Stamboom Yolanda Lippens » Arend Mooij 1/2 (1832-1915)

Persoonlijke gegevens Arend Mooij 1/2 

Bron 1

Gezin van Arend Mooij 1/2

Hij is getrouwd met Henriette de Fouchier.

Zij zijn getrouwd op 4 september 1867 te Middelburg, ZL, NL, hij was toen 35 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Johannes Mooij  1868-1870
  2. Theodoor Mooij  1870-1947
  3. Hermanus Willem Mooij  1871-1932 
  4. Jeanne Mooij  1875-1942
  5. Aleida Maria Mooij  1876-1904 
  6. Arend Henri Mooij  1881-1943
  7. Maria Reina Mooij  1886-1889
  8. Jacob Mooij  1889-1938


Notities over Arend Mooij 1/2

Zie alle aktes van deze persoon op OneDrive of https://www.yory.nl/stamboom-aktes-delen-doe-je-zo/ - Zie de laatste versie van deze persoon op Genealogie Online of https://www.genealogieonline.nl/stamboom-yolanda-lippens/ë maar nog lange tijd ambassadeur voor de zendingszaak, tot in Rusland toe). Maar al spoedig kwam het tot een bitter conflict tussen beide. Mw. van Halteren vond dat Mooij te veel naar de zendingsgemeente keek en daarmee naar het overzeese werk, en te weinig naar de noden dichtbij, zoals die zichtbaar werden in de Huizen van Barmhartigheden (inmiddels waren dat er vier, met Bethanë, Bethesda en Bethel, allemaal in hun naam herinnerend aan zijn overleden vrouw Betje). Toen Mooij om zijn positie te versterken de Zendingskerk lid maakte van de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten, was dat voor haar eens te meer een teken dat de erfenis van haar gewaardeerde meester, van wie zij “de Voedster Vrouwe” was, bij deze Mooij niet in goede handen was. Met de stukken in de hand kwam het tot een rechtsgeding in Harderwijk, en Mooij werd in het ongelijk gesteld met zijn argument dat de geestelijke erfenis van Witteveen bij de Zendingsgemeente lag.

Hij moest op zeer korte termijn met zijn gemeente de Zendingskerk verlaten. Ze gingen voortaan elders kerken. Maar er werd gewerkt aan de bouw van een nieuwe Zendingskapel, en dat was dus de kerk die er nu nog staat en waar zijn portret dus hangt. In 1900 trok de gemeente er in. De band met het Witteveenhuis (van Barmhartigheid) was dus voorbij, maar de zendingsbanden overzee en die met de evangelisten in ons vaderland werden des te inniger. Beide sporen hadden hun eigen blaadje, allebei Ermelo’sch Zendingsblad geheten, maar met een ander logo. Voor velen in en buiten het dorp was dit allemaal maar moeilijk te begrijpen. En de scheiding duurde best wel lang. En het werk van mw. Van Halteren ging verder in “De Zendingsstichting: huizen van barmhartigheid te Ermelo”.

 

Onverwachte hulp van elders bracht uiteindelijk uitkomst en leidde tot een nieuw begin. De Jeugd- en Evangelisatievereniging Jeruël uit Rotterdam hoorde bij de netwerken van Mooij. Na diens arbeid in zondagsschoolwerk en stadszending aldaar waren de contacten gebleven, en jaarlijks kwamen ze hier op kamp en muziek maken. In de huizen van barmhartigheid was de klad gekomen. Andere instanties hadden de taken overgenomen. Jeruël was bereid om de gebouwen, inclusief de Zendingskerk, over te nemen. Een landelijk comité werd gevormd om over een nieuwe bestemming na te denken. Daarin zaten Oberman en Stegenga en Joh. de Heer. De “Witteveenvereniging” werd opgericht, om voortaan te zorgen voor conferenties en voor een gastvrij onderkomen voor mensen die er eens even uitmoesten. De Zendingskerk kreeg een duidelijke plek in deze plannen en de gemeente mocht weer terugkeren op haar oude stekje. Maar Mooij was er toen niet meer bij, want die was in 1910 met pensioen gegaan en in 1915 (inmiddels toch weer adviseur)overleden. Zijn broer Marinus was hem opgevolgd, maar ook hij was er inmiddels niet meer. Hij stierf in 1918. Wie kwamen waren dhr. van der Kloot Meijburg als directeur van het Witteveenhuis en prof. Stegenga, luthers hoogleraar uit Amsterdam, als de voortrekker van de Zendingsgemeente. De Zendingskapel aan de Van Beekweg ging over naar de Hervormde Gemeente, voor onderwijs en kinderkerk. En later dus naar de Nederlands Gereformeerden. En de grote Arend Mooij is er dus nog steeds!

