Dopeling Matijs van Traa
Vader Wijnnant van Traa
Moeder Geertruij de Hoog
Plaats Rotterdam
Datum doop 17-10-1728
Wonende in 't Kashoek
DTB Rotterdam inv. 1 Doop gereformeerd , index nummer 473
Overledene Matthijs van Traa
Man Cornelia Steenbergen
Plaats Rotterdam
Datum begraven 04-05-1778
Opmerkingen overledene liet na 4 minderjarige kinderen; Wijnhave
DTB Rotterdam inv. 44 Begraven
begraven in de Oosterkerk
Op ordre en ten overstaan van de edele achtbare heeren hooft officier en schepenen dezer stad hebben wij onderschrevenen geschouwen 't lijk van Matthijs van Traa, hangende op zijn steenplaats in den molen op singel, met een strop om den hals waardoor hij verworgd is
(gemeentearchief Rotterdam - schepenarchief, inv. nr. 279, folio 58)
Oorzaak: zelfmoord
Was van Margrieta van Traa bij gebeurtenis.
Hij is getrouwd met Cornelia Steenbergen.
Toestemming voor het huwelijk is 17 augustus 1755 verkregen te Rotterdam.
Zij zijn getrouwd op 31 augustus 1755 te Rotterdam, hij was toen 26 jaar oud.Bruidegom Mathijs van Traa Rotterdam Agter Het Clooster
Bruid Cornelia Steenberge Rotterdam Kipstraat
Plaats Rotterdam
Datum ondertrouw 17-08-1755
Datum trouwen 31-08-1755
DTB Rotterdam Trouw gereformeerd154
Kind(eren):
meester steenhouwer
Steenhouwerij en Tegelbakkerij Van Traa
De zaak, waarvan de firma C. Van Traa en Co. de laatste vertegenwoordigster was, dateert uit het midden der 18de eeuw. In 1733 kocht Wynant van Trae, metselaar, twee huisjes en erven aan de Oostzijde van de Zwanesteeg achter het verbrande Klooster. Bij zijn dood in 1765 woonde hij nog daar. Toen bestond de steenhouwerij reeds; het oudste kantoorboek begint met 1765. Zij was vermoedelijk gevestigd in het Boschje aan den Goudschen Singel. Van de beide zonen van Wynant van Trae, Willem en Matthijs, heeft de laatste de zaak opgericht
Na zijn overlijden in 1778 zette zijn weduwe haar voort. In 1790 deed haar zoon Willem de proef en het volgend jaar werd hij meerderjarig verklaard. Na den dood zijner moeder, in 1794, dreef hij de zaak alleen. Of deze destijds nog in het Boschje gevestigd was, is niet zeker. Toen Matthijs stierf, woonde hij op de Wijnhaven; een jaar daarna (1779) werden de huisjes in de Zwanesteeg verkocht. Ook kan het zijn, dat het huwelijk van Willem met Susanna Oudshoff 1 de reden is geweest van de verplaatsing der zaak naar den Wolfshoek B 343. In elk geval, vóór 1800 was zij reeds daarheen overgebracht.
1 In het laatst van de 18de en het begin van de 19de eeuw komen herhaaldelijk leden der familie Oudshoff als hoofdmannen van het Sint Lukasgilde voor; sommigen gekozen uit de beeld- en steenhouwers, anderen uit de grofschilders en tegelbakkers. (Rotterdamsche Historiebladen 2e afd ).
Willem van Traa stierf in 1813. Zijn weduwe maakte toen per advertentie bekend, dat de zaak door haar zou worden gecontinueerd "onder de directie van een deskundig persoon". (Advertentiën, aankondigingen en berigten van Rotterdam 1813 no. 4.).
Later werd haar zoon Matthijs als compagnon opgenomen en de firma gedreven onder den naam Wed. W. Van Traa en Zoon.
Intusschen was in 1827 ook de tweede zoon Willem in associatie met S. Dunlop een steenhouwerij begonnen aan de Westzijde van de Leuvehaven, zoodat toen twee zaken zelfstandig naast elkaar bestonden, die van de Wed. W. van Traa en Zoon op den Wolfshoek en die van W. van Traa 2 op de Leuvehaven.
2 De zaak wordt ook van Traa en Dunlop genoemd. Van Traa reisde meermalen voor de zaak naar Frankrijk en Duitschland. (Register van Buitenlandsche Paspoorten 1820-1837).
In het laatst van 1833 stierf evenwel de jongste zoon Anthony, het volgende jaar de oudste Matthijs, zoodat Willem alleen overbleef met een zuster. Nu werd de zaak op den Wolfshoek, die een tijd lang voor rekening van Matthijs schijnt gedreven te zijn, opgeheven en Willem zette het bedrijf voort in het huis aan de Westzijde van de Leuvehaven, uitkomende aan de Oostzijde van den Schiedamschen dijk, destijds wijk C no. 330 en 441. 3
3 Tegenwoordig no. 155 (Schiedamschedijk no. 174). Boven den ingang bevindt zich een houten bord met het opschrift "Escaussinne".
