Hij had een relatie met Margriet Mathijs van Huculem.
Kind(eren):
Aert Peter van de Wiele | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margriet Mathijs van Huculem |
1477 mei 2 847.Sch.Otw,R.183,10r-2
Peter en Henric gebr. krn w. Aert vande Wiele Lambrecht z.w. Henric vande Woude wittig man Jueten sue
uxoris d.w. Aerts voors. Jan z.w. Jans Witten wittig man van Elysabeth sue uxoris d.w. Henric Emmen Gheryt z.w. Peter vande Wiele voor Henrick z.w. Henrick Emmen voors. zuster Jan d.w. Aerts van Haren Henric priester z.w. Aert Gruyters pater vanden susterenhuyse voors. [doorgehaald Margriet d.w. Henric Emmen voors] suster Rijcout d.w. .Jan Beerns [of Beerits?] d. suster der susterhuse van Otw daartoe Mechtelt vande selven w. Henrick en uit w. Elysabeth d.w. Aerts van de Wiele voors. pu. genit.. erfdeling bij doet Aerts vande Wiele hiers vaders en van w .Margriet d.w. Margrieten van Huculem hoer moeder met recht van versterven
aan voors. Peter
? 29 L rogs erfpachtc die die erfgenamen w. Gherit Huyb Berthen die men hiet Smit Huben jaarlijks schuldig zijn uit
zekere onderpanden in par. Tilborch ad locum Loven volgens sch.br.
? 1//2 mud rogge dwelc w. Peter Pig w. Aerts vande Wiele jaarlijks schuldig was uit zekere onderpanden volgens sch.br.
? een stuxken lants geh. den Berckhof 1 L in par. Gestel
als voors.Peter gesellen sijn in deel ad opus [10v]
hiertegen zal Henric hebben
? een stuck beempt in par. Otw in de Diese daer die gemein Aa geh. die Diese duer gheet < de zusteren enJan van Doeren > erf erfgen. w. mr Jan van Spulle en erf w. Thomaes Wouter Maes z. ^erf Jans van Doren
? een stuck beempts in par. voors. in Huculem < erf Lambrecht vande Wou > mr Jan vanden Dijc ^gemeint v comm. aqua geh. die Aa
[doorgehaasld nog 1 mud rogge erfpacht als w. Aert vanden Wiele tegen w. Aert Goyaerts Back uit zekere onderpanden volgens sch.br.]
waaruit Henrick uit gelden zal op onsr Vrouwen outaer van Haren de helft van 7 1/2 oude grote erfcijns
Hiertegen zal Lambrecht voors. hebben
? de helft van een stuk beemd geh. den Haren beempt onbedeeld daar de andere helft af toebehoort de zusteren Gherit en Jan de Wit voors. sitis in par. Otw in loco dicto diese < erf Jans Leeuwen > erf Jans van Haren en erf w. Aert Wolfaerts ^ gemeint met beyde eynde
aan Jan de Wit voors. Gherit van de Wiele en de zusteren voors. onder hen gelijc te deylen
? de andere helft vanden stuck beempt voors.
uitgenomen de zusteren voors. 1 mud rogge op Lichtmis uit
? een stuck erfs soe weye als lant tsamen 14 L sitis in par. Otw in dat Langvennne < erf Alijten vidue w. Henrick Go Back en hoer dochter > erf Claeus vanden Dijc ^gem. waterlaet v erf Herman Goeyaert Back
welk mud rogge erfpacht voors. w. Aert vande Wiele tegen Aerden z.w. Goeyaert Back in sch.br. Otw
supt heer Henrick priester z.w. Aerts? Gruyters ad opus de susteren voors.
scab. Goeyaert Rembouts en Sapeel datum 2a may
Nr. 6.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.144, microfiche 1-A3, f.1v-3, aktenr. 005, 10-04-1422.
Op 01-08-1422 beloofden Aert die Gruijter nzvw Wouter Gruters en Aert Peters van den Wijel aan de klerk Hubertus hem van elke schade te vrijwaren die hem zou kunnen overkomen van de brief die hij hen uitreikte, waarin Tijel Jan Monen zoen aan Mathijs van Hukelem hun zweder 8 jaar lang 10 licht gulden beloofde te betalen op sint Maartens dag, en, mocht Mathijs binnen deze 8 jaar sterven, dat dan zijn kinderen, verwekt bij wijlen Juet Boden, die 10 gulden zullen beuren, voor zover ze nog niet betaald zijn.
