Stamboom Willems Hoogeloon-Best » Jacques Romain Georges BREL (1929-1978)

Persoonlijke gegevens Jacques Romain Georges BREL 

Bron 1

Gezin van Jacques Romain Georges BREL

Hij is getrouwd met Thérese Adele Laure MICHIELSEN.

Zij zijn getrouwd op 20 mei 1950 te Laken, Brussel, België, hij was toen 21 jaar oud.


Kind(eren):

  1. (Niet openbaar)


Notities over Jacques Romain Georges BREL

Jacques Romain Georges Brel (Schaarbeek, 8 april 1929 – Bobigny (Parijs), 9 oktober 1978) was een Belgische zanger, componist en tekstschrijver die in de vroege jaren zestig uitgroeide tot een internationale beroemdheid. Na zijn afscheid van het podium in 1967 was hij enige tijd actief als filmacteur en -regisseur. Tijdens het belangrijkste deel van zijn carrière werkte hij intensief samen met de componisten François Rauber en Gérard Jouannest.

Inhoud [weergeven]
Biografie[bewerken]
De in Brussel wonende Brel beschouwde zichzelf als Franstalige Vlaming.[1] Hij zong voornamelijk in het Frans en nam enkele Nederlandse versies van zijn liedjes op, meestal door Ernst van Altena vertaald.

Bekende liedjes van Brel zijn onder andere:

Ne me quitte pas (Laat me niet alleen / If you go away) (1959)
Les Flamandes (1959)
Marieke (1961)
Le moribond (De stervende / Seasons in the sun) (1961)
Les Bourgeois (De burgerij) (1962)
Le Plat Pays (Mijn vlakke land) (1962)
Amsterdam (1964)
La chanson des vieux amants (Liefde van later) (1967)
Voir un ami pleurer (Een vriend zien huilen) (1977)
Bruxelles (Brussel/Liesbeth List) (1963)
Vanwege zijn kritische, vaak spottende, teksten over de Vlaamse Beweging en het leven onder de vleugels van de Rooms-Katholieke Kerk was Brel vooral onder Vlamingen omstreden. Hij schreef echter diverse lofzangen op het Vlaamse land en het vrouwelijk deel van zijn bewoners.

Vele artiesten hebben Brel-chansons uitgevoerd of opgenomen: Will Ferdy, Liesbeth List, Johan Verminnen, Herman van Veen, Jeroen Willems en Patrick Riguelle. In het Engelse taalgebied zorgden met name vertaler Rod McKuen en de zangers Scott Walker, Terry Jacks en David Bowie voor Brels bekendheid. Van If you go away (de Engelse bewerking van Ne me quitte pas) bestaan talloze versies, waarvan die van Dusty Springfield, Neil Diamond en Frank Sinatra waarschijnlijk de bekendste zijn.

Proloog: de voorouders van Jacques Brel[bewerken]
De overgrootvader van Brel, Jean-Augustin Brel, was vanaf 1833 burgemeester van het Vlaamse Zandvoorde (nu een deelgemeente van Zonnebeke). Als lid van de gegoede burgerij sprak hij, haast vanzelfsprekend, Frans.

De vader van Jacques, Romain (6 februari 1883 – 8 januari 1964) vertrok in 1911 naar Congo, werkend voor een handelsfirma. Op 3 december 1921 trouwde hij in Brussel met Elisabeth Van Adorp (14 februari 1896 – 7 maart 1964). Ze vestigden zich samen in Congo, waar op 13 augustus 1922 de tweeling Pierre en Nelly werd geboren. In januari 1923 overleden beide kinderen aan tyfus. Op 19 oktober 1923 werd een zoon geboren die (opnieuw) de naam Pierre kreeg. In 1926 keerden de Brels definitief terug naar Brussel. Ze vestigden zich in de buitenwijk Schaarbeek, waar in 1929 Jacques werd geboren. Romain verliet in 1931 de import-export en werd vennoot in de Brusselse kartonfabriek die in 1921 door zijn schoonbroer, Armand Vanneste, was opgericht. Het bedrijf werd omgedoopt in Vanneste & Brel.

