"We hoorden de raketten gieren en zagen rook boven Houten"
Bertus Boekhout was 15 toen de geallieerden Houten bombardeerden. "De postbode zei dat onze ouders misschien wel omgekomen waren."
Het is 28 november 1944, even voor elf uur in de ochtend. Een groep jongens is op weg naar Schalkwijk om gedwongen schuttersputjes te graven voor de Duitsers. In de lucht zien ze een groep Typhoon jachtbommenwerpers laag aan komen vliegen.
Enorm kabaal
"Het maakte een enorm kabaal en we dachten in eerste instantie dat ze op ons zouden gaan schieten." Aan het woord is Houtenaar Bertus Boekhout (89), die zich de schokkende gebeurtenissen nog levendig kan herinneren. "We doken de berm in maar ze vlogen door, richting Houten. Wat er vervolgens gebeurde maakt tot op de dag van vandaag diepe indruk op me."
"We hoorden de raketten van de vliegtuigen gieren en inslaan en zagen rook boven Houten", zegt Boekhout. "Dat was toen nog een plattelandsdorp. Al die nieuwbouw was er nog niet."
Ik zag een dood paard liggen en voor de school lagen Duitse militairen. Ik wilde zo snel mogelijk naar huis.
"We woonden in een boerderij aan de Herenweg. Ik was in paniek en ik begon met mijn broers terug te rennen naar huis. Onderweg kwamen we de postbode tegen. Die zei dat we er rekening mee moesten houden dat onze ouders om waren gekomen."
Ravage
Terug in het dorp treft Boekhout een ravage aan. Huizen staan in brand. "Op straat lag een dood paard. En voor de school, die door de Duitsers gevorderd was, lagen lichamen van soldaten. Een gewonde Duitser klampte me verdwaasd aan, maar ik rukte me hard los. Ik moest zo snel mogelijk naar mijn ouderlijk huis!
De gordijnen van de boerderij wapperen in de kapotte ramen. Overal op straat ligt puin en de 15-jarige Boekhout ziet dorpsgenoten in shock rondlopen. "Ik riep heel hard om mijn moeder. Godzijdank antwoordde ze vrijwel direct. Hoewel onze schuur vernield was door het bombardement hadden zij en mijn vader het wonderwel overleefd. Ze was tijdens het bombardement bezig geweest met erwtensoep maken. De pan stond nog op het fornuis."
Hartaanval
De familie Boekhout komt goed weg, maar een aantal miltairen in de school en vijf Houtenaren, onder wie een jong meisje, overleven de geallieerde actie niet. Een man die voor zijn zieke vrouw een boodschapje haalt en bij terugkomst zijn woning in puin ziet liggen, sterft ter plekke aan een hartaanval.
Het eigenlijke doelwit, de Duitse generaal Reinhard, ontspringt de dans. Hij blijft ongedeerd. De generaal, die het bevel voert over de Duitse troepen in de Betuwe, heeft vanwege de oprukkende geallieerden in het zuiden van het land zijn intrek genomen in een villa aan de Herenweg. Zijn staf verblijft in andere woningen in de straat, die is afgezet en wordt bewaakt door soldaten.
Verzet
In de huidige supermarkt op het Oude Dorp, hemelsbreed een paar honderd meter verder, zat tijdens de oorlog een smederij. Op zolder had de ondergrondse een ruimte. Het verzet schakelde de Britse luchtmacht in toen ze signalen kregen dat de generaal thuis was.
"Ze moesten het derde witte huis, gerekend vanaf de kerktoren, hebben", vertelt historicus Otto Wttewaall. "Maar er bleek nog een schuur tussen te staan die ook wit was. De piloten hebben zich dus vergist. Het huis van de generaal werd daardoor niet geraakt."
NSB-burgemeester
Het bombardement werd niet van tevoren aangekondigd. Volgens Wttewaall kon dat ook niet anders. "Er zat hier destijds een NSB-burgemeester. Die had bij een vooraf aangekondigde aanval niet alleen de bevolking gewaarschuwd, maar zeker ook de generaal. En het moest een verrassingsaanval worden."
Hij is getrouwd met Hendrika Gijsberta Heintje Blankestijn.
Zij zijn getrouwd op 17 mei 1923 te Houten , hij was toen 32 jaar oud.Bron 3
Kind(eren):
Utrechts Archief 481 593-08 akte 42
https://utrecht.75jaarvrijheid.nl/1944/2429691/we-hoorden-de-raketten-gieren-en-zagen-rook-boven-houten
Utrechts archief 463 38-04 akte 10