Stamboom Willems Hoogeloon-Best » Louis Marie Anne COUPERUS (1863-1923)

Persoonlijke gegevens Louis Marie Anne COUPERUS 


Gezin van Louis Marie Anne COUPERUS

Hij is getrouwd met Elisabeth Wilhelmina Johanna BAUD.

Zij zijn getrouwd op 9 september 1891 te 's-Gravenhage, Zuid-Holland, Nederland, hij was toen 28 jaar oud.


Notities over Louis Marie Anne COUPERUS

Louis Marie Anne Couperus (Den Haag, 10 juni 1863 – De Steeg, 16 juli 1923) was een Nederlandse schrijver en een van de eerste Nederlandse vertegenwoordigers van het literaire naturalisme.

Couperus' werk omvat allerlei uiteenlopende literaire genres. Hij debuteerde met poëzie, maar legde zich vervolgens al snel toe op psychologische romans, waarmee hij de meeste bekendheid verwierf. Hij schreef daarnaast cultuursprookjes, historische romans en veel reisverslagen en columns. In het algemeen geldt hij als een van de belangrijkste schrijvers uit de canon van de Nederlandse literatuur. De uitgave van zijn Volledige Werken (1987-1996) geldt als de eerste Nederlandse teksteditie die volgens wetenschappelijke normen tot stand is gekomen.

Inhoud [weergeven]
Biografie[bewerken]
Familie[bewerken]
1rightarrow blue.svg Zie Couperus (geslacht) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Louis Couperus was een lid van de Nederlandse patriciaatsfamilie Couperus, van oorsprong een Fries geslacht van kuipers, waarvan de naam later gelatiniseerd werd tot Couperus. In dezelfde familie kwamen verschillende predikanten voor. Vroeger werd gedacht dat de familie afstamde van de Schotse familie Cowper, maar deze hypothese werd in 1962 ontkracht.[1]

Hij was een zoon van mr. John Ricus Couperus (1816-1902), lid van de raad van justitie te Padang 1844 en te Batavia 1846, daarna raadsheer bij het Hooggerechtshof 1850, en van jonkvrouw Catharina Geertruida Reynst (1829-1893), dochter van Jan Cornelis Reijnst (1798-1871), waarnemend gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Hij was een achterkleinzoon van de koopman Abraham Couperus (1752-1813), later gouverneur van Nederlands-Malakka.

In deze families werd vrij veel onderling getrouwd. Ook Louis Couperus trouwde met een familielid, namelijk met zijn achternicht Elisabeth Baud. Haar beide grootmoeders waren zussen van Couperus' vader.

Familierelaties tussen Elisabeth Couperus-Baud en Louis Couperus[bewerken]
Petrus Theodorus Couperus (1787-1823), trouwt 1812 Catharina Rica Cranssen (1795-1846), dochter van Willem Jacob Cranssen (1762-1821)
John Ricus Couperus (1816-1902), trouwt jkvr. Catharina Geertruida Reynst (1829-1893)
Louis Marie Anne Couperus(1863-1923), trouwt 1891 Elisabeth Wilhelmina Johanna Baud (1867-1960)
Wilhelmina Jacobina Theodora Couperus (1818-1899), trouwt 1837 Guillaume Louis Baud (1801-1891)
Jan Carel Willem Ricus Theodore Baud (1838-1883), trouwt 1865 Johanna Wilhelmina Petronella Steenstra Toussaint (1844-1927)
Elisabeth Wilhelmina Johanna Baud, trouwt 1891 Louis Marie Anne Couperus
Elisabeth Wilhelmina Petronella Couperus (1821-1889), trouwt 1839 dr. Abraham Johan Daniël Steenstra Toussaint (1821-1876)
Johanna Wilhelmina Petronella Steenstra Toussaint (1844-1927), trouwt 1865 Jan Carel Willem Ricus Theodore Baud (1838-1883)
Elisabeth Wilhelmina Johanna Baud, trouwt 1891 Louis Marie Anne Couperus
Levensloop[bewerken]
Vroege jaren[bewerken]

Louis Couperus getekend door Jan Veth als bijlage voor De Amsterdammer in 1892

Herenhuis aan Mauritskade 43, Den Haag
Couperus werd op 10 juni 1863 geboren op de Mauritskade te 's-Gravenhage (Den Haag), in het pand op nummer 11, als jongste van elf kinderen. Zijn vader was op dat moment gepensioneerd. Zijn drie voornamen zijn die van drie zusjes die vóór Louis' geboorte gestorven waren. De kleine Louis werd op 19 juni gedoopt in de Waalse kerk in Den Haag. Het gezin Couperus vertrok op 8 november 1872 naar Nederlands-Indië, onder andere om het familieland Tjicoppo te bezoeken. Zij kwamen daar op 31 december aan en vestigden zich in 1873 aan het Koningsplein te Batavia.

In 1874 begon Couperus met zijn opleiding op het Gymnasium Willem III. Hier werd zijn interesse voor de klassieke oudheid gewekt. Hij had op dat moment al een relatie met zijn latere echtgenote, Elisabeth Baud.

In 1878 keerde het gezin terug naar Nederland, waar ze eerst aan de Nassaukade in Den Haag gingen wonen. In 1883 verhuisden ze naar het Nassauplein. Couperus verliet in 1881 de H.B.S. en studeerde verder voor een acte MO-Nederlands. In 1883 keerde ook Elisabeth Baud terug naar Nederland, waar ze ging wonen bij haar grootouders, Guillaume Louis Baud en Wilhelmina Jacobina Theodora Couperus. In mei van datzelfde jaar verkocht de vader van Couperus het landgoed Tjicoppo, in Nederlands-Indië. Couperus begon zijn literaire carrière in juli van dat jaar met het gedicht Erinnering, dat verscheen in het tijdschrift Nederland.

