Stamboom Van der Waal » lijsbeth benjaminsdr VISSER (1706-1747)

Persoonlijke gegevens lijsbeth benjaminsdr VISSER 

• Zij is geboren in het jaar 1706 in puttershoek.
• Zij is overleden op 23 augustus 1747 in puttershoek, zij was toen 41 jaar oud.
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 23 augustus 2015.

Gezin van lijsbeth benjaminsdr VISSER

Zij is getrouwd met huijbert cornelisz. DECKER.

Zij zijn getrouwd op 25 oktober 1722 te puttershoek, zij was toen 16 jaar oud.

Kind(eren):

1. cornelis DECKER  1723-????
2. jacobus huijbertsz DEKKER  1724-1777 
3. adrianus DECKER  1726-????
4. jan DECKER  1728-???? 
5. adrianus DECKER  1730-????
6. arie DECKER  1732-????
7. ariaantje DEKKER  1736-???? 
8. rebekka DECKER  1739-????

Notities over lijsbeth benjaminsdr VISSER

1
DE DUISTERE HERKOMST VAN LIJSBETH BENJAMINSDR. VISSER
(VOOR 1702-1743) TE PUTTERSHOEK
door
K.J. Slijkerman
Op 2 oktober 1722 verschenen Huybert Corn(elis) Decker en Lijsbeth Benjemens Visser voor de
gaarder te Puttershoek om hun voorgenomen huwelijk aan te geven. De bruidegom was nog
minderjarig en geassisteerd met zijn moeder Rebecka Jans Broeckhuyse. De bruid was
‘meerderjarige Dogter’ en behoefde geen assistentie en was evenals Huybert woonachtig te
Puttershoek. Lijsbeth moet derhalve voor haar verloofde, dus voor lente 1702, geboren zijn. De
toekomstige echtelieden waren schaars met aardse goederen gezegend en verkregen dan ook akte
pro deo. De schrijfkunst waren zij ook niet machtig en plaatsten daarom hun handmerkje onder
de akte.
Op 25 oktober 1722 trouwden zij te Puttershoek, waarbij - in tegenstelling tot de bruidegom - van
Lijsbeth geen plaats van geboorte of herkomst werd opgetekend, maar slechts de vermelding dat zij
te Puttershoek woonachtig was. Huybert was op 30 april 1702, tezamen met kennelijk zijn
tweelingbroer Jacob(us), te Puttershoek ten doop gehouden. Hij was een zoon van de Puttershoeker
Cornelis Jansz. Decker bij diens derde vrouw Rebecca Jansdr. Broeckhuysen uit Bergschenhoek.
Vader Cornelis was vermoedelijk riet- of leidekker van beroep, want zijn vader Jan Huyberden
komt uitsluitend onder patroniem voor, terwijl zijn grootvader Huybert Maertensz. zich met de
naam Post tooide.
Is over het voorgeslacht van Huybert Cornelisz. Decker het nodige te vinden;1 dat van zijn vrouw
Lijsbeth Benjaminsdr. Visser is echter in nevelen gehuld. Een in aanmerking komende doop van
een Lijsbeth als dochter van een onder patroniem of met een andere familienaam genoemde
Benjamin of Benjamin Visser is in de onvolprezen fichescollectie van het streekmuseum te
Heinenoord niet te vinden. Er komt maar een eventueel in aanmerking komende Lijsbeth
Benjamins in de bewaard gebleven doopregisters in de Hoeksche Waard voor en wel de Lijsbeth
die op 2 januari 1701 te Nieuw-Beyerland werd gedoopt als dochter van Benjamin Jacobs
Bosschieter en Ariaentje Willems Verlaer. Dit echtpaar had daar in 1685 en 1693 ook al
gelijknamige en ongetwijfeld jong overleden dochters laten dopen. In de Hoeksche Waard is nadien
geen spoor van deze Lijsbeth Benjaminsdr. Bosschieter te vinden en ook onder de doopgetuigen
van de talrijke kinderen van haar broeder Willem Benjaminsz. Bosschieter te Nieuw-Beyerland in
de periode 1720-1736 zoekt men haar naam tevergeefs. Het echtpaar Bosschieter-Verlaer was uit
Nieuw-Beyerland afkomstig, alwaar hij tussen 1675 en 1687 schoon te maken wateringen kreeg
aanbesteed.
Ariaentje was de dochter van Arie Willemsz. Verlaer, schoolmeester te Nieuw-Beyerland. Bij de
kinderen van het echtpaar Decker-Visser komt geen enkele maal een Bosschieter of aan deze
familie gerelateerde personen als doopgetuige voor. Allemaal lijken zij tot de familiekring van
vader Huybert Decker te hebben behoord.
Op 23 november 1721 was te Nieuw-Beyerland een Benjamin Visser doopgetuige voor een kind
van Jacobus Visser en Susanna Casteleyn. Deze personen behoorden duidelijk tot een andere
sociale groep dan Lijsbeth Benjaminsdr. Visser. De vader van de genoemde dopeling kwam op 6
augustus 1712 met attestatie van Simonshaven naar Nieuw-Beyerland, alwaar hij secretaris werd.
Nadien, in 1724, vervulde hij dit ambt te Goudswaard, waar hij ook vendumeester was. In 1734
2
was hij schout van Nieuw-Beyerland en een jaar later is hij genoemd als rentmeester van die
ambachtsheerlijkheid. In 1750 was hij daar heemraad.
Tussen 1720 en 1732 liet het echtpaar Visser-Castelyn kinderen te Nieuw-Beyerland dopen,
waarbij ook een Dina Visser, weduwe van Johannes de Jong, als doopgetuige optrad. Daarnaast
