Odijk, Nederland
Austerlitz
hij woonde hier al in 1839
was volgens aantekening op paspoort op 15-11-1819 ook nog in Amsterdam
Begraven in de 'Arme Klasse' op het kerkhof van Onze Lieve Vrouwe, Soesterberg graf nr. 12:
'Josephus Weijs, Zwitser van geboorte, Olthen Canton Solothurn munitus sanctis sacramentis S: Ecclesie obitt (Oude Kamp).
Vertaald: 'Gesterkt door de heilige sacramenten van de heilige kerk gestorven'.
Joseph deed aangifte van de geboorte van Carel P.J., erkennende vader van het voorzeide kind te zijn en hetzelve te hebben gehad van Gertrude Marie Louise Gravelle des Vallees, naaister. Het kind was geboren in Josephs huis in Austerlitz. Getuige bij de aangifte was o.a. H.V. Koppen. In potlood werd bijgeschreven: 'woont te Odijk'. In inkt werd bijgeschreven: 'Het kind, in nevenstaande akte vermeld, is door Ursus Josephus Wiss en Gertrude Marie Louise Gravelle des Vallees bij opgevolgd huwelijk gewettigd. (zie register der huwelijken van Zeyst over 18 vier en twintig bladzijde negen, recto).
Als Joseph Weiss deed hij aangifte van de geboorte in Austerlitz 'ten huize van hem declarant' van Maria Louisa, dochter van Gertrude M.K. gravelle des Vallees, naaister, 32 jaar, wonende 'in de gemeente van Zeyst', waarvan hij de vader was. In de marge staat dezelfde aantekening als bij akte nr. 30 d.d. 16 mei 1820.
Is als vreemdeling na het jaar 1814 binnen het rijk komen wonen.(blijkens trouwakte) De vraag kan gesteld worden, waarom hij in Austerlitz is komen (blijven) wonen. Hij was van beroep kousenwever en kousenweversknecht. Zijn beroep zou wel eens de reden geweest kunnen zijn dat hij in Austerlitz is gaan wonen en iets met de daar aanwezige spinnerij van doen had.
Pro Deo
De Schout van Zeijst,
certificeert, dat de persoon van UrsusJosephus Wiss, daghuurder, wonende in Austerlitz, gemeente van Zeijst, wegens armoede buiten staat is eenige zegelgelden te voldoen, dienende stukken, welke hij nodig heeft om een huwelijk aan te gaan, zullen worden verschuldigd.
Zeijst, den 4 November 1824.
De Schout voornoemd,
Kwam in 1817 voor de eerste keer naar Nederland, ontmoette Gertrude M.L. Gravelle des Vallee. Om met haar te kunnen trouwen, ging hij terug naar Zwiserland, om papieren te gaan halen. Kreeg van de Nederl. autoriteiten een vrijbrief, om vrij te kunnen reizen naar en van Zwitserland en liet in iedere plaats waar hij kwam een stempel plaatsen in zijn paspoort.
Zo verklaarde de burgemeester van Muiden op 20 jan. 1818, dat Ursus J.Weisz daar gewoond had en en zich aldaar braaf en onbesproken heeft gedragen.
Zijn paspoort nr. 2368 gedateerd 24-3-1817 vermeldt, dat hij onderweg was naar Amerika, met zijn 2 kinderen Jacob en Babette. De kinderen zijn mogelijk aan boord gegaan, hij echter niet.
Zitting van de rechtbank.
'De zaak tegen Theodorus Sluiter, uitgeroepen door de hr. officier geëxponeerd zijnde, is na lezing van het proces verbaal gecompareerd Hendrik Jacobus van der Linden, oud 29 jaren, veldwagter der gemeente Zeist, woonachtig aldaar, die na den eed te hebben afgelegd, zeggende te persisteeren bij den inhoud van het proces verbaal, erbij voegende dat het gekapte hout wel omtrent 100 berkenbomen van een armdikte waren, dat Lensink aan het kappen zijnde, de heer Hubert bij hem is gekomen en hem gezegd dat hij het hout niet mocht kappen, waarop Lensink zoude geantwoord hebben: "Ik heb er order toe," zonder de man van wien hij order zoude hebben te kunnen noemen, dat al de personen in Austyerlitz wonende wel kunnen getuigen dat Lensink de wal gekapt had.
De heer officier requireerde de continuatie van deze zaak tot heden acht dagen, ten einde de nodige getuigen te kunnen roepen.
De regtbank, gelet op bovenstaand requisitoir, confirmeert deze zaak tot de volgende audiëntie:
Zitting van de rechtbank.