De zaken breidden zich steeds uit. In 1842 kocht Willem van Traa den grond bij het Balkengat en richtte ook hier een steenhouwerswerkplaats in, terwijl het overschot met pakhuizen werd volgebouwd. Een jaar later, toen het belendende pand van de erven C. R. Verwijk, C no. 329 aan den koop kwam, maakte hij zich er meester van. Eveneens legde hij toen beslag op het achterpand op den Schiedamschen dijk, Oostzijde, waarin sedert bijna twee eeuwen een beroemde tegelbakkerij gevestigd was. 4
4 Tegenwoordig het pakhuis bij CH. de Sterke in gebruik, no. 172. Het thans nog in den gevel prijkende tegelstuk, voorstellende een Vaas met bloemen, zou, hoewel reeds beschadigd, een welkome aanwinst voor het Museum van Oudheden zijn.
Ook deze zaak zette hij voort tot 1873, toen, nadat de laatste jaren met verlies gewerkt was, aan haar bestaan een einde werd gemaakt.
Intusschen had hij zich, voorzoover de steenhouwerij betreft, geassocieerd met den meesterknecht Johannes Pop tot de firma van Traa en Co. Deze overleed echter reeds in 1857, waarop eenige jaren later de zoon Cornelis als associé werd opgenomen en de firma werd omgedoopt in W. van Traa en Zoon.
Later, in 1873, toen de vader uit de zaak ging en P. Handel als compagnon toetrad, werd de naam der firma G. van Traa en Co. Als zoodanig heeft zij bestaan tot 1905, toen zij met ingang van 1 Januari werd opgeheven.
De kantoorbescheiden van deze firma zijn van veel belang. In de eerste plaats, omdat zij een duidelijk beeld geven van een nijverheidsbedrijf gedurende zijn bestaan van bijkans anderhalve eeuw. Verder omdat er weinig zaken zullen zijn, die hare boeken zoo lang en zoo goed aaneensluitend bewaard hebben gehouden; althans het is het eerste archief van dezen aard, dat het depot der gemeente heeft mogen verwerven. En daar van het Sint Lucasgilde, waartoe ook de steenhouwers en tegelbakkers behoorden, maar weinig bescheiden meer bekend zijn, is elke aanvulling van die leemte dubbel welkom. * Maar bovendien, daar deze firma betrokken was bij bijna alle groote herstellingen van kerken en regentenhuizen, en in den Franschen tijd in het wegnemen en weghakken der wapens en andere onderscheidingsteekens een werkzaam aandeel had, zal haar archief ook in deze zaken menigmaal licht kunnen verschaffen, terwijl speciaal haar memorialen en rekeningboeken voor de gegoede familiën een vrij compleet adresboek vormen.
De boeken bevinden zich in een uitstekenden toestand. Ze hebben waarschijnlijk berust op de plaatsen, waar het bedrijf achtereenvolgens gevestigd was. Het laatst werden zij bewaard in het pand aan den Schiedamschen dijk. In December 1904, toen de heer G. van Traa ze aan het Archief der Gemeente afstond, werden ze van daar overgebracht naar het Archiefgebouw aan de Mathenesserlaan. De inventarisnummers 44, 58, 126, 127 en 155 berusten nog onder den heer C. van Traa, doch zullen vermoedelijk reeds in den loop van 1905 eveneens aan het Archief worden afgedragen.
Pieter Jansz. Aelmis, geboren te Rotterdam, waarschijnlijk in 1649, trad 17 Juni 1671 in het huwelijk met Cornelia Brouwers en kocht 19 Mei 1692 de tegelbakkerij van van Lier aan de Oostzijde van den Schiedamschen dijk. Hij overleed 29 Oct. 1707. Zijn zoon Johannes, gedoopt 4 April 1674, huwde 16 Maart 1707 Susanna Klaarhout en werd begraven 4 Febr. 1755. Zijne beide zoons, Johannes, gedoopt 6 Mei 1714, gestorven 30 Sept. 1799, en Johan Bartholomeus, gedoopt 26 October 1723, begr. 6 Sept. 1786, volgden hem op in de tegelbakkerij, welke 10 Juni 1790 in andere handen overging en later in het bezit kwam van de familie van Traa, die haar in 1873 ophief.
http://members.fortunecity.com/flopezr/html/nederlan/a/aalmis.htm
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
Matt(h)ijs van Traa | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1755 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelia Steenbergen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De geschiedenis van de Steenhouwery en Tegelbakkery van Traa 1765 - 1855 door Peter van Druenen (Rotterdam 1986)
DTB Rotterdam inv. 1 Doop gereformeerd , index nummer 473
DTB Rotterdam Trouw gereformeerd , index nummer 154
DTB Rotterdam inv. 44 Begraven
gemeentearchief Rotterdam - schepenarchief, inv. nr. 279, folio 58