Hij is getrouwd met Anna van Vullen.
Zij zijn getrouwd
De laatste prior: Johannes Emmen
In 1587 werd Johannes Emmen de zevende en laatste prior van het Kruisherenklooster Ter Apel. Op 28 en 29 juni had Emmen als prior van het klooster samen met de drost van Westerwolde en de richters van Wedde en Bellingwolde supervisie over het heksenproces tegen Anna Ramakers en Allickte Tensinck. Beide vrouwen werden veroordeeld. De Reformatie en de Nederlandse Opstand brachten grote materiâ´le en financiâ´le problemen voor het klooster in Ter Apel. In 1587 en 1588 verkocht de kloostergemeenschap een veelvoud aan renten en eigendommen om de moeilijkheden het hoofd te kunnen bieden. Het waren zware tijden, veel kloosterlingen overleden. Willem Lodewijk van Nassau nam in 1590 het klooster onder zijn bescherming. Hij zorgde er voor dat het klooster niet meer geteisterd werd door plunderingen en dat de broeders ongehinderd konden reizen. Het klooster moest voor deze bescherming een contributie betalen, wat vermoedelijk de enige reden was om de bescherming aan te bieden. In 1593 werden de overgebleven kloosterlingen om onbekende redenen gevangengezet in Steenwijk. Na enige tijd keerden de kruisbroeders terug naar Ter Apel, maar waren niet in staat het kloosterleven van weleer te hervatten. De Staten-Generaal van de toenmalige Republiek gaf de kloosterlingen toestemming om in het gebouw te blijven wonen en de bezittingen te blijven beheren. Het voormalige klooster fungeerde als gasten-, armen-, en ouderenhuis. Daarnaast bleef het een omvangrijk boerenbedrijf. Johannes Emmen bleef aan dit alles leiding geven. In 1603 vroeg en kreeg Johannes toestemming om te trouwen. De Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden, gezien de voorschriften van de Stadhouder Graaf Willem Lodewijk, de Gedeputeerde Staten en ·Äòvan de Olde ingesetenen tsamen representerende die gedeputeerde volmachten der landtschap van Westerwolde·Äô consenteren dat Johannes Emmen ·Äòbewarder ende administrateur van het gewesen convent ende nu het arme huis tot Apell·Äô zich ·Äòna de order van de greformeerde kercke in de houwelicken staet, met een eerlickc vrouwepersoon·Äô zal mogen begeven, blijvende desalniettemin van kracht zijn benoeming tot administrator. Hij treedt volgens de hervormde leer in het huwelijk met Anna van Vullen. Samen kregen ze een dochter, Hendrickjen van Emmen. Voorts legde Emmen in 1604 met succes een examen af waardoor hij de eerste hervormde predikant van Ter Apel werd. Het leven was zwaar en in 1606 krijgt Johannes Emmen toestemming van de Staten-Generaal om enkele arbeiders in het voormalige klooster te laten wonen om ambten te beleden zoals de zorg voor de armen en reizigers, maar ze mochten geen enkele kloostergelofte afleggen. Volgens de meeste overleed Johannes Emmen op 2 juli 1614 te Ter Apel. Hij werd begraven in de kloosterkerk net als zijn voorgangers. Op de grafzerk , die in de Kanunnikenkerk is te bezichtigen, staat een Latijnse tekst te lezen: ·ÄòOp 2 juli 1613 overleed de eerwaarde heer Jan Emmen, ·Äòpastor·Äô en administrator van dit huis, nadat hij het dertig jaar bestuurd had. Hier werd hij begraven·Äô. De vermelding van 1613 als overlijdensjaar is vermoedelijk een vergissing van de steenhouwer geweest. Johannes Emmen ligt nog steeds in de kerk begraven, zoals tijden de grote restauratie in de jaren dertig van de vorige eeuw bleek. Zijn vrouw Anna bleef wonen in het klooster en kreeg toestemming haar man als administrator op te volgen. Van dochter Hindrickjen is bekend dat ze trouwde op 31 mei 1627 met Evert Abels van Vlagtwedde.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.