Jacques' moeder, door hem steevast "Mouky" genoemd (een Franse bastaardspelling van het Nederlandse moeke, koosnaam voor moeder), was erg gelovig. Ze hield van acteren en zingen en schreef af en toe liedjes. Romain Brel was een niet-praktiserend katholiek met een liberale politieke overtuiging. Hoewel hij Franstalig was, was hij niet uitgesproken francofiel. Op zijn twaalfde leerde hij Nederlands. Het bekrompen bourgeoismilieu waartegen Jacques Brel zich later in zijn chansons afzet is volgens tijdgenoten dan ook niet zozeer gebaseerd op het gezin waarin hijzelf opgroeide, maar veel meer op bijvoorbeeld de familie Vanneste, die Jacques van zeer nabij kende.

Levensloop[bewerken]
Jeugdjaren[bewerken]
Brel groeide op in een burgerlijk milieu. Aanvankelijk wees alles erop dat hij zijn vader later zou opvolgen als fabrieksdirecteur. Na het verlaten van de middelbare school werkte hij vier jaar lang bij de kartonfabriek Vanneste & Brel, waarin zijn vader medevennoot was. Bij de humanistisch-katholieke jeugdbeweging Franche Cordée legde hij zich ondertussen toe op zang en toneelspel. Hij ontmoette er ook Thérèse Michielsen ('Miche'), met wie hij op 1 juni 1950 trouwde. Het paar kreeg drie dochters: Chantal (1951-1999), France (1953) en Isabelle (1958).

Eerste stappen als chansonnier[bewerken]
Ondertussen schreef Brel liedjes en gedichten. In 1952 begon hij onder de hoede van Angèle Guller voorzichtig aan een carrière als chansonnier. Hij trad op in haar radioprogramma, gaf optredens en maakte in 1953 een 78-toerenplaat met de, vergeleken met zijn latere repertoire, brave liedjes La Foire en Il y a. Een jaar later werd het duidelijk dat Brel geen fabrieksdirecteur zou worden maar chansonnier: hij vertrok naar Parijs, waar hij met wisselend succes zijn werk aan de man bracht. Hij liet zijn visitekaartje achter bij de Franstalige radio in de vaste veronderstelling dat die zijn liedjes zou promoten. Maar de chansons van Brel spreken er niemand aan.

Brel (links) met Bobbejaan Schoepen in 1955
Wie wel ontroerd werd door het werk van Brel was Jef Claessen van Omroep Limburg. Claessen was presentator en later directeur van BRT2 Omroep Limburg. Hij haalde Brel naar Hasselt waar hij hem in diverse uitzendingen live liet zingen en nam er ook Brels volledige repertoire op plaat op. Zijn Vlaamse entree was en in augustus 1953 was Jacques Brel voor het eerst op de radio te horen, dankzij Jef Claessen. Later trok zijn plaat ook de aandacht van onder meer Jacques Canetti; die liet hem een paar keer in zijn cabaret Les Trois Baudets optreden.

Brels verrichtingen werden met wisselend enthousiasme ontvangen, maar waren in ieder geval succesvol genoeg om in 1954 zijn gezin over te laten komen. In datzelfde jaar ontmoette hij Georges Pasquier ("Jojo"), die zijn boezemvriend zou blijven. Uit dezelfde periode stammen de eerste contacten met pianist/arrangeur/orkestleider François Rauber en pianist Gérard Jouannest, die Brel tijdens de rest van zijn muzikale carrière terzijde zouden staan. Rauber verzorgde de muzikale omlijsting op Brels grammofoonplaten terwijl Jouannest de vaste begeleider op het podium was. Beiden staan te boek als coauteur van diverse chansons. Later voegde accordeonist Jean Corti zich bij deze kern van Brel-begeleiders.

In 1955 stond Brel aan de vooravond van zijn doorbraak. In de Brusselse Ancienne Belgique verzorgde hij een week lang het voorprogramma van Bobbejaan Schoepen.

