Kwartierstaat van Jennigje (Jennie) Kanis » Gerrit I heer van van Culemborg HEER van Culemborg & de Lek (1336-1394)

Persoonlijke gegevens Gerrit I heer van van Culemborg HEER van Culemborg & de Lek 

Bronnen 1, 2, 3

Gezin van Gerrit I heer van van Culemborg HEER van Culemborg & de Lek

Hij is getrouwd met Bartha van Egmond.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1371, hij was toen 35 jaar oud.

Echtgeno(o)t(e): Bertha van Egmond

Kind(eren):

  1. Peter van Culemborg  ± 1380-± 1438


Notities over Gerrit I heer van van Culemborg HEER van Culemborg & de Lek

Gerrit was beleend met Culemborg (1379).
Heer van de Leck, Werth en Wertherbruch, Culemborg en Schalkwijk.
Ridder en borg en raadsvriend hertog van Gelre.
Het wapen is waarschijnlijk afgeleid van het wapen van Zuilen en is bekend sinds de 14e eeuw. Het wapen werd oa gevoerd door Gerrit van Culemborg (1379-1394) en Zweder van Culemborg, bisschop van Utrecht (1425-1433), gevierendeeld met een zwarte leeuw op een veld van zilver.
fOp 20 juli 1340 'des donredaghes voer sinte Marien Magdalenendach' verhuren deken en kapittel van St Johan tUtrecht, aan heer Hubrecht Sceijnk, heer van Culenborch, ridder, en zijn twee kinderen Johan en Gherijd, een halve hoeve land te Scalcwiic in de Gheer.
Op 6 maart 1360 'des vrijdaechs voer sente Gregorius dach' belooft Alaert, heer van Bueren, knaap, Gherijt van Culenborch schadeloos te houden voor de medebezegeling van den brief waarin hij zijn vrouw Elisabet lijftocht. Op 31 maart 1362 'des donredaghes na onser Vrouwendach annunciacio' beloven Johan, bisschop tUtrecht, en Gherijt van den Vene, proost van Aernhem, Gherijt van Culenborch, knaap, schadeloos te houden voor een borgstelling bij Wouter Coevoet. Op 2 september 1363 'des saterdaechs na sente Johansdach decollatio' erkent Gherijt van Culenborch, knaap, van zijn broeder den heer van Culenborch en van der Leck, voor zijn versterf ontvangen te hebben het gericht van Jaersvelt, een aantal goederen in de maalschap van Mouderic en 2 waarden in het land van Cleve, alle welke goederen leengoed van Culenborch zullen zijn. Op dezelfde dag erkent Jan, heer van Culenborch en van der Lecke, aan zijn broeder Gherijt van Culenborch de goederen te hebben gegeven, vermeld in den brief van denzelfden datum.
Op de afbeelding kasteel Culemborg in 1646-1647 naar een tekening van Roelant Roghman. De aanzet tot de bouw van het kasteel is gegeven door Gerrit's broer Johan van Culemborg tussen 1347 en 1377. Het kasteel is in de 17e eeuw in verval geraakt en aan het eind van de 18e eeuw gesloopt.
Op 1 april 1366 'des woensdaechs na Palmdach' belooft Peter van Culenborch, om Gherijt van Culenborch schadeloos te zullen houden wegens een borgtocht bij Heinric van Keken. Op 24 februari 1367 'op sente Mathiis dach des apostels' belooft Peter van Culenborch, heer van Meere, zijn broeder Gherijt van Culenborg schadeloos te houden voor een borgtocht bij Jan Codken van Sellaer. Op 4 februari 1370 'des manendaghes na onser Vrouwendach te Lichtmisse' beloven Peter van Culenborch, ridder, en Johan, heer en vrouwe van Meer, om Gherijt van Culenborch schadeloos te houden voor zijn borgstelling tegenover Peter van Steenberghen bij den verkoop aan dezen van goederen op de Velue.
Op 6 juli 1371 'des sonnendaghes na sinte Martiinsdach translacio' maken Ghijote, vrouwe van IJselsteijn en van Egmond, Aernt, heer van Egmond, en Gherijt van Culenborch, knapen, huwelijksvoorwaarden op tusschen Gherijt voornoemd en Berte van Egmond, dochter van Ghijote en zuster van Aernt.
