Zij had een relatie met Jan Jacobs sBeren.
Kind(eren):
Cristijn Henricxs Goetstouwen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Jacobs sBeren |
1547 augustus 19 822.Sch.Mgt,R.292B,264r-1
Antonis z.w. Jan Jacops Beren z voor hemzelf en met hem Jacop ende Cornelis gebroederen ende Art Corsten Peterss als man van Lijsbette sijns wijffs wittige krn Henrick z.w. Jan Jacops Beren staende in hens vaders stadt en mester Cornelis van Nerven als man van Lenard.. sijns wijffs d.w. Melis Reymbouts die hij verweckt had bij Peterken d.w. Jan Jacop sBeren staande in haar moeders stadt en Laureys z.w. Elyas Jan Jacop sBeren en met hem Roelof Wouter Roeloffs man van Anna sijns wijffs d. Elyas voors. en met hen Agneesken met haar momb. d. Elyase voors. ook voor de andere krn van Elyas staende in hens vaders stadt wittige kynderen Jan Jacop sBerenz. die hij verweckt hadde bij Cristijne d.w. Henrick Godstouwen delen
aan . een mud rogge erfpsacht dwelck Melis Reymbouts jaarlijks geldende is den erfgen. Jan Jacops Beren nog [5 Rgld 10 st ] die helft van 11 ka gld sjaers als die vrijheit van Oesterwijck jaarlijks geldende is de erfgen. voors. noch hiertoe 3? ka gld sjaers als Daniel van Vlierden geloeft hadde Janne Jacops sBerenz. noch hiertoe een jaerrente van 2 ka gld sjaers als dese selve Daniel voors. den voers. Janne erfelijk geloefd hadde noch de helft van een ha . mud rogge dwelck Corsten Peters erffelijck [geloefd] hadde Janne Jacops sBerenz. daer Gerit Janss v. .. Raeck dat pant aff besittende is soe sij seeden [264v] noch de helft van 4 L erfrogge dwelck jaarlijks heffende is op erff nu toebehorende Willeme Aelbert Appels
waarop alle erfgenamen vertegen hebben tbv Antonisse voors. - actum anno xLvij xix augusti Peters Henrick Godtstouwen
hiertegen sullen hebben Jacop Cornelis ende Art Corsten Peters als man van Lijsken sijns wijffs in den iersten 17 erflopen rogge dwelcke sij heffen op Goyarden Roestenberch noxh sestalve ka.gld sjaers losrente dwelck die erfgen. van Gerarden Jan Henrick Willemsz jaarlijks geldende sijn noch 5 ka gld sjaers en dat nae vuytwijsen verscheyde scepenenbrieven daeraff sijnde hiertoe
? noch dat vierdegedeelte in dat Cleyn Voertbemdeken gelegen dat heel beemdeken inde par. Gestel < die Aa > die pastorye ^ Corsten Scilders v erfgen. Cornelis Godtstouwen
hiertegen sal hebben meester Cornelis van Nerven in den iersten een mud erfrogge op erff dat die pastoer alnu besittende is ende der pastorye toebehorende is noch 6 Rgld sjaers losrente dwelcke heffende is op Wouter z. mr Gerit van Nerven noch op Arden Corsten een losrente van vierdalve ka gld noch een loss rente die welck Gerit Corsten Gerits geloeft hadde Janne Jacops Beren daer Adriaen sijn soen die onderpanden aff besittendecende gebruyckende is noch [265r 619 xvij]
? dat vierdeel vanden cleynen voertbeempt voers
hiertegen sullen Lauwreys Roeloff Agnees met huer susteren ende broederen hebben houden in den iersten een mud losrogge dwelck men heffende is op erfgen. Melis Reymbouts noch die helft van 11? ka gld dwelcke men heffende is op die vrijheyt van Oesterwijck noch alle jaer 3 ka gld losrente dwelcke men heffende is op erff Gerit Janss vande noch een lossrente van 3 peters te 18 st dwelcke men heffende is jaerlijcks op erff dat Art Pels in handen plach te hebben noch die helft van een halve mud rogge dat Corsten Peter Corstenss erffelijck geloeft haddee Janne Jacop Sberensz daer Gerit Janss v . Raeck den dat pant affbesittende is soe sij zeden noch de helft van 4 L erffrogge dwelcke men jaewrlijcke heffende is op erff nu toebehorende . Aelbert Appels
