=================331====================
96-r)
Voor ons schepenen is verschenen Christina dochter van Jan Gerits, op
een stoel bij het vuur zittend, niet erg gezond zijnde maar wel in het
bezit van haar verstandelijke vermogens. Ze overdenkt het geveven dat
een mens niet zeker van het bestaan is en er dus niets zekerder is dan
de dood en wil voordat ze overlijdt daarom eerst haar testament hebben
gemaakt. Ze wil ook over haar aardse goederen beschikking maken. In
de eerste plaats beveelt ze haar ziel zodra ze is overleden, aan bij de
almachtige God en diens moeder Maria etc. Ze wil dat men na haar dood
haar schulden zal betalen uit haar meest contante middelen en wil een
behoorlijke uitvaart hebben verzorgd volgens haar status. Voor begaan
onrecht als ze dat heeft begaan, vermaakt ze aan de fabriek van St.
Lambrecht in Luik, een stuiver eens, na haar dood te voldoen, en de 4
biddende ordes elk een stuiver eens, ook na haar dood. Verder
vermaakt ze aan de gebruikelijke heiligen in de kerk te Oirschot, zijnde
het St. Katharina en het St. Berbara altaar elk een stuiver eens na haar
dood, voor op te dragen missen op het Kruisaltaar die men op Vrijdag
houdt, vermaakt ze twee stuivers eens, de fabriek van de St. Peterskerk Oirschot krijgt 9 stuivers eens, ook na haar dood. Verder wil ze puur als
gift om Godswil en verleende trouwe diensten haar verleend door haar
zuster Mechteld die haar in haar armoede, ‘onreinheid’ en leed, kleren
en voeding had gegeven en nog zal doen voor een komend geheel jaar,
haar het mud rogpacht per jaar nalaten en een Peter jaarrente welke
pacht en rente Cornelis Jan Daniels (van den Dijck, JT), haar zwager
haar met een schepenbrief van Oirschot had beloofd te betalen op Maria
Lichtmisdag, op onderpand van zijn bezit. Verder krijgt Mechteld een
half mud aflosbare rogpacht en een halve Peter jaarrente, uit een brief
van een mud en een Peter welke pacht en rente haar was beloofd door
haar zuster Geertruit met een schepenbrief van Oirschot, op onderpand
van bezit dat nu in handen is van genoemde Cornelis, haar zwager. Als
waarborg dat Christina voor het komende jaar ook verzorging zal
krijgen, qua eten, drinken, kleding etc.,
96-v)
is hier voor ons verschenen Cornelis Jan Daniels (van den Dijck ) als
man van genoemde Mechteld, en heeft beloofd voor hem en zijn
nakomelingen Christina voor het komende jaar te zullen onderhouden.
Indien de testamentmaakster langer leeft, dan moet zij deze Cornelis
voor de resterende tijd naar het inzicht van goede mannen daarin,
verder vergoeden en kan Cornelis verder de inkomsten genieten zoals
zij ook inkomsten heeft. Maar daarvoor moet Cornelis haar dan wel haar
leven lang blijven onderhouden zoals hiervoor is omschreven. Verder wil
de testatrice dat Cornelis Jan Danels en haar zuster Mechteld dat zelfde
halve mud rogpacht kunnen blijven houden uit een pacht van een heel
mud rogge en een Peter per jaar, welke rogpacht en rente haar zuster
Geertruit haar met een schepenbrief van Oirschot had vermaakt, samen
met alle dokumenten daarvan, alles na haar dood te aanvaardren maar
niet eerder. Voorwaarde is dat Cornelis dan daarna haar schulden zal
betalen en haar een eerlijke uitvaart zal bezorgen en Cornelis en zijn
erfgenamen zijn dan verder van alle bezit uitgesloten dat ze achter zal
laten en waarvoor geen melding is gemaakt hier en noch Cornelis of
Mechteld zullen in die resterende bezittingen nog meedelen. Verder
vermaakt de testatrice aan haar zuster Mechteld voor leed en verdriet,
al haar lijfsgoederen die ze achter zal laten. Verder vermaakt de
testatrice al haar andere bezit waarvan geen melding is gemaakt aan
haar andere erfgenamen, waarbij de dode partij met de levende dient te
delen, waarbij de kinderen van haar broer Gerard in de plaats komen
van hun vader. De testatrice verklaart dat dit haar testament is en wil
het als zodanig hebben uitgevoerd, ook al zouden er sommige
rechtsbeplaingen zijn vergeten, en ook al zou het op sommige punten in
tegenspraak zijn met geldend Oirschots recht. Opgemaakt in het huis
van genoemde Cornelis, na de middag, op 20 december 1529, getuigen Dirck Corstiaens en Gerard Jan Henricks, schepenen.
In marge :
Verder wil de testatrice dat er schepenbrieven worden gemaakt voor
eenieder die er belang in hebben.
=================332====================
97-r)
Genoemde Christina als testatrice heeft hierbij machtiging geven aan
haar zwager Cornelis Jan Daniels om haar pachten etc. voor haar te
innen, en hij mag zelf ook weer andere gemachtigden daarin benoemen.
Actum als boven.
Kerstijn Jan Gerarts | ||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.