Zo verliest Geraert Jacobs op 3 oktober 1668 zijn echtgenote, Maria Van der Veken, die in het kraambed door de pest getroffen werd. Op 12 oktober sterven twee van zijn kinderen, een derde op 17 oktober, een
vierde op 22 oktober en het allerkleinste op 26 oktober: het kind dat op dat ogenblik slechts een viertal weken oud kan geworden zijn en dat de naam kreeg van zijn broertje Frans dat op 14 december 1657 geboren werd en waarschijnlijk in 1665 overleed.
En aldus is hij, Geraert Jacobs,in zijn huisgezin beroofd geworden van al zijn telgen, merkt de pastoor
medelijdend op: 'atque ita hic in sua famila o(mn)ibus prolibus orbatus est'. Maar hij voegt er vermanend aan toe dat dit laatste kind, Frans, kiemdrager van de pest was, hetgeen zijn ouders verzwegen hadden. Op
deze wijze werd het doopsel een gevaar door het bijeenbrengen van de gasten en de plechtigheden in aanwezigheid van de (zieke) moeder, die de volgende dag aan de pest overleed ('Hic puer fuit pestiferatus quod parentes celabant et sic baptisondo fuit periculum Sicuti conferendo matri laboranti viaticor(um) et solemnium que postadie peste interijt').
Bron :
DE PEST IN HET ALGEMEEN EN IN HET BIJZONDER TE POEDERLEE, LILLE, GIERLE EN WECHELDERZANDE IN DE ZEVENTIENDE EEUW
Paul A. Janssens, Dr. med. - Walter Van den Branden, lic. hist.
Jaarboek 1985 van Heemkundige Kring Norbert De Vrijter Lille
Franciscus JACOBS |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.