Overleden: Op 13/12/1617 werd de koopdag van zijn sterfhuis georganiseerd
Hij is getrouwd met Clara van Thielt.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
In het zetboek van Hingene uit 1578 stond vermeld:
Mr. Adriaen Van Butselaer __ v sc viii d par
(bron: RA Beveren, OGA Hingene D056, nr. 279).
In het zetboek uit 1593:
Adriaen van Boetselaer houdt in proprieteyt een hoffstede metten hove ende twee stucxkens lants daerneffens gelegen van beyde syden, tsamen groot een bundere, met noch een halff gemet aen de Groenstrate, ende een gemeth genaempt sVierensvelleken, ende houdt in hueringe van Joncker Brecht opt Sant sess dachwant lants, tsamen iii bundere ___ iiii gul x st (RA Beveren, OGA Hingene D056, nr. 279).
Meester Adriaen van Boetselare was o.a. in 1603 en in 1609 baljuw van Hingene, zoals blijkt uit diverse schepenaktes (zie b.v. RA Beveren, OGA Hingene D056, nr. 6, fol. 81). Bijgevoegde handtekening zette hij in 1609 als baljuw van Hingene, onder de dorpsrekening van dat jaar (bron: RA Beveren, OGA Hingene D056, nr. 456, dorpsrekening anno 1609).
In Bornem woonde er in dezelfde periode een zekere Pieter Van Boetzelaer, die er waarschijnlijk ook een openbaar ambt bekleedde. Mogelijk was hij een broer van Adriaen.
Aktes in verband met de verkoop van de hofstede van baljuw Adriaen van Boetselare (Hingene, 1629)
Hieronder volgt de tekst van een reeks aktes die in november en december 1629 opgesteld werden in Hingene. Het ging om transcripten van de originelen, en daarom waren de handtekeningen van de comparanten niet aanwezig, hoewel ze onder de originele aktes wel stonden. Bron van deze aktes: RA Beveren, OGA Hingene D056, nr. 7, schepenaktes 1617 – 1631, fol. 133v – 137.
Op heden den xxiiii november 1629 soo heeft Jan Verelst ende Marie van Boetselare syn huysvrouwe wel ende deuchdelyck vercocht aen Jan van Damme tot behoeve van Elisabette Wauters syne huysvrouwe seker haerlieder recht derdepaert van de achtergelaten goeden by d’afflyvicheyt van Adriaen van Boetselare op haerlieden verstorven ende gesuccedeert, te weten het derdeel van een stuck lants geheeten Het Vliechlant, soo het gelegen is ombegrepen der maten, item noch het derde in … van gelycken het derde paert van een halff gemet lants genaempt tHeylich Geest Veldeken, alles vry ende ombelast, behalven tsheerencheyns, dwelck den vercoopere beloeft te claeren totten daege van de erffenesse, behoudelyck dat de weduwe van Adriaen van Boetselare sal haere tochte houden haer leeffdaghe lanck geduerende in de helft van tvoerscreven derdedeel, bovendyen noch het gerechte derde paert in een rente van zesse gulden tsiaers, staende gehipotiqueert opde hoffstede geneaempt Den Ingele, item noch de penningen die de voernoemde Verelst competerende zyn van het recht derde paert van der coop van den hoffstede met het veldeken daer aen gelegen, gecocht by Jan Allebosch ende dat alles voer de somme van vyffhondert Carolusguldenen boven de achtentwintich guldene sestien stuyvers erffelyck by de voerscreven Verelst genoten van der Staten rente die de gemeyne erffgenamen was competerende midts de doot ende afflyvicheyt van Adriaen van Boetselare, met conditie dat de voerscreven cooper tsynen laste neempt te restitueren het derdendeel van de capitale penningen van de voerscreven rente aende achtergelaten weeskinderen van Clara van Boetselaere, daer vader aff is Joos Drossaert, ende bovendyen by den cooper noch te betaelen de tochte over d’een helft aen de weduwe Adriaen van Boetselare, bedragende veerthien gulden acht stuyvers tsiaers haer leeffdaege lanck geduerende, aldus gedaen ende gepasseert sonder froude oft argelist des … dese by den vercooper ende cooper onderteeckent, datum als boven ende was onderteeckent J. Verelst, J. Van Damme.
Opden xxii december 1629 soo hebben Jan Verelst ende Marie van Boetselare syne huysvrouwe als tot tgene naerbescreven wettelyck vervoocht synde ende hebben hunlieden wel ende wettelyck ontuuyt ende onterft van de … van landen hier voren byden contracte vermelt ende gespecifficeert ende diervolgende ende op alle besproken voerwaerden ende conditiën daer inne wel ende wettelyck gegoet ende geërft Elisabette Wouts, huysvrouwe van Jan van Damme, bailliu alhier, ter manessen van Johannes Allebosch, stathouwer van den leenen, loco den bailliu van Damme by wysdomme ende gevolge van Joos Parremans, Cornelis Pauwels ende Jan de Meyere, schepenen, datum …
Ick, ondergescreven kenne ende lyde midts desen my van de somme van vyffhondert byden contracte vermelt ten vollen vernuecht ende betaelt te zyne, toecomende myn hanteecken desen xxii december 1629, ende was onderteeckent J. Verelst.