Op 31 mei 1372 'des manendaghes na des heijlighen Sacramentsdach' belooft Johan, heer van Lienden, ridder, om heer Gherit van Culenborch, ridder, schadeloos te houden voor diens medebezegeling van den brief waarin hij aan zijn vrouw Margriete van Ghenep een lijftocht toezegt. Op 15 augustus 1374 'op onser Vrouwendach assumptio' belooft Vrouwe Marie van den Vliet, haar broeder heer Gherijt van Culenborg schadeloos te houden voor de medebezegeling van een schadeloosbrief voor Ghisebert, bastaard van Culenborg, en Willem van Rumelaer. Op 24 september 1376 belooft Gherijd van den Vliet, knaap, zijn oom heer Gherijd van Culenborch, ridder, schadeloos te houden voor een borgtocht bij heer Danel, heer van der Merwede, wegens den lijftocht van diens dochter Mechteld. Op 12 december 1376 'des vrijdaghes na onser Vrouwendach conceptio' beloven Heinric van Mauderic, ridder, en zijn broeder Steven van Mauderic, om heer Gherijt van Culenborch, ridder, schadeloos te houden wegens een borgtocht bij heer Johan van Groenenvelt en heer Reijnaer den Ever, ridders. Op 10 april 1377 beloven Ghisebrecht, heer van Vijanen en van den Goeije, en Henric van Vianen, heer van de Ameijde, om heer Gherijt van Culenborch schadeloos te houden voor de medebezegeling van een schuldbekentenis.
Op 29 september 1377 'op sinte Michielsdach' bepalen deken en kapittel der kerk van St Marie tUtrecht, dat voortaan heer Gherijt, heer van Culenborch en van der Leck, ridder, voor den tol te Smijthusen, thans te Emmeric gelegen, en de hoven Ewiic en Malberghen een pacht van 20 en 12 mark zilver 's jaars, en bij een nieuwe ontvangst 16 pond zilver zal betalen. Op dezelfde dag belooft Gherijt, heer van Culenburch en van der Leck, ridder, zich aan de voorwaarden, vermeld in den brief van 1377 september 29, te zullen houden. Op 16 maart 1378 'des dinxdaghes na sente Gregorius dach pape' belooft Wouter, heer van Miinden en van Ruweel, om Gherijt, heer van Culenborch en van der Lecke, schadeloos te houden wegens medebezegeling van een brief.
Op 10 oktober 1378 verklaart Mechtelt van Culenborch, vrouwe van Montfoert, met haar broeder heer Gherijt, heer van Culenbroch en van der Leck, een scheiding gemaakt te hebben over de nalatenschap van hun broeder heer Johan, heer van Culenborch en van der Leck. Op 25 maart 1379 'des vridaechs op onser Vrouwendach annunciatio' beleent Willem van Gulijc, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, heer Gherijt, heer van Culenborch en van der Leck, met de goederen waarmede diens broeder beleend was. Op 2 januari 1381 'des woensdaghes nae Jaersdach gheheijten Circumcisio domini' erkent Vrouwe Marije van Culenbroch, vrouwe van den Vlijet, door haar broeder heer Gherijt, heer van Culenborch en van der Leck, voldaan te zijn van haar aandeel in de nalatenschap van hun broeder Johan, heer van Culenbroch en van der Leck. Op dezelfde dag erkent zij tevens dat zij aan haar broer Gherijt, heer van Culenbroch en van de Leck, beloofd heeft om op zijn eerste aanmaning gerichtelijk afstand te zullen doen van hetgeen haar aanbestorven is van haar broeder heer Johan, heer van Culenborch en van der Leck. Dit wordt op 3 januari 1381 bevestigd door de richters van de gebieden die onder dit aanbestorven goed vallen, te weten door Dijrc Borrenz, richter van Lanxmeer, en door Vranc die Blote, richter te Culenborch. Op 4 januari 1381 'des vridaghes na dertiendage' geeft Vrederic van Hekeren, ridder, kwijtschelding aan heer Gherart, heer van Culenborch en van der Leck, van de verbintenis van wijlen heer Johan, heer van Culenborgh en van der Leck, met een aantal andere heeren, bij heer Elbrecht van Eijl, ridder, en diens vrouw Jutte, ten behoeve van heer Johan van Arkel, bisschop tUtrecht.
