Op 7-8-1794 compareert Claes Wit voor de weesmeesters van Harenkarspel en geeft aan wat het moedersdeel zal worden.
Er zijn dan 4 kinderen, Dieuwertje, Trijntje, Grietje en Maartje. Griet je is dan acht en Maartje vier jaar. Zij worden later nooit meer genoemd en ook hun overlijden is niet te vinden.
(1) Hij is getrouwd met Maartje Prins.Bron 1
Klaas Wit,
ovl. 06 feb 1823 te Harenkarspel
met:
Maartje Prins,
beroep(en): arbeidster,
woonplaats(en): Harenkarspel, Adres
1) Trijntje Klaasd. Wit,
geb. ± 1799 te Schagerwaard gem Harenkarspel,
ovl. 27 jan 1834 te Haringhuizen
Gehuwd 21 sep 1817 te Harenkarspel
met:
Ewoud Koomen,
geb. 22 okt 1794 te Schagerwaard,
ged. 25 okt 1794 te Harenkarspel,
ovl. 17 aug 1874 te Barsingerhorn,
woonplaats(en): Haringhuizen, Adres ,
zoon van Maarten Ewoudsz Koomen en Trijntje Sart
2) Cornelis Wit,
geb. ± 1808 te Harenkarspel,
ovl. 06 jan 1861 te Kolhorn
Gehuwd 13 apr 1834 te Schagen
met:
Hillegonda Prins,
geb. ± 1809 te Schagen,
ovl. 29 dec 1858 te Kolhorn,
dochter van Willem Prins en Maartje Honingveld
Klaas Wit
met:
Maartje Koster
1) Maartje Wit,
geb. ± 1797 te Harenkarspel,
ovl. 21 okt 1874 te Barsingerhorn
Gehuwd 13 apr 1828 te Schagen
met:
Cornelis Lodder,
geb. ± 1799 te Oude Niedorp,
beroep(en): boerenknecht,
zoon van Reijer Cornelisz Lodder en Grietje Hendriks Over
Zij zijn getrouwd in het jaar 1794.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Jannetje Wit.
Zij zijn getrouwd op 9 januari 1773.
Kind(eren):
Op 7-8-1794 compareert Claes Wit voor de weesmeesters van Harenkarspel en geeft aan wat het moedersdeel zal worden.
Er zijn dan 4 kinderen, Dieuwertje, Trijntje, Grietje en Maartje. Grietje is dan acht en Maartje vier jaar. Zij worden later nooit meer genoemd en ook hun overlijden is niet te vinden.
Klaas en zijn tweede vrouw verschilden 33 jaar in leeftijd, ik weet niet of dat de oorzaak is van het feit dat er nergens iets is terug te vinden over zijn huwelijk. Ook in de impost op trouwen van Harenkarspel, een goed bewaard boek, is er niets over te vinden.
Klaas Wit is een keer voor de schepenen van Harenkarspel moeten verschijn en en later voor het hof van justitie. De reden is terug te vinden in een akte.
<>
Aan schepenen van Harenkanpel.
Geeft referentelijk te kennen Pieter Kromhout, thans wonende onder Barsingerhorn, doch weleer onder de Jurisdictie van Harenkarspel woonachtig.
Dat hij supliant in den jare 1805 bij Klaas Wit als boereknecht wonende op den vijftiende November 1805 door evengenoemde Klaas Wit naar Alkmaar is gezonden om aldaar ter markt kaas en zaad te verkopen, hetwelk met de schuit van Harenkarspel op Alkmaar varende was vooruit gezonden.
Dat hij, suplient, zich ten dien einde te paard naar Alkmaar heeft begeven en aldaar aan het bevel van zijnen Meester voldoende, de kaas en het zaad heeft verkocht voor een somma van hondert en vijltig guldens.
Dat hij, supliant, met dat geld wederom te paard is gaan zitten ten einde naar huis te gaan en aldaar het geld aan zijn meester te overhandigen. Dat hij, om de streek van zeven uren op de hoogte van het Zuttewegje gekomen zijnde is aangevallen door twee manspersonen welke bij hem onbekend waren, waarvan een derzelven het paard waarop hij supliant gezeten was bij de toom heeft gegrepen en hetzelve alzoo heeft staande gehouden terwijl de andere persoon hem, supliant, een slag heeft toegebracht en hebbende gemelde persoon op die wijze hem het geld afgevordert en zich alzoo van hetzelve meester gemaakt.
Het gaat te ver om deze uitvoerige acte in zijn geheel weer te geven, de rest komt er op neer dat kwaadsprekers rond vertelden, hij zal het wel zelf gestolen hebben. Ten slotte ging ook Klaas Wit het geloven en bracht Kromhout, om zijn goede naam niet te verliezen, de zaak voor het gerecht. De rechter is het met hem eens en verklaart dat Kromhout onschuldig is en dat alle kwaadsprekers, ook
Klaas Wit, hierover voortaan eeuwig het stilzwijgen opgelegd word.