In augustus 1883 werd de oudste broer van Couperus, Petrus Theodorus, wegens een geestesziekte opgenomen in een inrichting. In 1884 verhuisde de familie naar Surinamestraat 20. Couperus werd in juni 1885 benoemd tot lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en behaalde op 6 december 1886 zijn acte MO-Nederlands. In 1887 zette hij zijn omgang met Elisabeth Baud voort en begon zijn vriendschap met Gerrit Jäger.

In december van datzelfde jaar begon hij aan zijn debuutroman, Eline Vere, een verhaal dat het jaar daarop als feuilleton verscheen in Het Vaderland en zeer populair werd. Op 3 maart 1889 verscheen het als boek. Hiermee had Couperus zijn naam als schrijver definitief gevestigd. Het boek was direct een groot succes en tot Couperus' overlijden verschenen hiervan 9 drukken. Hij had toen al twee dichtbundels gepubliceerd, die echter vrijwel onopgemerkt bleven.

Reizen, grote romans[bewerken]

Louis Couperus en zijn echtgenote Elisabeth Couperus-Baud op de boot De Prins der Nederlanden naar Indië in oktober 1921
Couperus maakte in juli 1889 een reis naar Scandinavië met zijn zwager Benjamin Vlielander Hein. In 1890 sloot hij vriendschap met jhr. J.H. Ram en maakte hij kennis met Maurits Wagenvoort. Hij ondernam in mei van dat jaar een reis naar Karlsbad en ontving op 12 augustus de Thiemeprijs voor Eline Vere.

Op 13 oktober 1890 liet Couperus zich uitschrijven uit 's-Gravenhage, met de intentie zich voor langere tijd in Parijs te vestigen. Hij bezocht hier de Frans-Poolse schrijver Théodore de Wyzewa en woonde een lezing bij van Francisque Sarcey, een bekend journalist en toneelcriticus. Uit een brief aan zijn zus Trudy blijkt echter dat het verblijf in Parijs hem door de bank genomen erg tegenviel.[2] Couperus keerde in januari 1891 alweer terug naar Den Haag, in verband met het overlijden van G.L. Baud, de grootvader van Elisabeth. Op 9 september 1891 trouwde hij met haar; de huwelijksreis ging naar Vlaanderen. Op 21 september betrok het paar de woning Villa Minta aan de Roeltjesweg, sinds 1935 Couperusweg 15, te Hilversum. In december van hetzelfde jaar werd Couperus door Lambertus Jacobus Veen van uitgeverij L.J. Veen benaderd om Extaze uit te geven. Oscar Wilde las in 1892 de vertaling van Couperus' Noodlot, Footsteps of fate, en schreef Couperus een brief om hem te complimenteren met diens werk. Elisabeth vertaalde datzelfde jaar Wilde's roman The picture of Dorian Gray. Gerrit Jäger maakte een toneelbewerking van Couperus' Noodlot.

In februari 1893 begon Couperus aan een reis naar Italië en kwam in Florence. Op 15 februari, slechts twee weken nadat Couperus uit Nederland was vertrokken, overleed echter zijn moeder, zodat hij terug naar huis moest. In september reisde hij opnieuw af naar Italië, waar hij zijn eerste reisimpressies schreef. In december reisde hij door naar Rome en hij sloot zijn reis af met een bezoek aan Athene, waar hij wegens de armoedige omstandigheden maar korte tijd bleef.[3]

In december 1893 werd Couperus redacteur van het maandblad De Gids. In april 1894 reisde hij opnieuw af naar Italië en bezocht in Florence Ouida, de door hem sterk bewonderde schrijfster van kasteelromans. Kort voor haar dood zou hij haar nog eens ontmoeten.[4] In juli 1894 betrok hij het huis aan de Jacob van der Doesstraat 123 in 's-Gravenhage. Couperus' vriend Gerrit Jäger pleegde in augustus van datzelfde jaar zelfmoord.

Couperus trad op 30 april 1895 af als redactielid van De Gids en vertrok in oktober weer naar Italië, waar hij in Rome de beeldhouwer Pier Pander leerde kennen. Ook de jaren daarop reisde hij veel binnen Europa, onder meer naar Frankrijk, Duitsland en Engeland (tot 1898).

In 1897 zegde Couperus het lidmaatschap van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde op omdat hij van plan was naar het buitenland te vertrekken. Op 31 augustus, de zeventiende verjaardag van koningin Wilhelmina, werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Een benoeming in de exclusievere Orde van de Nederlandse Leeuw werd voorlopig nog te hoog voor hem geacht.

In 1898 maakte Couperus een reis naar Londen. Het jaar daarop, in februari, volgde een reis naar Nederlands-Indië, waar hij in juni enige tijd verbleef te Tegal bij zijn zuster Trudy en zwager, resident Gérard de la Valette. Na de benoeming van De la Valette tot resident van Pasoeroean verbleven Couperus en zijn vrouw ook daar in het residentiehuis. Couperus begon er aan zijn roman De stille kracht, waarin Valettes residentie model stond voor de woning van een van de hoofdpersonen, de resident Otto van Oudijck.

In maart 1900 keerde Couperus terug naar Nederland. In oktober van dat jaar vertrok hij samen met zijn vrouw naar Frankrijk, waar ze gingen wonen in hun huis 'Villa Jules', bij Nice. Couperus maakte van daaruit meerdere reizen naar Italië, waarbij hij onder andere Florence en Rome opnieuw bezocht. In 1901 overleed zijn vriend en mentor Jan ten Brink en in oktober 1902 ook zijn vader.