Op 4 februari 1381 'des manendaghes na onser Vrouwen Lichtmissedach' verklaart Henric Doijs van Mauderic, knaap, aan Gherijt, heer van Culenborg en van der Leck, den halven wind te Mauderic gegeven te hebben. Op 22 juli 1381 'op sente Marien Magdalenendach' erkent WIllem van Gulic, hertog van Gelre etc, verzoend te zijn met heer Gherit, heer van Culenborgh en van der Leck. Op 27 maart 1384 'des sundages na halffasten' erkent Gerart, heer zu Culenburgh en zu der Leck, trouw gezworen te hebben aan den aartsbisschop van Colne als leenheer.
Op 17 april 1386 'des dijnsdages na Palmedach' oorkondt Gherit, heer van Culenborch, dat zijn neve Hubert van Mauderic opdraagt ten behoeve van zijn broeder Heinric van Mauderic 13 morgen land met hofstede, gelegen op Pariservelt, en beleent Heinric daarmede. Op 17 september 1388 'op sente Lambertsdach' erkent Hubrecht van Culenborch, heer van Meer, van zijn oom en gewezen voogd heer Gerijt, heer van Culenborch en van der Leck, ontvangen te hebben wat hem aanbestorven is van zijn vader Peter van Culenborch, heer van Meer, en doet afstand van al zijn rechten op de heerlijkheden Culenborch, de Leck, Mauderic en de Weerd, den tol te Embrick en de nalatenschap van zijn oom heer Johan, heer van Culenborch en van der Leck, behoudens hetgeen aan zijn vader was toebedeeld.
Op 15 november 1388 'des sonnendages na sente Mertinsdach episcopi hiemalis' geeft Willem van Gulich, hertog van Gelre etc, aan heer Gherit, heer van Culenborch en van der Leck, het recht dat diens poorters van Culenborch vrijdom van tol in zijn landen zullen genieten. Op 30 juli 1389 'des vridaghes nae sente Jacobsdach' oorkondt Gherijt, heer van Culenborch en van der Leck, dat hij aan een door hem ter eere van de geboorte Christi gesticht altaar in de kerk te Culenborch een vierdel land in Culenborgherbroeck, 11 hont op Zijdervelt, 10 hont te Everdinghen, een vierdel land te Scalcwiic en 12 morgen te Scalcwiic schenkt, en verzoekt aan den bisschop van Utrecht confirmatie van den door hem geprestenteerden vicaris heer Aelbert Zuurmont, priester.
Op 21 januari 1390 'op sente Agnietendach' erkent Herman van Wulven, knaap, verkocht te hebben aan heer Gerijt, heer van Culenborch en van der Leck, al zijn rechten op de Steenweert in het gericht van Honswiic, die hij in leen houdt van den bisschop van Utrecht, en waarmede hij Sweder van Voern beleend heeft. Op 20 juni 1390 'des manendages nae Viti et Modesti' erkent Herman van Wulven, knaap, ontvangen te hebben van heer Gerijt, heer van Culenborg en van der Lecke, 125 gulden in afkorting van den koopprijs van 250 gulden van de Steenweerd.
Op 27 februari 1390 verklaart Gerijt, heer van Culenborch en van der Lecke, dat zijn zusters de vrouwe van Montfoorde, wijlen de vrouwe van den Vlijet, de vrouwe van Miinden en de vrouwe van Weerdenberch met hemzelf erfgenamen zijn van hun broeder heer Johan. Op dezelfde dag verklaart Gerijt, heer van Culenborch en van der Lecke, mede namens de erfgenamen van zijn zuster de vrouwe van der Vliet, een accoord aangegaan te hebben met Johan Heldebol c.s. voor aan zijn overleden broeder heer Johan voorgeschoten gelden.
