R.A. Oirschot, inv. nr. 132, periode 1 Jan. 1535 t/m 31 december 1535
Jan Gijsbrecht Daniels als wettige man van Aleijt dochter van wijlen Claes Scepens eerder weduwe van Cornelis Gerits van Peelt, als partij ter ener zijde en Claes, Willem en Katalijn, broers en zus en kinderen van wijlen genoemde Cornelis en Aleijt, verder daarbij Dominicus Gerarts van Peelt als voogd en Heijmerick Claes Scepens als toeziende voogd en mede namens Aerden, Goijaert, Annen, Marieken, Elisabeth en Gerard, zijnde nog minderjarige kinderen van wijlen genoemde Cornelis en Aelijt, samen als partij ter andere zijde, hebben met elkaar een boedeldeling gemaakt van het bezit dat ze van Cornelis hebben geerfd.
Genoemde Jan in zijn hoedanigheid wat betreft het vruchtgebruik voor zijn vrouw en wat betreft het erfrecht voor zijn kinderen, krijgt een huis, tuin, grond etc., samen met de brouwinstallatie in het huis, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, aan de Hovel daar, b.p. Gerart Janssen van der Vlueten. Hieruit moet jaarlijks een half mud rogge worden betaald aan het kapittel te Oirschot. Verder krijgt hij een akker groot ca. 5 lopenzaad, genoemd 't Ruetelaer, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof in de Hovelsche akkers, b.p. Alart Scepens. Hieruit jaarlijks 22 stuivers te moeten betalen aan het kapittel en nog een half blank als jaarrente en chijns. Verder krijgt hij een beemd genoemd de Berckt, gelegen in Oirschot aan het Lieveld daar. Verder krijgt hij een weiland genoemd de Moesten, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, naast de moesten daar van Gerard Janssen van der Vlueten. Daaruit jaarlijks aan Heijlwich Scepens een partij droge turf te moeten leveren uit die Moesten en thuis bij haar te brengen samen met een vierde deel van een bussel rijshout. Verder krijgt hij een rente van 6 Karolusguldens te ontvangen van Dielis de Cort en uit zijn bezit. Nog krijgt hij een rente van 4 peters per jaar te ontvangen van het bezit van Frans Gijben in Waalre. Nog krijgt hij een derde deel van een jaarrente van 2 gulden te ontvangen te Liempde.
Claes, Willem en Katalijn, met hun voogd ten hunnen behoeve en ten behoeve van Aerden, Goijaert, Annen, Marieken, Elisabeth en Gerard als minderjarigen, voor wat betreft het erfrecht krijgen samen een beemd genoemd de Neijenbeemd, gelegen in Oirschot onder Best op Geen Oeijendonk. Daaruit jaarlijks 10 stuivers en een oort als grondchijns te betalen. Nog krijgen ze het derde deel van Tshaestenbeemd, gelegen in Oirschot onder Hedel, daaruit jaarlijks het derde deel van 9 stuivers een oort als chijns te betalen en het derde deel van een Karolusgulden aan Aleijt van Esch. Verder krijgen ze een pacht van een zester rogge jaarlijks te ontvangen van Jan Colen, nog 3 gulden per jaar te ontvangen van Jan Scepens, nog 3 gulden per jaar te ontvangen van wijlen Henrick Willems en diens bezit, nog 5 en een halve gulden per jaar te ontvangen te Diessen uit het bezit van wijlen Mathijs Coppens, nog een gulden per jaar te heffen op bezit te Beerse van Marcelissen den Necker, nog een gulden per jaar te ontvangen van Jacop Lonis en diens bezit, nog anderhalve gulden per jaar te ontvangen op het bezit van wijlen Jan van Veldhoven, nog 8 stuivers een oort jaarrente uit een rente van het derde deel van twee gulden per jaar te heffen te Liempde.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.