In januari 1903 richtte Couperus, samen met Cyriel Buysse en Willem Gerard van Nouhuys, het literaire tijdschrift Groot Nederland op. Hierin verscheen een jaar later in delen zijn nieuwe belangrijke werk, de familieroman Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan.... In mei 1904 kocht L.J. Veen voor een groot bedrag de rechten op van alle tot dan toe verschenen werken van Couperus.

Feuilletons, journalistiek, kleinere romans[bewerken]
In de periode 1906-1910 heeft Couperus betrekkelijk weinig geschreven. Omdat zijn boeken in die jaren slecht verkochten, nam Couperus zich voor geen romans meer te schrijven. Hij vertrok in mei 1906 van Villa Jules naar Venetië en verbleef in juni te Bagni di Lucca, waar hij Giulio Lodomez ontmoette, die hij later zou laten figureren in romans als Orlando. Hij bracht tevens een nieuw bezoek aan Ouida in Camaiore. Het was inmiddels stil rond hem geworden: er werd nog maar weinig over hem geschreven en zijn boeken werden zelden en dan vaak lauw besproken.[noten 1] In Florence beschikte Couperus tot 1915 over grote vertrekken in een Zwitsers pension op de derde verdieping van het Palazzo Niccolini.

In december 1909 begon Couperus zijn wekelijkse feuilletons in Het Vaderland en langere verhalen in Groot Nederland te publiceren. Hij wenste voortaan geen romans meer te schrijven. Hij schreef rond 1909 veel korte stukken over de oudheid. Dat werk werd later in twee bundels verzameld die de titel Antieke verhalen, van goden en keizers, van dichters en hetaeren en Schimmen van schoonheid kregen. Antiek toerisme kan worden beschouwd als een wat langer uitgevallen verhaal over het oude Rome en, als exotisch decor voor de Romeinse hoofdpersoon, het door Rome onderworpen Egypte.

In augustus 1908 begonnen Couperus en zijn vrouw een pension in Nice; Couperus schreef enige korte verhalen en begon op 27 november 1909 met een wekelijks feuilleton in Het Vaderland. In mei 1910 overleed Frans, een broer van Couperus, en in december werd het pension in Nice beëindigd. Tot 1912 ondernam het echtpaar reizen naar Italië en Sicilië; in de laatste week van 1911 vertrokken ze vanuit Florence richting Sicilië. Wegens het slechte weer moesten ze enkele dagen in Napels blijven, waarbij ze de gelegenheid aangrepen om het Museo Archeologico Nazionale te bezoeken[5]. In 1913 volgde een drie maanden durende reis door Spanje, samen met 'Orlando'. In september van dat jaar pleegde zijn vriend Johan Hendrik Ram zelfmoord. In maart 1914 won Couperus de Nieuwe Gids-prijs voor Antiek toerisme. Hij verbleef in juli 1914 een tijdje in München.

In februari 1915 moesten Couperus en zijn vrouw vanwege de uitgebroken Eerste Wereldoorlog terugkeren naar Den Haag. Ze namen in eerste instantie hun intrek bij Couperus' zuster en zwager aan de Molenstraat, waarvan Couperus de volgende maand in Het Vaderland verslag deed. In augustus 1915 betrok hij een appartement op Hogewal.[6] Er zijn aanwijzingen dat Couperus door deze gedwongen terugkeer zo wanhopig was, dat hij even over zelfmoord heeft nagedacht.[7] In Den Haag trad Couperus nu voor het eerst op als voordrachtskunstenaar in kunstzaal Kleykamp in Den Haag. Hij ging aan de Hoge Wal 2 wonen en schreef opnieuw feuilletons voor Het Vaderland. In november bezocht hij Cyriel Buysse, waar hij de schrijver en sportman Henri van Booven ontmoette, zijn latere biograaf.

In het voorjaar van 1916 schilderde Antoon van Welie zijn portret; daarnaast correspondeerde hij met de classicus W.E.J. Kuiper over diens essay betreffende Couperus' werk. Hij werd door de journalist S.F. van Oss aangenomen als medewerker van de Haagse Post en hield een interview met André de Ridder. In oktober 1917 vond de première plaats van een toneelbewerking, door Elisabeth Couperus, van Eline Vere; de belangrijkste actrice in het stuk was Else Mauhs.

Levensavond[bewerken]
In mei 1918 overleed Louis Couperus' zus Trudy. Bij de ramp met het stoomschip Amstel kwam in april 1919 ook Couperus' lievelingsneef Frans Vlielander Hein, aan wie hij De Ode had opgedragen, om, samen met diens echtgenote Enny Vrede. Enkele maanden laten schreef Couperus een nieuw testament, zijn derde. Daarin werd net als bij de vorige zijn vrouw als enig erfgenaam aangewezen, maar mocht zij eerder overleden zijn of tegelijk met hem sterven, dan zou er voor twee van zijn jeugdige nichtjes elk duizend gulden bestemd zijn. Voorts zou er met het resterende vermogen een stichting moeten worden opgericht om een naar Couperus genoemde prijs uit te kunnen reiken. Uit de rente van het kapitaal zou jaarlijks een bedrag moeten worden gegeven aan 'een Nederlandschen letterkundige (man of vrouw)', waarbij niet alleen moet worden 'gelet op de voortreffelijkheid van eenig met den prijs te bekronen werk, maar zeer zeker ook op de meer of minder gunstige financieele omstandigheden van hem of haar die voor den prijs in aanmerking kan komen'. Mocht Elisabeth haar man overleven, dan gaf hij haar in overweging 'zonder intusschen eenigen moreelen drang dienaangaande op haar te willen uitoefenen' de bedoelde stichting op te richten. Maar omdat Couperus inderdaad eerder overleed dan zijn vrouw kwam de stichting niet tot stand.[8]