Aen myne heeren bailliu ende schepenen van de baenderye van Bornhem: gaeven reverentelyck te kennen Adriaen Drossaert ende Jan Verelst als voochden ende momboire van de achtergelaten weesen van Clara van Boetselare, daer vader aff is Joos Drossaert alhier met hunlieden gevoecht, soo oock doet Joos de Vleeschouwer, in houwelyck hebbende Clara Drossaert, hoe dat de voerscreven weesen naer d’afflyvicheyt van de voerscreven Clara, der voerscreven weesen moedere, haerlieden is verstorven seker derde paert in een hoffstede metten huyse, schuere ende stallinge daerop staende, met een veldeken op d’oostzyde van de voerscreven hoffstede gelegen, tsamen groot ontrent een halff bundere ombegrepen der juster mate, waervan d’ander twee derdedeelen Hans Verelst (in houwelyck hebbende Marie van Boetselaere) ende Jan van Damme (in houwelyck hebbende Elisabette Wouts, dochter van wylen Jaecquelyne van Boetselaere), al tsamen hunlieder verstorven ende gesuccedeert midts de doot ende afflyvicheyt van Adriaen van Boetselaere, in synen leven bailliu van Hingene, liggende tsamen onverdeelt aenden Driesch alhier tot Hingene gelegen, op d’oostzyde van tsheeren dreve; ’t is nu soo dat de voerscreven behuysde hoffstede vele reparatie behoeft, dwelck seer naer soo vele cost jaerlycx soo vele als de voerscreven hoffstede in hueren can opbrengen, ende dat boven de tochte diegene Jouffrouwe Adriana van Paddenbroeck, weduwe van den voernoemden Adriaen van Boetselare, over de gerechtige helft haer leeffdage daer aen is hebbende, dwelck alls geschiet tot cleynen proffytte van den voerscreven weesen, als wesende achte in getal, soo hebben de voerscreven Jan Verelst ende Jan van Damme met haerlieder beyde huysvrouwen geraedsaem gevonden hunnen twee derdendeelen te vercoopen tegens de somme van seventhien hondert gulden in tgeheele, dienvolgende soo vinden de voerscreven supplianten het weesen derder paert mede te vercoopen voer de voerscreven somme pro rate, als wesende ten meesten proffytte van de voerscreven weesen, soo eyst dat de voerscreven supplianten hun zyn keerende tot myne voerscreven heeren, oodmoedelycken biddende dat hun believe als oppervoochden de voerscreven voochden daer toe te auctoriseren ende tgene voerscreven is te advoyeren, lauderen ende approberen als tselve beter gedaen synde als gelaten totter weesen proffytte, dwelck doende etc.
Appostille soo hier volcht: Schepenen gelet hebbende op het inhouden van desen, consenteren ende auctoriseren de voochden het deel de weesen in desen competerende conform het inhouden van desen den coopers oft cooper daer inne te goeyen ende t’erven midts de penningen uuyt het weesen deel … ende aen te leggen tot meeste proffyte van de selve weesen, ende daervan rekeninge te doene naer behooren, actum in volle colegie desen xx december 1629, ende was onderteeckent … in d’absentie van den greffier Jan de Haen.
Op heden desen xxii … 1629 soo heeft Hans Verelst, in houwelyck hebbende Marie van Boetselare Adriaensdochter, ende Jan van Damme, in houwelyck hebbende Elisabette Wouters, daer moeder aff was Jaecquelyne van Boetselare, dochter van Adriaen van Boetselare voerscreven, die welcke tsamen ende elck int besondere hebben vercocht, soo sy vercoopen midts desen aen Jan Allebosch, die den selven coop is accepterende, sekere twee derdendeelen in seker hoffstede met huyse, schuere, stallinge, boomen ende alle syne andere toebehoortten, soo de selve gestaen ende gelegen is met noch een veldeken daeraen gelegen op de oostzyde van de selve hoffstede, gestaen ende gelegen aenden Driesch tot Hinghene, haerlieder toegecommen midts der doot ende afflyvicheyt van saliger Mr Adriaen van Boetselare, tsamen groot ontrent een halff bunder ombegrepen der maten, min ofte meer, soo de selve gestaen ende gelegen is aen den Driesch, noorden de dreve van heere Baron van Hoboquen, west ende noorts de selve heere, oost ende suyden gelegen met zyn luyers (?), ende dat voer ende midts de somme tegens seventien hondert gulden in tgeheele, waer aff de voerscreven vercoopers is competerende de twee derdedeelen, ende het resterende derdendeel blyft tot proffyte van de achtergelaten weesen van Clara van Boetselare, daer vader aff is Joos Drossaert, wesende tvoerscreven goet vry ende onbelast van alle voergaende commeren, lasten ende calangien, uuytgenomen ende gereserveert tsheeren grontcheyns ende leen indyen’t bevonden wort, dwelck de vercoopers sullen claren totten daege van de erffenesse, ende sal voorts blyven tot des coopers laste, item is tvoerscreven goet noch belast met een rente van achtien gulden erffelyck int geheele aen mervrouwe Catarina Cabbeljous, vrouwe van Beaupre, die welcke den cooper sal cortten aende principaele penningen van zynen coop pro rate van de geheele rente, behoudelyck ende met conditie dat de vercoopers sullen genieten den pacht die verschynen sal te Kersmesse naestcomende ofte halff meertte daer naer, item den pachter sal oock gebruycken synen pacht tot halff xvc eenendertich, ende niet langere, waer van den cooper sal genietten de somme van vyffentwintich gulden pro rate over d’een helft van den helft van de hoffstede ende lant voerscreven, in welcke voerscreven somme van vyffentwintich gulden de voerscreven weeskinderen moetten genietten een derdendeel , voorts is conditie dat Adriana van Paddenbroeck, weduwe van Adriaen van Boetselare, in zynen leven bailliu van Hingene, sal blyven besitten haer heeffdaege lanck geduerende d’een helft van de vercochte goeden in dit contract gementioneert, midts dat de voerscreven weduwe moet draegen d’een helft van de behoorelycke reparatie haer leeffdage lanck geduerende, conform den contracte daer aff zynde, wesende van dathe den xxvi september 1629, ende de voernoemde weduwe is gehouden huer leeffdage lanck geduerende te betaelen d’een helft van de rente van achtien gulden tsiaers voerscreven, item de betalinge van den coop sal geschieden ten daege van de erffenesse, aldus gedaen ende gepasseert ter goeder trouwen, sonder froude oft argelist des t’oerconden dese byde vercoopers ende coopere respective onderteeckent datum als boven, ende was onderteeckent J. Verelst, J. Van Damme, Jan Allebosch, my present als greffier D. Andriessen.
