(1) Hij is getrouwd met Anna Schrevelius (Scrivelius).
Zij zijn getrouwd op 3 april 1748 te Oldenzaal.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Janna Hampsink.
Zij zijn getrouwd op 14 januari 1761 te Oldenzaal.
Volgens de huwelijksinschrijvingen (NG, Oldenzaal en RK, Rossum) is Joanna afkomstig uit Rossum, gedoopt (rk) op 22?01?1737 te Oldenzaal. Achternaam: ook Hampsinck, Hamsink.
rentmeeste havenzathe Everlo, later grenadier regiment Pr. v. Oranje,
Achternaam: ook Rieckhof, Rikhoff
Woonde in 1748 op het Everloo.
Van het internet: 1. (Jac Linders)
De Havenzaten in Twente en hun bewoners - A. Gevers en A. Mensema (Waanders)
EVERLO. (blz. 399 e.v.)
In de nacht van 23 op 24 maart 1750 vond er een drama plaats op Everlo.
Verschillende knechten en boeren waren in het bouwhuis bijeen, onder wie Gerrit Rijkhof, de rentmeester van Everlo.
s-Avonds laat na veel onenigheid en ruzie, waarbij het tussen diverse personen nog net niet tot handtastelijkheden was gekomen, gaf Rijkhof uiting aan zijn ergernis over de relatie tussen Van den Clooster (eigenaar van de havezate) met zwarte Gerrit ( de jager Gerrit Mensink) en dreigde hem in hechtenis te laten nemen. In grote woede schoot Rijkhof met een geweer in de richting van Gerrit. Het schot hagel miste hem op een haar na zijn hemd werd verschroeid maar trof wel zijn eigen vrouw Anna Schrevelius, die ter plekke overleed.
Toen Rijkhof zag wat hij had gedaan, bedreigde hij de anderen met een degen en riep dat de Heer van Everlo en zwarte Gerrit de oorzaak waren van de dood van zijn vrouw. Vervolgens vluchtte de dader naar het buitenland, waarschijnlijk het graafschap Bentheim.
.
2. Even verder....(Jac Linders)
Drostamt Twente - inv. no. 698, toegang 33
10 juni 1767
Samenvatting.
Gerrit Rijkhof is met vrienden naar Ootmarsum geweest naar het z.g. maaksmaal van de familie Scholte Splinterinks.
Op de terugtocht naar Volthe, door drank verhit, begint Gerrit, zonder enige aanleiding, met een stok te slaan, waardoor Wense Rijnink aan het hoofd wordt verwond. Uit angst voor mishandeling loopt deze weg en wordt de volgende ochtend gevonden in een sloot, gewond en onderkoeld. Hij overlijdt enige tijd daarna.
Gerrit Rijkhof vlucht naar Duitsland; hij wordt bij verstek veroordeeld tot verbanning uit de provincie.
Bladzijde gevoegd bij het getuigenverslag inzake de doodslag van Wense Rijnink.
Gerrit Rijkhof
Hiet an kledagin mede genomen:
een blauwe korte broek met rode voeringe
een groenagtige met silvere knopen
een rood kammisool met silvere knopen
een leer kleur kammisool met de knopen overtrokken
een ligt kleurde jasch
een swarte paruck met twe bockels van agteren
een ib parucke
nog een met een korte steert met lind bewonden
een vierkant koffer enigsints met ruig leer overtrokken
effene hoed zonder kriel(?) of haarsel
een degen versilvert
van postuur is Gerrit Rijkhoff middelmatig, niet dick maar tenger, blank van wesen met roodachtige wangen, zwartagtige ogen en zwarte wijnbrauwen
3. Internet (Jac Linders)
Verslag van de brief van de advocaat van Gerrit Rikhof, eind maart 1750, aan de Ridderschap
Bron: Oudheidkamer Twente - Verslagen Landdagen Ridderschap en Steden
Inv. nr.: D7 A 21 3 (aanwezig in van Deinse Instituut Enschede)
Transcriptie
Op de requeste van Doctor van Ludik, advocaat tot Nijenhuis (Neuenhaus) als last en procuratie hebbende van Gerhard Rijkhoff, rentmeester van Edzard Rudolph van den Clooster toe Everlo, houdende dat gem. deszelfs principael op den 23 Maart deses jaars (1750) ten zelven huise zodanig ware mishandelt, dat door 3 boeren en van deselve geschofden en geslagen, dat hij een snaphaan in een gemak deszelven huises staende, heeft moeten gebruiken tot deszelfs defensie tegen deselve boeren, welke geladen geweest zijnde, het ongeluk zoude gewilt hebben, dat door afgaan van deselve, deszelfs huisvrou in een ander gemak van den zelven huise zittende, zodanig ware getroffen, dat daer door t leven gelaten zoude hebben, hetwelk gem. Gerhard Rijkhoff als onmogelijk voorgecomen sijnde, egter sig had geabsenteerd .oog (?) soo vermeinde in staat wijl ook daer toe geen de minste redenen had gehad, zig dienaengaende in allen dele te cunnen verontschuldigen, als waarom deszelfs geblevene trouwen broeder de Capitain Mettenberg (m.i. Plettenberg) zig ook met hem, Gerhard Rijkhoff, wel had willen versoenen.Versoekende dat haar Ed. Mo. ten einde voorsr.: et ad finem usque litis (?) aen gem. deszelfs principael vrijgeleijde gelieven te verlenen.
Vermits de requeste gedestitueerd is van alle bewijs van depositie daer bij ter nedergestelt, so kan opt versoek bij deselve gedaen niet worden gedisponeerd.
Gerrit Rijkhof (Rikhof) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1748 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna Schrevelius (Scrivelius) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1761 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Janna Hampsink |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.