Bordje op de plek waar 't Sunneke heeft gestaan
In oktober 1920 ondernam Couperus een reis naar Algiers, in juni 1921 reisde hij weer naar Parijs en Londen. In februari 1922 maakte hij, als speciaal correspondent van de Haagse Post, een nieuwe reis naar Azië, eerst naar Sumatra, Java en Bali. Op weg naar Indië deed hij hierbij voor de laatste keer in zijn leven Italië (deze keer Genua) aan.[9] Hij logeerde op Sumatra onder meer bij gouverneur L.C. Westenenk. In deze tijd, in 1921, werd hij gefotografeerd door de toen wereldberoemde portretfotograaf Emil Otto Hoppé. Couperus bezocht tijdens deze reis ook nog China en Japan. In februari werd hij ernstig ziek tijdens zijn tocht door Japan, en lag gedurende zeven weken in een Japans ziekenhuis.

Ter gelegenheid van Couperus' zestigste verjaardag had zich een feestcomité gevormd. Er kwam een receptie en Louis Couperus kreeg ongeveer 12.000 gulden aangeboden. Het geld was door meer dan 500 personen en instellingen bijeengebracht voor de bouw van het huis in De Steeg waar hij in zou trekken.[10] Couperus' verjaardag werd groots gevierd in 's-Gravenhage, waarbij Lodewijk van Deyssel een toespraak hield en Couperus alsnog werd benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Begin juni 1923 trok het echtpaar Couperus in het huis, genaamd 'Het Sunneke', in De Steeg. Zes weken later overleed de schrijver daar.[noten 2] Een bordje in de tuin van de plek waar 't Sunneke heeft gestaan herinnert nog aan Couperus.

Couperus overleed mogelijk aan een soort tuberculeuze bloedvergiftiging of een longvliesontsteking met een bloedvergiftiging.[11] Op 19 juli vond de crematie op Westerveld plaats. Zijn as werd later overgebracht naar Oud Eik en Duinen.

Waardering[bewerken]

Boekbandontwerp van Jan Toorop voor Psyche
Reeds tijdens zijn leven genoot Couperus niet alleen in het Nederlandse taalgebied, maar ook daarbuiten een zekere reputatie. Zijn werk werd veelvuldig vertaald, in Duitsland met name door Else Otten, in Engeland vooral door Alexander Teixeira de Mattos[noten 3] en later in Italië door Giacomo Prampolini. Veel van zijn boeken werden in het buitenland meerdere malen herdrukt. De roman De berg van licht bijvoorbeeld verkocht in Duitsland (als Heliogabal) veel beter dan in Nederland. Hij kwam onder de aandacht van Oscar Wilde, die zeer te spreken was over Footsteps of Fate, de Engelse vertaling van Noodlot. Couperus verkreeg bij leven de D.A. Thiemeprijs voor Eline Vere, in 1914 de Nieuwe Gids-prijs voor Antiek toerisme en in 1923 de Tollens-prijs voor zijn hele oeuvre.

Tegen het einde van zijn leven was Louis Couperus dan wel een beroemd schrijver, maar zijn boeken verkochten slecht. De waardering voor het werk van Couperus begon al tijdens zijn leven terug te lopen. Na zijn dood dreigde Couperus enige tijd in de vergetelheid te raken. Sommige eerste drukken waren tot in de jaren 40 nog uit voorraad leverbaar. Bij zijn honderdste geboortedag in 1963 was een opleving onmiskenbaar. Met name voor zijn romans was er steeds weer opnieuw belangstelling. Het verschijnen van een aantal biografieën, waaronder met name die van Frédéric Bastet uit 1987 en bewerkingen van zijn boeken voor toneel, film en televisie hebben daar zeker aan bijgedragen.

In de laatste decennia van de 20e eeuw verscheen het werk van Couperus in een vijftigdelige wetenschappelijke editie, en aan de schrijver en zijn werk werden tal van artikelen en boeken gewijd. In 1993 werd het Louis Couperus Genootschap opgericht om liefhebbers van zijn werk bijeen te brengen en wetenschappelijk onderzoek naar het leven en het oeuvre van de auteur te stimuleren. Het Louis Couperus Genootschap riep het jaar 2013 uit tot Louis Couperus Jubileumjaar. De 150ste geboortedag op 10 juni 2013 was aanleiding om Louis Couperus (opnieuw) onder de aandacht van de lezer te brengen.[12]

Trivia[bewerken]
De vader van Couperus, John Ricus Couperus, liet in 1884 aan de Surinamestraat 20 een huis bouwen, waar het gezin later ging wonen. Het huis bevat nog de marmeren en parketvloeren waarover de gevierde romancier heeft gelopen. Ook de originele plafonds, houten lambriseringen, glas-in-loodramen en een 'authentieke wc' zitten er nog in. Er is tevens nog een 'dienkeuken met originele servieskast'. In 2007 werd dit huis aan de Surinamestraat 20 te koop aangeboden. Op initiatief van de econoom Arnold Heertje en met steun van schrijfster Hella Haasse en de dichter Anton Korteweg werd een stichting opgericht die vergeefs geprobeerd heeft het pand te kopen en in te richten tot Louis Couperus Huis. Het huidige Louis Couperus Museum, opgericht op initiatief van Caroline de Westenholz, bevindt zich sinds 1996 op het adres Javastraat 17 in Den Haag.
Al op die eerste dag van het verschijnen van Eline Vere stond in het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage het eerste deel van een positieve recensie, geschreven door zijn stadgenoot Frederik van Hogendorp (1843-1889). Die ging ook in op de (hogere) kringen waarin het boek speelde, kringen die Van Hogendorp, als zoon van het Tweede Kamerlid Frederik van Hogendorp (1802-1872) en een grootmeesteres van koningin Emma, goed gekend moet hebben.
Willem Kloos schreef eens een zeer negatieve recensie over Couperus' gedichten, waarin hij Couperus aanried zijn heil elders te zoeken dan in de dichtkunst.
Bibliografie[bewerken]

Louis Couperus in de Surinamestraat (foto P.L. van Till)

Standbeeld Eline Vere in Den Haag door Theo van der Nahmer.