Op alle besproken voerwaerden ende conditiën soo hebben Adriaen Drossaert ende Jan Verelst als voochden van de achtergelaten weesen van Clara van Boetselaere, daer vaeder aff is Joos Drossaert, alhier met hunlieder gevoecht soo oock doet Joos de Vleeschouwer, in houwelyck hebbende Clara Drossaert Joosdochter, ende hebben uuyt crachte van de wettelycke auctorisatie haerlieder verleent by schepenen van Bornhem aldaer het sterffhuys gelegen is, opden xx december 1629 vercocht, soo sy bekennen vercocht te hebben midts desen, aen Johannes Allebosch het resterende derde paert de voerscreven weesen competerende inde hoffstede by tvoerscreven contract vermelt ende dat ten pryse van de somme van seventhien hondert gulden in tgeheele als voren es geseyt, … der waerheyt soo hebben de voerscreven vercooperen ende cooper dese onderteeckent opden xxi december 1629 ende was onderteeckent Adriaen Drossaert, J. Verelst, thanteecken van Joos de Vleeschouwere, thanteecken Joos Drossaert, Jan Allebosch.
Ten voerscreven daege soo hebben de voerscreven vercooperen met haerlieder respective huysvrouwen by contracte genoempt mette voerscreven voochden uuyt crachte van de bovengescreven auctorisatie van de weth van Bornhem hunlieder wel ende wettelyck ontuuyt ende onterft van de geheele hoffstede hier voren by contracte vermelt, ende dienvolgende ende op alle den besproken voerwaerden ende conditiën, daer inne wel ende wettelyck gegoeyt ende geërft Johannes Allebosch tot behoeve ende proffyte van myne heere Coenraerdt van Urssel de jonge, ampman der stadt van Antwerpen, voer hem, syne hoirs ende naercomelingen, ter manessen van Dierick Andriessen loco Jan van Damme, bailliu, by wysdomme ende gevolge van Joos Perreman, Cornelis Pauwels ende Jan de Meyere, schepenen ten daege voerscreven.
Opmerking: uit deze laatste akte blijkt dat de koper (Jan Allebosch, stadhouder van de lenen in Hingene) deze hofstede niet voor eigen rekening kocht, maar in opdracht van Koenraad van Ursel de jonge! Het ging hier om Koenraad (1592 – 1659), de zoon van Koenraad Schetz, heer van Hoboken en Hingene, naast wiens kasteel de hofstede gelegen was. Adriaen van Boetselaer had trouwens niet zelf in deze hofstede gewoond, aangezien ze verhuurd was, en zijn eigen sterfhuis volgens deze aktes in Bornem lag.