Doorbraak[bewerken]
In 1956 beleefde Brel zijn doorbraak met het succesvolle plaatje Quand on n'a que l'amour. Brel was vanaf dat moment erkend artiest. Dat de kwaliteit van zijn gezinsleven er intussen niet op vooruitging, bleek toen Miche in 1958 besloot om met de kinderen weer in Brussel te gaan wonen. Miche en Jacques leidden van dan af gescheiden levens, maar de relatie werd nooit definitief verbroken. Jacques bleef kostwinner en speelde incidenteel de rol van huisvader. Dat hij er vele minnaressen op na hield, was een publiek geheim.

Vanaf de late jaren vijftig werd het werk van Brel grimmiger. Tijdgenoten meldden dat het vooral Jojo was die Jacques inspireerde om zijn katholiek-humanistische levensvisie te verruilen voor een wereldbeeld waarin de mens in de eerste plaats een strijder is. Gekoppeld aan de muzikale vakkunst van Jouannest en Rauber leverde dit een vernieuwde Jacques Brel op: in Les Flamandes uit 1959 trekt hij van leer tegen de hypocriete burgerlijke moraal die hij uit zijn jeugd kende; in Ne me quitte pas (1959) lijkt de liefde meer pijn dan goed te doen en La mort (1960) is het eerste uit een reeks Brel-chansons over de dood. Het zijn drie thema's die vanaf dat moment voortdurend opduiken in Brels teksten. Hij verwierf een serieuzer, literair imago, en joeg luisteraars tegen zich in het harnas die het zoetsappige Quand on n'a que l'amour misschien wel konden waarderen.

Brel als vedette[bewerken]
Het succes was er in ieder geval niet minder om. In de periode tot 1967 leidde Brel een hectisch bestaan waarin het niveau van zijn liedjes en optredens onveranderd hoog bleef. Tijdens zijn concerten verschoof het accent: was Brel aanvankelijk een cabareteske hofnar die af en toe een gevoelig liedje zong, naarmate de jaren vorderden speelde hij de rol van gedoemd dichter, die op het podium zijn persoonlijke pijn voor het voetlicht bracht. De intense manier waarop hij zijn chansons de zaal in spuugde, oogstte zelfs bewondering in landen waar de Franse taal traditioneel een onneembare hindernis vormt: in 1965 trad Brel op in Moskou en in de Carnegie Hall in New York.

In interviews, waar hij zich aanvankelijk met beleefde grapjes van afmaakte, gaf Brel zich in de loop van de tijd steeds vaker over aan tobberig gefilosofeer over zijn door de volwassenen geroofde jeugd en de waarde van het najagen van, desnoods stompzinnige, dromen. Dergelijke ontboezemingen werden meestal snel gevolgd door een relativerend grapje, want, hield Brel vol, het leven is uiteindelijk oninteressant en niet serieus te nemen.

Naast een intens tourschema van gemiddeld 300 optredens per jaar hield Brel er al die jaren een intens drink- en rookschema op na. Zijn nachtrust bestond uit hazenslaapjes en hij verloor tijdens een optreden naar eigen zeggen in een klein uur ruim een halve kilo aan lichaamsgewicht. Het wekte geen verbazing dat hij op 16 mei 1967 zijn laatste concert gaf. Als reden voor zijn afscheid gaf hij op dat hij bang was om zijn artistieke scherpte te verliezen. Ook wilde hij meer tijd vrijmaken voor "andere dingen". Daarnaast deden er geruchten de ronde dat Brel om gezondheidsredenen met optreden stopte. De titel van een Amerikaanse off-Broadwaymusical die vanaf 22 januari 1968 een belangrijke impuls aan Brels bekendheid in de Angelsaksische wereld gaf, is in dit verband dan ook enigszins wrang: Jacques Brel is alive and well and living in Paris.

