Hij is getrouwd met gerritje KRAAK.
Zij zijn getrouwd op 14 augustus 1919 te oud-beijerland , hij was toen 21 jaar oud.Bron 1
Kind(eren):
sigarenmaker.
Sigarenindustrie
Op mijn verzoek (S.) schreef Jan W. van der Linden, die 57 jaar bij de firma Kruithof werkzaam is geweest, het volgende.
In een beschrijving van de gemeente Oud-Beijerland mag ook de sigarenindustrie niet vergeten worden, In de tijd dat de via nog bloeide, was het de heer Arie Kruithof van Heinenoord, die in het jaar 1878 hier een sigarenfabriek en sigarenwinkel opende. Hij kocht daarvoor een pand aan de Molendijk en richtte de voorzijde in voor winkel en het daarachter gelegen gebouw voor fabriek. De zich boven de winkel bevindende zolder diende voor het sorteren en drogen van sigaren. Het beneden- gedeelte vanhet achterste pand diende voor opslagplaats van de ruwe tabak en daarboven was de werkplaats van de sigarenmakers. De zolder was bestemd voor het drogen van tabak, het zogenaamde binnengoed. Aanvankelijk begonnen met vier sigarenmakers en met leerjongens, werden er per week ongeveer 7 â 8 duizend sigaren gemaakt. Hoewel het niet veel meer voorkwam, werd er uitsluitend handwerk gemaakt. De meeste fabrieken maakten toen al hand- en vormwerk. Handsigaren zijn die, welke geheel zonder bijkomstigheden met de hand worden afgewerkt. Vorm-sigaren zijn sigaren, waarvan de wikkels of bosjes eerst in een vorm worden gelegd en geperst om zodoende een meer uniform model te krijgen.
Als bewijs, dat er toen behoefte aan sigaren was, moge dienen dat men de eerste tijd geen gelegenheid had om ze te sorteren en te laten drogen, maar dat men ze zo onder de hand vandaan verkocht.
De werktijd der sigarenmakers was des zomers van s morgens 6 tot s avonds 8 uur en s winters van 8 tot 9 uur, dus zeer lange dagen, waarbij nog kwam, dat men s morgens en s avonds op de fabriek de boterhammen at. De lonen varieerden van f 4, tot f 8, per duizend en gemiddeld werden er per man 15 â 1800 per week gemaakt.
Na verloop van tien jaar werd de fabriek, waar 12 sigarenmakers en 8 leerjongens geplaatst konden worden, te klein en werd in een klein onderhuisje een viertal sigarenmakers ondergebracht. In 1890 werd de toestand onhoudbaar en werd er op de bestaande fabriek een verdieping aangebracht waar 40 personen geplaatst konden worden. Op de gehele fabriek was toen plaats voor 60 man, groot en klein.
Het grootste deel der gemaakte sigaren werd verscheept naar Indië en wel de duurste soorten, variërende van 3 tot 10 cent per stuk. De meest bekende Hollandse sigaar was de Niagara â 21/2 cent en de Faust â 3 cent per stuk. Deze merken stonden hoog aangeschreven. De Schiller â 2 cent en de Flores en de Nectar â 6 voor 10 cent waren zeer goede volkssigaren.
Tot dusver was er nog maar één fabriek. Maar in 1891 was het Jilles Mast, die het ondernam ook een fabriek te stichten. Voorlopig werd die ondergebracht in een pand aan de Beneden Oostdijk, maar al na een jaar werd een gebouw aan de Haven dam voor fabriek ingericht. Na verloop van enige jaren was ook deze inrichting te klein en toen werd in de Kerkstraat een naar de eisen des tijds ingerichte fabriek gebouwd. Dat was in 1899. Dit is ook een zeer bloeiende fabriek geweest, waar een 20-tal sigarenmakers gedurende enige jaren werk heeft gevonden. Deze fabriek werkte alleen voor de Hollandse behoefte en is in 1937 wegens gebrek aan een op volger en malaise in de sigarenindustrie opgeheven.
Tot aan 1897 waren er dus twee sigarenfabrieken. In Klaaswaal werkte al sinds enige tijd de firma Klok & Co. en deze verplaatste de zaak in dat jaar naar een perceel aan de Havendam. Deze fabriek, die in hoofdzaak voor Brabant werkte, breidde zich uit en zo werd aan de Nobelstraat een nieuwe fabriek ,,De VIjt ge bouwd. Daar deze in hoofdzaak een volkssigaar maakte, was het uit de aard der zaak meest goedkoop werk. Dat neemt niet weg, dat er gemiddeld 30 â 40 duizend sigaren per week gemaakt werden. Ook deze fabriek heeft het niet verder dan tot 1913 kunnen brengen en is toen naar Noord-Brabant overgeplaatst. -
In het jaar 1913 was het Jacobus de Jong, één der sigarenmakers van Kruithof, die voor zichzelf ging werken op de bovenzaal van een café aan de Molendijk. Na enige tijd werd door hem in een voormalig café op het Havenhoofd, een fabriek ge opend, de ,,Deliplant, met als hoofdmerk-sigaar ,,De Roofridder. Ook hier hebben ongeveer 20 mensen tot 1926 werk gevonden, doch ook deze onderneming is ge leidelijk verdwenen.
Door de invoering van sociale wetten en het groter wordende afzetgebied werd de sigarenfabriek ,,Het Wapen van Oud-Beijerland, zo heette de fabriek van Kruithof, te klein en moest men uitzien naar een betere gelegenheid. De inmiddels groot ge worden zoons, ook opgenomen in de zaak, kochten aan de Oostkade een stuk grond en bouwden daar in 1911 een fabriek. Op de benedenverdieping bevonden zich de opslagplaats van tabak, het schaftlokaal, het verpakkingslokaal en het privé-kantoor. Op de eerste verdieping was de sigarenmakerswerkplaats, waar 50 man plaats kon nemen en daarboven waren de sorteerderj, het magazijn, de droogkamer en de sol-
deerderj. Op de zolder was een drogerij voor tabak, ook wel eens de apotheek
genoemd, omdat hier naar een passende samenstelling van de tabak gezocht werd.
Om volledig te zijn, moeten nog twee fabrieken genoemd worden, die er in de
jaren, gelegen tussen 1878 en 1945 ook geweest zijn, dit zijn die van Frits Uil, die
al zeer spoedig naar Rotterdam verhuisde en van Marinus Tuk, die Vrij spoedig ver-
dween. De vier fabrieken, nI. van Kruithof, van Mast, van Klok en Linders en van De
Jong leverden met elkaar per week 150 â 160 duizend sigaren, waardoor ongeveer 120
mensen hun brood verdienden.
Reeds lang behoren die fabrieken tot het verleden; de oorlog heeft er een eind aan
gemaakt en na de oorlog waren de maatschappelijke toestanden zozeer veranderd,
dat ze geen reden van bestaan meer hadden. Met ingang van 1 april 1950 werd de
bovenverdieping van de fabriek van Kruithof als confectie-atelier van de fa. Hertz-
berger te Rotterdam ingericht en enkele jaren later was het gehele gebouw bij deze
firma in gebrutk en in eigendom.
Alleen een bescheiden fabriekje en een thuiswerker hebben hun oude bedrijf nog enkele jaren kunnen voortzetten terwiJl twee andere thuiswerkers zich na de oorlog nieuw gevestigd hebben. Doch ook dit alles is al weer meer dan 15 jaar verdwenen. Nietsis er meer overgebleven van wat eens een bloeiend bedrijf was in ons dorp.
(uit vervlogen dagen K. Siderius)
willem MOURITS | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1919 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gerritje KRAAK |