Stamboom familie Wellens - Huysmans » Floreys van OBBERGEN

Persoonlijke gegevens Floreys van OBBERGEN 

• De biologische ouders zijn Jan van den OBBERGEN en Catharina VELE geheeten RONGMAN
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 12 januari 2021.

De auteur van deze publicatie heeft toestemming van de persoon in kwestie (voor zover het een levende persoon betreft) voor het vermelden van de gegevens.

Gezin van Floreys van OBBERGEN

Hij had een relatie met Beatrijs van HAMME.

Kind(eren):

1. Daneel van OBBERGEN   
2. Willem van OBBERGEN   
3. Margriet van OBBERGEN  

Notities over Floreys van OBBERGEN

vermeld als zoon van Jan van Obberge x Catharina Vele alias Rongeman.

Leenman der Heren van Grimbergen op thof ten Obberge te Beigem (leenverhef a° 1409 en 19 maart 1440).

“Floreys van den obberge gemeyn man van den hove geheten thof ten obbergen gelyc dat te beyghem gelegen es voir een volle leen daer hij bedrijff ende hofrecht af heeft van 9 manne van leene… dwelc hij ontfangen heeft van Jouffr (Joanna van Bergen) Int jair 1409”.

Bron : Families uit het land van Grimbergen - van Obbergen door J. Michel van der Elst - www.de-meiseniers.be

In 1358 leende de familie van Hamme van Hendrik van Obberge. Zijn weduwe Mathilde Estor betaalde de hypotheek terug in 1404 aan de toenmalige eigenaars van de schuld nl. Willem, Floris en Sapientia van Obberge, kinderen van Jan van Obberge. (Bron : A. Wauters - Histoire des environs de Bruxelles Tome III p 127)

-------------------

Vermoedelijk leende Hendrik van den Obberghe aan de familie van Hamme omdat hij geïnterresseerd was in de mogelijkheid om aldaar steengroeven uit te baten. De verkoop van Jan van Grimbergen van Assche omvatte goederen te Steenokkerzeel, Humelgem en Perk. In al deze dorpen werd kalkzandsteen gewonnen.

We vinden duidelijk terug dat de familie van Hamme actief was in de steenwinning. Uit de schaarse bronnen terzake kunnen we ook afleiden dat Floreys waarschijnlijk een partnerschap had met Jan Bowarijn uit Vilvoorde. Voor deze laatste merken we dat hij mogelijk banden had met de familie van Heffeltere, waarvan we ook weten dat ze in de sector actief waren.

Meer details hierna.

We vinden een merkwaardige tekst in de schepenakten te Leuven SAL7720 f° 228 recto dd. 25/2/1427 :

It(em) ost van dorp sarteel de rike en(de) henric van maersselaer hebben geloeft al/
eest dat sij totte(n) goede(n) hier na gesc(reven) die wae(re)n jans wilen bowarijn inde(n) yerste(n) tot iii/
boende(re)n lands etc(etera) ut in late(re) sequen(tia) [come(n) sijn voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van loeven(en)] dat sij nochtan floreys vande(n) opberghe inde voirs(creven)/
goede sulle(n) late(n) deylen also verre als hij dair in na dlantrecht gerecht es/
cor(am) borch(oven) calstr(is) feb(ruarii) xxv

In een andere akten van 1415 voor de schepenbank van Leuven vinden we Jan Bowarijn, van Vilvoorde, terug samen met Aert van Cobbenbosch en Jan van den Effeltere, priester. https://www.itineranova.be/in/SAL7714/R%C2%B031.4/act

Kijken we even naar de familie van Cobbenbosch – van Effeltere dan zien we dat Willem van den Heffeltere, waarschijnlijk broer van Jan(priester), gehuwd is met Maria Stroobant, dochter van Aleydis van Cobbenbosch, dochter van Aert. Jan (1462) en Jacob (1469) van den Haffeltere geheeten Stroobant, leden van het ambacht van de Brusselse Steenbickeleren, waren Jan, zoon van Claes en Jacob, zoon van Jan en kleinzoon van Claes van Heffeltere. Kathelijne, zuster van Claes, en beiden kinderen van Maria Stroobant was gehuwd met Willem van den Ron. Deze vinden we in 1450 terug in het werk van J. Duverger als lid van het ambacht van de Brusselse Steenbickelere.(datum aanvaarding als lid tussen haakjes)

In het register van dit Brussels ambacht wordt ook een Willem van Opberge (1453) vermeld, mogelijk de zoon van Floreys. Beigem lag dicht bij Grimbergen waar mooie witte kalkzandsteen werd gewonnen.
Deze steen werd in Brussel gebruikt o.a. voor het Stadhuis (1403).

