Hij had een relatie met Gheerborgh Jan Vannijs.
Kind(eren):
Nr. 287.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.144, micro¬fi¬che 2-E5, f.47v-1, aktenr. 287, 23-10-1422.
Op 23-10-1422 stond Aleijt wv Willem Jan Cantors aan haar wettige kinderen af de tocht in de windmolen te Krei¬ten in Oisterwijk in Udenhout en in een hofstad bij de molen, tussen de gemeint en tussen Peter van den Scoer, welke molen en hofstad voornoemde Willem die Cantor tot erfpacht gekregen had van Goeswijn ¬Moedel van der Donc, zoals in schepenbrieven van den Bosch. Die kinderen, Willem, Jan, Peter, Daneel, Wouter, Kathelijn en Barber, verkochten hun deel in de windmolen en hofstad aan hun broers Claus en Cornelis Willem Canters.
47v-2. Aleijt en haar kinderen verkochten aan voornoemde Claus en Cornelis 1 bunder moer naar keuze, maar wel aan een stuk, van Aleijt haar deel van een moer in Venloon, dat Aleijt en haar kinderen met meer andere erfenissen verkregen hadden van Claus Steenwech.
1193 f 59 5 maart 1422 n.st.
Claes Steenwech geeft in erfpacht aan Willem Willemss Cantor een hoeve, deels in Udenhout-Berkel, en deels in Tilburg of Venloen, nl. huis, schuur, hof, aangelag in Udenhout-Berkel tussen de kinderen van Claes Start en de erfgenamen van Rolof Vette, strekkende van een straat tot die Gruijnstraet;
Een beemd over die Gruenstraet;
12 buunder moer in Venloen;
8 buunder moer in Venloen;
om 14 mud rog Bossche maat en 20 kapoenen op lichtmis
(en de lasten:
een hertogcijns en grondcijns
(De hoeve is in gebruik bij Aleijt Cantors, weduwe van Willem die Cantor)
Nr. 121.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.147, microfiche 1-E8, f.23v-1, aktenr. 121, 30-04-1430.
Op 30-04-1430 stond Laureijns Jan Vannijs af aan zijn dochters van de voorbedde Alijt, Griet, Gheerborgh, Juet, Alijt(!)en Kerstine, verwekt bij Kathelijn Jans van Eersel, de tocht in
1. een stuk beemd in Udenhout in de Legrijt, naast Godert van der Scuere, naast het broek van Helvoirt, aan zijn broer Jan Prijem Vannijs en aan voornoemde Jan Prijems en zijn broer Peter, belast met de hertogencijns van 1 oude grote,
2. land en weide ter voorschreven stede, naast Jan Priems en zijn broer Peter, naast Jan den Lathouwer, aan de straat en aan Jan Priems en zijn broer Peter.
(01-05-1430) Voornoemde Alijt, Griet, Gheerborch, Juet en Alijt tevens voor voornoemde Kerstina verkochten deze beemd, land en weide aan hun ooms Peter en Jan genaamd Priem Vannijs, belast met een erfpacht van ½ mud rogge aan wie men dat verschuldigd is, met hun deel van een erfcijns ouds van ½ pond ouds aan wie men dat verschuldigd is, en hun deel van een erfcijns van 5 schillingen aan de persoon en de altaristen der kerk van Oisterwijk. Laureijns Henric Toijt Vannijs zag af van vernadering.
(12-06-1433) Voornoemde Kerstijn Laureijns deed afstand.
1213 f.253 7 september 1443
Claes, Peter, Daniel, Wouter en Barbara, kinderen van wijlen Willem Cantor en Jan Willem Willems Cantor
en Gerit Starts, man van Aleijt Willem Willem Cantors, hebben opgedragen aan Peter Peters vanden Schoer:
6/7 deel in huis, erf, hof en aangelag bij Kreijtenmolen te Udenhout en Berkel
6/7 in land over de Groenstraat;
6/7 in een beemd;
6/7 in een stukje beemd;
6/7 in een stuk moer in Venloen;
en 6/7 ion een half stuk moet in Venloen.
(Claes Steenwech had in erfpacht gegeven aan Willem Willems die Cantor:
een hoeve met landerijen onder Udenhout, Berkel, Tilburg en Venloen, nl. huis, schuur, hof en aangelag in
Udenhout en Berkel;
een beemd over die Groenstraat;
12 buunder moer in Venloen;
en 8 buunder moer in Venloen;
om 14 mud rog en 20 kapoenen
(en een hertogcijns)