Hij had een relatie met Richilde van Metz.
Kind(eren):
Diederik I van Lotharingen (rond 965 – 11 april 1027) was een zoon van hertog Frederik I van Lotharingen en van Beatrix van Frankrijk, zuster vanHugo Capet. Hij was hertog van Opper-Lotharingen en graaf van Bar van 978 tot 1027, in opvolging van zijn vader. Tot 987 was zijn moeder regentes,ondanks dat Diederik toen al minstens 20 moet zijn geweest en volgens de gewoonten van die tijd was een vorst met 16 meerderjarig en in staat om zelfstandigte regeren. Diederik zou mogelijk zijn moeder hebben laten opsluiten in een klooster teneinde eigenhandig te kunnen heersen. Feit is dat ze na 989niet meer vermeld wordt. Andere geruchten fluisteren zelfs over pogingen haar te vergiftigen.
In 985 belegerde hij Verdun dat door Franse troepen was bezet en werd daarbij gevangengenomen. Hij werd vrijgelaten maar enige tijd later zwaargewondgevangengenomen door paltsgraaf Ezzo van Lotharingen in het conflict tussen keizer Hendrik II en de Luxemburgers over Metz. Diederik werd in Ezzo'skasteel Tomburg opgesloten en moest zich voor een groot bedrag vrijkopen. Ook werd Diederik nog een keer door de Bourgondiërs gevangengenomen. Hijvoerde wel een succesvolle campagne in de Champagne tegen Odo II van Blois toen die de stad Toul aanviel. In 1024 maakte Diederik op tijd de keuzevoor koning Koenraad II en behield zo zijn titels. In de laatste jaren van zijn bestuur deelde hij zijn taken met zijn zoon Frederik maar die overleedal in 1026, voor Diederik.
Diederik I van Lotharingen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Richilde van Metz |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.