MOOIJ, AREND,

* Apeldoorn 2 apr. 1832, t Ermelo 21 dec. 1915. Zn. van Albertus Mooij, leerlooier, en Aleida Maria Baak. Kwekeling armenschool Apeldoorn 1847. Hulponderwijzer Ermelo 1852. Onderwijzer chr. school Ermelo en kwekeling van H.W. Witteveen 1857. Evangelist Sint Oedenrode 1858, Middelburg 1859, Almelo 1870-1871. Pred. Ermelo 1871-1873. Pred. Belgische Chr. Zendingskerk Brussel 1873, Vrije evang. gemeente Winschoten 1875, Vereniging tot evangelisatie (nadien Vrije herv. gemeente) Hoorn 1886, Harderwijk 1888, Rotterdam 1889. Directeur zendingsstichtingen Ermelo 1892-1895 en pred. Zendingsgemeente Ermelo 1893-1910. Hij huwde op 4 sept. 1867 te Middelburg met Henriette de Fouchier, onderwijzeres (1845-1904). Een van hun zoons, Maarten Johannes Mooij (1883-1948), werd vrij-evang. predikant. M. is in orthodox herv. milieu opgegroeid. A. Brummelkamp bracht hem door stichtelijke bijeenkomsten in zijn ouderlijk huis ook onder invloed van het gedachtengoed van de Gelderse richting van de afscheiding. Zijn krachtdadige bekering op 10 nov. 1853 veroorzaakte in Apeldoorn een volksoploop. Op 5 juli 1857, kort voor zijn beoogd examen voor hoofdonderwijzer, werd M. als voorstander van chr. onderwijs en sympathisant van H.W. Witteveen te Ermelo ontslagen door zijn schoolhoofd L. Natte, die, vooruitlopend op de 20 juli aanvaarde nieuwe onderwijswet, geen leerstellig onderwijs op zijn school toestond. M. bad volgens eigen zeggen wel duizend maal om zendeling onder de heidenen te mogen worden en voelde roeping voor de dienst van het Evangelie. Hij werd huisgenoot van Witteveen, die hem verder vormde en in aanraking bracht met réveilkringen in den lande. Hij stichtte een chr. jongelingsvereniging te Ermelo en werd onderwijzer van een nieuwe chr. school aldaar in de buurtschap Horst, die echter na korte tijd door een gerechtelijk vonnis verboden werd (mrt. 1858). Zomer 1858 werd M. in de herv. gemeente te Ermelo als evangelist door Witteveen ingezegend. Hij was sterk betrokken bij de crisis die leidde tot het ontstaan van de Zendingsgemeente te Ermelo. Te Sint edenrode hield M. 's zondags diensten in de vestibule van kasteel Henkeshage bij de door hem tot ekering gebrachte baron P.J. de Girard de Mieiet van Coehoorn. Door de familie Van Coehoorn kwam M. in contact met adellijke kringen. Hij verrichtte in Noord-Brabant pionierswerk voor de prot. evangelisatie en stichtte zendingsgemeenten in Sint Oedenrode en Hapert en werkte in Bladel en Hoogeloon. Hij legde aan het eind van die periode ook de basis voor een evangelisatiepost in Eerbeek. Te Middelburg vestigde M. zich in de Abdij als evangelist van de voormalige afdeling van de Vrienden der Waarheid (bekend als Anti-togabeweging), nadat deze tevergeefs A.P.A. du Cloux, H.F. Kohlbrügge en Witteveen beroepen had. Op advies van Witteveen had de gemeenschap zich in 1859 omgezet in een Vereniging voor binnen- en buitenlandse zending. Men noemde zich niet kerkelijk, hoewel niet anti-kerkelijk". Toen eind 1862 de gemeenschap in Ermelo zich nader organiseerde tot zendingsgemeente, volgde men in Middelburg onder leiding van M. het voorbeeld van Ermelo. Op 1 mrt. 1863 werd de Zendingsgemeente geïnstitueerd en M. door Witteveen als haar evangelist geordend. Men sloot zich evenals de endingsgemeente te Ermelo in 1865 aan bij de Alliance des églises libres ou indépendantes. Er ontstond een bloeiend verenigingsleven, waaronder een jongelingsvereniging, alsmede vier zondagsscholen en de chr. school SamuèT (van 1866-1871), waar gratis les gegeven werd. Uit dit werk zijn verschillende zendelingen en evangelisten voortgekomen: het echtpaar M. van Dalen-Nauta, Kr. van der Gijp, Joh. van den Hoek, G.B. Hondius, J. van Houte en J.L. Zegers. M. stond in levend contact met H.J. Budding, bracht deze in aanraking met Witteveen, werd een verbindende schakel tussen beider geestverwanten en heeft later in belangrijke mate bijgedragen aan de consolidering van hun werk. Hij legde de basis voor de Chr. Evang. Gemeente te Nieuwvliet, hield wekelijks bijbellezingen in Vlissingen en werkte samen met herv. geestverwanten op Noordbeveland. Hij heeft door zijn werk in Zeeland en daarbuiten impulsen gegeven aan de geestelijke vernieuwing van meer dan één herv. gemeente. Als evangelist van een vrije evangelisatie te Almelo bemiddelde hij in de afbetaling van het eigen gebouw en in de bekostiging van de uitzending van G. Nijland, de eerste zendeling van de Egypte-Zending. Witteveen bevestigde M. als tweede predikant naast zich. Als reizend prediker van de Zendings gemeente Ermelo versterkte M. de gemeenschap tussen Ermelo en de van daar uit ontstane posten. In Brussel stond M. in contact met N. de Jonge die hij te Goes in de gemeente van Budding had leren kennen en in aanraking met Ermelo