Hij had een relatie met Mathilde.
Kind(eren):
Ezzo volgde zijn vader Herman van Lotharingen op als paltsgraaf van Lotharingen en graaf van de Auelgau en de Bonngau. Hij woonde op de Tomburg, eenkasteel boven op een vulkanische rots, in de omgeving van Rheinbach. Door zijn controle over de handel langs de Rijn verwierf hij grote rijkdom, enleefde hij voortdurend op gespannen voet met de bisschoppen van Keulen. Hij trouwde in het voorjaar van 991 met Mathilde (979 – Echtz, 4 november1025), een zuster van koning Otto III.[1] Mathilde was van jongs af aan opgevoed in het Sticht Essen, vermoedelijk om daar later abdis te worden.Haar huwelijk met Ezzo was vermoedelijk een politiek huwelijk, om Ezzo's steun voor het koningschap van de minderjarige Otto te verzekeren. Mathildesbruidsschat omvatte grote bezittingen in Thüringen en Franken.
Na de dood van Otto III probeerde Ezzo om zijn zoon Liudolf tot koning te laten kiezen. Door de listige politiek van zijn tegenstanders lukte dat nieten werd Hendrik II in 1002 tot koning gekozen. Hendrik bepaalde dat Mathildes bruidsschat terugviel aan de keizer. Hierdoor begon een langdurige vetetussen Hendrik en Ezzo. In 1012 werd die beslecht doordat Ezzo Hendrik versloeg bij Odernheim. Er werd een regeling getroffen waardoor Ezzo grotebezittingen bij Duisburg, Saalfeld en Kaiserswerth verwierf.
In 1024 stichtten Ezzo en Mathilde de abdij van Brauweiler waar beiden na hun dood werden bijgezet. Toen Mathilde in 1025 overleed, was de kloosterkerkvan Brauweiler nog in aanbouw, haar begrafenisdienst werd daarom in een tent gehouden. Ezzo zou zijn overleden aan een ziekte, waarmee hij door eenminnares zou zijn besmet.
Ezzo van Lotharingen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mathilde |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.