De weduwe Jacob Varkevisser wordt in 1712 aangeslagen in de verpondig op huizen en landerijen in s-Gravenzande. Ze bezat aldaar een huis en 8 morgen en 5 hond en 50 roeden land. Op de lidmatenlijst van 1697 te Katwijk aan Zee wordt Jacob Dicksz. Varkevisser capteyn ter zee genoemd. De diaconierekening van 1728-1729 vermeldt een legaat van 200,- uit het testament van kapitein Jacon Dirksz. Varkevisser. Dit bedrag is kennelijk eerst na de dood van Gerritje Jorisd. Ockenburg uitbetaald.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.