Op 6 januari 1969 gaf Brel in Parijs, samen met twee andere grote chansonniers van die tijd, Georges Brassens en Léo Ferré, tijdens een radio-uitzending een uitgebreid interview. Naar aanleiding van dit unieke rondetafelgesprek werd in 2003 door uitgeverij Paroles Vives het biografisch essay Brassens, Brel, Ferré - Trois voix pour chanter l'amour uitgegeven.[2] Als eerbetoon voor dit roemrijke trio bracht Universal Music France in 2010 nog de drievoudige cd-box Trois poètes, Brel Brassens Ferré (met in totaal 54 liedjes van de drie artiesten) op de markt.[3]

Brel als acteur[bewerken]
Brel ging het vanaf 1967 rustig aan doen. In zijn geval betekende dat: Don Quichot spelen in een door hemzelf geregisseerde musical (L'Homme de La Mancha) en een filmcarrière beginnen.

Hoewel zijn verrichtingen als filmacteur welwillend werden ontvangen, behaalde hij op dat gebied niet het enorme succes dat hem als zanger ten deel viel. De twee films die hij zelf regisseerde waren ronduit flops en Brel moest concluderen dat het najagen van deze droom in een mislukking was geëindigd. Ook de kindertheatervoorstelling Voyage sur la lune leverde niet het gewenste resultaat. Brel en Rauber leverden de liedjes voor deze musical, maar bliezen de voorstellingen vlak voor de geplande première in 1970 af, omdat ze het werk van regisseur Jean-Marc Landier ondermaats vonden.

Minder artistieke bezigheden genoten na 1967 Brels aandacht: hij behaalde zijn vlieg- en zeilbrevet en bevoer samen met minnares Maddly Bamy per zeiljacht Askoy II de Atlantische en Stille Oceaan. Uiteindelijk belandde het paar op het Frans-Polynesische eiland Hiva Oa, deel van de Marquesaseilanden in de Stille Oceaan.

Afscheid[bewerken]

Het graf van Jacques Brel op Atuona (Marquesaseilanden)
Toen bij Brel in 1974 longkanker werd geconstateerd, vestigde hij zich definitief op Hiva Oa. Met het vliegtuigje Jojo (genoemd naar zijn kort tevoren overleden vriend) verleende hij hand-en-spandiensten aan de lokale bevolking. Hij reisde nu en dan naar Europa voor een medische behandeling (in 1974 werd in Brussel een deel van zijn linkerlong verwijderd) alsook voor het opnemen van zijn dertiende en meteen laatste lp, getiteld Les Marquises.

Studioalbum Les Marquises (ook wel bekend onder de titel Brel), geproduceerd door het Franse Barclay Records, kwam uit op 17 november 1977. Het was de eerste volwaardige en volgens critici artistiek hoogstaande Brel-plaat in bijna tien jaar. Ook commercieel kende de plaat een groot succes. Op de dag van de release werden er meteen 650.000 exemplaren van verkocht. In totaal zouden er meer dan twee miljoen albums over de toonbank gaan.[4]

Kort na het uitkomen van de plaat keerde Brel weer terug naar Hiva Oa, waar hij tot de zomer van 1978 samen met Maddly verbleef. Een snel verslechterende gezondheidstoestand dwong hem de laatste drie maanden van zijn leven in Frankrijk door te brengen. Op 9 oktober 1978 overleed hij aan een longembolie in het Avicennaziekenhuis in Bobigny nabij Parijs. Hij werd begraven op het kerkhof van Atuona in Hiva Oa, niet ver van het graf van Paul Gauguin.