1532 maart 5 822.Sch.Mgt,R.290,168r en 173v
achterzijde van brief op 168v en 173r dwars:Sijn coemen Jan Jacops Beerensoen en Corstijn zijn wyttighe huisfrou die hun testament maken
aan St Lambrecht te Luick 2 st na elke dood eens te gheven
de 4 biddende orden 4 L na elke dood eens te gheven
den persoen ofte den cappelaen na elken dooden 2 st eens die hon sacrament gheve sal den coster 1 st
den H.Geest 10 L rogge die sij heffende sijn op Willem Aerts om te spynden op jaerghetij van den iesten dooden een half mud en die 2 loepen sal die H.Geest uitrijken den persoen ofte den cappellaen en den coster en den senghers die vyghelijck ? ende mys sullen singhen voer honder beider sielen ende daen sal die lanste levende hoer? in hebben weer dat die heiligheerst sal hebben tot Ghestel ofte tot Oesterwijck
den kerken nae elken doeden 2 Rgld eens
hen 4 krn te weten Eelen en Tonis en die 3 krn van Henricken onsen soen afterghelaeten en Leenaert onser beiden dochter dochter dat sij allen ons gueden van ons beiden after laeten sullen haef en oerf? ghelijck sullen deilen in vieren behoudelijck dat Eelen Leenaerden wt sal reiken ende betaelen wt sijnen vierden deelt 25 Rgld nae onser beider doet
de 3 krn van Henricken onsen soen after ghelaeten dat die sullen vertijden op alle die gueden die hon heerken metten mombers ende metten vrienden vercoft hebben ende dat sij daerop vertijen sullen voer ende eer sij enich goet deilen sullen van desen testemekeren en die dat van de 3 weigert die wordt uitgemaakt met een oude grote of 3 blancken
geen van deze 3 krn mag iets van de erfenis verkopen etc. ten sij wittighs gheboerte hadden out sijnde 10 jaar ten waer dat hon noet saeke dede soe sullen sijt moeghen doen bij raede van Eelen en Toenissen
honnen oemen
de langstlevende zal [verso] volkomen vrij macht hebben
ze wederroepen alle eventueel eender gemaakte testamenten en uiterste willen
ondertekend anno xxxij den v dach van merte
Joost ? sey?? of ? Jan Handrijck scepen? Jan Peeter Anschens scepen
439. 1510 mei 23 sH,R.1279,207
Jan die Beer z.w. Jacop man van Cristine d.w. Henrici Goetscalcx vendt Johannes z.w. Arnoldi jeec 4 gld op Philips en Jacop uit
huis erf hof Gestel bij Otw Roetvenne
Jan Jacobs Sberen, sinds 1500 schepen van Moergestel en in 1529 fabrieksmeester, kocht in 1501 van zijn zwager Peter Ansem Wouters de helft van een huis en verkocht deze drie jaar later aan zijn broer Korsten. Hij trouwde met Cristijn Henricxs Goetstuwen.
In 1532 maakten zij hun testament: inden iersten maeken sy God van hemelrijck hon sielen. Sint Lambrecht te Luick II stuvers nae elken dooden eens te gheven. Den IIII biddende ordelen IIII loepen nae elken dooden eens te gheven. Voor de persoon of kapelaan die hon sacriment gheven sal, werd per persoon 2 stuiver gereserveerd, terwijl de koster 1 stuiver zou krijgen. Aan de Heilige Geest vermaakten zij 10 lopen rogge om te spynden op jaerghetij vanden iersten doden, te weten netto een half mud, want 2 lopen moest de Heilige Geest uitreiken aan de priester, de koster en de zangers die vyghelii ende miis sullen singhen voer honder beider sielen. De dochter Petra wordt niet in het testament vermeld, vermoedelijk omdat zij al haar kindsdeel al had ontvangen. De overige vier kinderen moesten de nalatenschap gelijk delen, behalve dat de kinderen van wijlen Henrick afstand moesten doen van het goed dat hon heerken metten mombors ende metten vrienden vercoft en hebben, maar als zij trouwden of geestelijke werden kreeg elk van hen toch nog 1 oude groot of 4 blanken. Het vruchtgebruik bleef voorbehouden aan de langstlevende van beide testateurs.