331. 26-09-1437 1207 / 227-3 Henricus Johannis de Baerle droeg over aan Arnoldus Petri van den Wijel een erfcijns van 30 schellingen, te betalen met Thomas, gaande uit een hofstad en tuin onder Oisterwijk, tussen erfgoed en tuin van Johannes Wijns en tussen huis en tuin van Henricus de Beke, aan genoemde Henricus Johannis de Baerle overgedragen door Johannes Gerardi Buckinc.
1207/227-3/26-09-1437. (marge deels weggevallen: ?)Solvit. Henricus filius quondam Johannis de Baerle triginta solidos communis pagamenti annui et hereditarii census solvendos hereditarie Thome apostoli ex domistadio et orto cum suis attinentiis sitis infra libertatem de Oesterwijc, inter hereditatem et ortum Johannis Wijns ex uno et inter domum et ortum Henrici de Beke ex alio, supportatos dicto Henrico filio quondam Johannis de Baerle a Johanne Buckinc filio quondam Gerardi Buckinc prout in litteris, legitime et hereditarie supportavit Arnoldo van de Wijel filio quondam Petri van den Wijel cum dictis litteris, aliis et iure, promittens super omnia et habenda ratam servare et obligationem ex parte sui deponere. Testes, datum supra. (Vladeracken et Berze, XXVI septembris).
1475 september 12 847.Sch.Otw,R.181,28v-1
Aert z.w. Peter vande Wiele wedn. w. Margriet sijns wijfs d.w. Mathijs van Huculum alsulcke tocht als Aert bezittende is in den derdendele vanden vierendeele van allen gueden die w. Margriet zijn hvr in bestarf en die Aert voors. ..... vercreghen heeft supt Henric z.w. Henric Embrechts van Riele vandenselven w. Henric en wt Elysabethen d. Aerts voers. behoudelijk alzulk maaksel als Aert voors. van steden ende andere havelijken gueden voer schepenen gemaect van weerden te bliven
quo facto Henric voors. dat dordendeel vande vierendele van de voors. gueden supt Gheryden z. Peter vande Wiele scab. Elst en Emken datum xij septembris
1474 augustus 13 847.Sch.Otw,R.180,357v-1
Aert gheheiten vanden Wiele z.w. Peter vanden Wiele testeert
dat de erfgen. Aerts voors. nae doet dess. Aerts betalen zullen de vier biddende orden ½ mud rogge eens te gheven en de fabriek der kerk van Otw 4 st eens OLVrouwe bruerscap 2 st eens item de H.Geest 4 st eens item noch begheert hij ghedaen te hebbenm om salicheidswille sijnre zielen drie dertiochsten item noch heeft die selve ghemaect Kathelinen Henrics sijn soens natuerlijck dochter een bed mette dexel datter toebehoert sonder slapellaken
item heeft dieselve ghemaect Aert Claes Maes z. een dobbel zwart hoyck item desghelijc maect hij aernden soen Gherit Henric Goeens van Weeld eenen graeuwe tabbaert en een epedighe hoyck
item Wouter den Bont sinen poen? eenen zwarten tabbaert item Heynen van Schye tot Huculum een groen dobbel hoyck item voert heeft die selve Aert ghewilt dat allen sijn cleet boven dit voors meecsel bliven ghegheven zullen worden om gode arme huysarmen item des meest van mode zullen sijn heeft hij voert ghedwilt ende begheert dat sijn erfgenamen nae sijnen doet egheen ..gueden den selven Aert toebehorende en zullen mogen aenverden sij zullen volcomelijc en al vervult hebben sijn testament in allen punten ghelijc vowers. is scab. Mostart en Heyman datum xiij augusti
dirt zulle wtreycken Peter sijn z. en Henric sijn z.
Nr. 151.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, microfiche 1-C9, folium 14v aktenr. 151, 26-02-1419.
Op 26-02-1419 "bestuurden" Henric Boden nzv Mathijs van Huklem, Aert Peters van den Wijel en Aernt nzv Wouter Gruters alle koop en wandel die Mathijs van Huclem tot op de dag van vandaag met zijn goederen gedaan mag hebben.