bracht, waar deze enkele maanden in opleiding bij Witteveen was. Hij werd er evenals De Jonge beïnvloed door Robert Pearsall Smith. In Winschoten nam de Vrije Evang. Gemeente door M.s werk zo zeer toe, dat een nieuwe kerk gebouwd werd. Onder overweldigende belangstelling en met grote gevolgen werd er in 1880 een conferentie van de Brightonbeweging gehouden. Witteveen heeft M. herhaaldelijk genoemd als zijn opvolger. Evenals zijn broer Marinus heeft M. niet alleen grote achting voor Witteveen getoond, maar op beslissende momenten ook de moed gehad hem te weerstaan en andere wegen te gaan. M. was lid en secretaris van de Elfuurebedsvereniging van Ermelo en deelnemer aan de vergaderingen van ambtsdragers die van Ermelo uit geordend waren. Hij vroeg in die kring om hechtere aaneensluiting van de vrije chr. gemeenten in Nederland. Hij werd namens de Ermelose Raad medeondertekenaar van Onze eginselen. Zo werd de weg bereid voor het stichten van de Bond van Vrije Chr. Gemeenten, de latere Bond van Vrije Evang. Gemeenten in Nederland (hierna te noemen: de Bond). In febr. 1888 bewerkte M. de omzetting van de Vereniging tot Evangelisatie te Hoorn in een vrije herv. gemeente. Hij werkte er ook onder militairen. Een van zijn bekeerlingen was P. Rijnhart, die later zendeling in Tibet werd. Aan de Evangelisatie te Edam ontraadde hij de verandering in een Vrije Evang. Gemeente wegens gebrek aan eenstemmigheid {Ons Orgaan, nr. van 26 febr. 1919, 21). Hij stond op het standpunt dat een Vrije Evang. Gemeente op natuurlijke wijze 'geboren' moest worden en ontraadde ook elders ondoordachte pogingen tot stichting van een Vrije Evang. Gemeente. M. werd in 1888 reizend predikant in dienst van de Bond van Vrije Chr. Gemeenten. Hij deed dit werk zonder vast salaris op twee verschillende standplaatsen. Zo werkte hij in Rotterdam sinds dec. 1889 krachtig mee aan de in jan. 1877 gestichte evangelisatie, die door M. georganiseerd werd als stadsevangelisatie Jeruël" en tot grote bloei kwam. Door zijn toedoen werd het gebouw Jeruër aan de Jan van Loonslaan gesticht. Later opende hij een derde lokaal in de rosse buurt. Hij ging geregeld voor in bijeenkomsten die door duizenden mensen bezocht werden. Door dit werk raakte hij voorgoed bevriend met F. van Gheel Gildemeester, die hem geregeld liet spreken in zijn wijkgebouw Pniël" in Den Haag. Als directeur van de gestichten van de Zendings gemeente te Ermelo stond M. aan het hoofd van een leefgemeenschap van 60 a 70 mensen, die voor het grootste gedeelte steun en verzorging behoefden. Als voorganger van de herlevende Zendingsgemeente organiseerde hij met medewerking van Jeruël" zendingsfeesten te Ermelo, die door 1500 tot 2000 mensen uit allerlei kerken bezocht werden. Op initiatief van de Bond organiseerde M. te Ermelo sept. 1894 een bijeenkomst van Evangelische, geestverwante broeders en zusters, als: Afgevaardigden van Vrije en Chr. gemeenten, Vrije Evangelisatiën, andere Corporatiën". Toen deze bijeenkomst herhaald zou worden en de Zendingsgemeente te Ermelo zich in 1896 bij de Bond aansloot, brak een conflict uit. Mej. A.A. van Halteren was na haar belangrijke investeringen in de Ermelose Huizen van Barmhartigheid door H.W. Witteveen zonder overleg met de gemeente bij testamentaire beschikking benoemd als voedstervrouwe der kleine Zendingsgemeente, met dien verstande, dat na haar overlijden ook niets vervreemd mag worden van 's Heilands Gemeente". Zij onttrok zich in 1895 aan de gemeente, sloot de zendingskerk, daagde de gemeente voor de rechter en liet M. verwijderen uit het zendingshuis. M. liet in 1900 een zendingskapel bouwen, van waaruit hij ook begraven is op het zendingskerkhof. M. bewerkte dat de Zendingsgemeente weer een eigen zendeling kreeg, J.J. Wijnveldt, zijn schoonzoon. Hij ging voor hem, samen met anderen, op audiëntie bij de Minister van Koloniën, nadat eind 1897 in de Eerste Kamer een debat gewijd was aan de door W. aan de kaak gestelde malafide praktijken van ambtenaren, die de mensenrechten van Javaanse dwangarbeiders op Sumatra's westkust met voeten getreden hadden.M. was sinds 1889 lid van het Comité tot ondersteuning van zendelingen der Salatiga Zending en werd ook voorzitter van de Diaspora-zending vanuit Ermelo, die stond op de grondslag van de Evang. Alliantie. M. was een warm voorstander van chr. onderwijs en chr. verenigingen. Het ging hem niet om het geestelijk genot" dat vromen zochten in conventikels, doch om in liefde werkzaam zijn in het werk der heilige zending". Hij was een man van gebed, missionair en chiliastisch ingesteld, eenheid zoekend in de geest van de Evang. Alliantie. Hij was geen theoloog, schreef regelmatig en met het oog op actualiteit en chr. levenspraktijk, maar nooit algemene theoretische verhandelingen. Hij was wars van

