Geboren in Amsterdam op vrijdag 11 oktober 1816 des avonds ten acht ure.
De geboorte acte werd opgemaakt op dinsdag 15 oktober 1816 ten tien ure voor den middag.
Op het verzoek aan ons gedaan, den Burgelijken Stand der Stad Amsterdam,
door de vroedvrouw van het Binnen Gasthuis: Margaretha de Wit.
Getuigen bij de aangifte: Jan Hemmink, 53 jaar oud. Knecht in het Binnen Gasthuis
Herman Heindrich Jongemans, 28 jaar oud. Knecht in het Binnen Gasthuius.
Hij werd te vondeling gelegd in Amsterdam en op vrijdag 1 november 1816 des avonds om half elf gevonden.
Op zijn omslagdoek was een briefje gespeld met de volgende tekst:
"diet kind is nog niet gedopt en is al drie weken oud en het moed griffermeerd wezen en het moed
heten gerred van der meij het versoeken wij vor het uithalen van de moeder."
De vondeling werd naar het Aalmoezeniers-weeshuis op de Prinsengracht gebracht en
ingeschreven in het innneemboek. Getekend: Jn.Hk. Bernhard, boekhouder.
Hij werd gedoopt op zondag 3 november 1816 in de Nieuwe Zijds Capel in Amsterdam, Noord Holland Nederland.
Bij de burgelijke stand der gemeente Amsterdam is het volgende uittreksel uit het register van geboorten
dd.maandag 4 november 1816:
Op een november achttienhonderd en zestien is in de gemeente Amsterdam gevonden een jongetje,
ongeveer drie weken geleden geboren, op den Amstel tusschen de Amstelstraat en Heerengracht.
Opgebakerd in luijer, een hemdje, een borstrokje, twee mutsjes, een flepje (ondermutsje).
Het kind moest de naam Gerrit van der Meij krijgen.
De aangifte werd gedaan door P.Mooijaard, 25 jaar, winkelknecht.
De kleine Gerrit werd vlak daarna uitbesteed aan minne-ouders. Het Aalmoezeniers-weeshuis gaf kleding
en vergoeding. In het eerste levensjaar was dat fl. 17,10 per kwartaal, daarna fl. 15,00 per kwartaal.
Dit blijkt uit het "uitbestedenboek"
In zijn zesde jaar, op donderdag 29 mei 1823 kwam Gerrit terug in het weeshuis. Maar op donderdag
27 november 1823 ging hij voorgoed terug naar zijn minne-ouders.
De verklaring van deze ouders: "wij ondergetekenden als minne-ouders van bovengenoemd kind verklaren bij
deze hem te hebben teruggenomen, belovende voor hem te zullen zorgen en een goede opvoeding te
zullen geven, van al het nodige te zullen voorzien, zorge dat hetzelve nimmer weder te laste van dit Giodshuis
kome, alsook wanneer hetzelve mogt gereclameert worden hem dan weder aan de ouders te zullen
afgeven. Amsterdam, 27 November 1823.
(Iw.g.) Carl Friedrich achternaam onleesbaar
Elisabeth Kreuger
Johan Hendrik Bernhard (getuige)
Dit alles gebeurde om te voorkomen dat hij heengezonden zou worden naar de veenkolonien.
Hij is getrouwd met Petronella Johanna Schippers.
Zij zijn getrouwd op 3 augustus 1842 te Amsterdam, Noord Holland Nederland , hij was toen 25 jaar oud.
Kind(eren):
Bron: Archiefbank Amsterdam
Van beroep: Molenaarsknecht. Uit verhalen blijkt dat Gerrit een houtzaagmolen heeft gehad aan de
Kostverlorenvaart in Amsterdam, genaamd "De Witte Lelie".
Vele jaren later is de molen verkocht en bestaat inmiddels niet meer.
Bij houthandel "de Vijzel" vooraan links op de Overtoom in Amsterdam hing jaren lang een
tegeltabeau dat aan de molen herinnerde.
Om het inkomen te vergroten probeerde Gerrit zaagsel te verhandelen.
Daarnaast werd hij hulp bij het oopzetten en demonteren van de poffertjeskraam van Jongemaets.
Sinds hun trouwen in 1842 woonden zij in Amsterdam, Blindemansteeg,
daarna vanaf 1854 in Amsterdam aan de Looiersgracht 293.
Omstreeks 1890 trok hij bij zijn dochter in, Tollenstraat 74 1hoog.
Gerrit van der Meij | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1842 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Petronella Johanna Schippers |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.