Pieter had vele functies, landbouwer, veehouder, kerkmeester, armenvoogd geadmiteerde op de Westfriese Zeedijk enz.
Let op: Echtgenote (Maartje Ariens Wit) is ook zijn nicht.
(1) Hij is getrouwd met Trijntje Goverts.
29-05-1788
Zijn in wettig ondertrouw ingeschreven Pieter Wit, weduwnaar en Trijntje Gerrets, weduwe beijde alhier. Verder geproclameerd na behooren en getrouwd den 23 junij.
Zij zijn getrouwd op 13 juni 1788 te Winkel, Noord-Holland, Nederland, hij was toen 48 jaar oud.
(2) Hij is getrouwd met Maartje Ariens Wit.
Zij zijn getrouwd rond 1767 te Winkel, Noord-Holland, Nederland.
Kind(eren):
Van de nalatenschap van zowel Simon [9-III] als Pieter [10-III] is een erg mooie inventarisatie gemaakt.
Pieter Pietersz Wit moest, omdat hij steeds meer functies kreeg zichzelf ontwikkelen in de schrijfkunst en schafte zich een schrijfboek boekje aan. Het kwam bij Bert Wit terecht door een bezoeker van het R.A in Haarlem, die het van zijn vader kreeg die "lappiespoep" was o.a. in de buurt van Schagen. Die raapte het op nadat het door iemand werd weggegooid. De bezoeker hoorde dat Bert met de familie Wit bezig was en kreeg het cadeau. Enkele bladzijden uit een "schrijfboekje" zijn weergegeven in "van een Grijs verleden naar een Wit heden"
Selectie uit de nalatenschap:
Op heden den zevenentwintigste September des jaars achtienhondert en elf, des voormiddags ten tien uren zijn wij, Jan Roggeveen, notaris residerende te Nieuwe Niedorp, Canton Schagen, Departement Zuiderzee in presentie van de nagenoemde getuigen en ten verzoeke van Klaas BIersteker, huisman wonende aan de Burgerbrug in het canton Zijpe, In qualiteit als grootvader en natuurlijke voogd over Guurtje Wit, minderjarige nagelaten dochter van Jacob Simonsz. Wit en Geertje Biersteker, indertijd echtelieden, gewoond hebbende aan de Burgerbrug voornoemd en beiden overleden.
Zijnde zij, Guurtje Wit thans mede erfgenaam in de nalatenschap van wijlen haar grootvader Simon Pz. Wit, alhier te Nieuwe Niedorp gewoond hebbende en op den dertiende Augustus laatstleden overleden, overgegaan tot de inventarisatie der roerende en onroerende goederen welke zich bevinden ten sterfhuize van gemelde Simon Pz. Wit en door denzelve zijn nagelaten, in tegenwoordigheid van Pieter Simonsz. Wit, boer, wonende alhier, meerderjarige nagelaten zoon en mede erfgenaam van welgemelde Simon Pz. Wit, alsmede benoemd tot toeziende voogd over de voornoemde Guurtje Wit, bij besluit van de familieraad volgens procesverbaal van de vrederechter canton Schagen, In dato den negen en twintigsten Augustus deses jaars achtienhondert en elf.
Onroerende goederen:
Een woonhuis en deszelfs erve, No. eenhondert en dertig, staande en gelegen alhier aan de Laagzijde, belend Hendrik Noordman ten oosten, Comelis Eenigenburg ten Westen.
Roerende goederen:
Een glasen kasje met deszelves beun, en daar bovenop staande Delfs stel bestaande uit vijf stuks. Daar bovenin:5 schoteltjes porcelein,6 half dozijnen porcelein theegoed, waarin eenige defect, negen porceleinen theebakjes, zeven botertijntjes met deszelven schaaltjes, Delfs, zes peperstrooiers, dito, vier dito mosterdpotjes, zeven dito beeldjes, een dito trekpot en melkkan, zes glaasjes, tien losse kopjes en eenige pulletjes. Dan volgt een kist, noteboom geverft. De inhoud is niet belangrijk.
Daama komen een aantal voorwerpen waar wij nu veel voor over zouden hebben om er iets van uit te mogen zoeken.
Een koperen theepot met comfoor, twee dito schuimspanen, zes tinnen lepels, twee tinnen boterdoosen, een groote dito kom. een dito trekpot, een dito kroes, een dito trechter, twee koperen tabaksdoozen, en In het woonhuis om de wand:Een huisklok, agtien delfse schotelen, zoo groot als klein en nog veel meer. Alles wil' ik echter niet noemen, maar nu volgt nog wel even het goud en zilverwerk.
Een partij zilveren knoopen, twee zilveren snuifdoosen, een paar gespen, een zilvere oorijzer, een lodderijn doosje, een naaldekoker, een goudene speld, een dito haarnaald, een paar gouden knoopen, twee zilveren nairingen, twee dito lIphaken, twee kerkboeken met zilveren kramming, waarvan een defect, twee zilveren melkpijpen, een dito steker, twee zilveren arm haken, een mes met een zilveren ring en een mesheft met dito.
Pieter Pietersz Wit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1788 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) ± 1767 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maartje Ariens Wit |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.