was er bijvoorbeeld ook een persoon als ambachtsheer Wolphert Nobeling doopgetuige. Was deze
doopgetuige Benjamin Visser dan misschien de vader van de arme Puttershoekse inwoonster
Lijsbeth Benjaminsdr. Visser ? Dit vaderschap zou dan in illegitieme lijn gezocht moeten worden,
want het is ondenkbaar dat de wettige dochter van een dergelijk in 1722 nog in leven zijnde
persoon met min of meer voorname connecties haar huwelijkspartner zou kunnen hebben gevonden
in een Puttershoekse pauper.
Over de levensloop van Lijsbeth Benjaminsdr. Visser valt niet veel meer te melden Op 19 april
1726 deed zij te Puttershoek belijdenis en met haar man liet zij daar de volgende kinderen dopen:
1. Cornelis, 1 augustus 1723 (get. Ary Corn. Dekker, Rebecca Jans).
2. Jacobus, 3 december 1724 (get. Teuntje Ariens Vogelaar).
3. Adrianus, 20 november 1726 (get. Bastiaantje Bastiaans van Rhijn).
4. Jan, 22 mei 1728 (get.Percijntje Ariens de Graaf).
5. Adrianus, 1 oktober 1730 (get. Adriaentje Jans Injoel, Ysbrant Potuit).
6. Arie, 10 augustus 1732 (get. Rebecca Jans Broekhuizen).
7. Arie, 11 april 1734 (get. Rebecca Jans Broekhuizen).
8. Ariaantje, 10 juni 1736 (get. Bastiaentje Bastiaens van Rijn).
9. Rebekka, 1 juli 1739 (get. Rebecca Jans Broekhuizen).
Is het toeval dat er onder deze dopelingen ook een dochter Ariaantje is ? Was dit kind dan
vernoemd naar Ariaentje Willems Verlaer ?
Op 9 juli 1743 gaf Huybert Decker voor de gaarder te Puttershoek het lijk aan van zijn vrouw; zoals
te verwachten voor pro deo. Kort voor zijn tweede huwelijk, op 16 september 1746, stapte hij naar
de schout en schepenen van zijn dorp en kwam met schout en secretaris Jasper van Vliedt als
oppervoogd der wezen tot een akkoord over het moederlijk bewijs aan zijn kinderen. Huybert
verklaarde dat zijn vrouw Lijsbeth Benjamin Visser was komen te overlijden met nalating van vijf
kinderen, waarvan er nog vier minderjarig waren: Cornelis, Jacobus, Jan, Ary en Aryaantje, zonder
dat zij over haar goederen had gedisponeerd. De kinderen hadden derhalve recht op de halve
boedel, maar aangezien deze ‘alleenlijck is bestaande uijt eenige weynige meubeltjes, soo dat bij
vercoopinge (naar aftreck van de costen) niets voor de gemelte weeskinderen soude comen
overteschieten maar integendeel tecort comen’, kwam Huybert met de schout tot de overeenkomst
dat hij in de volledige boedel zou blijven zitten, de schulden daarvan op zich zou nemen en zijn
kinderen naar behoren zou opvoeden tot meerderjarigheid of eerder huwelijk. Vervolgens zou elk
kind 1 gld. uitgereikt krijgen.2
Huybert restte trouwens ook nog weinig tijd; op 2 oktober 1746 hertrouwde hij als weduwnaar van
Lijsbet(h) Visser te Puttershoek met Willemyna Willemse Roest, weduwe van Johannes Fey,
eveneens woonachtig te Puttershoek. Uit dit huwelijk werd daar op 23 juli 1747 nog een dochter
Rebekka ten doop gehouden. Nog geen jaar later kwam ook Huybert Decker te overlijden en zijn
lijk werd op 11 juni 1748 voor pro deo voor de gaarder te Puttershoek aangegeven.
Ondanks onderzoek in de fichescollectie van het streekmuseum te Heinenoord en specifiek in de in
aanmerking komende archivalia van Puttershoek in het Nationaal Archief, werd het raadsel rond de
3
herkomst van Lijsbeth Benjaminsdr. Visser niet opgelost. Misschien was zij bijvoorbeeld als
dienstmeid zonder naaste familie van buiten de Hoeksche Waard in Puttershoek in betrekking
gekomen zonder er ook maar een spoor van haar herkomst achter te laten. Een grondig onderzoek
naar de betreffende familie Visser op Voorne/Putten, en in het speciaal naar de persoon van de in
1721 te Nieuw-Beyerland vermelde doopgetuige Benjamin Visser, zou ook een tipje van de sluier
kunnen oplichten.
In 1987 correspondeerde ik over Lijsbeth met thans wijlen de heer J.L. Verhoeven, die vele jaren
lang baanbrekend werk heeft verricht met het opbouwen van de voornoemde fichescollectie en
goed thuis was in de bevolking van de Hoeksche Waard van weleer. Hij schreef mij in 1987:
‘Persoonlijk houd ik het erop dat zij (Lijsbeth) te Nieuw-Beyerland gedoopt is 2 januari 1701 en
een dochter van Benjamin Jacobsz. Bosschieter en Ariaentje Willems Verlaer was. Jammer dat er
niet ergens een nadere aanwijzing is te vinden voor ondersteuning van deze stelling’.
Is dit inderdaad het goede spoor of toch niet ?
NOTEN
1. K.J. Slijkerman, Duizend jaar voorgeslacht
2. NA, ora Puttershoek 15, fol. 139 e.v.(Rotterdam 1987), blz. 95 e.v.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot lijsbeth benjaminsdr VISSER?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!