Controverses[bewerken]
Met zijn liedjesteksten zorgde Brel regelmatig voor opschudding, o.m. met Les bourgeois en Les Flamandes. In 1966 haalt La...La...La..., waarin Brel de pastoors en de flaminganten hekelt en een republikeins België voorstaat, zelfs de parlementaire debatten. Toenmalig Volksunie-senator Wim Jorissen interpelleerde vicepremier Willy de Clercq over het feit dat deze Brel en zijn vertolking van dit lied zou toegejuicht hebben in het casino van Oostende. De vicepremier antwoordde laconiek dat de zanger "over een uitzonderlijk talent beschikt, zoals door tal van onverdacht-Vlaamse kranten en critici wordt toegegeven. Dat hij af en toe een zin of een uitdrukking gebruikt, die misschien kwetsend kan zijn of minder gepast, moet men er maar bijnemen..."[5] Een tiental jaar later, in 1977 zorgde ook Les F.,...chanson comique voor de nodige opschudding. ,Les F.,[6] waarbij de 'F.' een afkorting is van 'Flamingants', verscheen op Brels laatste album Les Marquises uit 1977, maar werd nooit door hem in de zalen gezongen. In dit lied, maar eerder ook al in interviews, manifesteerde Brel zich als een belgicist die venijnig uithaalt naar Vlaams-nationalisten die hij bekrompenheid, nazi-sympathieën en schijnheiligheid verwijt. In de laatste zin “Et je vous interdis d’obliger nos enfants (…) à aboyer le flamand” fulmineert hij tegen de Vlaamse taalstrijd en vernederlandsing van het in zijn ogen tweetalige Vlaanderen.[7]

Hoewel Les F. de ondertitel ‘chanson comique’ meekreeg, schoot de tekst niet alleen bij Vlaams-nationalisten maar ook bij gewone Vlamingen en andere Vlaamse chansonniers in het verkeerde keelgat. Zo vonden zowel Marijn Devalck als Johan Verminnen, beiden nochtans grote Brel-liefhebbers, de tekst te scherp en onnodig beledigend.[8] Zelfs Johan Anthierens, criticus maar passioneel bewonderaar van Brel, omschreef het nummer als "een artistieke drol, die (…) zijn schijf ontsiert".[9] In zijn in 1998 verschenen boek [10] is Anthierens hierover opnieuw wat genuanceerder. Vlaamsgezinde politici en verenigingen (waaronder KVHV en BGJG) noemden het nummer schandalig en vroegen om de plaat van 'die franskiljon' te verbieden. Terwijl CVP-Kamerlid Jan Verroken sprak van een “walgelijke, vulgaire, commerciële gangsterstunt van een Franse platenfirma”, verklaarde toenmalig minister van Cultuur Rika De Backer, na hierover te zijn geïnterpelleerd in het Belgische parlement, "zich geërgerd en beledigd" door het beeld dat Brel van Vlaanderen schetste. En hoewel de BRT-directie na lang beraad besliste om niet in te gaan op de vraag om de plaat te boycotten, weigerde radiomaker Jos Baudewijn toch om het nummer te draaien. In november 1977 diende het KVHV een klacht in bij de rechtbank van Antwerpen “wegens smaad aan het Vlaamse volk”. Drie maanden later besliste de raadkamer van Antwerpen om niet in te gaan op de klacht en Jacques Brel buiten vervolging te stellen.[11][12] Zovele jaren van Vlaamse ontvoogdingsstrijd later klinkt 'Les F.' nog steeds hard, maar van dergelijke artistieke vrijheden wordt geen halszaak meer gemaakt. Men beschouwt dergelijke uithalen als typisch voor Brel en zijn haat-liefde verhouding met zijn Vlaanderen, waarover hij zich ook in lovende en lyrische bewoordingen heeft uitgelaten.

Eerbetoon[bewerken]
In de jaren na zijn dood raakte Brel allerminst in de vergetelheid. Zijn dochter France richtte in 1981 de Fondation Jacques Brel op, die sindsdien waakte over zijn artistieke nalatenschap. Al in 1962 had Miche Brel de muziekuitgeverij Éditions Pouchenel in het leven geroepen om Brels werk uit te geven. In 2006 fuseerden beide tot Éditions Jacques Brel.

In de 21ste eeuw wordt Brels werk door andere artiesten uitgevoerd. Franstalige radioluisteraars uit diverse landen riepen Ne me quitte pas uit tot het beste lied van de twintigste eeuw en kijkers van de RTBF kozen Brel op 20 december 2005 als De Grootste Belg. In de Vlaamse tegenhanger van deze verkiezingen eindigde hij als 7de.