Op 12 september 1391 'des dinxdaghes nae onser Liever Vrouwendach nativitas' geeft Gerijt van Beesde, knaap, aan heer Gerijt, heer van Culenborch en van der Leck, kwijtschelding van alle grieven die hij of zijn vader hadden. Op 8 november 1391 oorkondt de officiaal van den choorbisschop van Traiectum dat Florentius de Jutfaes, knaap, die zijn geschillen met Gerardus, heer van Culenborch en van Lecka, ridder, over het patronaatschap van Schalcwick heeft bijgelegd, zijn rechten daarop aan heer Gerardus overdraagt. Op 4 januari 1392 'des donredages post circumcisionem domini geheiten Jairsdach' verzoekt Gerit, heer van Culemborch, aan den bisschop van Utrecht om confirmatie op de schenking door de broederschap en zusterschap van Onze Lieve Vrouw van Hemelrick voor het Heilige Kruis altaar in de kerk te Culemborch.
Op 7 april 1392 'opten heiligen Palmdach' erkent Willem van Gulich, hertog van Gelre etc. schuldig te zijn aan heer Gherait, heer van Culenborgh en van der Leck, een som van 1000 rijnsche guldens, en stelt tot borgen voor de terugbetaling heer Johan van Hoentselaer genaamd van den Velde, heer Robbert van Apelteren, ridders, Herman van Wij, ambtman van Tiel en in Nederbetuwe, Gadert van Stampraide, opperrentmeester, Arndt ten Boickoep, ambtman in Veluwe, en Johan van der Capellen, rentmeester van het land van Zutphen. Op 24 februari 1393 'op sente Mathiis dach apostel' belooft Gherijt van Heerler, heer van Poderoijen, om heer Gherijt, heer van Culenborch en van der Leck, schadeloos te houden wegens een borgtocht van eenige van diens onderdanen.
Op 4 maart 1393 gaan Willem Sluter, abt van St Marijenweerde, en Gerijt, heer van Culenborg en van der Leck, een overeenkomst aan ter beslechting van hun geschillen. Op dezelfde dag geeft Willem Sluter aan Gherit het losrecht gedurende 6 jaar van de hofsteden en land in de Nijerpoirt. Op 21 maart 1393 komen burgemeester, schepenen en raad van Nijmeghen overeen met heer Gherit, heer van Cuijlenborgh en van der Lecke, dat hun burgers vrijdom van den tol te Embnc zullen genieten, doch gehouden zijn deze stad aan te doen om de herkomst der goederen en schepen te beëdigen. Op 1 december 1393 'des manendaghes nae sente Andries dach apostel' belooft Gerit, heer van Culenborch en van der Lecke, Johan van Vijanen 400 Geldersche guldens te zullen betalen, zodra de bisschop van Utrecht hem zal hebben beleend met de hofstede van Bloemensteijn met 3 morgen land, gelegen te Honswiick
Op 12 september 1391 'des dinxdaghes nae onser Liever Vrouwendach nativitas' geeft Gerijt van Beesde, knaap, aan heer Gerijt, heer van Culenborch en van der Leck, kwijtschelding van alle grieven die hij of zijn vader hadden. Op 8 november 1391 oorkondt de officiaal van den choorbisschop van Traiectum dat Florentius de Jutfaes, knaap, die zijn geschillen met Gerardus, heer van Culenborch en van Lecka, ridder, over het patronaatschap van Schalcwick heeft bijgelegd, zijn rechten daarop aan heer Gerardus overdraagt. Op 4 januari 1392 'des donredages post circumcisionem domini geheiten Jairsdach' verzoekt Gerit, heer van Culemborch, aan den bisschop van Utrecht om confirmatie op de schenking door de broederschap en zusterschap van Onze Lieve Vrouw van Hemelrick voor het Heilige Kruis altaar in de kerk te Culemborch.
Op 7 april 1392 'opten heiligen Palmdach' erkent Willem van Gulich, hertog van Gelre etc. schuldig te zijn aan heer Gherait, heer van Culenborgh en van der Leck, een som van 1000 rijnsche guldens, en stelt tot borgen voor de terugbetaling heer Johan van Hoentselaer genaamd van den Velde, heer Robbert van Apelteren, ridders, Herman van Wij, ambtman van Tiel en in Nederbetuwe, Gadert van Stampraide, opperrentmeester, Arndt ten Boickoep, ambtman in Veluwe, en Johan van der Capellen, rentmeester van het land van Zutphen. Op 24 februari 1393 'op sente Mathiis dach apostel' belooft Gherijt van Heerler, heer van Poderoijen, om heer Gherijt, heer van Culenborch en van der Leck, schadeloos te houden wegens een borgtocht van eenige van diens onderdanen.