leersystemen, maar heeft door zijn authentieke manier van spreken en schrijven mensen tot een echt en oorspronkelijk geloofsleven gebracht. Door zijn evangelistische gaven en warme, soms ook hoekige persoonlijkheid heeft hij velen geïnspireerd tot een opgewekt evang., christocentrisch en missionair leven en denken. In elke plaats waar M. werkte, ontstond een opwekking en verdieping van het geestelijk leven en heeft hij een serie bijbelstudies en preken over het laatste bijbelboek gehouden. M. was congregationalist, zonder die benaming te bezigen. Hij was tientallen jaren lid van het Comité van de Bond van Vrije Chr. Gemeenten in Nederland, ook voorzitter, tot hij vanwege zijn standpunt inzake zending in 1912 niet meer herkozen werd. Hij keerde zich tegen het samenwerken van de Bond (niet van afzonderlijke gemeenten) met een ander genootschap (bedoeld is de Rijnse Zending), omdat we daardoor gemeente-zending en eigen zending inboeten" ofwel omdat wij zending in gemeenschap met een ander genootschap beschouwen als opheffing van besluit: gemeentelijke, eigen zending". M. keerde zich eveneens tegen het opstellen van een belijdenis van de Bond, omdat in de Beginselen en Statuten al het nodige gezegd was. Voor M. was leven als christen leven in gemeentelijk verband. Is de plaatselijke gemeente niet alleen noodzakelijk, maar ook onvolkomen, zij behoort te leven in gemeenschap met Christus en met de Gemeente van alle tijden en plaatsen. Christus is de Waarheid in eigen persoon en in Hem heeft God in liefde de wereld met zichzelf verzoend. De algemeenheid der verzoening vraagt om persoonlijk geloof en bereidheid tot een verzoeningsgezind leven. Mede daarom spreekt de Bijbel over uitverkiezing tot dienst aan God en de naaste. Het ging M. om heel de Christus, heel de Bijbel, heel de mens en heel de wereld.