Beeld van Couperus, gemaakt door Kees Verkade, aan de Lange Voorhout in Den Haag

Steen op het geboortehuis van Couperus

Eline Vere, gevelpaneel in Gouda

De Steeg Amaliaplein bankje Couperus met de tekst: Een tederheid van stemmingen en licht vervloeit langs de rivier.
Eerste gedrukte uitgaven[bewerken]
Dit is een lijst van de uitgaven in boekvorm van het werk van Couperus.

1884 - Een lent van vaerzen (gedichten)
1885 - De schoone slaapster in het bosch. Sprookje in twee bedrijven en zes tafereelen voor zang en piano
1886 - Orchideeën (gedichten)
1889 - Eline Vere. Een Haagsche roman
1890 - Noodlot
1892 - Extaze. Een boek van geluk
1892 - Eene illuzie
1893 - Majesteit
1894 - Reis-impressies
1895 - Wereldvrede
1895 - Williswinde
1896 - Hooge troeven
1896 - De verzoeking van den H. Antonius. Naar Gustave Flaubert. Fragmenten
1897 - Metamorfose
1898 - Psyche
1899 - Fidessa
1900 - Langs lijnen van geleidelijkheid
1900 - De stille kracht
1901 - Babel
1901 - De boeken der kleine zielen. De kleine zielen
1902 - De boeken der kleine zielen. Het late leven
1902 - De boeken der kleine zielen. Zielenschemering
1903 - De boeken der kleine zielen. Het heilige weten
1902 - Over lichtende drempels
1903 - God en goden
1904 - Dionyzos
1905 - De berg van licht
1906 - Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan ...
1908 - Aan den weg der vreugde
1910 - Van en over mijzelf en anderen. Eerste bundel
1911 - Antieke verhalen. Van goden en keizers, van dichters en hetaeren
1911 - Korte arabesken
1911 - Antiek toerisme. Roman uit Oud-Egypte
1911 - De zwaluwen neêr gestreken...
1912 - Schimmen van schoonheid
1912 - Uit blanke steden onder blauwe lucht. Eerste bundel
1913 - Uit blanke steden onder blauwe lucht. Tweede bundel
1913 - Herakles
1914 - Van en over mijzelf en anderen. Tweede bundel
1915 - Van en over alles en iedereen
1915 - De ongelukkige
1916 - De tweelingbroeders. Jambische bewerking van Plautus' Menaechmi
1916 - Van en over mijzelf en anderen. Derde bundel
1917 - Van en over mijzelf en anderen. Vierde bundel
1917 - De komedianten
1917 - Jan en Florence
1917 - Wreede portretten
1918 - Der dingen ziel
1918 - Brieven van den nutteloozen toeschouwer
1918 - Legende, mythe en fantazie
1918 - De verliefde ezel
1919 - De betooveraar
1919 - Elyata
1919 - De ode
1919 - Xerxes of de hoogmoed
1920 - Iskander. De roman van Alexander den Groote
1920 - Lucrezia
1921 - Met Louis Couperus in Afrika
[1922] - De ring en de prins
1922 [=maart 1923] - Het zwevende schaakbord
1923 - Oostwaarts
1923 - De oude trofime
1923 - Proza. Eerste bundel
1924 - Proza. Tweede bundel
1924 - Het snoer der ontferming en Japansche legenden
1925 - Nippon
1925 - Proza. Derde bundel
1931 - Romantisch avontuur
1945 - Il Mago
1957 - De binocle
1959 - De naumachie
1972 - Via Appia
1973 - De tooveressen. Tweede idylle van Theokritos
1975 - Nagelaten werk
1976 - Endymion
1976 - Sabijnsche-maagdenroof
1978 - Kindersouvenirs
1979 - Een Hagenaar terug in Den Haag
1979 - Herinneringen aan de lente
1979 - Kinderkamer
1979 - De nachten
1979 - De vonk
1980 - Een ster
1980 - Toen ik een kleine jongen was...
1980 - Een zieltje
1980 - Zijn aangenomen zoon. Een fragment
Een uitputtend overzicht van alle eerste én volgende drukken van Couperus (inclusief verwijzing naar eerste publicaties in kranten en tijdschriften en (verblijfplaatsen van) handschriften) geeft:

Marijke Stapert-Eggen, Repertorium Louis Couperus, 1992 en 1997² (3 delen: bibliografie van het primaire werk van Louis Couperus)
Verzamelde werken[bewerken]
Tussen 1952 en 1957 verscheen de Verzamelde werken in een twaalfdelige uitgave; door de gehanteerde editietechniek (met name de gemoderniseerde spelling en de keuze van de teksten), was deze uitgave meteen omstreden. De gesubsidieerde uitgave kon ondanks de zogenaamde Couperus-rel niet worden tegengehouden. In 1975 verscheen van deze uitgave zelfs nog een tweede druk. Bij gebrek aan 'beter' is in publicaties tussen 1952 en 1996 veel naar deze uitgave verwezen. De Verzamelde werken bestaan uit de volgende delen:

Jeugdwerk; Eline Vere; Novellen (1953)
Noodlot; Extase; Majesteit; Wereldvrede; Hoge troeven (1953)
Metamorfose; Psyche; Fidessa; Langs lijnen van geleidelijkheid (1953)
De stille kracht; Babel; Novellen; De zonen der zon; Jahve; Dionysos (1953)
De boeken der kleine zielen (1952)
Van oude mensen de dingen die voorbijgaan; De berg van licht (1952)
Aan de weg der vreugde; Antiek toerisme; Verhalen en arabesken (1954)
Herakles; Verhalen en dagboekbladen; Uit blanke steden onder blauwe lucht (1956)
Lucrezia; De ongelukkige; Legenden en portretten (1956)
De komedianten; De verliefde ezel; Het zwevende schaakbord (1955)
Xerxes; Iskander (1954)
Verhalen (1957)
Volledige Werken[bewerken]
Tussen 1987-1996 verscheen er een uitgave van de Volledige Werken Louis Couperus in 50 delen die nu als de standaard-uitgave geldt, gebaseerd op de actueelste editietechniek en onder auspiciën van het Bureau Basisvoorziening Tekstedities der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, vanaf 1993 onder auspiciën van de Afdeling Neerlandica van het Constantijn Huygens Instituut der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. De Volledige Werken Louis Couperus bestaat uit de volgende delen:

Een lent van vaerzen (1988)
Orchideeën. Een bundel poëzie en proza (1989)
Eline Vere. Een Haagsche roman (1987)
Noodlot (1990)
Extaze. Een boek van geluk (1990)
Eene illuzie (1988)
Majesteit (1991)
Reis-impressies (1988)
Wereldvrede (1991)
Williswinde (1990)
Hooge troeven (1991)
De verzoeking van den H. Antonius (1992)
Metamorfoze (1988)
Psyche (1992)
Fidessa (1992)
Langs lijnen van geleidelijkheid (1989)
De stille kracht (1989)
Babel (1993)
De boeken der kleine zielen. I en II (1991)
De boeken der kleine zielen. III en IV (1991)
Over lichtende drempels (1993)
God en goden (1989)
Dionyzos (1988)
De berg van licht (1993)
Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan... (1988)
Aan den weg der vreugde (1989)
Van en over mijzelf en anderen (1989)
Antieke verhalen. Van goden en keizers, van dichters en hetaeren (1993)
Korte arabesken (1990)
Antiek toerisme. Roman uit Oud-Egypte (1987)
De zwaluwen neêr gestreken... (1993)
Schimmen van schoonheid (1991)
Uit blanke steden onder blauwe lucht (1994)
Herakles (1994)
Van en over alles en iedereen (1990)
De ongelukkige (1994)
De komedianten (1992)
Legende, mythe en fantazie (1994)
De verliefde ezel (1994)
De ode (1990)
Xerxes, of De hoogmoed (1993)
Iskander. De roman van Alexander den Groote (1995)
Met Louis Couperus in Afrika (1995)
Het zwevende schaakbord (1994)
Oostwaarts (1992)
Proza. Eerste bundel (1995)
Het snoer der ontferming. Japansche legenden (1995)
Nippon (1992)
Ongebundeld werk (1996)
Ongepubliceerd werk (1996)
Gepubliceerde brieven[bewerken]
In 1963 verscheen er een speciaal nummer van het tijdschrift Maatstaf waarin een groot aantal (fragmenten van) brieven werd gepubliceerd:

1963 - Louis Couperus als briefschrijver
De belangrijkste brievencollectie die daarna werd gepubliceerd was die aan zijn uitgever, L.J. Veen, bezorgd door de biograaf Frédéric Bastet in twee delen:

1977 - Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever (Waarde heer Veen en Amice)
Deze werd aangevuld nadat ook de brieven van Veen aan Couperus werden ontdekt:

1987 - Louis Couperus en L.J. Veen. Bloemlezing uit hun correspondentie ISBN 90-204-2686-9
Daarnaast werden nog gepubliceerd:

1961 - Couperus en de Oudheid [een opstel van W.E.J. Kuiper, en enkele brieven van Couperus]
1987 - 'Waarde Van Oss'. Een onbekende brief van Louis Couperus ISBN 90-6481-993-9
1996 - Een excellentie en een freule. Brieven van Louis Couperus in de nalatenschap van Albert Vogel
2003 - Sempre il tuo. De brieven van Louis Couperus aan de familie Van Blijenburgh-Böhtlingk
2003 - Dear sir. Brieven van het echtpaar Couperus aan Oscar Wilde ISBN 90-807314-2-0
2006 - Hartelijk dank! Louis Couperus aan dr. J.R. Bos
2009 - Drie kattebelletjes van Louis Couperus uit 1892
De brievenuitgave die circa 1400 brieven bevat en de meeste van de hiervoor genoemde uitgaven overbodig maakt, verscheen in 2013:

2013 - De correspondentie. 2 delen
Daarnaast verschenen tientallen brieven niet als zelfstandige uitgaven maar in andere publicaties (zoals in de biografie van Henri van Booven of de studie van Karel Reijnders), of in tijdschriften als Arabesken of De Parelduiker.

