatie West-Europese adel is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Pieter, "West-Europese adel", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I125714.php : benaderd 28 mei 2024), "Folkje Kampena "Kwade Foelke" Abdena Vrouwe van Hinte en Strakholt (1350-1419)".