'Vonnis Theodorus Sluiter, oud 58 jaren, landbouwer en Jahannes Lensink, oud 26 jaren, arbeider, beide wonende te Austerlitz, gemeente Zeist, gedaaagden. Gezien het proces verbaal van den schout van Zeist dato 12 january 1821, volgens rapportvan den veldwagter derzelver gemeente opgemaakt, houdende dat hij veldwagter vernomen had dat het hout van een wal toebehorende aan den heer Boas te Amsterdam of aan den heer d'Armandville aan Den Helder, door de alhier gedaagden was gekapt en gedeeltelijk op het erf vanden eersten gedaagde Theodorus Sluiter was gelegen, welk proces verbaal ter audiëntie is gelezen.
Gehoord de getuigen en de gedaagden en hunnen antwoorden en verdediging.
Gehoord voorts de advocaat van den gedaagdens, eisschende eene somma van één honderd guldens tot reparatie van eer voor de gedaaagdens. tegen de aanklager in deze, door den heer officier ingevolge art. 358 van het wetboek van criminele regtsvordering op te geven.
Gehoord den heer substituut officier concluderende dat de dagvaarding zou worden vernietigd en de beklaagden gerenvoijeerd.
Alle de formaliteiten bijde wet voorgeschreven in acht genomen zijnde.
Overwegende dat er in de daadzaak de gedaagden ten lasten gelegventie bestaat.
Vernietigt de citatie, de instructie en alles wat op deze procedure betrekking heeft.
De eis tot schadevergoeding werd niet toegekend.
'De zaak tegen Theodorus Sluiter en Johannes Lensink uitgeroepen zijnde, is er uitspraak in dezelve gedaan, en de beide beklaagden geabsolveerd van de tegen hun gedane aanklagt en aan hun de eisch ontzegd tot schadevergoeding.
Odijk
Zeist
Volgens bevolkingsregister Zeist 60 jaar; het gezin woonde in huis nr. 12, samen met de gezinnen van Jac. J. de Sain, Peter Severin en Cornelis Geijtenbeek, totaal 22 personen. Dit gezin was katholiek.
Kinderen:
-Karel 9 jr. geb. Zeist (Austerlitz)
-Joseph 5 jr. idem
-Victor 2 jr. idem
-Ursus Peter 2 mnd. idem
-Maria Louisa 7 jr. idem
Volgens bevolkingsregister Zeist was hij 71 jaar. Men woonde nu in huis nr. 20, naam van de echtgenote is niet ingevuld. Nog thuis wonende kinderen:
-Joseph 15 jr. geboren Zeist (Austerlitz)
-Victor 12 jr. idem
-Pieter 10 jr. idem
Aangifte van het overlijden werd gedaan door Jan Koudijs, geregtsdienaar en Thomas Liedernooij, oud zesendertig jaren, aspirant notaris.
Tijdstip: 10:00
(1) Hij is getrouwd met Elisabeth Burkard.
Zij zijn getrouwd
in de huwelijksakte staat vermeld:
- ingevolge doopcedulle aldaer den vijftienden September laatstleden afgegeven.
- zoals dat bewezen wordt met de doodcedul den achttienden September dezes jaars te Olten afgegeven.
- blijkens doopcedulle afgegeven te Trimbach den vierentwintigsten Maart achttienhonderdzeventien.
- En hebben de comparanten onde ede verklaaard, dat zij onbekend zijn met de plaats van overlijden of laatste woonplaats hunner grootouders zoo van vader als moederszijde {....} in de opgaande linie.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Regina Hohler.
Zij zijn getrouwd
(3) Hij is getrouwd met Gertrude Marie Louise Gravelle des Vallees.
Zij zijn getrouwd op 4 december 1824 te Zeist , hij was toen 54 jaar oud.Bron 5
Bij het huwelijk zijn Carel Petrus Joseph 15-5-1820 en Maria Louisa 2-9-1822 erkend door Ursus Josephus.
Het huwelijk werd voltrokken om 19.00 uur. Als getuigen waren aanwezig Hendrik Wiebolt, junior kantoorbediende, oud zesentwintig jaren, Jan Kuiper, Dienaar Der Justitie, oud zesenveertig jaren, Hendrik Jacobus van der Linden, veldwachter, oud drieendertig jaren en Johan Heinrich Valentin Koppen, gepensioneerd sergeant, oud zeventig jaren.
Kind(eren):
Ursus Josephus Wiss | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Burkard | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regina Hohler | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1824 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||