Hij is getrouwd met aeriaenke LEENDERTSDR..
Zij zijn getrouwd in het jaar 1556, hij was toen 26 jaar oud.
Kind(eren):
Boer in het Oudeland van Carnisse, hoogheemraad van Barendrecht in 1574, heemraad 1568, 81 en dijkgraaf van West-Barendrecht en Carnisse 1576/84. Landeigenaar in Barendrecht en Carnisse. Grafschrift in de kerk van Barendrecht: "HIER LEYT BEGRAVE SEBASTIAEN LOUWENSZ. DIJCKGRAVE VA WESTBARENDREGHT EN CARNISSE STERF DEN XXVI JULIUS AO XVCLXXXIIII". Aan de onderzijde van de zerk staat links: "VDALEM" en rechts "GRAF". Wellicht was hij een telg van een geslacht van Dalem. Het wapen op de zerk vertoont drie paalswijs geplaatste ketelhaken. [Merkwaardigerwijze voert ook Lodewijk van Ghiessen, ca. 1450/1500, via de vrouwelijke lijn afstammend van Floris Louwertsen van Dalem, een wapen met 3 ketelhaken, wellicht betreft het dezelfde familiegroep?].
boer in het Oudeland van, geboren circa 1530 te Barendrecht, overleden op 26-07-1584 te Barendrecht, begraven te Barendrecht. In 1557 gebruikte Bastiaen Lourisz. percelen van 2,5 morgen en van 16 morgen in
huur in Carnisse en in het nieuw bedijkte (buiten)land aldaar 1/2 morgen,
terwijl hij daar 5 morgen 2 hont eigen land gebruikte. Als 'Sebastiaen Lourisz.'
is hij in 1557 genoemd bruiker van 2 morgen eigen land in het Nieuwe Buitenland
van Oost-Barendrecht en als 'Sebastiaen Lauwe zoon' werd hij over 1557 geboekt
als bruiker 2,5 morgen in Nieuw-Pendrecht, huurland toebehorende aan de heer van
Rhoon. Hiermee is hij ook genoemd in het penningkohier over 1561, waarbij de
huurcedulle van 1-4-1557 was vertoond. In 1561 had hij in Carnisse percelen van
8 morgen, 1,5 roeden en 2,5 roeden in huur, alsmede in het nieuw bedijkte land
van Carnisse 7,5 morgen.
Van, ongetwijfeld zijn zuster, Grietgen Louwen in Barendrecht gebruikte hij daar
nog 2 (of 7) morgen 5 hont en ernaast lag een perceel van 5 morgen 2 hont dat
hij zelf gebruikte. Sebastiaen Louwen in Barendrecht kocht in 1572 of 1573 3
morgen 450 roeden in het Nieuweland van Barendrecht en 2 morgen 300 roeden in
het Oudeland aldaar. Deze landerijen waren geannoteerd goed van joncheer Johan
van Mathenesse. Sebastiaen zou in drie termijnen de koopsom voldoen. De lopende
'paye' was verschenen Kerstmis 1573, waarvoor 263 pond werd voldaan. Er was toen
nog een restant van 1162 pond.
sebastiaen laurisz van DALEM(nn) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1556 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aeriaenke LEENDERTSDR. |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.