Brels gecompliceerde verhouding met vrouwen echode nog jaren na. Zijn weduwe Miche Brel en Maddly Bamy, met wie hij vanaf 1971 tot zijn dood in 1978 samenleefde, streden jaren over de vraag waar Brels graf zich zou moeten bevinden en wie of wat er precies op de steen vermeld zou moeten staan. In 1999 won Maddly de rechtszaak, waarbij zij het recht kreeg om een afbeelding van de gezichten van Brel en haar op de grafsteen te plaatsen.

Op 5 februari 2015 werd zijn nummer Mijn vlakke land uit 1962 opgenomen in de Eregalerij van de Vlaamse klassiekers van Radio 2.

Discografie[bewerken]
Het werk van Brel werd in de periode van 1953 tot 1977 uitgebracht op tientallen, meestal titelloze, ep's en lp's, waarbij het beleid van de platenmaatschappij vaak per land verschilde.

Albums (selectie)[bewerken]
1rightarrow blue.svg Voor een uitgebreide discografie, zie Discografie van Jacques Brel.
Grand Jacques (1954)
Quand On n'a Que l'Amour (1957)
Au Printemps (1958)
La Valse à Mille Temps (1959)
Marieke (1961)
Enregistrement Public à l'Olympia 1961 (1962)
Les Bourgeois (1962)
Enregistrement Public à l'Olympia 1964 (1964)
Les Bonbons (1966)
Ces Gens-Là (1966)
Jacques Brel '67 (1967)
J'arrive (1968)
L'Homme de La Mancha (1968)
Ne Me Quitte Pas (1972)
Les Marquises (1977)

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Jacques Romain Georges BREL?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Jacques Romain Georges BREL

