Beiden liggen begraven in het familiegraf tesamen met hun dochter Geertruida Hillegonda Klazina
Hij is getrouwd met Roelofje Veeningen.
Zij zijn getrouwd op 5 november 1853 te Avereest , hij was toen 28 jaar oud.
Kind(eren):
DEDEMSVAARTSE SCHELPKALK
Omstreeks 1820 was het graven aan de Dedemsvaart, of liever gezegd de hoofdwijk door Arriën (later Kruizinga's of Langewijk) ongeveer gevorderd tot aan Sluis 6. In 1817 had men een aanvang gemaakt met de Hoofdvaart, doch hierbij was men door de eerste financiële moeilijkheden van W.J. baron van Dedem nog niet veel verder gekomen dan de Wisseling. De Kalkwijk (Julianastraat) was nog niet gegraven. Baron van Dedem had zelf veel grond ten noorden van de Kruizinga's wijk in eigendom, en op de plaats waar de Kruizinga's wijk een flauwe knik maakte, stichtte hij aan een dwarswijk in Noordelijke richting enige kalkovens. Gunstige factoren voor de oprichting van de Kalkovens waren het goede vaarwater, voldoende scheepsruimte (de schelpen zouden als retourvracht voor de turf meegenomen kunnen worden) en een behoefte aan het product. In die tijd verrezen in de prille veenkolonie de eerste stenen woningen en bij het geschikt maken van de ontveende dalgrond voor de landbouw kon ook veel kalk gebruikt worden (al werd deze toepassing pas na de eeuwwisseling grootschalig).
In 1853 kreeg Egbert Zwiers, zoon van de vervener Jan Zwiers, toestemming van het gemeentebestuur tot oprichting van een kalkbranderij met twee ovens aan de latere Zwierswijk. Bovendien beschikte Zwiers over een veldoven waarin metselsteen werd gebakken. Hij bouwde en bewoonde een huis aan de Moerheimstraat op het einde van de Zwierswijk, waar later het kantoor van de 1andbouwcoöperatie was.
In 1859 bouwde Egbert Zwiers zijn derde kalkoven.
Kalkbrander Egbert Zwiers is in 1885 overleden. De zaak werd overgenomen door zijn zoon Jan Zwiers. Jan had een broer, Roelof, die zwakzinnig was en in een gesticht werd opgenomen, en twee zusters.
Helaas speelde sterke drank een belangrijke rol in het leven van de familie Zwiers. De onder vader Egbert Zwiers florerende zaak liep snel achteruit. Eerst werd de ouderlijke woning verkocht om schulden te kunnen betalen. Het gezin van Jan Zwiers betrok een huisje bij de kalkovens, maar de totale ondergang was niet meer te keren en op 15 januari 1901 werd alles in het openbaar verkocht. De kalkovens met schuren, een dubbele woning en de bijbehorende terreinen werden gekocht door de gebr. Minke. Deze verkochten de kalkovens weer door aan S. Breukel en A.H. Scholten. Jan Zwiers en zijn vrouw zijn kort daarop overleden.
Bron: https://www.hvavereest.nl/pages/nl/publicaties/oude_jrg_h_i_/industrie/Dedemsvaartse_schelpkalk__1992_2.html?id=388
Egbert Zwiers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1853 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roelofje Veeningen |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.