Hij is getrouwd met Geertje Jansen.
Zij zijn getrouwd op 27 december 1799 te Oosterbeek, hij was toen 28 jaar oud.
Ook Johannis Hendrikus
Kind(eren):
Proefkolonist in Drenthe.
BODENSTAF, Johannes Hendrikus
Spellingvariaties:
Bodenstaff, Bodestaf
Levensdata:
Geboren 1770 - gestorven 06-03-1846
Subcommissie:
Oosterbeek bij Arnhem
Aankomst:
31 oktober 1818
Hoevenr. (tot 1823)
Nr. 26
Vorig beroep:
timmerman
Geloof:
Hervormd
Echtgeno(o)t(e):
Geertrui Janssen, geboren 1770
Kinderen:
- Truitje of Geertruida 2-2-1799
- Gerradina 1-11-02
- Johannes 1-1-05 (overlijdt 22-11-1834 in Frederiksoord)
- Franciscus 1-1- 08
- Hermina 1-1-10
- Geurtje ?-10-13
Overige huisgenoten:
Na het huwelijk van dochter Truitje woont schoonzoon Sent Vergeer, zoon van proefkoloniste Vergeer, bij hun in
Opmerkingen:- Op enkele plekken op het internet zijn genealogische gegevens over het geslacht Bodenstaf te vinden: Bijvoorbeeld bij Philip Bodenstaff: http://www.bodenstaff.tk --> kies Johannes Henricus,
en op de genealogie-pagina van de voormalige gemeente Smilde:
http://home.wanadoo.nl/genealogie-smilde/bodenstaff-1.htm
- Met name het nageslacht van zoon Franciscus is zeer uitgebreid. Veel ervan zijn in Drenthe gebleven. En héél bijzonder: na het uitkomen van het boek werd ik gebeld door een nazaat van Franciscus Bodenstaf wier dochter getrouwd was met.... een nazaat van mede-proefkolonist Lucassen! Kleine wereld! Bijna tweehonderd jaar nadat Lucas Lucassen en Johannes Bodenstaf bij elkaar op de proefkolonie woonden, raken de families alsnog geparenteerd!
- Overigens zie ik dat het nageslacht meestal twee 'f's op het eind van de naam heeft. In de archieven van de Maatschappij tot 1825 (verder ben ik niet gekomen) is het meestal eentje. Van de familie kreeg ik een kopie van een gerechtelijke uitspraak uit het eind van de negentiende eeuw waarbij een tak van de familie de bij de Maatschappij verdwenen tweede 'f' weer terugkreeg.
Koloniale carrière
Samengevat:
Blijkbaar een stille werker want hij wordt in de beginjaren nergens genoemd. In 1820 noemt de directie het 'een huisgezin dat in de eerste klasse behoord'. Wordt dan werkzaam als de eerste kolonist-aannemer en verplaatst huisjes als de proefkolonie wordt uitgedund (boek blz. 321). Later bouwt hij als aannemer de huisjes in kolonie Boschoord. Is zijn laatste levensjaren vermoedelijk huisverzorger voor wezen.
In het boek:
Bij naam: 166, 304, 321, 332, 342, 345, 359, 376. Anoniem op bladzij 171 als 'bijklusser' en verder bij de beschreven gelegenheden als medaille-uitreikingen en feesten waar alle kolonisten bij zijn.
Fragmenten uit de archieven
Uit een 'staat van verrigten Arbeid, Verdiensten, Uitbetaling en Kassa-rekening der Kolonisten, van de 25sten tot en met den 31sten Julij 1819' die in de Star van juli is afgedrukt., blijkt dat hij bijklust bij de aannemer die schuren aan de koloniehuisjes bouwt.
Zie voor beloningen voor kolonisten augustus 1819, voor donaties watersnoodramp februari 1820, beoordelingsrapport door de directie juni 1820 en de jaarinkomen over 1820 de desbetreffende files.
Notulen pc dd 14 december 1820: Direkteur (...) meldt de zwangerheid der dochter van Bodenstaf bij den zoon van de wed. Vergeer.
Blijkbaar is dat vals alarm, want er is geen geboorteakte.
Op 28 april 1821 trouwt de oudste dochter: Vledder, huwelijksakte, aktenr. 3
Bruidegom: Sint Vergeer, geboren te Gouda; oud: 21 jaren, zoon van Lukas Vergeer en Henderika van der Valk.
Bruid: Geertruda Bodestaff, oud: 21 jaren, dochter van Johannes Hendrikus Bodestaff en Geertruij Jansen.