Als men in die tijd, als mennoniet wilde trouwen gaf dat geen moeilijkheden, maar na de invoering der burgelijke stand moest men een geboortebewijs overleggen en dat konden de mennonieten niet. Om dan toch te kunnen trouwen moest men dan een z.g. acte van notoriteit hebben, die als volgt werd verkregen.
Op heden den achtsten September des jaars achtienhonderd en zeventien compareerden voor ons Jan Walig, tweede plaatsvervuller van de Heer Vrederechter van het canton Schagen, district Alkmaar, Gouvernement van Noord Holland, zitting hebbende, geassisteerd met onze griffier op het raadhuis van Schagen.
Vooreerst Klaas Ariensz. Wit, landbouwer, oud 79 jaren. Ten tweede Maart je Comelis Prins, huisvrouw van de gemelde Klaas Ariensz. Wit, oud 45 jaar. Ten derde Pieter Roozen, landbouwer, oud 27 jaren. Ten vierden Comelis Erix, landbouwer, oud 48 jaren. Ten vijfden Guurtje Visser, huisvrouw van de gemelde Comelis Erix, oud 49 jaren. (Zij was eerst Guurtje Veer, vrouw van Jan Wit. )
Ten zesden Dirk Bakker, landbouwer, oud 39 jaren. Ten zevende Maart je Strijbis, huisvrouw van de gemelde Dirk Bakker, oud 33 Jaren.
Alle welke personen woonachtig In de Schagerwaard onder de gemeente van Harenkarspel, canton Schagen, ten verzoeke van Trijntje Klaas Wit, zonder beroep, wonende ten huize van hare ouders in de Schagerwaard voomoemd,verklaarde:
Dat de requirante bij hun lieden bekend is genaamd te zijn Trijntje Klaasd. Wit, zonder beroep ten huize van haar ouders woonachtig. Dat haar vader is genaamd Klaas Ariensz. Wit en hare moeder Maartje Cornelisd. Prins, de twee eerste comparanten voornoemd. Dat de requirante geboren is op den tweeden Februari van den Jaare zeventienhonderd acht en negentig in de Schagerwaard onder de gemeente van Haringkarspel, canton Schagen meergemeld, waarvan alle de comparanten genoegzaame kennis hebben bekomen.
Dat de ouders van de requirante leden zijn van de Mennoniete kerk, zij uit dien hoofde niet gedoopt worden en alzoo zich dan ook niet in de mogelijkheid bevind een doopcedul of van geboorte te kunnen bekomen, zoals volgens de wet voor het aangaan van een wettig huwelijk gevordert word, alzoo bij de Mennoniete Gemeente van Barsingerhorn en de Wieringerwaard waaronder de requirante kerkelijk behoort ten dien tijde geen doop of geboorte register van jong geborene kinderen wlerd gehouden.
Gevende de comparanten voor redenen van wetenschap als zij verklaarden in hunne betrekking als ouders, vrienden en gebuuren van de requlrante zeker te weten en altijd als de waarheid te hebben beschouwd en het daar voor gehouden te hebben.
Hebbende eindelijk alle de comparanten, ter bevestiging van het gedeponeerde deezen met den vereischten eed bekrachtigd. Waarvan dit proces verbaal is opgemaakt hetwelke na gedane voorlezing door alle de comparanten, uitgezonderd Maartje Cornelis Prins en Guurtje Visser, welke hebben verklaard niet te kunnen schrijven, met ons en onze griffier behoorlijk is getekend ten dage en jare als in den hoofde deeses is gemeld.
Hiermee was de zaak nog niet klaar, het werd doorgezonden naar de rechtbank van de eerste aanleg, het huidige kantongerecht, wat uiteindelijk de zaak bekrachtigde, en de trouwerij kon plaatsvinden.
Voor onderzoekers als Bert is het bovenstaande natuurlijk geweldig, gezien de informatie die wordt gegeven over de betrokkenen en haar ouders. Bert heeft lange tijd twijfels gehad over het echtpaar Wit-Prins, gezien het enorme leeftijdsverschil. Die twijfels werden door de akte volledig opgeheven.
Claes Wit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1794 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maartje Prins | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1773 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jannetje Wit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bevolkingsreconstructie Barsingerhorn-Kolhorn-Haringhuizen:
geboren 1812-1892
huwelijken 1811-1813 1815-1862 plus veel aanvullingen uit GenLias
overlijden 1812-1880
begraven 1802-1871 Barsingerhorn
DTB: wat aanvullingen van huwelijken
geref dopen 1735-1811 Barsingerhorn
geref dopen 1773-1810 Kolhorn
geref dopen 1793-1810 Haringhuizen
huwelijken v gerecht 1730-1789 1792-1801 Haringhuizen
zie ook "van papier naar digitaal"