Na Westerbork volgden voor Leo de concentratiekampen Theresiënstad (Tsjechië), Auschwitz (Polen) en Mauthausen met dwangarbeid in het werkkamp Ebensee (Oostenrijk). Op 6 mei werd het kamp Ebensee door de Amerikanen bevrijd. Hoewel de bevrijders alles deden om de doodzieke en uitgeputte gevangenen te verzorgen, kwam die hulp voor velen van hen toch te laat. Ook Leo stierf na een week, op 12 mei 1945.
Na de oorlog zorgde de Nederlandse Oorlogsgravenstichting voor herbegraving van de slachtoffers van het kamp Mauthausen en de bijbehorende werkkampen. Op de begraafplaats van Salzburg bevindt zich een Nederlands Ereveld. In een van die 144 graven rust Leo Kok.
Hij is getrouwd met (Niet openbaar).
Zij zijn getrouwd in het jaar 1943 te Westerbork , hij was toen 19 jaar oud.Bron 1
Leo Kok werd op 7 januari 1923 geboren in Berchem, een randgemeente van Antwerpen. Zijn ouders hadden de Nederlandse nationaliteit. Zijn vader, Leon Kok, was als diamantslijper in Antwerpen werkzaam. Leo, die goed kon tekenen, volgde lessen op een reclame- en decoratieatelier. In 1940, na de inval van de Duitse troepen in Belgie, vluchtte het gezin. De ouders bleven het grootste deel van de oorlog in Suriname. Leo en zijn broer Charles vluchtten naar Nederland waar Leo bij familie woonde. Hij probeerde in zijn levensonderhoud te voorzien door te werken als free-lance reclamekunstenaar voor diverse bedrijven. Hij werkte onder andere voor de firma JAKO, een textielbedrijf aan de Amsterdamse Nieuwendijk. Ook tekent hij met groot succes portretten.
Tussen 10 januari en 6 april 1942 werd Leo, zoals veel joodse mannen, naar Geesbrug gestuurd, een van de vele werkkampen in Drenthe. Van Geesbrug werd hij naar Westerbork gedeporteerd. Zijn vroegst gedateerde Westerbork-tekening, het portret van Hans Cahen, is van 24 augustus 1942. Westerbork was het begin van de twee belangrijkste jaren in zijn korte artistieke leven. In het kamp maakte hij veel vrienden waaronder Louis de Wijze. Het was via Louis dat Leo kennis maakte met Kitty, de jongere zus van Louis. Zij werkte als verpleegster in het ziekenhuis. Ze werden verliefd en eind 1943 trouwden ze in Westerbork waar ze ongeveer een jaar zouden blijven.
Leo maakte in Westerbork ook contact met kunstenaars als Jobs Wertheim, de tekenaar Jos Gosschalk, de kunsthistoricus Hans van de Waal, de cartoonist Jo Spier, Rite Gompertz en Hans Margules. Met Margules werkte hij vaak samen voor de "Buehne Lager Westerbork" een theatergezelschap hoofdzakelijk samengesteld uit Duits-joodse artiesten. Leo ontwierp en maakte decors, kostuums en attributen. Hij werkte van revue tot revue in de hoop zo van transport vrijgesteld te blijven. Maar in september 1944 werden vrijwel alle medewerkers van de revue op transport gesteld. Leo en zijn vrouw Kitty werden naar Theresienstadt gestuurd. Terwijl Kitty daar achterbleef, werd Leo in oktober 1944 naar Auschwitz doorgestuurd. Toen Auschwitz in januari 1945 door de Duitsers werd geëvacueerd, werd Leo naar Mauthausen getransporteerd en later naar de dwangarbeidskampen Melk en Ebensee. Beide werkkampen waren onderafdelingen van het kamp Mauthausen.
Het kamp Ebensee werd op 6 mei 1945 door de Amerikanen bevrijd. Voor Leo Kok kwam de hulp te laat. Hij overleed vlak daarna op 12 mei 1945 op de leeftijd van 22 jaar. Na de oorlog werd hij herbegraven op het Nederlandse Ereveld in Salzburg. Zijn vrouw Kitty overleefde de oorlog. Ze kwam terug naar Nederland waar ze het grootste deel van Leo's werk terug kreeg via de familie Verwaayen uit Nijmegen. Leo had ze aan een bewaker gegeven om uit het kamp te brengen, voordat hij op transport werd gesteld. De tentoonstelling 'Getekend in Westerbork', die in 1982 in het Joods Historisch Museum gehouden, bracht het werk van Leo Kok voor het eerst in de openbaarheid.
Leo Emiel Kok | ||||||||||
1943 | ||||||||||
(Niet openbaar) |