Zie ook hier:
http://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I1073823648.php
Vele jaren na zijn dood (vermoedelijk omstreeks 1650 - 1665) werd er in Hingene een akte opgesteld waarvan slechts een fragment bewaard is gebleven. De resterende tekst die hieronder weergegeven is geeft een overzicht van de dan nog overlevende nakomelingen van Adriaen Van Boetselaer, en maakt melding van een testament dat voor een notaris in sGravenhage opgesteld werd! Dit laat vermoeden dat Adriaen Van Boetselaer en/of zijn vrouw uit Holland afkomstig was:
Ca. 1665: Wy Meyer, beurgmeester ende schepenen der prochie ende heerlyckheyt van Hinghene in Cleyn Brabant, ontrent de drye uren van Antwerpen gelegen, doen te weeten allen de ghene die dese onse letteren van certifficatie zullen zien ende hooren leesen met kennisse van waerheyt … dat ons seer wel kennelyck is dat wylen Mr. Adriaen van Botzelaer, in zyn leven Bailliu alhier, is getrauwt geweest met Jouffr. Clara van Thielt, de welcke staende het hauwelyck hebben geprocureert ende achtergelaeten drye kinderen, met naeme Jaquelyne, Marie ende Clara van Botzelaer, welcke voornoempde Jacquelyne in hauwelyck geweest zynde met wylen Sr Arnaudt Wauts heeft achtergelaten Jouffr. Elisabeth Wauts, alnoch in leven ende tegenwoordich weduwe van wylen Sr. Jan Van Damme, in zyn leven oock bailliu alhier, item de voorschreven Marie in hauwelyck geweest zynde met wylent Jan Verelst, hebben tzamen achtergelaten vier kinderen, met naeme Jan, Joos, Franchois ende Anna Verelst, alnoch in leven behoudens den voorschreven Jan Verelst corts overleden nemaer kinderen achtergelaten hebbende, ende de voorschreven Clara van Botzelaer in hauwelyck geweest zynde met … Drossaert, hebben tzamen geprocureert ende achtergelaten vier kinderen, met naeme Clara, Elisabeth, Joos ende Adriaen Drossaert, alnoch in leven uytgenomen den voorschreven Adriaen, corts overleden … kinderen achtergelaten hebbende, ende alzoo dezelve … verclaert ende te kennen gegeven dat aen … by … van dathe v october 1631 … van haeren testamente gepasseert … in sGravenhage residerende … van drye hondert gulden … (RA Beveren, OGA Hingene D056, nr. 160).
Mogelijk was de familie Van Boetselaer in een openbaar ambt in Hingene beland toen de heerlijkheid eigendom was van de familie van Nassau, in de periode 1535 - 1560! Hij lijkt alleszins behoord te hebben tot de oude adellijke familie Van Boetzelaer, die oorspronkelijk uit Duitsland kwam maar die al sinds de 15de eeuw in Zuid-Holland woonde.
Na de dood van Adriaen Van Boetselaer in 1617 hield zijn weduwe (de stiefmoeder van zijn 3 dochters) alle administratie betreffende het sterfhuis bij. In september 1619 werd alles afgerekend, en hieronder volgt de volledige rekening met inkomsten en uitgaven. Deze geeft allerlei interessante details over het leven van deze familie.
Rekening van het sterfhuis van Adriaen Van Boetselaer
Bron: RA Beveren, OGA Hingene D056, nr. 98
Gepresenteert by Jouffrouwe Adriana Van Paddenbroeck aen Jan Verelst over hem selven, Adriaen Mangnus ende den selven Verelst als voochden van de achtergelaten weese van Aert Wauts ende Jaecquelyne Van Boetselare zaliger, ende Joos Drossaert met zyne huysvrouwe Clara Van Boetselare, al tsaemen erffgenaemen van den sterffhuyse Adriaen Van Boetselaere bailliu saliger, present Joos Parreman ende Adriaen Van Baerele schepenen van den lande van Hingene ende ten overstaene van Lieven Laureys ende Guillaume De Clercq greffier van Steken (?) opden xxv Septembris 1619.
Rekeninge, bewys ende reliqua die midts desen es doende ende laet blycken Jouffrouwe Adriana Van Paddenbroeck, weduwe van saliger Adriaen Van Boetselare, in zynen leven Bailliu van den lande ende heerlyckheyt van Hingene saliger, ende dat van haren ontfanck ende uuytgeven by haer gehadt raeckende den sterffhuyse van den voerscreven bailliu haren man.
Eerst den ontfanck:
Item stelt de rendante alhier voer ontfanck tgeheel inhouden van den inventaris gehouden ten voerscreven sterffhuyse, bedraegende … ter sommen van xic lxv gul xii st i blanck
Item ontfangen van Peeter Jacops pachters van het goet tot Hamme over reste van lantpachte de somme van xx gul
Item ontfangen van Sr. Bochoutte over coop van een stuck lynwaerts de somme van xxiiii gul xii st
Item noch ontfangen van myn heer Mosselmans over coop van een stuck lynwaerts de somme van xx gul
Item noch ontfangen van den rentmeestere Parys, ontfanger van de Staten, van onderhalff jaer renten, ende dat te twee reysen, de somme van xlii gul
Item noch over tgene int sterffhuys bevonden was in gelde ontfangen, de somme van xx gul
Item noch ontfangen van reste van huyshuere van thuysken tot Mechelen, de somme van xvii gul
Item ontfangen van de prochie over tgene de voernoempde Balliu Boetselare saliger goet quamp de somme van xxv gul
Item ontfangen van Rychaert Drossart over den coop van zeven veertelen terwen, de somme van xlii gul
Item by de rendante vercocht aen Joos Hulsbosch den nombre van zeven veertelen terwen, bedraegende tweeënveertich gul, dus hier xlii gul
Noch aenden selven gelevert zeven veertelen ende halff haveren, bedraegende xvii gul xiiz st, ende dat ter rekeninge van tgene hy ten sterffhuyse es heesschende, dus hier memorie
Daernaer bevonden dat dese twee parttyen zyn betaelt met leveringe van de voerscreven granen gecomen uuytten voerscreven gemeynen sterffhuyse wort tselve alhier gestelt voer memorie.
