Jacobus Hagenaars is ingeschreven voor de Nationale Militie voor de lichting van het jaar 1854. Bij de loting is hem nummer 131 toegevallen en vervolgens is hij wegens lichaamsgebreken van dienst vrijgesteld.
Na het overlijden van Jacobus Hagenaars wordt op 2 maart 1896 door de notaris een beschrijving opgesteld van de nalatenschap voor de echtgenote en de erfgenamen. Tot deze laatste behoren: Waltherus, Johannes, Petrus, Adrianus en Cornelia Hagenaars gehuwd met Jacobus Bruijs, broers en zuster alsmede Maria Johanna Crusio, weduwe van Thomas Hagenaars (een overleden broer), als voogdes van hun minderjarige kinderen Johanna en Waltherus Hagenaars. Tot de nalatenschap behoren de onroerende goederen, bestaande in vier huizen en een ijzerfabriek met huis en inventaris, alle gelegen aan de Rulstraat in Oosterhout, alsmede een perceel dennenbos in Loevestein aldaar. Voorts tal van roerende goederen o.a. meubilair, bedderie, kleding, keukengerei en snuisterijen. Op het erf zijn aanwezig: 8 kippen met een haan, 3 karren en een ezel, een varken en 3 geiten. Tot de schulden ten laste van de boedel behoren drie hypothecaire vorderingen en een aantal openstaande nota's. De schulden van de huwelijksgemeenschap groot f 7444,89 overtreffen de baten ad f 7285,77 1/2 en de erfgenamen weigeren nu de acte te ondertekenen om zich niet te binden voor de schulden.
[175 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, locatie Oosterhout, Notariëel Archief, inv no 464, acte 28, dd 2 maart 1896.]
Met dit standpunt komt de verdeling van de boedel in het gedrang en kunnen diverse schulden niet door de weduwe Hendrika Martens worden betaald. Zij dient daarom bij de arrondissements-rechtbank in Breda een verzoekschrift in, waarin zij vraagt om de onroerende goederen in het openbaar te mogen verkopen. Na hoor van de mede-gerechtigden wordt het request door de rechtbank, op 22 mei 1896, ingewilligd.
[176 - Bron:Regionaal Archief West-Brabant, locatie Oosterhout, Notariëel Archief, inv no 464, bijlage bij acte 88, dd 7 juli 1896.]
Als effect van deze uitspraak wordt op 7 juli 1896, 's avonds om 7 uur in het koffiehuis van Johannes Martens aan de Kruisstraat in Oosterhout, onder leiding van de notaris, de openbare verkoop gehouden. Het te verkopen onroerend goed wordt ingezet in drie kopen door Adrianus Kools, broodbakker in Oosterhout.
[177 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, locatie Oosterhout, Notariëel Archief, inv no 464, acte 8, dd 7 juli 1896.]
In vervolg daarop wordt op 21 juli 1896, 's avonds om 7 uur in het koffiehuis van de kinderen van Jan Princee aan de Rulstraat in Oosterhout overgegaan tot de openbare verkoop van de onroerende goederen bij finale toewijzing. De blokken worden gemijnd door Hendrikus Marinus Hagenaars, ijzergieter te Oosterhout, als gemachtigde van Hendrika Martens, voor een bedrag van f 5470,= en vervolgens toegewezen.
[178 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, locatie Oosterhout, Notariëel Archief, inv no 464, acte 91, dd 21 juli 1896.]
Hij is getrouwd met Henrica Martens.
Zij zijn getrouwd op 18 september 1873 te Oosterhout, hij was toen 38 jaar oud.Bron 3
Op 9 februari 1875 maken Jacobus Hagenaars en Henrica Martens hun testament; zij legateren over en weer het vruchtgebruik van hun gehele nalatenschap, zonder verdere verplichtingen.
[174 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, locatie Oosterhout, Notariëel Archief, inv R 1874-1875, acte 1525 en 1526, dd 9 februari 1875.]
Jacobus Hagenaars | ||||||||||
1873 | ||||||||||
Henrica Martens |