Hij heeft/had een relatie met Elisabeth Aert Bacs.
Kind(eren):
Jan Peters Belaerts | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Aert Bacs | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1476 oktober 4 847.Sch.Otw,R.182,27r-1
Jan vande Wiele promisit Jan Peter Belaerts en Peter Jan Vlemmens?z. 26 peters elke peter 18 st op Lichtmis over 2 jaar met 11 L rogge op Lichtmis scab. predicti Datum supra
Jan voors. promist dicti 26 der voors. peters op Lichtmis over 10 jaar met11 L rogs en elke Lichtmis ertussen tijdens deze termijn 11 L rogs - datum scab. ut supra
Nr. 411.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.144, micro¬fi¬che 3-D12, f.70-2, aktenr. 411, 12-02-1423.
Op 12-02-1423 verkochten kinderen van wijlen Aert Willem Bacs,
1. Elisabeth, gehuwd met Jan Peter Belaerts,
2. Janne, gehuwd met Peter Peter Bijen,
aan Mijchijel Noijdens zvw Aert Nouden van Rijel ½ min 4 voet van de Bokakker in Goirle, naast de heren van Tongerloo en naast Katelijn wv Aert Willem Bacs die daartegen deelt, strekkend aan Jan sBijes en aan de Papenweg, zoals afgepaald, hen verstorven van wijlen hun zweder voornoemde Aert Willem Bacs,
70-3. Voornoemde Jan Peter Belaerts en Peter Peter Bijen verkochten aan voornoemde ¬Mijchiel Aert Noudens van Rijel
1. ½ van een weide in Goirle, genaamd de Wildert, beiderzijds naast Peter van der Voert, strekkend aan een heideveld, dat Laure¬ijns Melijs Scoemakers zwager kreeg van Aert Peter Grieten, en aan de andere helft die daartegen deelt behorend aan voornoemde Katelijn wv Aert Willem Bacs,
2. 1/3 van 1 lopen land in Goirle in het Loo, naast Claus Aelwijns en naast ¬en aan Peter van der Voert en aan Godeke Goderts hof,
hen verstorven van hun zweder voornoemde Aert Willem Bacs.
Hij betaalde 3 krom¬staart.
70-4. Voornoemde Peter Bijen en Jan Peter Belaerts zagen af van vernadering.
70-5. Voornoemde Jan Peter Belaerts man van Elisabetten verkocht aan zijn zwager Peter Aert Willem Bacs 1/6 van een beemd genaamd de Hoge Tijvoort, in Goirle, naast erfenis van Godevaert die Bij¬e genaamd de Vloet en naast de gemeint, strekkend aan voornoemde Godevaert die Bije en aan Katelijn wv Aert Willem Bacs, hem verstorven van wijlen zijn zweder ¬Aert Willem Bacs, belast met 1/6 van een erfcijns van 2 pond.
Voornoemde Jan Peter Belaerts verkocht aan zijn zwager Peter Aert Willems Bacs zijn deel ¬in
1. een stuk land genaamd de Lange Schelling, naast goed van Dideric Luwen en naast Peter van der Voert (met een weg ertussen), strekkend aan de weg en aan Henric die Moelner,
2. de Kwade Streep in Goirle, naast eertijds Jan Aert Gherijts en naast Mijs Weeldmans,
3. 3 zaalden land in Goirle in de Wild,
hem ¬verstor¬ven van wijlen zijn zwager Lambrecht Aert Bacs.
Nr. 93.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 145, microfiche 1-C9, f. 13v-4, aktenr. 093, 10-12-1423.