 

===============================================================================

 

 

Wie de Nederlands Gereformeerde Kerk aan de van Beekweg binnenloopt ziet meteen links een groot portret hangen. Nu bestaan de Nederlands Gereformeerden pas sinds 1965 en zit de gemeente van Ermelo pas een paar decennia in dit gebouw, terwijl deze man duidelijk de sporen draagt van de negentiende eeuw. Dat klopt, want het gaat om ds. Mooij, uit de tweede helft van die eeuw. Maar er zijn vele Mooijen geweest, en bijna allemaal dominee en begraven op het Zendingskerkhof, in het ronde middengedeelte, vlak bij het graf van ds Witteveen, die daar vanaf 1884 rust. De ds. Mooij die in de voorhof van de Van Beekweg hangt was gedoemd zijn opvolger te worden, en werd dat uiteindelijk ook, langs de (on)nodige omwegen. Hij kwam uit een gelovig gezin in Apeldoorn, en kreeg de naam Arend. Voor een geschiedschrijver valt het niet altijd mee, want twee broers kregen ook een A. als voorletter. Maar Arend had het meest met Ermelo.

 

In 1856 kwam hij als jonge onderwijzer naar Ermelo en werd op de dorpsschool de rechterhand van meester Natte, bij wie hij kost en inwoning ontving. Die was lange tijd een goede vriend van ds. Witteveen, maar hun relatie begon te bekoelen. Er was een nieuwe schoolwet in de maak en Natte zag meer vrijheid van onderwijs en meer inkomen aankomen. Juist daarom was Witteveen tegen, en hij had via Mooij een flinke vinger in de schoolpap. De wet kwam er, voorvechter Groen van Prinsterer verliet de Kamer, en meester Natte ontsloeg de jonge hulponderwijzer. Arend werd nu door Witteveen liefderijk opgenomen in diens pastorie. Maar Witteveen bleef de nieuwe wet bestrijden, en via Natte werd hij door de burgemeester aangeklaagd. Hij moest voor het gerecht verschijnen in Arnhem. De zaak liep met een sisser af, maar het was wel het tweede grote conflict met zijn gemeente. Want hij had hierin reden gevonden om meester Natte van het Avondmaal te weren, waarop de diakenen besloten om voortaan niet meer aanwezig te zijn. Nu Mooij zijn taak er op zat, en hij kennelijk ook niet zoveel trek had om zich als rechterhand van Witteveen in Ermelo te vestigen, kreeg en greep hij de kans om te worden uitgezonden vanuit de Zendingskerk, als eerste evangelist. Er was een roep vanuit St. Oedenrode, waar de adellijke kasteelbewoners behoefte hadden aan een andere wijze van prediking, en de orthodoxe gedrevenheid van Arend sloot daar goed bij aan. Op 12 september 1858 werd hij ingezegend en uitgezonden. Na St. Oedenrode riepen achtereenvolgens Middelburg, Almelo en Rotterdam. Met een korte episode terug in Ermelo, samen met zijn broer Marinus, van 1871 – 1873. Hoewel ds. Witteveen hem had voorzien als opvolger kwam hij niet in 1884 terug naar Ermelo, maar pas in 1892. Mevrouw van Halteren, die de erfenissen van Witteveen beheerde, stelde hem aan als directeur van het Huis van Barmhartigheid, en dus ook voor een deel voor de Zendingsgemeente. Op 1 januari 1893 werd hij hier ingezegend door niemand minder dan Gerrit van Asselt (in 1875 ziek teruggekomen uit INDI


Akte: GEB, upload JA


Akte: HUW, upload JA


Akte: OVL, upload JA

Zie alle aktes van deze persoon op OneDrive of https://www.yory.nl/stamboom-aktes-delen-doe-je-zo/ - Zie de laatste versie van deze persoon op Genealogie Online of https://www.genealogieonline.nl/stamboom-yolanda-lippens/

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Arend Mooij 1/2?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Arend Mooij 1/2

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Afbeelding(en) Arend Mooij 1/2