Bovenvermelde akten sluiten ook aan bij volgende feit :

Floreys van Obberge is gehuwd met Beatrijs van Hamme dochter van Godvaert (Gordt) van Hamme en Kathelijne Ysewijns. Hendrik van Hamme, broer van Kathelijne, is eveneens actief in de steenontginning.

Verschillende personen van Humelgem o.a. Henric van Hamme, zoon wijlen Gorts, pachten van de reguliere kanunniken van Perk grond te Humelgem en Erps waar men steen uitgraaft.
(Stadsarchief Leuven (SAL)7364, f° 189.r & v , 22/1/1471- Itinera Nova Leuven)

Hendrik (en zijn zoon Willem in latijnse inleiding) worden vermeld in de akte SAL7372, f° 108 r - 108 v - dd. 1478-10-24 (Itinera Nova Leuven)

Cond zij allen lieden dat henr(ic) van ha(m)me sone wilen/
gords pauwel page sone wilen yngelbrechts en(de) jan/
landsacker sone wilen claes alle van humelghem in/
p(rese)ncia hebben genomen en(de) bekint genomen te hebben/
jege(n) h(er) wouter van eenswynkel cano(n)nic regulier en(de)/
proefst des godshuys van percke inden name ende/
van wege(n) desselfs godshuys alle alsulcke wynnen(de)/
lande als tvoirs(creven) godshuys liggen(de) heeft tot humelghe(m) terpse/
en(de) d(air) omtrint metter helicht wynninge(n) van negen boenderen
//

op deze grond graaft men steen uit tot alle steen uitgegraven is

De families van Hamme en Ysewijns vinden we terug in het stadsbestuur van Mechelen.
Een Jean Ysewyn was vele jaren rentmeester van deze stad (vanaf 1444 tot 1462). In de 16de eeuw was en lid van deze familie, Jean Ysewyns, beheerder van de oorlogskas van Karel V. Omstreeks 1475 was ook een lid van de familie van Hamme, nl. een Jan van Hamme, schepen en rentmeester van Mechelen. (Van den Eynde A., Tableau chronologique des écoutètes, des bourgmestres et des échevins de Malines, Mechelen, 1859 vermeldt de rentmeester Ysewyns en schepen van Hamme en Bulletin et annales de l'Académie d'archéologie de Belgique, Volume 4, 1847, Antwerpen, blz 302 vermeldt Jean Ysewyns, trésorier van Karel V en hij was ridder van het Heilig Graf. Zijn portret en wapen kwamen vroeger voor op een veelluik in St-Rombouts, dat verloren ging.)

Een goede relatie met dit stadsbestuur is belangrijjk om steen te leveren voor de bouwwerken in deze stad. Dit was mogelijk ook een reden dat Jan van Obbergen huwde met een lid van de Brusselse patriciersfamilie Vele alias Rongman !

Er was ook een nauwe relatie tussen de familie van Hamme en de familie Keldermans. In 1473 zal de Kathelijnkerk te Mechelen een oksaal bestellen. Jan van Hamme, voornaam burger en waarschijnlijk de hoger vermelde schepen van Mechelen, is één van de adviseurs bij de toekenning van de opdracht aan Andries Keldermans.
Twee kinderen van Antoon Keldermans huwden begin 16de eeuw met een lid van deze families : Antoon jr. huwt met een Barbara van Hamme en Catharina Keldermans huwt Michiel Ysewyns, beeldhouwer.

Catharina van Hamme, zuster van Beatrijs, huwde met Willem van Bernage van de tak van Bernage, Heren van Perk. De belangrijke bouwmeestersfamilie Keldermans had haar steengroeve in Perk.
Ook één schoonzuster van Hendrik van Obbergen, broer van Floreys, was gehuwd met een lid van de familie van Bernage.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Floreys van OBBERGEN?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!