Adaptaties[bewerken]
Bekende toneelstukken en televisieseries op basis van Couperus' werk zijn:

Eline Vere, een toneelstuk uit 1918 gebaseerd op het gelijknamige boek
De kleine zielen, gebaseerd op De boeken der kleine zielen
Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan, een tv-serie gebaseerd op het gelijknamige boek
De Stille Kracht, een tv-serie gebaseerd op het gelijknamige boek
Handschriften[bewerken]
De meeste handschriften (brieven worden hier niet onder begrepen) bevinden zich in de Koninklijke Bibliotheek of in het Nederlands Letterkundig Museum te Den Haag. Een zeer klein aantal handschriften bevindt zich nog in particulier bezit, hoeveel is onduidelijk. Zo werd in 2005 nog het handschrift De oermensch en de complicatie der dingen aangeboden op de veiling van de nalatenschap van Boudewijn Büch. Nog recenter, in oktober 2010, ging een handschrift uit particulier bezit (namelijk van verzamelaar Pieter Berend Oudemans, 1960-2005), Elyata, over naar de openbare collectie van Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek te Deventer. Deze bibliotheek suggereerde ten onrechte in het bijgaande persbericht dat het hier zou gaan om het laatste handschrift van Couperus in particulier bezit.

Louis Couperus in vertaling[bewerken]
Werk van Couperus is al vroeg en veel vertaald. Met name de bibliograaf Ronald Breugelmans heeft veel onderzoek gedaan naar vertalingen van Couperus' werk. Dit resulteerde in 1989 in diens publicatie Louis Couperus in den vreemde waarvan in 2008 een uitgebreide en herziene druk verscheen, onder andere met daarin de brieven van Couperus aan de vertaler Alexander Teixeira de Mattos (1865-1921). In Breugelmans' publicaties zijn alle bekende vertalingen van Couperus' werk opgenomen:

1989 - Louis Couperus in den vreemde. Een lijst van zijn afzonderlijk verschenen vertalingen ISBN 90-6908-002-8
2008² - Louis Couperus in den vreemde
Over Louis Couperus[bewerken]
Biografieën[bewerken]
Over Couperus verscheen een aantal biografieën waarvan die van Frédéric Bastet de belangrijkste zijn.

Frédéric Bastet, Louis Couperus. Een biografie, 1987
Frédéric Bastet, De wereld van Louis Couperus, 1991 ISBN 90-214-5144-1
Henri van Booven, Leven en werken van Louis Couperus, 1933 (2e druk: 1981)
H.W. van Tricht, Louis Couperus. Een verkenning, 1960
Albert Vogel, De man met de orchidee. Het levensverhaal van Louis Couperus, cop. 1973 (2e, herziene druk onder de titel: Louis Couperus, 1980)
Studies[bewerken]
Daarnaast is een groot aantal studies verschenen over leven en/of werk van Couperus. Een selectie:

Frédéric Bastet, Al die verloren paradijzen... Van en over Louis Couperus, 2001 ISBN 90-214-5264-2 (Uitgave ter gelegenheid van de vijfenzeventigste verjaardag van de auteur. Bundel eerder verschenen opstellen, herzien en van noten voorzien)
Wouter Blok, Verhaal en lezer. Een onderzoek naar enige structuuraspecten van "Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan" van Louis Couperus, 1960 (Proefschrift)
Theo Bogaerts, De antieke wereld van Louis Couperus, 1969
José Buschman, Een dandy in de Oriënt. Louis Couperus in Afrika, 2009 ISBN 978-90-5937-140-8
Luc Dirikx, Louis Couperus en het decadentisme. Een thematologische confrontatie, 1993 ISBN 90-72474-12-0 (Proefschrift)
Marc Galle, Van gedroomd minnen tot ons dwaze bestaan. Het noodlot in het werk van Louis Couperus, cop. 1973
Maarten Klein, Louis Couperus & Pier Pander. Teksten voor en over de beeldhouwer Pier Pander, 1985
Maarten Klein, Noodlot en wederkeer. De betekenis van de filosofie in het werk van Louis Couperus, cop. 2000 ISBN 90-423-0109-0
Jeannette Ernestine Koch, De koningsromans van Louis Couperus. Achtergronden, 1989 (Proefschrift)
W.J. Lukkenaer, 'De komedianten' van Couperus, 1995 ISBN 90-802290-1-6
Wilhelmus Johannes Lukkenaer, De omrankte staf. Couperus' antieke werk, deel 1: Van 'Dionysos' t/m 'Herakles' , cop. 1989 (Proefschrift)
K.J. Popma, Beschouwingen over het werk van Louis Couperus (1863-1923), 1968
Karel Reijnders, Couperus bij Van Deyssel. Een chronische konfrontatie in beschouwingen, brieven en notities, 1968 (Proefschrift) ISBN 90-253-5504-8
Paul Snijders, Jhr. J. H. Ram. Indirect licht op Louis Couperus, 1983
Marijke Stapert-Eggen, Repertorium Louis Couperus, 1992 (3 delen: bibliografie van het primaire werk van Louis Couperus)
Elizabeth Visser, Couperus, Grieken en barbaren, 1969
H.T.M. van Vliet, Eenheid in verscheidenheid. Over de werkwijze van Louis Couperus, 1996 ISBN 90-254-0827-3
H.T.M. van Vliet, Met Louis Couperus op tournee. Voordrachten uit eigen werk 1915-1923 in recensies, brieven en andere documenten, 1998 ISBN 90-73978-94-7
Diversen[bewerken]
Een naslagwerkje met feiten over de werken en het leven van Couperus is:

Tijdladder Louis Couperus. Een chronologisch overzicht van zijn leven en werk, 2003 (uitgave ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Louis Couperus Genootschap, ook op de website van het Louis Couperus Genootschap)
Het Louis Couperus Genootschap draagt bij aan de studie van de schrijver door de uitgave van:

Arabesken. Tijdschrift van het Louis Couperus Genootschap (2000-). (Dit is het tijdschrift van het genootschap dat twee keer per jaar verschijnt en een voortzetting van: Nieuwsbulletin Louis Couperus Genootschap (1993-1999).)
Couperus Cahiers (Dit zijn meer uitgebreide publicaties die onregelmatig verschijnen; tot nu toe, tussen 1995 en 2013, verschenen er 13 van deze cahiers.)
Het Louis Couperus Museum draagt bij aan de studie van Couperus door de organisatie van twee tentoonstellingen per jaar die altijd gepaard gaan met een bijbehorende publicatie.