Item ontfangen van Joos Drossaert over de leveringe van zesse veertelen haveren, tot twee gul acht stuyvers de veertele, de somme van xiiii gul viii st
Item ntfangen van den voerscreven Joos Drossaert over tgene gegeven was aen Lyne int Herberchsken op rekeninge van den coop van den lande achter tgerechte, de somme van xviii gul viii st
Item ontfangen van Bouwen De Gent ter causen van drye jaeren verloops van eene rente van vierentwintich gul tsiaers, dleste verschenen halff meertte lestleden 1619, de somme van xxiiii gul
Item ontfangen van Hans Symoens over Jan Van Haute van zeker reste van een rente die de selve Van Haute tsynen laste was hebbende, de somme van x gul
Somma tsamen de somme van xiiiic xci gul i blanck.
Uuytgeven tegen den voerscreven ontfanck gedaen naer den overlyden van des rendants man saliger (by verclaeringe van de rendante … behoudelyck dat de weduwe sustineert … gehouden te wesen te moetten betaelen inde begraeffenesse van den overledenen overmidts van haerder zyde geen vrienden en zyn gebeden geweest, passerende tselve oversulcx onder protestatie)
Eerst betaelt aen twee pont keerssen ___ ix st
Noch aen eenen abberdaen (= grote gedroogde kabeljauw) ___vi st
Noch aen terwen broot gehaelt opde begraeffenesse van haren man saliger de somme van iii st
Noch aen een pont seepe om dlynwaert te wasschen ___ iiz st
Noch betaelt aen Adriaen De Gent over verdienden aerbeyt gedaen int meetten van het Vliegelant, de somme van ii gul
Noch betaelt van twee paer hauten schoenkens aen Loyken ende Anneken ___ vi st
Noch betaelt aen wittebroot, bier ende smout ten sterffhuyse gehaelt, tsaemen de somme van xxii st i oort
Noch betaelt aende dochtere van Hans Van Moorttere van tgene zy verdient hadde met wercken ___ x st
Noch betaelt aen Gillyne Govaerts over tgene haren man verdient hadde met picken ende van verhaelde ware, tsaemen ___ xxiii st
Item betaelt aen Stoffel De Meyere ter causen ende over dmaecken van de dootkiste voer saliger den Bailliu ___ ii gul x st
Noch betaelt aenden selven Stoffel De Meyere over den coop van dry hoopen hauts, de somme van ____ i gul xiii st
Noch ten twee reysen gegeven aen bier ende eyeren, tsaemen ___ xviz st
Noch betaelt aen vyff pont seepen om dlynwaert te wasschen ___ xiiz st
Noch betaelt aende wasscherssen ___ viii st
Item opden xiii decembris xvic zeventhiene over een halff tonne biers die gedrncken werde inden coopdach, de somme van ___ ii gul xv st
Item betaelt aen Hans Versmessen over theylich geestlant te meetten ___ xii st
Item betaelt aen Adriaen De Gent, knaepe van de gulde van Ste Sebastiaen, om dat hy de guldebroers gebeden hadde tot begraeffenesse ende uuytvaert ___ x st
Item betaelt aen dry vierendeelen cabbeljauw ___ xxi st
Item betaelt aen Joos Drossaert ende de huysvrouwe van Jan Verelst de somme van achtien gul … penningen by haer geproffiteert van den coop van een stuck lynwaerts aen Bochoute vercocht, dus ___ xviii gul (Joos Drossaert ende de huysvrouwe verclaren met dit gelt gecocht te hebben vlessch ende anderssins, dwelck geëmployeert es tot d’uytvaert, mitsdyen wort dit gepasseert onder protestatie als voren ende alle tgene zy daer aff pretenderen)
Item betaelt aen Jaecques Verelst van lantdryven voer tgeheel sterffhuyse, tsaemen de somme van iiii gul vii st
Item betaelt aen den heyligengeest van Liezele over reste van lantpacht, de somme van ___ v gul x st
Noch betaelt aen Joos Drossaert van terwen broot opden coopdach geten ___ viiiz st
Item noch betaelt aen Joos Hulsbosch over de leveringe van twee halff vaten biers gedroncken ten daege van de vercoopinge van de goeden, de somme van v gul x st
Noch aen Adriaen De Maeyer betaelt van picken, de somme van ___ xx st
Noch betaelt aenden schoenlappere van Loyens schoenen te lappen ____ iiii st
Noch opden lesten vercoopdach betaelt aen een pont keerssen ____ iiiiz st
Noch betaelt aen Andries Van Estergem ende Loyken int gaen naer Waesmunstere ende Hamme met seker attestatie gescreven by den greffier van Hingene om te lichten de penningen van de pacht tot Hamme, tsaemen ___ xx st
Noch betaelt aen den greffier van het maecken voerscreven attestatie ___ vi st
Item betaelt aen den deurwaerdere Cautere over seker acte die hy ten laste van tsterffhuys hadde, de somme van ___ xxiii gul (gesien d’acte by die van den Raede van Vlaenderen was gepasseert)
Noch aen heer Jan tot Denremonde over tgene hy verschoten hadde volgens zynen brieff, de somme van ____ iii gul xii st
Item betaelt aen den schoenlappere van tselve gelt te draegen tot Denremonde, de somme van x st
