Zij heeft/had een relatie met Gooswyn Gooswyn Mattheeussoon van der Borcht.
Kind(eren):
Nr. 790.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, micro¬fi¬che 5-B4, f.103-1, aktenr. 790, 24-06-1421.
Op 24-06-1421 beloofde Heijlwijch Engbrecht Smijters, weduwe (nawijf) van Goeswijn Goeswijn Matheeus zoen, dat zij haar onmondige kinderen Engbrecht, Heijl¬wig en Mar¬griet afstand zal laten doen van een erfpacht van 2 mud rogge, die voornoem¬de Goeswijn bij Heijlwi¬g verkregen had ten behoeve van zijn kinderen van de voorbedde 1. Goeswijn 2. Gherijt, 3. Elisabeth, gehuwd met Hen¬ric Eng¬brecht Smijters.
1489 juli 14 847.Sch.Otw,R.195,21v-2
Cont sij enyegelijken want Ghijsbrecht z.w. Goeyaert Henric Embrechts sone van Riele voer sijn ghebreck dats te weten voer enen jeep van 9 L rogge op Lichtmis uit
? eenen acker lants in libertate de Oesterwijk < den wech gaende doer die ackeren aldaer > comm.
plateam ^ Singhels hecken v Heyn Lupprechts hove toe
welke 9 L roge erfpacht voors. Heylwiych d.w. Embrecht Smyter z.w. Peters van Riele tegen Mechtelde wede w. Merten z.w. Peter Tolen soens en tegen haar krn met overgeven gekocht had in sch.br.Otw 1426 opten sondach alsmen singht invocavit 9 maart en welke pacht voors. totten voors. Ghijsbrecht met versterve voert erfelijk comen was en welke pacht voors. den voors. Ghijsbrecht ghebrak en van 2 jaer naestleden niet vergouden en was ghericht waert met vonnis der schepenen van Otw aan dit stuk land voors. welk gericht Adriaen vander Hoeven vorster tot Otw namens Ghijsbrecht voors. daar hij volkomen macht af hadde volkomen volvoerde en verkocht voor zijn gebrek en den onraad 3 1/2 mud 1 L rogge met Goeyaerde z.w. Henric Wijsen behoudelijc en in dezen cope uitgescheiden den HeiligenGheest van Otw 1/2 mud rogge erfpacht van 2 jaar - scab. Elst Em en A Denys en Claeus van Berck datum xiiij july
Nr. 269.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 145, microfiche 2-D3, f. 26-4, aktenr. 269, 17-06-1426.
Op 17-06-1426 had Engbrecht Engbrecht Smijters gebrek van zijn helft van een erfpacht van 2½ mud en 2 lopen rogge, die Kathelijn wv Hubrecht Betthen in huwelijkse voorwaarden aan Goeswijn Willems van Hoelt beloofde, met lichtmis te leveren, uit goederen van eertijds heer Godevaert van Hulsel priester, in Westilburg, bij het goed van Jan van Dordrecht, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk van 28-10-1400, en welk 2½ mud en 2 lopen rogge Engbrecht Peters van Rijck(?) en Kathelijn wv Hubrecht Betthen kochten van Goeswijn Willems van Hoelt, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk. Verder had hij gebrek van een erfpacht van ½ mud rogge die voornoemde Kathelijn met lichtmis levert uit voornoemde goederen. Deze erfpachten waren hem aangekomen bij erfdeling. -Engbrecht volvoerde het gericht en verkocht aan voornoemde Kathelijn wv Hubrecht Betthen, waarbij Denijs Willem Reijnkens, Heijlwijch ev Goesswijn van der Borch en Willem Sappeels hun pacht uit deze goederen behouden.