Op 4 maart 1393 gaan Willem Sluter, abt van St Marijenweerde, en Gerijt, heer van Culenborg en van der Leck, een overeenkomst aan ter beslechting van hun geschillen. Op dezelfde dag geeft Willem Sluter aan Gherit het losrecht gedurende 6 jaar van de hofsteden en land in de Nijerpoirt. Op 21 maart 1393 komen burgemeester, schepenen en raad van Nijmeghen overeen met heer Gherit, heer van Cuijlenborgh en van der Lecke, dat hun burgers vrijdom van den tol te Embnc zullen genieten, doch gehouden zijn deze stad aan te doen om de herkomst der goederen en schepen te beëdigen. Op 1 december 1393 'des manendaghes nae sente Andries dach apostel' belooft Gerit, heer van Culenborch en van der Lecke, Johan van Vijanen 400 Geldersche guldens te zullen betalen, zodra de bisschop van Utrecht hem zal hebben beleend met de hofstede van Bloemensteijn met 3 morgen land, gelegen te Honswiick
Op 12 september 1391 'des dinxdaghes nae onser Liever Vrouwendach nativitas' geeft Gerijt van Beesde, knaap, aan heer Gerijt, heer van Culenborch en van der Leck, kwijtschelding van alle grieven die hij of zijn vader hadden. Op 8 november 1391 oorkondt de officiaal van den choorbisschop van Traiectum dat Florentius de Jutfaes, knaap, die zijn geschillen met Gerardus, heer van Culenborch en van Lecka, ridder, over het patronaatschap van Schalcwick heeft bijgelegd, zijn rechten daarop aan heer Gerardus overdraagt. Op 4 januari 1392 'des donredages post circumcisionem domini geheiten Jairsdach' verzoekt Gerit, heer van Culemborch, aan den bisschop van Utrecht om confirmatie op de schenking door de broederschap en zusterschap van Onze Lieve Vrouw van Hemelrick voor het Heilige Kruis altaar in de kerk te Culemborch.
Op 7 april 1392 'opten heiligen Palmdach' erkent Willem van Gulich, hertog van Gelre etc. schuldig te zijn aan heer Gherait, heer van Culenborgh en van der Leck, een som van 1000 rijnsche guldens, en stelt tot borgen voor de terugbetaling heer Johan van Hoentselaer genaamd van den Velde, heer Robbert van Apelteren, ridders, Herman van Wij, ambtman van Tiel en in Nederbetuwe, Gadert van Stampraide, opperrentmeester, Arndt ten Boickoep, ambtman in Veluwe, en Johan van der Capellen, rentmeester van het land van Zutphen. Op 24 februari 1393 'op sente Mathiis dach apostel' belooft Gherijt van Heerler, heer van Poderoijen, om heer Gherijt, heer van Culenborch en van der Leck, schadeloos te houden wegens een borgtocht van eenige van diens onderdanen.
Op 4 maart 1393 gaan Willem Sluter, abt van St Marijenweerde, en Gerijt, heer van Culenborg en van der Leck, een overeenkomst aan ter beslechting van hun geschillen. Op dezelfde dag geeft Willem Sluter aan Gherit het losrecht gedurende 6 jaar van de hofsteden en land in de Nijerpoirt. Op 21 maart 1393 komen burgemeester, schepenen en raad van Nijmeghen overeen met heer Gherit, heer van Cuijlenborgh en van der Lecke, dat hun burgers vrijdom van den tol te Embnc zullen genieten, doch gehouden zijn deze stad aan te doen om de herkomst der goederen en schepen te beëdigen. Op 1 december 1393 'des manendaghes nae sente Andries dach apostel' belooft Gerit, heer van Culenborch en van der Lecke, Johan van Vijanen 400 Geldersche guldens te zullen betalen, zodra de bisschop van Utrecht hem zal hebben beleend met de hofstede van Bloemensteijn met 3 morgen land, gelegen te Honswiick