Item vercocht aende brauwersse inden Arent een stuck lynwaert lanck xli elle tot xv st d’elle, bedraegende dertich gul ende xv st, ende daerenboven noch betaelt aen Hans De Wilde van tgene het sterffhuys daer noch resterende bleeff, de somme van ___ ii gul vii st
Item noch aenden H. Geestmeesters van Liesele van lantpacht verschenen Kersmesse xvic zeventhiene ___ ii gul v st
Noch betaelt aen Cornelis Verelst van een horde te maecken ___ xv st
Item betaelt aen eenen jongen die eenen brieff brochte van Peeter van Boetselare ___ i st
Item gegeven aen Hans Verelst over te geven aenden procureur Hoffstat de somme van iii gul x st
Noch aen Jouffrouwe Cabbeljous tot Aelst betaelt op de rente die tsterffhuys aldaer te gelden hadde, de somme van liiii gul
Item noch betaelt aen Jaecques Cools tgene sterffhuys aen hem schuldich was over de weduwe Joos Beeckmans, de somme van xxx gul
Noch aen de selve Verelst gegeven over tgene hy daer verteert hadde ___ xiiz st
Noch betaelt aen Cornelis Ordamme volgens zyn affrekeninge de somme van xi gul
Item betaelt aen Jaecques Verelst over lantdryven ___ ii gul
Iem noch betaelt over tport van eenen brieff van Pr. Boetselare ende eenen van Brussele, tsaemen ___ x st
Item noch betaelt aen acht potten biers die gehaelt werden als d’erffgenamen het gelt deylden tgene ten sterffhuyse bevonden wert, tot ii st i oort den pot, tsaemen ___ xix st
Noch aen Hans Verelst gegeven omme naer Brussele te reysen ___ iii gul
Noch betaelt aen Willem Laureys van masthout te maecken ___ xv st
Noch betaelt aen Peeter van Boetselare over tgene hy op tsterffhuys was heysschende, de somme van ___ xxx gul
Item betaelt aen Daneel Bagunder (?), rentmeestere des heeren Baron van Hoboquen, over tgene hem van tsterffhuys quamp volgens den vonnesse van schepenen gewesen, de somme van iic gul
Noch betaelt aen Anthoni Lauwers van den stal te maecken ende de suyckerkisten aen te slaen ___ xii st
Item betaelt aen Baudewyn De Gent over den coop van de voerscreven suyckerkisten, met het halen tsaemen ___ iii gul iii st
Noch betaelt aen Hans Beerens ter causen van de haege te scheeren ___ xv st
Noch aen den preetter van Bornhem over de heyninge ___ viii st
Item betaelt aen Gilles De Keersmaecker over de jaercosten van saliger den Bailliu ende van boecweye van hem gehat, tsaemen de somme van vi gul i st
Item betaelt aen Hans Van Moorttere over tgene hem quamp van lantdryven, van tgraen inde schuere uuyt te dorsschen ende anderssins, volgens den hantboeck per affrekeninge, de somme van xxv gul xixz st
Item betaelt aen Adriaen De Maeyere over gelycke dorsschinge van den granen den sterffhuyse aengaende, de somme van iii gul x st
Item betaelt aen Adriaen De Gent van hoy te binden tot vierhondert min twaelff busselen, de somme van i gul iii st i oort
Item noch betaelt aen Hans Van Moorttere van boecweye te wannen ende … te dorsschen, tsaemen ___ xi st i oort
Item gegeven Hans Verelst omme te gaen naer Mechelen omme te spreken Pr. Van Boetselare ___ xiiii st
Item betaelt inden Kemp tot Mechelen als d’erffgenamen daer tsamen vergaedert waren, de somme van i gul
Item betaelt aen Adriaen Van Baerele ende Hans Neels Jacopsse, ontfangers van de prochie ommestellinge, over tgene het sterffhuys daerinne te geven hadde ___ v gul xiii st
Item betaelt aen Hans Versmessen ende Joos Suyckens van de strate te maecken aen tHeylich Geest Veldeken ende tFierens Veldeken, tsaemen ___ x st
Item noch betaelt aen Guillaume Smet inde Vyff Haringen tot Antwerpen, als wy daer waren om den rentmeestere Parys te spreken van tgelt dat Pr. Van Boetselare hadde doen beslaegen ___ i gul xviiz st
Item noch andermael met Maeyken Verelst gereyst naer Antwerpen om tgelt te ontfangen volgens het onslach van arreste by Boetselare gedaen ende den rentmeestere niet thuys gevonden ende oversulcx betaelt van schipvracht ___ xii st
Item betaelt aen Anthoni Lauwers van het gelet (?) te repareren xviii st, ende aen naegelen vyff stuyvers, compt tsaemen ___ i gul iii st
Item betaelt aen Grietken sWinters over tgene haer van het sterffhuys goet quamp ___ iiii gul
Item betaelt aen Anthoni Lauwers over dmaecken van den coestal deure ende de deure van tverkens cot mette naegelen tsaemen xz st
Aenden meyere gegeven van een kerckgebot om dat een yegelyck zouden commen betaelen die inden coopdach schuldich waren ___ ii st
Item zoo es de rendante met Maeyken Verelst andermael gereyst naer Antwerpen om tgelt te ontfangen van den rentmeestere Parys, dwelck zy ontfingen, ende oversulcx betaelt aen schipvracht ende teercosten tsaemen met het naer (?) varen ___ xiii st
