Pieter Jansz. Schelling wordt vermeld in de polderrekeningen van St. Anthoniepolder over 1698-1702 (fol. 189). Hij betaalde toen jaarlijks 12 stuivers erfpacht over 12 roe erf, welk erf op 15-7-1677 was uitgegeven.
Op 8 juni 1686 kocht hij van Cornelis Bastiaansz Gelderblom huis no. 60 aan de Polderdijk te St. Anthoniepolder.
Op 25-8-1690 (R.A. St. Anthoniepolder) maken Pieter Jansz Schelling en Janneken Andriessen Maegdenburch voor de schepenen Jan Gijsbertsen en Pieter Eeuwitte van Luyck hun testament op. Zij zijn dan "beijde sieckelijck van lichame te bedde leggende doch beijde haer verstant, reden, memorij ende vijf sinnen wel machtigh ende volkomentlijck gebruijckende". Zij benoemen elkaar tot erfgenaam.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.