Voorouders (en nakomelingen) van Arend Mooij


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. Open Archieven

    Aanknopingspunten in andere publicaties

    Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

    Historische gebeurtenissen

    • De temperatuur op 2 april 1832 lag rond de 5,0 °C. De wind kwam overheersend uit het west-zuid-westen. Typering van het weer: omtrent helder nevel dampig. Bron: KNMI
    • De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
    • In het jaar 1832: Bron: Wikipedia
      • Nederland had zo'n 2,9 miljoen inwoners.
      • 29 januari » Het nog steeds bestaande tijdschrift de Militaire Spectator wordt opgericht.
      • 12 februari » Ecuador annexeert de Galápagoseilanden.
      • 5 juni » De Belgische frank ziet het daglicht. In die tijd ging het om een zilveren muntstuk van 5 gram met 9/10 fijn metaal.
      • 11 juli » Oprichting van de Leopoldsorde, deze onderscheiding wordt in België toegekend voor diensten die aan het vaderland werden bewezen.
      • 2 augustus » Blanken decimeren het aantal indianen tijdens de slag bij Bad Axe River, Wisconsin.
      • 15 november » Start van het beleg van Antwerpen.
    • De temperatuur op 4 september 1867 lag rond de 16,5 °C. Er was 24 mm neerslag. De winddruk was 1 kgf/m2 en kwam overheersend uit het west-zuid-westen. De luchtdruk bedroeg 76 cm kwik. De relatieve luchtvochtigheid was 96%. Bron: KNMI
    • Koning Willem III (Huis van Oranje-Nassau) was van 1849 tot 1890 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
    • Van 1 juni 1866 tot 4 juni 1868 was er in Nederland het kabinet Van Zuijlen van Nijevelt - Heemskerk met als eerste ministers Mr. J.P.J.A. graaf Van Zuijlen van Nijevelt (AR) en Mr. J. Heemskerk Azn. (conservatief).
    • In het jaar 1867: Bron: Wikipedia
      • Nederland had zo'n 3,6 miljoen inwoners.
      • 17 februari » Het eerste schip vaart door het Suezkanaal.
      • 20 februari » Opening van de tunnel van Trois-Ponts, de oudste tunnel van spoorlijn 42 tussen Rivage (provincie Luik en de Luxemburgse grens bij Gouvy.
      • 30 maart » Om tien uur 's ochtends wordt de aankoop van Alaska (Alaska purchase) gesloten. Later dat jaar op 18 oktober wordt het gebied door het Keizerrijk Rusland overgedragen aan de Verenigde Staten. Het zou echter tot 1903 duren voordat de grens met Canada definitief wordt vastgelegd.
      • 1 april » Singapore wordt een kroonkolonie van het Verenigd Koninkrijk.
      • 14 juli » Alfred Nobel geeft de eerste demonstratie van zijn uitvinding: dynamiet.
      • 9 september » Het groothertogdom Luxemburg wordt onafhankelijk van België
    • De temperatuur op 21 december 1915 lag tussen -4,2 °C en -0,1 °C en was gemiddeld -1,3 °C. Er was 3,0 mm neerslag. De gemiddelde windsnelheid was 4 Bft (matige wind) en kwam overheersend uit het zuid-zuid-oosten. Bron: KNMI
    • Koningin Wilhelmina (Huis van Oranje-Nassau) was van 1890 tot 1948 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
    • Van 29 augustus 1913 tot 9 september 1918 was er in Nederland het kabinet Cort van der Linden met als eerste minister Mr. P.W.A. Cort van der Linden (liberaal).
    • In het jaar 1915: Bron: Wikipedia
      • Nederland had zo'n 6,3 miljoen inwoners.
      • 31 januari » Duitsland zet tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het eerst gifgas in, in Polen tegen de Russen.
      • 14 april » De Duitsers torpederen het Nederlandse stoomschip Katwijk.
      • 3 mei » Rome zegt het drievoudig bondgenootschap met Duitsland en Oostenrijk-Hongarije op en verklaart op 23 mei de oorlog aan de Donaumonarchie.
      • 1 juli » Oprichting van de Luxemburgse voetbalclub Avenir Beggen.
      • 14 september » De gemeente Amsterdam stelt de Gemeentelijken Woningdienst in, met Arie Keppler als directeur, die wordt belast met het aanpakken van de woningnood en van de krottenwijken in de binnenstad.
      • 25 september » Begin van de Slag bij Loos.
    

    Dezelfde geboorte/sterftedag

    Bron: Wikipedia

    Bron: Wikipedia


    Over de familienaam Mooij

    • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Mooij.
    • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Mooij.
    • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Mooij (onder)zoekt.

    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Yolanda Lippens, "Stamboom Yolanda Lippens", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-yolanda-lippens/I182.php : benaderd 6 mei 2024), "Arend Mooij 1/2 (1832-1915)".