Noch betaelt int Meuleken tot Mechelen int accorderen met Peeter Van Boetselare, over teercosten aldaer gedaen ___ iiii gul x st
Item noch betaelt aen Jouffrouwe Mouton ende Heynrick De Vos over tgene zy heesschende was opde weduwe Joos Beeckmans, de somme van ___ xxxviii gul ii st z blancke
Item betaelt aen Rychaert Drossaert volgens de specificatie by hem overgegeven, de somme van ___ ix gul iii st i blanck
Item betaelt aen Peeter Bosmans ter causen van teercosten volgens zyn quitantie, de somme van ___ vi gul
Item betaelt aen Peeter Coomans over de dootschult van den Bailliu saliger ende van jaercosten tsaemen volgens zyn quitantie ___ ii gul xvii st
Item betaelt aen myn heer Jan Brecht op rekeninge van de pacht vervallen Kersmesse xvic zeventien, volgens zyn quitantie de somme van ___ xxxvi gul
Item betaelt aen heer Joos De Blieck, pastoor van Hingene, over zyn recht van de begraeffenesse ende besoeck van saliger den Balliu Boetselaere, de somme van ___ viii gul x st
Item insgelycx betaelt aen Fredrick Beelde, costere, over zyn recht als voren, de somme van ___ …
Item betaelt aen myn heer Jan Brecht soo in haevere als gelt over seker reste die hy pretendeerde ter causen van pacht, de somme van ___ v gul xvi st
Item betaelt aen Andries Baert ter causen van lantdryven, de somme van ___ ii gul x st
Item betaelt aen Adriaen Parys, kerckmeestere, voer dat de Bailliu saliger inde kercke begraven mochte worden, de somme van ___ vi gul
Item betaelt aen Jan Van Houte over een acte die hem quamp van Hans Symoens ende die by saliger den Bailliu ontfangen was, de somme van ___ xxviii gul vii st
Item betaelt aen een gelaes venstere aen thuysken inde Schoolstrate tot Mechelen, de somme van iiii gul x st
Item betaelt aen Guillaume Anthonissen vrient van teercosten aldaer gedaen by den Bailliu saliger volgens de specificatie by hem overgegeven, de somme van ii gul v st
Item stelt de rendante alhier noch voer uuytgeve de somme van negentien guldens die Hans Verelst ontfangen heeft van Gilles De Keersmaecker opden coop van de peerde, dwelcke de rendante hier vooren in ontfanck heeft gebrocht, dus hier ____ xix gul
Insgelycx noch de somme van zesse gul thien stuyvers by de voernoempde Verelst ontfangen van Jasper Van Calstere de somme van vi gul x st
Noch stelt de rendante in uuytgeve van tgene Jan Verelst ontfangen heeft van Stoffel De Maeyere over coop van houte (tot ii gul xiiii st thondert, tot vic i hoop), de somme van xvi gul xviiz st
Ite betaelt aen Mattys Blom ter causen van teercosten ende verdroncken gelaegen tsynen huyse by de Bailliu saliger in zynen leven verteert volgens de specificatie ende affrekeninge met hem gehouden de somme van xl gul xvi st
Item betaelt aen Lieven Laureys tgene hy heesschende was tsterffhuys van saliger Adriaen van Boetselare de somme van zeven hondert gul, dus hier ___ viic gul (Lieven Lauwereys ende Guilliam De Clercq over hunlieder ende vervangende hunne medehoirs, geven te kennen de schult vele meerder te zyne volgens de bescheeden die zy daeraff presenteren te thoonen ende alsoo tselve noch onbetaelt es ende ongeliquideert wort tselve alhier geroyeert, laettende de selve hoirs van Mr. Jacop Laureys onverlet om haerlieder betalinge te vernoegen daer zy te raede worden)
Item betaelt aen Jan De Haene over tgene hy op tsterffhuys heesschende es volgens de acte ende vonnessche tgene hy es hebbende ____ xxxii gul xiiii st
Item betaelt aen Franssyne Baes over dlycken van saliger Mr. Adriaen van Boetselaere Bailliu de somme van ii gul x st
Item noch betaelt aen den huere van het ten gedruynt (?) alsmen d’uytvaert hielde, de somme van xviii st
Item stelt de rendante alhier voer uuytgeve de somme van achtien gul iiii st over tgene Jan Verelst gecocht heeft inden coopdach alsoe de rendante geheelyck inventaris in ontfanck brengt, de somme van xviii gul iiii st
Item van gelycken van tgene Joes Drossaert inden selven inventaris gecocht heeft, bedraegende ter sommen van xxxiiii gul xiiii st
Item van gelycken van tgene Dierick Andriessen greffier inden coopdach gecocht heeft, bedraegende tsaemen ter sommen van xxix gul viii st
Item van gelycken van tgene Aernoult van den Broecke gecocht heeft inden selven inventaris, bedraegende tsaemen de somme van v gul xiiz st
Item noch betaelt aen den procureur Hoffstat ter causen van procureurs diensten inde saecke tegens Pr. Van Boetselare volgens de specificatie ende quitantie de somme van begenthien gul xii st, boven de zes stuyvers quyt geschouwen, dus hier ___ xix gul xii st
