Hij is getrouwd met Jannetje Dirksdr KRUYT.
Zij zijn getrouwd op 6 maart 1884 te Katwijk aan Zee, hij was toen 22 jaar oud.
Kind(eren):
Johannes was het 14e kind (en enige volwassen-geworden zoon met mannelijk nageslacht) van Arie Verloop en Neeltje Haasnoot. In goede familie traditie werd hij vernoemd naar zijn grootvader; hij had zes oudere zusters die trouwden (en ook veel nakomelingen hebben in Katwijk, waaronder in de rederij families Parlevliet en Ouwehand). Zijn vader overleed toen hij 14 jaar jong was in 1876. Zijn grootmoeder Geertje Verloop-Guijt overleed in 1879 op 96-jarige leeftijd, was toen de oudste inwoner van Katwijk en was de laatste jaren van haar leven blind. Ze liet een grote erfenis na (w.o. 49 woningen, bouwland en contanten) ter waarde van fl. 39.700 (gelijkwaardig aan een ìkoopkrachtî in 2020 van ca. Ä450.000); dit bedrag werd onder de erven verdeeld - waarvan er velen waren - en Johannes erfde 1/32 deel.
Met zijn vier jaar oudere broer Krijn namen zij het bouwbedrijf over (in voogdijschap van hun moeder). Krijn overleed in 1893, ongehuwd (35 jaar oud). Johannes was meester timmerman (evenals zijn tien generaties Verloop voorvaderen) en aannemer met een bouwbedrijf in Katwijk aan Zee (onder de naam Joh. Verloop Azn.) waar hij woningen, winkels, scholen en rederij-schuren bouwde, alsmede de Gereformeerde Kerk (ìVredeskerkî) en melk-en zuivelfabriek ìDe Hoopî, soms in samenwerking met andere aannemers.
Zijn werkterrein beperkte zich niet alleen tot Katwijk, maar omvatte o.m. ook Noordwijk, Valkenburg, Oegstgeest en de boerderij ìKatwijkî op Texel.
Van 1903 tot 1911 was hij brandmeester te Katwijk en opperbrandmeester van 1922 tot 1929. Vele jaren is hij ìschatterî geweest en van enkele hypotheekbanken was hij taxateur. Ook was hij voorzitter van de plaatselijke Ambachtstekenschool (ATS) en commissie- en bestuurslid van de Katwijksche Bouwvereniging.
Hij was niet onvermogend en investeerde m.n. in obligaties van Russische Spoorwegmaatschappijen. Dit spaartegoed ging in rook op na de Russische Revolutie in 1917 toen de obligaties waardeloos werdenÖ.
Van 1919 to 1930 was hij eigenaar van het Groot Badhotel, Het Paviljoen en omringende percelen grond die in 1930 werden verkocht aan de gemeente Katwijk (en afgebroken in 1931). Naar zeggen kreeg hij deze panden in eigendom - die per opbod werden verkocht - en is hij kennelijk aan zijn ìbod blijven hangenî.
Ten tijde van zijn overlijden was hij sinds 1926 voorzitter van de Gemeente-Spaarbank te Katwijk, waarbij hij sinds 1915 commissaris was. Woonde op Elleboogsteeg 6 waar het timmerbedrijf al gedurende drie generaties voor hem gevestigd was (gebouwd in 1765 door zijn overgrootvader Thomas).
Hij was meer dan twee jaar weduwnaar na de dood van Jannetje in 1927 en overleed aan een ìhartkwaalî na een ziekbed van enkele maanden. Bij zijn teraardebestelling werd gesproken: ìÖ Hij sprak weinig, doch slechts een opmerking, een wenk van hem was voldoende om duidelijk te weten, wat hij als door en door deskundige wenschte, want hij had een zeer goeden smaak en was een knap teekenaarÖî en ìÖhij was een goed mensch en braaf christenÖî met ìÖonkreukbare trouw en eerlijkheidÖî
Na zijn dood in 1930 wordt het bouwbedrijf tijdelijk Erven Joh. Verloop Azn. genoemd met wijziging handelsnaam in Gebrs. Verloop. In 1932 is Gebrs. Verloop, timmer-, metsel-en aannemersbedrijf met nieuwe eigenaars A. Verloop, Jac. Verloop en J. Verloop (drie van zijn zonen: Arie, Jacob en Johannes).
Door Johannes en zijn zonen kroop dit Katwijkse Verloop-geslacht ìdoor het oog van de genealogische naaldî en zou anders in mannelijke lijn zijn uitgestorven. Hij had zes volwassen zonen (geboren tussen 1884 en 1902), 30 kleinkinderen (geboren tussen 1910 en 1944; vijf overleden jong), 75 achter-kleinkinderen (geboren tussen 1935 en 1976) en een paar honderd achter-achter-kleinkinderen (geboren tussen 1956 en >2020). Tot deze laatste generatie behoren ongeveer 25 mannen met de Verloop achternaam. Met hen is deze Verloop-tak ìKatwijkî voor tenminste enkele generaties wel ìveilig gesteldî. NB: Er bestaat een tweede, huidige Verloop-tak die ook tot onze tak ìKatwijkî gerekend moet worden. Dit zijn nakomelingen van Harmen Verloop, de oom van ìonzeî Johannes, die ook tot op heden mannelijk nageslacht heeft met die achternaam. Een aantal van hen is nog woonachtig in Katwijk.
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
Johannes Azn. VERLOOP | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1884 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jannetje Dirksdr KRUYT | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.