Op 10-12-1423 deden kinderen van wijlen Aert Bacs, 1. Peter Aert Bacs, 2. Engelberen, gehuwd met Michiel Aert Nou¬dens van Rijel, 3. Elisabet, gehuwd met Jan Belaerts, 4. Janne, gehuwd met ¬Peter Peter Bijen, 5. Juet, gehuwd met ¬Wouter Herman Jans, afstand van alle goederen die Kathelijn wv Aert Bacs als weduwe verkocht, te weten van een beemd te Moergestel en van een stuk land ¬in Goirle,
14-1. Peter Aert Bacs, zijn zwagers en zijn moeder Kathelijn wv Aert Bacs, droegen over aan Mathijs Aert Hoefkens ten behoeve van zijn zweger Godelt wv Jan van Caertscot een schepenbrief van Oisterwijk, waarin Jan Tack zvw Godevert Ghijsen aan voornoemde Kathelijn Godevaerts der Kijnder en haar dochter Elisabeth een erfpacht van 12 lopen rogge beloofde, uit de Druutshof, die Jan Tack tot erfpacht kreeg (onder voorwaarde dat er geen timmeringen verwijderd mochten worden). Jan Peter Belaerts beloofde deze erfpacht uit voornoemd stuk land te leveren.
14-2. Jan Peter Belaerts droeg over aan zijn zwager Peter Aert Bacs en voornoemde Michiel, Peter en Wouter, een erfpacht van 6 lopen rogge ¬die eertijds Aert Bacs met lichtmis leverde aan Henrick die Druut uit een huis en hof genaamd des Druuts Hof, in Goirle aan de Kerk, en uit andere erfenissen die daarbij horen eveneens in Goirle gelegen, welke erfpacht Jan kocht van Willem Henrics Druuts, zijn neef Peter van Holten van des Druuts Dijke en diens zwager Willem Jacobs, en van Henrick Henrics Druuts als momber van de onmondige kinderen van wijlen zijn broer Gherijt Druuts, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk. Jan Peter Be¬laerts behoudt zijn 1/5 van een erfpacht van 6 lopen rogge.
Nr. 260.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.148, microfiche 2-D8, na f.36 los vel recto-3, aktenr. 260, 29-11-1433.
Op 29-11-1433 werd een zoenakkoord gesloten.
148/f.37-1/mf.2-D10/29-11-1433 en 148/f.37-2/mf.2-D10/29-11-1433. Claus Peter Belarts was gedood door Jan Wouter Maes van Kar¬choven. Er werd een zoenaccoord opgesteld. De keerslieden namens de dode man waren Jan Wouters Wijtten, Aert Peters Moelners, Rob¬brecht Jan Wijltes en Jan Thijs Wevers, en de keerslieden namens de dader (uitgezonderd Jan Wijtmans en zijn kinderen die de maagschap kennelijk niet leverde) waren Aert van der Heijde, Jan van der Dussen de jonge, Lonijs van Meghen en Henric van den Dijck.
Er werd het volgende beslist.
1. Jan Wouter Maes zal binnen 1 jaar 4 zielmissen laten doen in de 4 biddende orden, en de "kloesterwinning" werven bij de 4 orden.
2. Jan moet binnen 3 maanden uit Oisterwijk en Moergestel vertrekken ter bedevaart naar sint Peters en Pauwels te Rome, vervolgens binnen 6 weken ter bedevaart naar sint Theewouts in Elseten en binnen 6 weken daarna ter bedevaart naar sint Joes optie Zee. Onder ede moet hij verklaren deze bedevaarten persoonlijk te hebben gedaan.
3. Jan Wouter Maes moet 125 aertsgulden betalen, waarvan 75 aertsgulden binnen 14 dagen en 50 aerts gulden op 30-11-1434, op het Maria-altaar in de kerk van Oisterwijk. Voor deze som moet hij goede borgen stellen. Jan Peter Belaerts, de broer van de dode, zal hiervan vooruit 5 aartsgulden beuren. De kinderen van Peter Belaerts krijgen uit voornoemde som 20 aartsgulden om onder hen gelijk te delen.
4. Jan Wouter Maes mag nimmer in een herberg komen waarin de broer van de dode of zijn kinderen zijn. Wel mag Jan in de herberg blijven, als hij daar al was voor de broer van de dode of zijn kinderen daar binnen kwamen.