Item betaelt aen den deurwarder die alhier es commen met besloten brieven addresserende aenden officier alhier omme thebben betalen van de voerscreven somme, zoo voer zynen sallaris als voer den wyn van den officier alhier, tsaemen de somme van iii gul
Item stelt de rendante alhier voer hare vacatien om dese zaecke tot Mechelen gedaen de huysvrouwe van Verelst kennelyck als van tgene zy heeft moetten betaelen van waegenvracht de somme van xv st
Item betaelt aen Staes van Westvoort, outcleercoopere van Antwerpen, over reste van tgene zy pretendeerden van eenige cleederen aldaer gehaelt, de somme van xii gul
Item betaelt aen Jan Geerts over coop van eenen helmousen hoet by saliger Adriaen van Boetselare van hem gecocht, de somme van ii gul xi st
Item betaelt aen Ingel Smets, weduwe Bernaert Maes, over tgene zy ten sterffhuyse heesschende was ende dat volgens den accorde present Jan Verelst met haer gemaect, de somme van xxiiii gul iii st
Item betaelt aen Bailliu, schepenen, greffier mette dienaers van vier daegen int vercoopen van de goeden ten sterffhuyse bevonden, tsaemen de somme van xviii gul
Item stelt de rendante alhier noch voer uuytgeve de somme van vyff gul thien stuyvers over tgene Jan Verelst ontfangen heeft van Hans Van Uuytrecht Anthonisse over den coop van een koye by hem inden coopdach gecocht, dus hier de somme van v gul x st
Item betaelt aen Jan Van Damme, meyere ende procureur, over zeker sallarisen ende verteerde gelaegen tsynen huyse verteert by de weduwe ende erffgenaemen, alles … blyckende by de specificatie daer aff zynde, de somme van xix gul xiiiiz st
Item betaelt aen Bauwen De Gent over teercosten aldaer gedaen by den Bailliu Boetselare saliger, als by de weduwe ende erffgenaemen int besommeren van den selven sterffhuyse, midtsgaeders oock twee tonnen biers gedroncken opde uuytvaert van saliger de Bailliu, mette oncosten int haelen ende brengen van Antwerpen (?), gedaen alles conform de specificatie daer aff zynde, de somme van xliiii gul iiiiz st
Item betaelt aen Adriaen Poortaert over tdecken, vitsen, leemen van de huysinge, schuere ende stallinge, midtsgaders van de eerde vorsten opde huysinge ende schuere geleyt, tsaemen de somme van x gul
Noch aen bantroeyen betaelt ___ xiiii st
Item brengt de rendante alhier in uuytgeve negen stuyvers van eenen stoel by Adriaen De Scryvere inden inventaris gecocht ende den selven aende hant gelaten ende by de voernoempde rendante in ontfanck gebrocht, dus hier in uuytgeve ___ ix st
Item betaelt aen Lenaert Boeckwinckele over tgene hy heesschende es ten sterffhuyse van saliger de voerscreven Van Boetselare, volgens de specificatie daer aff zynde ____ …
Item betaelt aen Eduwaert De Pottere tot Mechelen over tgene hy voer tsterffhuys verschoten heeft aen de weerdinne int Vosken, van tgene den bailliu aldaer verteert hadde de somme van xxvii gul xvi st
Item betaelt aen Fredrick Beelde, costere, over zyn recht van de begraeffenesse ende uuytvaert, midtsgaeders van acht daegen dry malen ende veerthien dagen twee mael geluyt te hebben naer de begraeffenesse van saliger de Bailliu Boetselare, conform zyn billet de somme van ix gul
Item betaelt aen Beyken sWachters van saliger den Bailliu in zyn uuyterste bygestaen te hebben ___ xvii st
Noch betaelt deur Hans Verelst aen eenen procureur by wel weten van den selve Verelst, op rekeninge de somme van viii gul
Item betaelt aen Sr. Jaecques Le Poultere ter causen van de pacht van tvelt aenden Driesch, volgende zyn scryven ___ xx gul
Item betaelt aen Willem De Gent, ontfanger van de … ommestellinge van tgene tsterffhuys te geven hadde volgens de quitantie, de somme van ii gul xviiiz st
Item betaelt aen Amant Lauwers, heylich geestmeestere van Liesele, over een jaer lantpacht verschenen Kersmesse xvic achtiene, volgens de quitantie de somme van ii gul v st
Item stelt de rendante alhier voer haeren moeytte van het colecteren, ontfangen ende uuytgeven van de voerscreven inventaris de somme van xxxiii gul (by consente van de erffgenaemen)
Item betaelt aen den greffier voer dmaecken ende stellen dese rekeninge, midtsgaeders het appostilleren der selver, tsaemen de somme van iiii gul x st
Somma tsalen den geheelen uuytgeve ter somme van ixc lxxxiii gul xvi st i blanck i negemanneke
Ende den ontfanck hier voren bedraegt xiiiic xci gul i blanck, dus blyckt by de rendante meer ontfangen te hebben dan uuytgegeven de somme van vc vii gul vii st i negemanneke
Aldus gedaen, gesloten ende gearresteert onder alle gewoonelycke presentatiën ende protestatiën naer stiel, ter presentiën van de gene inden tecxt deser rekeninge genommeert, t’oirconde dese onderteeckent opden xxv Septembris xvic negenthiene.