Stamboom Van Dijk » Gijsbrecht Wouter van den Dijck (1440-1500)

Persoonlijke gegevens Gijsbrecht Wouter van den Dijck 

• Hij is geboren in het jaar 1440 in Oirschot, Gemeente Oirschot, Noord-Brabant, Nederland.
• Hij is overleden in het jaar 1500 in Oirschot, Gemeente Oirschot, Noord-Brabant, Nederland, hij was toen 60 jaar oud.
• Een kind van Wouter van den Dijck en Heijlwich Aert Celen van den Achter

Gezin van Gijsbrecht Wouter van den Dijck

Hij is getrouwd met Lisbeth Goijaert Smollers.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1465 te Oirschot, Gemeente Oirschot, Noord-Brabant, Nederland, hij was toen 25 jaar oud.

Kind(eren):

1. Jacob Gijsbrecht Wouters van den Dijck  
2. Henrick Gijsbrecht Wouters van den Dijck  
3. Aleijt Gijsbrecht Wouters van den Dijck   

Notities over Gijsbrecht Wouter van den Dijck

=================012=====================
P 196-r)
Op 12 oktober 1464 (attentie jaartal !, JT) zijn in de gebannen
vierschaar Verschenen de familie en vrienden zijnde Philps en
Ghevaert, broers en kinderen van wijlen Jan van Geldrop, enerzijds en
verder Wouter van den Dijck met zijn kinderen ter andere zijde en
hebben zich onderworpen aan de zoenuitspraak die gedaan zal worden
door 8 goede mannen. Dat betreft de dood die is veroorzaakt door
Gijsbrecht zoon van genoemde Wouter van den Dijck op de persoon
van Lonis zoon van Jan van Geldrop. De bemiddelaars zijn heer Jan
van Geldrop, kanunnik van Oirschot, Henrick van Eijk, baljuw van
Dendermonde, Bartholomeus die Momber en Daniel van Vlierden
namens de dode partij en verder heer Vranck van Boert deken te
Oirschot, heer Joerden Ansems pastoor te Wijn (of Wijk?, JT), verder
Willem Everaerts als schout van de heer van Merode, als heer van
Oirschot. De uitspraak is als volgt. Wouter en diens zoons moeten een
knieval doen en de genoemde broers om vergiffenis vragen en hen
verzoeken om hem en zijn zoons de misdaad te willen vergeven.
Daarna zullen Wouter en diens zoon voor het zieleheil van de
vermoorde missen laten opdragen en een kloostergewin moeten laten
doen zoals dat hoort en wel een dertigste in de kerk van Oirschot,
binnen 17 weken na datum van deze brief en hij moet bewijs
overleggen dat zulks is gebeurd.
Verder zullen Wouter en diens 4 zoons ieder van hen in de kerk van
Oirschot een wassen kaars brengen van elk een pond gewicht, Verder
zal Wouter in 3 termijnen om de 17 weken een totaalbedrag van 100
zoenguldens betalen, elk van 10 stuivers en dat te brengen voor het
St. Jorisaltaar en te overhandigen aan hun oom heer Philips van
Geldrop en aan Dirck Goessens die optreedt namens de genoemde
Gevaert van Geldrop. Verder zal hij aan genoemde heer Philips en aan
Dirck ten behoeve van de natuurlijke kinderen van de vermoorde Lonis
van Geldrop die de derde termijn ervan betalen, maar de twee andere
termijnen zijn bestemd voor het kind dat nog geboren moet worden en
waarvan Henrick (?) Goijaerts van der Vloten in verwachting is. Indien
een van de kinderen van Lonis komt te overlijden voordat het
meerderjarig is, dan versterft dat deel op de overlevende ven hen en
als ze allen zouden zijn overleden voordat ze meerderjarig zijn, dan
versterft dat bedrag op de wettige erfgenamen van genoemde Lonis
en het geld zal belegd worden op de voordeligste wijze ten behoeve
van die kinderen, Voor die laatste termijnen zal heer Philips en Dirck
goed bewijs overleggen aan de broers van Lonis. Verder moeten
Wouter en diens zoons 5 bedevaarten houden naar het H. Bloed en dat
wordt getaxeerd op een waarde van 13 Rijnsguldens. Daarvan krijgen
de 2 broers van Lonis 4 Rijnsguldens, voor de kosten die door Wouter
van de Velde en door Philips zijn gemaakt reserveert men 2
Rijnsguldens, Philips voor zijn kosten krijgt 1 Rijnsgulden, de dokter
krijgt een Rijnsgulden, de klerk een halve Rijnsgulden, verder
reserveert men anderhalve Rijnsgulden voor de kosten van de
bevalling en de schout en de schepenen voor hun moeite krijgen 4
Rijnsguldens. Verder mag Gijsbrecht Wouters van den Dijck als hij niet
geboeid onder het volk komt, niet in enige herberg te Oirschot komen
waar Philips of Gevart zijn, behalve als hije r zelf als eerste zou zijn.
Dit is onze uitspraak en als er onduidelijkheden zijn, behouden de arbiters
het recht om uitleg te geven. Wouter moet de 13 Rijnsgulden binnen
een maand na datum van de brief betalen en als er wat overschiet,
zullen de arbiters dat naar hun keuze besteden. Getuigen Catwijk,
Claes, Snepschuet en Vos.

