Gehuwd (1) met Jantje Grevinge.
In 1660 voert Harmen Albers Bode een proces voor de Etstoel wegens de kinderen van zijn huisvrouw verwekt bij haar eerste man jonge Jan Grevinge en als rechthebbende van wijlen Hinrick Grevinge tegen Harmentjen Remmels, weduwe van Elle Boncke en demombers van Jan Bavinck over de erfenis van wijlen Dubbeld Grevinge. De (moeders van de) verweerders zouden uitgeboelde zusters zijn van genoemde jonge Jan Grevinge en Henrick Grevinge, die geen recht zouden hebben op de erfenis. Er is een huwelijkscontract tussen Harm Remmels en Anna Grevinge van 27-8-1619.
Gehuwd (2) 26-8-1644 in Peize (huwelijkscontract) met Trijntje Ebbinge, dochter van Barelt Ebbinge en Jansje Wichers Schuiringe, zie genealogie Ebbinge, hertrouwd 1653 in Peize met Johannes Snetlage, geboren 21-2-1609 in Tecklenburg, overleden 21-12-1672 in Peize, zie genealogie Snetlage.
In 1654 wordt een zaak voor de Etsoel aangespannen door Albert Allershoff en consorten als mombers over de zoon van wijlen Abel Bavinck en wijlen Jantjen Grevinge tegen Johannes Sneetlage, predikant te Peize wegens zijn tegenwoordige huisvrouw Trijntjen Ebbinge over de erfenis van Abel Bavinck. De zoon zou universeel erfgenaam zijn van zijn vader, maar de verweerder beroept zich op het huwelijkscontract tussen Abel Bavinck en Trijntjen Ebbinge, waaruit zou blijken dat zij mede-erfgename is. In een vervolgzaak in 1657 wordt de zoon vermeld als Jan Abels en als datum van het huwelijkscontract 26-8-1644. Er is sprake van een moltpacht geschonken door Barelt Ebbinge en de erfenis van Frerijck Ebbinge, broer van Trijntje Ebbinge.
In 1728 eist richter Ludolphus Helperi van Farmsum een deel van de erfenis van Wicher Ebbinge. Zijn overleden vrouw was een dochter van dominee Samuel Sneetlage (en dus een nazaat van Trijntje Ebbinge). De aangeklaagde is Frerik Ebbinge.
Indien het gaat om Wicher Ebbinge, begraven in 1725 en mogelijk zoon van Barelt Ebbinge en Frerik Ebbinge, zoon van Wicher Ebbinge en Trijntje Ebbinge, zuster van deze Wicher Ebbinge, klopt er iets niet. Meest logisch is dat deze Barelt Ebbinge ookeen zoon is van Wicher Ebbinge. In dat geval is Trijntje minder nauw verwant en kunnen haar nazaten niet erven. Een mogelijkheid zou zijn dat Trijntje niet een dochter is van Barelt Ebbinge en Jansje Wichers Schuiringe zoals vermeld in de genealogie Snethlage, maar een dochter van Wicher Ebbinge.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Jan Bavinge.
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
Abel Bavinge | ||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.