In 2006 verscheen een overzicht van de bibliofiele uitgaven van en over Louis Couperus:

Arnold Pippel & Menno Voskuil, Het boek van adel. Bibliofiele uitgaven van en over Louis Couperus : 1919-2006, 2006
De belangrijkste collectie van en over Louis Couperus, die in 2006 door het rijk werd aangekocht, werd bijeengebracht door Jan Eekhof.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Louis Marie Anne COUPERUS?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Louis Marie Anne COUPERUS

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Louis Marie Anne COUPERUS


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Historische gebeurtenissen

  • De temperatuur op 10 juni 1863 lag rond de 16,5 °C. De winddruk was 3 kgf/m2 en kwam overheersend uit het zuid-oosten. De luchtdruk bedroeg 75 cm kwik. De relatieve luchtvochtigheid was 61%. Bron: KNMI
  • Koning Willem III (Huis van Oranje-Nassau) was van 1849 tot 1890 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
  • Van 1 februari 1862 tot 10 februari 1866 was er in Nederland het kabinet Thorbecke II met als eerste minister Mr. J.R. Thorbecke (liberaal).
  • In het jaar 1863: Bron: Wikipedia
    • Nederland had zo'n 3,6 miljoen inwoners.
    • 1 januari » Abraham Lincoln ondertekent de emancipatieproclamatie.
    • 10 januari » De metro van Londen maakt haar eerste rit. Het is de eerste ondergrondse ter wereld.
    • 1 juli » Begin van de Slag bij Gettysburg in de Amerikaanse Burgeroorlog.
    • 4 juli » In de Verenigde Staten geeft de belegerde stad Vicksburg zich over aan het leger van Ulysses S. Grant; tegelijkertijd begint Robert E. Lee aan zijn aftocht, na verslagen te zijn bij Gettysburg
    • 15 juli » Aanslag op aartsbisschop Joannes Zwijsen van Utrecht in zijn huis te Haaren. De bisschop heeft schotwonden in zijn rechterarm en -zijde maar overleeft de aanslag. De zaak is nooit opgehelderd.
    • 14 oktober » Alfred Nobel verkrijgt octrooi op nitroglycerine.
  • De temperatuur op 9 september 1891 lag rond de 17,0 °C. De luchtdruk bedroeg 77 cm kwik. De relatieve luchtvochtigheid was 84%. Bron: KNMI
  • Koningin Wilhelmina (Huis van Oranje-Nassau) was van 1890 tot 1948 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
  • Regentes Emma (Huis van Oranje-Nassau) was van 1890 tot 1898 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
  • Van 21 april 1888 tot 21 augustus 1891 was er in Nederland het kabinet Mackay met als eerste minister Mr. A. baron Mackay (AR).
  • Van 21 augustus 1891 tot 9 mei 1894 was er in Nederland het kabinet Van Tienhoven met als eerste minister Mr. G. van Tienhoven (unie-liberaal).
  • In het jaar 1891: Bron: Wikipedia
    • Nederland had zo'n 5,1 miljoen inwoners.
    • 2 januari » Pim Mulier schaatst langs de elf Friese steden in een recordtijd van 13 uur.
    • 10 maart » Almon Strowger verkrijgt patent op de automatische telefooncentrale.
    • 15 mei » Encycliek Rerum Novarum van paus Leo XIII over de sociale leer van de Rooms-Katholieke Kerk.
    • 25 augustus » Thomas Alva Edison verwerft het patent op de 35mm-film.
    • 13 november » De Belgische voetbalvereniging Club Brugge wordt opgericht.
    • 15 december » De Canadees James Naismith vindt het basketbal uit.
  • De temperatuur op 16 juli 1923 lag tussen 14,9 °C en 20,9 °C en was gemiddeld 17,5 °C. Er was 3,7 mm neerslag. Er was 1,2 uur zonneschijn (7%). De gemiddelde windsnelheid was 3 Bft (matige wind) en kwam overheersend uit het west-zuid-westen. Bron: KNMI
  • Koningin Wilhelmina (Huis van Oranje-Nassau) was van 1890 tot 1948 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
  • Van 19 september 1922 tot 4 augustus 1925 was er in Nederland het kabinet Ruys de Beerenbrouck II met als eerste minister Jonkheer mr. Ch.J.M. Ruys de Beerenbrouck (RKSP).
  • In het jaar 1923: Bron: Wikipedia
    • Nederland had zo'n 7,1 miljoen inwoners.
    • 5 april » Firestone Tire and Rubber Company in Ohio begint met de productie van luchtbanden.
    • 15 april » Insuline wordt voor de eerste keer algemeen beschikbaar voor lijders aan suikerziekte.
    • 23 mei » Oprichting van Sabena, de nationale luchtvaartmaatschappij van België.
    • 14 juni » Warren G. Harding gebruikt als eerste Amerikaanse president de radio.
    • 21 juli » In Nederland begint de HDO, de voorloper van de AVRO, met radio-uitzendingen.
    • 6 november » Jacob Schick verkrijgt een octrooi op 's werelds eerste elektrische scheerapparaat.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia


Over de familienaam COUPERUS

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam COUPERUS.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over COUPERUS.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam COUPERUS (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Kees Willems, "Stamboom Willems Hoogeloon-Best", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-willems-hoogeloon-best/I39441.php : benaderd 10 mei 2024), "Louis Marie Anne COUPERUS (1863-1923)".