Gijsbrecht Wouters van den DIJCK

Familienaam • Index 103.218 • Vader 206.436 • Moeder 206.437

Overleden voor 1488
ORA Oirschot (Toirkens 125a fol 116 no 276 dd 31-1-1488) Elisabeth Goijaert Smollers en haar dochter Aleijt die Elisabeth had verkregen bij Gijsbrecht Wouters van den Dijck met hun voogden hierbij, verkopen aan Adriaen Goijaert Smollers het 1/6e deel van een huis, tuin etc., b.p. Jan Dirck Henricks, de gemeijnte. Nog het 1/6e deel van een beemd onder Best, b.p. Aelbrecht van Gheenen, de gemeijnte.

ORA Oirschot (Toirkens 126a fol 14v no 72 dd 10-5-1495) Thijs Peter Roefs (van den Toerken, JT) als man van Aelijt en verder Lisbeth weduwe van Gijsbrecht Wouters van den Dijck met haar voogd hierin, verkopen hierbij Rutger van den Stayakker een huis, tuin etc., groot ca. 3 en een halve lopenzaad gelegen in herdgang Aerle, b.p. het erf van de koper, Adriaen Goijaert Smollers, de gemeijnte. De koper moet hieruit jaarlijks 16 lopen rogge betalen.

ORA Oirschot (Toirkens 130b fol 3v no 13-14 dd 8-1-1529) Eerder had in dertijd Jacop Wouters van den Dijck met meer andere goede mannen aan Lucas Everaerts van den Horenvenne ten behoeve van de oprichting van een nieuwe Fundatie in de St. Peterskerk te Oirschot aan de noordzijde, die een mud rogpacht beloofd, zonder daarbij nadere specificatie te geven van wie of van waar de pacht geheven zou worden, zoals in een schepenbrief van Oirschot nader is vermeld. Daarom zijn nu hier voor schepenen verschenen Wouter Gooris van Kuijck, Mathijs Peter Roefs als man van Aleijt dochter van wijlen Gijsbrecht Wouters van den Dijck, en nog Aert Thomas van den Ven voor henzelf handelend en voor hun mede-erfgenamen, zijnde allen erfgenamen van wijlen Jacop Wouters van den Dijck, en hebben nu met schepenbrieven van Oerle, en alle rechten daarin, een jaarlijkse rogpacht overgedragen van 12 en een halve lopen rogge uit een rogpacht van 19 lopen rogge, maat van Oerle, ten behoeve van de nieuwe fundatie van O.L. Vrouw aan de noordkant. Die 19 lopen rogge hadden eerder Henrick, Corstiaen en Jan, broers en Katalijn hun zuster met haar voogd als wettige kinderen van Ansem Henrick Ansems en diens vrouw Luitgaerd, jaarlijks beloofd aan hun oom Korstiaen, op onderpand van een hoeve etc. gelegen in de plaats Wintelre, b.p. de kinderen van Godevaerts Salen, verder rondom in de gemeijnte, behalve een heiveld dat er tussenin ligt. Die 19 lopen rogge had Jacop weer verkregen van genoemde Corstieen conform een schepenbrief van Oerle. Genoemde Aert Thomas van de Venne doet er afstand van met instemming van zijn moeder Yda. De vermelde 12 en een halve lopen rogge per jaar zijn aflosbaar met 60 gouden Karolusguldens. (Idem 14) Eerder had Heijlwich wettige vrouw van Jacop Wouters van den Dijck met instemming ook van haar man, in haar testament aan haar neef Willem van Berze, die in dertijd haar dienstknecht was, die een half mud rogge per jaar rogpacht nagelaten, zolang hij zou leven en na zijn dood zou die vervallen aan de H. Geest van Oirschot, en te betalen volgens aanwijzingen daarin van de langstlevende, zoals is vastgelegd voor heer Corstiaen van der Heijden als notaris en getuigen. Omdat dat halve mud rogge echter niet nader gespecificeerd was, zijn daarom hier voor ons schepenen verschenen Wouter Gooris van Kuijck, Mathijs Peter Roefs als man van Aleijt dochter van wijlen Gijsbrecht Wouters van den Dijck, en nog Aert Thomas van den Ven in aanwezigheid van zijn moeder Yda, voor henzelf handelend en voor hun mede-erfgenamen, zijnde allen erfgenamen van wijlen Jacop Wouters van den Dijck en hebben nu met schepenbrieven van Oerle, en alle rechten daarin, een jaarlijkse rogpacht overgedragen van 6 en een halve lopen rogge uit een rogpacht van 19 lopen rogge, maat van Oerle aan Willem van Berse en na diens dood toe te komen aan de H. Geest van Oirschot. Die 19 lopen rogge hadden eerder Henrick, Corstiaen en Jan, broers en Katalijn hun zuster met haar voogd als wettige kinderen van Ansem Henrick Ansems en diens vrouw Luitgaerd, voor henzelf handelend en ook voor hun zusters Luitgaerd en Jenne, jaarlijks beloofd aan hun oom Korstiaen, op onderpand van een hoeve etc. gelegen in de plaats Wintelre, b.p. de kinderen van Godevaerts Salen, verder rondom in de gemeijnte, behalve een heiveld dat er tussenin ligt. Die 19 lopen rogge had Jacop weer verkregen van genoemde Corstiaen conform een schepenbrief van Oerle. De 6 en een halve lopen rogge zijn aflosbaar met 30 gouden Karolusguldens.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Gijsbrecht Wouter van den Dijck?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Gijsbrecht Wouter van den Dijck

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen