Hij is getrouwd met Anthonia Nab.
Zij zijn getrouwd op 27 september 1874 te Soest , hij was toen 28 jaar oud.
Kind(eren):
Het echtpaar is gescheiden 22 juni 1898 te Utrecht .
Jan Muis is een van de meest markante personen uit de Soester historie. Hij woonde in een plaggenhut in zeer primitieve omstandigheden. Muis was bij leven al een beroemdheid. Van hem waren briefkaarten in omloop, al zittend voor zijn plaggenhut. De Soester verwierf zijn prominente plaats nadat hij van zijn echtgenote was gescheiden. Hij woonde rond de eeuwwisseling in 't Soester Veen in een armzalige plaggenhut, die door de gezondheidscommissie Soest-Baarn 'wegens geheel vervallen toestand' ongeschikt werd bevonden voor bewoning. De hut bestond uit een achterhok en een vertrek. De wanden waren van zoden en het dak van stro. In de hut was een bedstee en een schouw met stookplaats, in feite een open vuur. Het privaat (het toilet) was een ton in het achterhok en de drinkwatervoorziening bestond uit een ton in de grond met veenderig water. De gemeenteraad van Soest weigerde de hut onbewoonbaar te verklaren. Had de raad dat gedaan, dan moest Muis vervangende woonruimte worden aangeboden. Daarover beschikte de gemeente niet.
Muis was lang en mager en had een hoekig gezicht met lange baard en snor. Hij rookte uit een kalkstenen pijp, die hij meestal ondersteboven, tussen zijn bruingele afbrokkelende tanden hield. Hij ging gekleed in een rafelige broek en boezeroen. Het verhaal gaat dat als hij een doodenkele keer zijn broek uittrok, deze rechtop bleef staan van het hondenvet. Muis was zeer vindingrijk in het bij elkaar scharrelen van zijn kostje. Hij maakte bezems van berkentakken en vervoerde die per hondenkar naar de markt in Utrecht. Honden en katten die oud en lastig werden en waar eigenaren vanaf wilden, gingen 'enkele reis' naar de plaggenhut. Loslopende honden en katten ving hij in een juten zak. Zonder scrupules werden de dieren door hem afgemaakt, gevild en vervolgens in een ketel gekookt, tot het vet boven kwam drijven. Het vlees liet hij zich heerlijk smaken. Het honden en kattenvet was te koop en gold als een prima smeermiddel voor ruwe, gekloofde handen. Op zomerse dagen hing hij de kadavers van honden en katten buiten. Als die een paar weken hadden gebroeid, klopte hij er met een stok de maden vanaf. Die dienden als ochtendvoer voor zijn kippen.
Muis trad in 't Soesterveen ook op als alternatieve dokter. Hij behandelde bij buurtbewoners zweren en steenpuisten met bladeren. De koude winter van 1921-1922 werd de toen 75-jarige Muis fataal. Hij overleed op 10 februari, midden in een hevige vorstperiode.
Jan Muis | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1874 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anthonia Nab |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.