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Jacques Romain Georges BREL


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

Bronnen

  1. Wikipedia

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Historische gebeurtenissen

  • De temperatuur op 8 april 1929 lag tussen -0.5 °C en 13,4 °C en was gemiddeld 6,5 °C. Er was 0.1 mm neerslag. Er was 1,2 uur zonneschijn (9%). De gemiddelde windsnelheid was 2 Bft (zwakke wind) en kwam overheersend uit het west-noord-westen. Bron: KNMI
  • Koningin Wilhelmina (Huis van Oranje-Nassau) was van 1890 tot 1948 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
  • Van 8 maart 1926 tot 10 augustus 1929 was er in Nederland het kabinet De Geer I met als eerste minister Jonkheer mr. D.J. de Geer (CHU).
  • Van 10 augustus 1929 tot 26 mei 1933 was er in Nederland het kabinet Ruys de Beerenbrouck III met als eerste minister Jonkheer mr. Ch.J.M. Ruys de Beerenbrouck (RKSP).
  • In het jaar 1929: Bron: Wikipedia
    • Nederland had zo'n 7,7 miljoen inwoners.
    • 6 januari » Proclamatie van het koninkrijk van Joegoslavië.
    • 14 februari » In Chicago worden zeven mannen door een rivaliserende bende doodgeschoten tijdens het Valentijnsdag Bloedbad.
    • 29 juni » Ingebruikname van de eerste windtunnel, te Langley Field in Californië.
    • 23 juli » Inwijding van de Christus Koning-kathedraal in Reykjavik door kardinaal Willem Marinus van Rossum, prefect van de Propaganda Fide.
    • 11 september » In Rotterdam fuseren de scheepswerven Wilton en Fijenoord.
    • 24 oktober » Zwarte Donderdag: een beurskrach in New York vormt het begin van de Grote Depressie.
  • De temperatuur op 20 mei 1950 lag tussen 11,4 °C en 24,4 °C en was gemiddeld 16,2 °C. Er was 5,1 mm neerslag gedurende 4,9 uur. Er was 6,6 uur zonneschijn (41%). De gemiddelde windsnelheid was 4 Bft (matige wind) en kwam overheersend uit het zuiden. Bron: KNMI
  • Koningin Juliana (Huis van Oranje-Nassau) was van 4 september 1948 tot 30 april 1980 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
  • Van 7 augustus 1948 tot 15 maart 1951 was er in Nederland het kabinet Drees - Van Schaik met als eerste ministers Dr. W. Drees (PvdA) en Mr. J.R.H. van Schaik (KVP).
  • In het jaar 1950: Bron: Wikipedia
    • Nederland had zo'n 10,0 miljoen inwoners.
    • 5 januari » Voormalig Belgisch kamerlid Ward Hermans wordt wegens zijn houding in WO II tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld.
    • 21 maart » Oprichting van de Poolse voetbalclub Hutnik Kraków.
    • 3 juni » De regeringsleiders van België, Frankrijk, Luxemburg, Italië, Nederland en Duitsland ondertekenen de Schuman-verklaring.
    • 2 oktober » Het stripverhaal Peanuts van Charles Schulz wordt voor het eerst gepubliceerd in zeven Amerikaanse kranten.
    • 29 november » Noord-Koreaanse en Chinese troepen dwingen de troepen van de Verenigde Naties zich terug te trekken uit Noord-Korea.
    • 28 december » Het Nationaal park Peak District wordt het eerste natuurpark in het Verenigd Koninkrijk.
  • De temperatuur op 9 oktober 1978 lag tussen 10,3 °C en 17,6 °C en was gemiddeld 14,0 °C. Er was -0.1 mm neerslag. Er was 0.9 uur zonneschijn (8%). Het was zwaar bewolkt. De gemiddelde windsnelheid was 1 Bft (zwakke wind) en kwam overheersend uit het zuid-zuid-oosten. Bron: KNMI
  • Koningin Juliana (Huis van Oranje-Nassau) was van 4 september 1948 tot 30 april 1980 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
  • Van maandag 19 december 1977 tot vrijdag 11 september 1981 was er in Nederland het kabinet Van Agt I met als eerste minister Mr. A.A.M. van Agt (CDA/KVP).
  • In het jaar 1978: Bron: Wikipedia
    • Nederland had zo'n 13,9 miljoen inwoners.
    • 2 april » In Buenos Aires verliest Nederland in de finale van het WK hockey met 3-2 van Pakistan.
    • 5 april » Het Nederlands voetbalelftal wint in Tunis met 4-0 van Tunesië in de voorbereiding op het WK voetbal 1978 in Argentinië. Debutant Dick Nanninga scoort twee keer. Andere debutanten zijn Arnold Mühren en Piet Wildschut.
    • 9 mei » De Nederlandse voetbalclub PSV wint de UEFA Cup. In Eindhoven wordt de Franse club SC Bastia met 3-0 verslagen (uitwedstrijd 0-0).
    • 3 juni » Het Nederlands voetbalelftal begint het WK voetbal 1978 in Argentinië met een 3-0 zege op Iran. Rob Rensenbrink neemt alle doelpunten voor zijn rekening in Mendoza.
    • 21 juli » In Bolivia wordt president Hugo Banzer afgezet door een staatsgreep onder leiding van legerleider Juan Pereda.
    • 10 december » Menachem Begin en Anwar Sadat krijgen de Nobelprijs voor de Vrede.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia

  • 1925 » Tage Henriksen, Deens roeier († 2016)
  • 1926 » Jürgen Moltmann, Duits theoloog
  • 1928 » Lea Rabin, echtgenote van Israëlische premier Yitzhak Rabin en vredesactiviste († 2000)
  • 1929 » Jacques Brel, Belgisch zanger en componist († 1978)
  • 1931 » Jack Le Goff, Frans ruiter († 2009)
  • 1932 » József Antall, Hongaars intellectueel en politicus († 1993)

Bron: Wikipedia


Over de familienaam BREL

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam BREL.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over BREL.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam BREL (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Kees Willems, "Stamboom Willems Hoogeloon-Best", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-willems-hoogeloon-best/I113699.php : benaderd 4 mei 2024), "Jacques Romain Georges BREL (1929-1978)".