Hij heeft/had een relatie met Luygairt Jan Wijtmans Aerts.
Kind(eren):
Daniel Colen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Luygairt Jan Wijtmans Aerts | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1515 april 16 847.Sch.Otw.219,17v-4
Ariaen ende Wygairt gebruederen ende Mari hen zuster krn w. Jan Coelen metten momboir derselver Marien hun recht of gedeelten wetende een vierendeel hen behorende in een halve mud rogge erfpacht als Jan Dircks, Heylwych zijn zuster krn in zijnen testament gemaect volgens test. en welk 1/2 mud rogge [18r] Jan Meeus Coelen soen geldende is allen jaer op Lichtmis uit
? zekere onderpanden in par. Zeelst ter stede in Muggenhoel
overgegeven Luytgaerden wede Danbiel Coelen d.w. Jan Wijtmans t.t. en haar wittige krn t.e.
datum xvi a aprilis altera nae quasi modo scab. Henrick Willem Emmenz en Jan Andries Lambrechtss
44.1529 maart 19847.Sch.Otw.233,12v-1
Luytgairt wede Danel Coolen d.w. Jan Wijtmans Aerts heeft gelooft Yeven d.w. Peter Gielis jeec 18 gevaln. brab. st. op St Geertrudendach uit
?twe huysen en hoeven gronden en toebehoren en erf daaraan tsamen 19 L in par. Haren ter stede Belveren etc.
aankomst als Luytgaert in wed. staet na dood w. Danel haar man verstorven
153.1522 december 12 847.Sch.Otw.226,54a-r
[los blad van 2 folio's de nummerd 54a en 54 b]
Alsoe zekere twisten gescillen ende differentien geresen sijn tussen Luytgaerde wede w. Daniels Colen d.w. Jan Wijtmans met haar kynderen ter eenre en Marie wede w. Jans Wijtmans Gerits met haar dochter en hueren man en erfgen. t.a.z. spruytende ende oirspronck nemende van zekere erffenissen eertijts toebehoerende w. Jan Wijtmans Arntss die zekere penningen schuldig was aan Wijtman Aertss den abt en convent van Tongerloe waaraan partijen gehouden zijn eerst voor sch. der bancke van Otw en naemaels voor den eerwerde here cancellier ende raidt van Brabant waarbij Marie wede Jan Wijtmans Gerits sculdig soude sijn handlichting te doen van gueden daer questie om was
voorn. Marie benoemt meester Aelberden van Vlierden Claesen Verdonck en Henrick Appels en Luytgaert: Claes vanden Houte Henrick van Bladel en Henrick vanden Ghevere Arnts als minlijke arbiters
Luytgart zal mogen quyten en afleggen alsulcke rogge tot dordalf mud min een loepen alst de voorn. Marie oft hueren man vuyten erffenis daer questie om was afgequeten moegen hebben en Luytgarde en erfgen. nu sullen gelden en Luytgarde c.s. nu mogen quyten met 34 gld
Noch spreken de 6 arbiters uit dat in geval Jan Wijtmans Gerits enige commer oft Marie zijn hvr oft Jan van Laerhoven op ten voers. erffenis gemaeckt hadde dat in die gevalle Marie of Jan van Laerhoven gehouden zijn die af te doen
1524 september 30 847.Sch.Otw.228,42v-1
Alsoe zekere twisten gescillen ende discoersen tussen Luytgairde wede Angel Coelen dochter w. Jan Wijtmans Aertss met haar krn tegen Marien wede Jan Wijtmans Gerits met Gertruden haar dochter haeren man en erfgenamen taz spruytende en oirspronck nemende van zekeren erffenis toebehoirende w. Jan Wijtmans Aertss waaruit Jan Wijtmans Aerts schuldig was aan de abdt en convente van Tongeloe waarvoor partijen in recht gehangen hebben yerst voir schoutet ende scepenen der bancke van Oesterwijck en daarna voor den erew. heere cancellier ende raedt in Brabant en then leste is ten principaele beslist dat Mari wede Jan Wijtmans Gerits schuldig zoude zijn handlichting te doen van alsulcke guede dair questie om was
daarom voor Mary en haar dochter meester Aelbrecht van Vlierden Claesse Verdonck en Henrick Appels en voor Luytgaert met haar kinderen Claess vanden Houte Henrick van Blaedel en Henrick vande Gevereals arbiters - uitspraak dat Mari met haar mombair en Jan van Laerhoven moeten afstand van dit erf doen
daarom zijn nu voor sch. van Otw Mari voorn. met haar mombor Jan van Laerhoven met Gertruyt zijn hvr afstand tbv mr Jan Lombarts tbv Luytgaert