Hij is getrouwd met Jacoba Tannetje van Steenbergen.
Zij zijn getrouwd op 25 april 1835 te De Vuursche , hij was toen 36 jaar oud.
Kind(eren):
Ook Jan Antonie Staal.
HUIZE "STAALWIJCK" BIJ SOEST
door W. Otten
1. De bouw anno 1834
Jan Engbert Bos (1880-1949), die van 22 januari 1905 tot 1
augustus 1939 in een vijftal gemeenten hervormd predikant is
geweest, heeft na zijn emeritaat nog wat jaren in Soestdijk
gewoond. Zijn vader Roelf Bos was gemeentesecretaris van
Bierum. De zoon had kennelijk historische belangstelling,
ook voor de burgerlijke gemeente Soest.
In 1012 was de dorpsnaam bekend geworden als Zuzatum, dat in
1029 naar voren is gekomen. Het kleine Soest werd geleidelijk
welvarend. In 1356 en 1481 is het dorp verwoest in de
oorlog tussen Holland en Sticht.
Volgens oude kaarten zou er ter plaatse van "Staalwijck" een
huis hebben gestaan, dat "Vloowijk" heette, aldus Bos. Deze
opmerking lijkt mij juist. Immers ds. Jacobus Segaar (1750-
1810), die van 1778-1785 predikant in De Vuursche was, heeft
bij zijn vertrek in laatstgenoemd jaar een lijst van lidmaten
opgesteld en toen ook genoemd Arijen van Loenen uit de
woonbuurt "Op Vloowijk".
Het bouwjaar van "Huize Staalwijck" is 1834. Op de gevelsteen
is vermeld: "S. Methorst den 1 ste Mei 1834". Daarmee
is bedoeld Sophie Methorst, wier eerste man Jacob Staal
omstreeks 1810 reeds was overleden. Volgens een monumenten-
inventarisatie van de provincie Utrecht en de gemeente
Soest van 2 december 1986 was de hereboerderij "Staalwijck"
van zeer grote architectonische waarde. Jan Anthonie Staal
heeft er koeien gehouden "van de soort zonder horens, gelijk
aan die waarvoor in 1860 de landbouwer H. Schimmel, op
Isselt, door eene fransche Landbouw-Maatschappij met zilver
werd bekroond".
Het landgoed "Staalwijck" grenst aan de voorkant aan de
Pijnenburger-Grift en verder enerzijds aan de gronden van
Pijnenburg en anderzijds aan die van Ewijckshoeve. Ook deze
hoeve aan de weg van Soestdijk in de richting van Bilthoven
is gebouwd in de negentiende eeuw. De doctorandi H. van den
Ent en J. Kramer-Vreugdenhil schreven hierover summier in
hun boek JACQUELINE VAN DER WAALS HAAR LEVEN EN HAAR WERK
(Nijkerk 1982). Ongeveer kort na 1900 - Jacqueline leefde
van 1868-1922 - heeft de familie Van der Waals daar meermalen
vakantie gehouden.
Op de benedenverdieping werden de slaapkamers gevestigd.
Vanaf het balkon had men het uitzicht op tuin en vijver. Eén
van de auteurs schrijft, dat zich in die vijver anno 1889
het drama heeft afgespeeld van de zelfmoord van Anna Witsen.
Deze Anne Agnes was geboren op 3 februari 1855 in 's lands
hoofdstad. Op 5 maart 1889 is zij op Ewijckshoeve te Lage
Vuursche heengegaan. Zij was een dochter van Jonas Jan
Witsen (1819-1901), lid van de Amsterdamse firma W. Bernet
en Co, ijzerhandelaren. Haar moeder was Jacoba Elizabeth
Bonekamp, zich noemende Veltman (1826-1873). Een verre
voorvader van de Witsens heette Jacob Witsz (plm. 1500-
1587), binnelantsvaarder, komende uit Akersloot, overleden
te Amsterdam en daar begraven in de Nieuwe Kerk.
De naam "Staalwijck" herinnert aan de familie Stael, die
betrokken was bij de veenontginningen. Het veen aan de kant
van Baarn en Soest vormde één geheel met dat van Laag Hees,
het Soesterveen en het veen bij Soestdijk. Daarin is verandering
gekomen. Een zuidelijk gedeelte onder Soest bleef
voorshands nog eigendom van een familie Stael, waartoe ook
behoorde Godde Stael, wiens zoon is genoemd in de bisschoppelijke
rekening van 1378/1379. In 1424 is een verdeling van
het veen tussen Baarn en Soest vastgesteld. Het archief van
de graven van Holland heeft in dat jaar de namen van Steven
en Willem Stael vermeld.
2. Leden van de familie Staal
Deze waren vooral woonachtig in de gemeenten Baarn, Soest en
De Vuursche. De laatstgenoemde gemeente is ontstaan bij "de
sluiting van het regthuis". Vanaf 1360 bestond er een zodanig
huis, zulks in verband met de toekenning van de lage
rechtsmacht. De graaf van Buren, stadhouder Frederik Hendrik,
Prins van Oranje (1584-1647), verklaarde dat naast de
lage rechtsmacht in de heerlijkheid ook de hoge jurisdictie
mocht worden uitgeoefend.