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Gerrit I heer van van Culemborg HEER van Culemborg & de Lek?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Gerrit I heer van van Culemborg HEER van Culemborg & de Lek

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Afbeelding(en) Gerrit I heer van van Culemborg HEER van Culemborg & de Lek

Voorouders (en nakomelingen) van Gerrit I heer van van Culemborg HEER van Culemborg & de Lek


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. WikiTree, via https://www.myheritage.nl/research/colle...
      Gerrit I heer van Culemborg, heer van dGeslacht: ManGeboorte: 1336Huwelijk: 6 jul 1371Overlijden: 28 mei 1394Vader: Hubert II van Bosinchem, Heer van CMoeder: Jutta Petersdr van der Leck, aka Lek; LEchtgenote: Bartha van EgmondKinderen: Gerrit (Gerard) van Culemborg, Heer van MJutta van CulemborgHubert van Culemborg, Heer van dZweder van CulemborgArnold van CulemborgPeter van CulemborgBertha van CulemborgMathilde van CulemborgMechteld van CulemborgMargriet van CulemborgJohan III heer van Culemborg, Heer van CBroers/zusters: Hendrica van CulemborgJutta van CulemborgHenrica van CulemborgJohan II van CulemborgPeter van Culemborg, heer van BMechtild van CulemborgMaria van CulemborgJutta Hubrechts van Culemborg
      www.wikitree.com
    2. Liebeek Web Site, Arie Liebeek, via https://www.myheritage.nl/person-1524705...
      Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen

      Stambomen op MyHeritage

      Familiesite: Liebeek Web Site

      Familiestamboom: 356104371-1
    3. Geni World Family Tree, via https://www.myheritage.nl/research/colle...
      Gerrit on und zu Culemburg, IGeslacht: ManRoepnaam: Gerard, CulemborchGeboorte: 1336Huwelijk: Echtgeno(o)t(e): Bertha van Egmond - 1371Overlijden: 28 mei 1394Vader: Hubert van Culemborg (geboren van Beusichem)Moeder: Jutta Pietersdr (geboren Vrouwe van De-Leck Vrouwe van Werth)Echtgenote: Bertha van EgmondKinderen: Johan Onbekend, Gerrit van Culemborg, Jutta van Culemborg, Hubert van CulemborgBroers/zusters: Mechtild (geboren van Culemborg), Pieter van Culemborg, Jan van Culemborg, Jolanthe (geboren van Culemborg), Maria (geboren van Culemborg), Judith (geboren van Culemborg), Mathilde (geboren van Culemborg), Hendrika (geboren van Culemborg)
      The Geni Wereld Stamboom kan gevonden worden op http://www.geni.com" target="_blank">www.Geni.com. Geni is eigendom van en wordt uitgevoerd door MyHeritage.

    Historische gebeurtenissen

    

    Dezelfde geboorte/sterftedag

    Bron: Wikipedia


    Over de familienaam Van Culemborg HEER van Culemborg & de Lek


    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Jennie Kanis, "Kwartierstaat van Jennigje (Jennie) Kanis", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/voorgeslacht-van-jennigje-kanis/I501340.php : benaderd 12 mei 2024), "Gerrit I heer van van Culemborg HEER van Culemborg & de Lek (1336-1394)".