Op 31 december `1821 worden ze grootouders: Vledder, geboorteakte, aktenr. 45
Kind: Lukas Vergeer, geboren te Frederiksoord (Vledder) op 31-12-1821, zoon van Sint Vergeer, beroep: arbeider; oud: 22 jaren, en Geertrui Bodestaf, oud: 22 jaren.
Uit een brief van Wouter Visser van 2 februari 1822 blijkt dat hij is verhuisd naar de andere kant van de Vledderweg: ... en dat hij (sergeant Lindemans) bewoond het huisje in kol. N1, te voren door Bodestaf geoccupeert, zijnde deeze laatste overgeplaatst op kol. N2 hoeve N1.
Midden 1822 begint er gedoe rond zijn nwonende schoonzoon.
Uit een brief van 20 juli 1822 van de subcommissie Gouda:
Deze Sent Vergeer was een der leden van het huisgezin door ons in october 1818 na de kolonie N1 opgezonden, is geduurende het verblijf aldaar getrouwd met de dochter van den kolonist Bodenstaf en toen dadelijk in dat huisgezin als een der leden van hetzelve door de directie der kolonien ingedeeld geworden en ook alzo bij het terugkeeren van de wed. Vergeer - zijn moeder - in 1821 is blijven beschouwd geworden (gelijk hij zelf indien tusschentijd nog eens met een consent van den directeur in maart 1821 eenigen dagen hier heeft doorgebracht).
Het is ons voorkomende dat deze persoon als tot het huishouden van de kolonist Bodenstaf behorende, ook aldaar dient te verblijven en geenzints ten laste dezer gemeente kan worden teruggezonden en ook niet op zichzelf als kolonist van dezelve kan worden aangemerkt.
Uit een brief van Wouter Visser van 4 augustus 1822:
Dat de voormalige kolonist Sent Vergeer en vrouw door hun huwelijk natuurlijk als kolonist werden ontslagen; hetgeen door het vertrek van zijn moeder, de wed. Vergeer nog meer is bevestigt: dat zijn schoonvader, de kolonist Bodenstaf hem aanvankelijk wel in deszelfs huis heeft opgenomen - met consent van den Heer Direkteur B. van den Bosch - doch dat dit nimmer als verbindend voor altijd is kunnen worden beschouwd.
Daarna worden dochter en schoonzoon op 13 oktober 1822 in Willemsoord geplaatst als huisverzorgers.
In een brief van Wouter Visser aan de pc dd 18 augustus 1822 somt hij op wat hij meestuurt:
(...) Een rekening ten laste der Maatschappij van den kolonist Bodenstaf als aannemer van het verplaatsen van eenige koloniale woningen.
In het op 18 februari 1823 gedateerde schoolrapport over 1822 worden genoemd als 'hebbende uitgemunt in gedrag en vorderingen': Frans, Guurtje, Johannes en Mietje Bodenstaff
Uit een brief van Wouter Visser van 8 april 1823: (...) tot het verplaatsen van den huizen in kol. N1 welke daar volgens de jongste verdeling der gronden, en om het getal huizen op 32 te brengen, nog niet verplaatst zijn, naar kol. N4, en zulks op den wijze als dit in het voorleden jaar door Bodenstaf is gedaan;
Uit een brief van Wouter Visser over de aanbesteding van de bouw van het instituut in Wateren:
Met de inschrijvingsbilleten welke zijn ingesloten en daar van geformeerde staat blijkt dat den minsten inschrijvers waren Wind en Bodenstaf en wel voor ƒ4500-.
Bij den daar opvolgenden finale bestelling wierde de eerstgenoemde, aannemer van het gebouw voor ƒ4390- ... De kolonist Bodestaf als aannemer ook nog gevraagd hebbende of hij iets van zijne reekening wilde afdoen, verklaarde die desnoods met ƒ200-.- te kunnen verminderen, en dus het gebouw voor ƒ4300-.- te willen aanneemen, het geen dus voor het tegenwoordig in geene consideratie kan worden genomen..
Uit een brief van Wouter Visser van 17 april 1824:
De Permanente Kommissie heb ik de eer hier nevens ter fine van approbatie te doen geworden een rekening met de aanneemers Smit en Bodestaf, betrekkelijke den opbouw van 24 koloniale woningen op kolonie N7.
In 1825 verliezen dochter Tuitje en haar man Sent Vergeer hun betrekking als huisverzorgers. Vermoedelijk trekken ze eerst een paar jaar bij de Bodenstafs in, maar daarna vertrekken ze naar Gouda (waar Vergeer vandaan kwam). Zie onderaan het file Vergeer.
Zoon Franciscus komt na zijn huwelijk met een kolonistendochter in Veenhuizen als arbeidershuisgezin.
Joannes Henricus Bodenstaff | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1799 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertje Jansen |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.