5. Na de bedevaarten moet Jan 1 jaar wegblijven uit Oister¬wijk en Moergestel.
6. Jan zal binnen 14 dagen aan de kerk van Moergestel 2 aartsgul¬den geven.
(door¬gehaald: Bac Wijns beloofde aan de klerk Hubertus 1 aartsgulden voor de cedule en evenzo beloofde Lemmen Peter Belarts 1 aartsgulden).
148/f.37-3/mf.2-D10/29-11-1433, 148/f.37-4/mf.2-D10/29-01-1435, 148/f.37-5/mf.2-D10/29-11-1433 en 148/f.37-6/mf.2-D10/29-11-1433. Claus Jan Maes en Aert Wouter Aert Langerbeens beloofden aan Jan Witten Wouters 25 aartsgulden, te betalen op het onze Vrouwe-altaar in de kerk van Oisterwijk, ter zoen¬recht; waar¬schijnlijk betaald op 29-01-1435.
Back Wijns en Henric Reijneers Bonten beloofden aan Jan Wou¬ters Wijtten 35 aartsgulden op 30-11-1434 te betalen op het Maria-altaar in de kerk van Oisterwijk, ter zoenrecht; waar¬schijnlijk betaald op 29-01-1435.
Aernt Willems van der Heijde beloofde aan de klerk Hubertus van Oester¬hout, ten behoeve van Godert Berijs, 25 aertsgulden op 06-01-1434 in het huis van Hubertus te betalen. Deze som werd betaald.
148/na f.36 los vel recto-3/mf.2-D8/29-11-1433 en 148/na f.36 los vel recto-4/mf.2-D8/29-11-1433. Aert Back Wijns en zijn neef Heijn Elsen zv Reijner Bonten beloofden aan de hoogschout Phi¬lips van Geldrop 17 aartsgul¬den, binnen 14 dagen te voldoen, en voorts 50 aartsgulden met Pasen aanstaan-de.
Claus Jan Maes en Aert Wouter Aert Langerbeens beloofden aan de hoogschout Phi¬lips van Geldrop 17 aartsgul¬den, binnen 14 dagen te voldoen, en voorts 50 aartsgulden met Pasen aanstaan¬de. (De klerk is aan Claus Jan Maes 6 kromstaart verschul¬digd).
148/na f.36 los vel verso-2/mf.2-D9/29-11-1433. De broers Jan, Wouter, Mathijs en Merten, zonen van Wouter Maes van Carrikoven, beloofden de zoen te betalen die Back Wijns, de zoon van hun oom Henric Reij¬neers Bonten, Claus Jan Maes van Car¬rik¬oven en Aert Wouter Aert Langerbeens als borgen beloofd hebben voor Jan Wouter Maes.
148/na f.36 los vel verso-3/mf.2-D9/28-11-1433 en 148/na f.36 los vel verso-4/mf.2-D9/29-11-1433. Wouter Jan Maes van Carrikoven stond af aan zijn kinderen de tocht in erven en have waarin zijn vrouw Yde bestorven is.
De kinderen van voornoemde Wouter Maes, te weten Jan, Wouter, Mathijs, Merten en Heijl, tevens voor de afwezige Lauren¬cius en voor de onmondige Thomas, droegen over aan Aert Willems van der Heijde alle goederen waarin hun moeder Yde be¬storven is.
148/na f.36 los vel verso-1/mf.2-D9/29-11-1433. Jan Wouter Maes van Carrikoven beloofde aan Art van der Heijde ten behoeve van de borgen, die voor de zoen aan voornoemde Jan beloften deden, geen geld van de zoen te beuren, tenzij daar tenminste twee borgen bij zijn, te weten een van vaders wege en een van moeders wege. Jan zal dan eerst de borgen kwijten.
148/na f.36 los vel recto-2/mf.2-D8/29-11-1433. De keerslieden van de dode hand, Aert Peter Smoelners, Jan die Wijt van Ghestel, Jan Thijs Wevers en Robbrecht Wijltens droegen de 75 aertsgulden, die hen van de zoen beloofd zijn, over aan Jan Willems Cupers. Zou er iets overschieten van wat in de herberg voor tering is gere¬kend, dan zal Jan daarvan desgewenst rekening geven.