Blijkens een opgaaf over het jaar 1808 telde het dorp 155
inwoners, waarvan alleen de koopman Jacob Staal betaalde in
de verponding, nl. veertien gulden. Deze Jacob was getrouwd
met Sophia Methorst. Nadat Jacob Staal was heengegaan hertrouwde
Sophia op 14 november 1811 met Hendrik de Ruiter,
grondeigenaar in De Vuursche, waar hij ook burgemeester is
geweest. De Ruiter en Jan Anthonie Staal huurden gezamenlijk
een kerkbank. Eerstgenoemde was bij Koninklijk Besluit van 9
december 1823 aangesteld als notabel. Het hoofd van het
plaatselijk bestuur der gemeente De Vuursche moest hem
daartoe installeren. Deze burgerlijke gemeente is op 20 juni
1857 samengevoegd met die van Baarn.
Het echtpaar De Ruiter-Methorst heeft gewoond op Klein
Drakestein. Sophia en haar man werden begraven in Lage
Vuursche respectievelijk op 28 december 1840 en 15 februari
1854.
De grondeigenaar Jan Anthonie Staal werd geboren op 29 juni
1798 te Lage Vuursche als zoon van Jacob Staal en Sophia
Methorst. Deze trad op 25 april 1835, 's avonds om zeven
uur, te De Vuursche in het huwelijk met Jacoba Tannetje van
Steenbergen. De bruid aanschouwde op 14 september 1809 te
Goudriaan het levenslicht. Haar ouders waren ds. Nicolaas
van Steenbergen (1773-1852) en Anna Wilhelmina van Slijpe,
reeds overleden vóór 1835. Haar wieg stond op 27 april 1777
te Goudriaan. Daar is zij gedoopt op 4 mei 1777.
De predikant kwam ter wereld te Serooskerke op Schouwen,
waar diens vader ds. H. van Steenbergen de kerkelijke gemeente
diende. Laatstgenoemde is voorganger geweest in de
Zeeuwse gemeenten van Krabbendijke (1765) , Serooskerke op
Schouwen (1773), Kleverskerke (1784) en het Zuid-Hollandse
Cillaarshoek (1791) .
Mevrouw Van Steenbergen-Van Slijpe behoorde tot de vooraanstaande
familie van Nicolaas van Slijpe (1737-1797) en diens
echtgenote Johanna Diderica van Horbag (1745-1810).
De vader van de bruid Staal-Van Steenbergen is verbonden
geweest aan de kerken van Goudriaan (1797) , Bergschenhoek
(1807), Papendrecht (1811) en geëmeriteerd in 1843.
Het echtpaar had twee kinderen:
Sophia Hendrika Staal, geboren 18 oktober 1838 te
Soest, waar zij is overleden 15 januari 1915. "Mejuffrouw"
S.H. Staal heeft milde bijdragen gegeven voor de
restauratiekosten van de kerk.
Soest was ook de bakermat van Jacob Staal. Zijn verzorgster
heeft hem daar op 25 maart 1840 neergelegd.
Hij studeerde rechten te Leiden. Mr. Jacob Staal is
kort na zijn doctoraal examen gestorven.
Vader J.A. Staal overleed op 20 oktober 1884 te Soest, oud
86 jaar. Daar heeft hij gewoond te Pijnenburg wijk C nr.
284. Zijn vrouw is heengegaan op 15 juli 1890, ook op
"Staalwijck", in de leeftijd van 80 jaar. Zij werd begraven
op 19 juli d.o.v.
3. Bijbellezingen op "Staalwijck"
De eigenaar Jan Anthonie Staal werd bij Koninklijk Besluit
van 9 december 1823 benoemd tot kerkvoogd in De Vuursche. De
"Huize Staalwijck" 1834.
ouderling, smid Pieter Vervat (1801-1863), was in de 19e
eeuw in het dorp misschien wel de eerste prediker buiten de
kerk, maar toch niet de enige. Staal en zijn vrouw hadden de
gewoonte om op een avond in de week de arbeiders van hun
landgoed "Staalwijck" met vrouwen en kinderen daar te ontvangen.
Genoemde kerkvoogd placht dan met hen te bidden en
las een gedeelte voor uit een stichtelijk boek. Meestal
gebruikte hij op die weekavonden preken van ds. Dirk Molenaar
(1786-1865), die van 1 oktober 1809 tot 13 november
1814 in De Vuursche zijn eerste gemeente diende. Kort geleden
trof ik in een koffiehuis te Stroe een portret van
Molenaar aan. De eigenaar was er toen nog niet van op de
hoogte, dat Molenaar predikant in de kerk van De Vuursche
was geweest.
J.A. Staal bracht een bezoek aan Jhr.Mr. A.M.C, (van Asch)
van Wijck (1808-1874) aan de Utrechtse Maliebaan. Deze was
rechter in de arrondissementsrechtbank aldaar. Hij had grote
belangstelling in de geschiedenis van stad en provindie
Utrecht. Jhr. Van Wijck publiceerde ARCHIEF VOOR KERK- EN
WERELDLIJKE GESCHIEDENIS. Van Wijck is een adellijk geslacht
uit overoude tijden. Olger van Wijck was in 1162 een edelman.
De Noordoosthoek van Soest.
Staal ontmoette aan de Maliebaan Johannes van 't Lindenhout
(1836-1918) uit Beuningen, die in 1855 bijbelcolporteur
werd. Van 't Lindenhout heeft zich toen op verzoek van Staal
belast met het houden van bijbellezingen en het doen van
zendingswerk op "Staalwijck".
Als personeelsleden daar werden o.m. genoemd: Dirkje Beking,
Willem de Bruin, Elisabeth Ettekoven, Neeltje Overeem en Jan
Veldhuizen.
De eigenares Sophia Hendrika Staal heeft "Staalwijck" in
1915 vermaakt aan haar tuinman Klaas Dorrestijn.
Jan Anthonie Staal | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1835 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacoba Tannetje van Steenbergen |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.