(1) Zij is getrouwd met Saar Adriansz (Ravensloot).
Zij zijn getrouwd
In 1654 stellen Gerrit Rijcksen, won. Maarn, Sar Adriaenssen, won. Woudenberg, en Cornelis Adriaenssen, won. Maarn, zich borg voor hun (schoon)moeder Meychgen Bernts, weduwe Adriaen Saren voor de som van f 366-11-8 die zij schuldig is vanwege borgtocht van haar man voor Peter Guisius inzake pachting van de koningsaccijns.([HUA, Not. Arch., inv.nr. U034a003; 22-2-1654). In 1667 is Saar Adriaensz buurmeester van Maarn.
In 1668 wordt er een boedelinventaris gemaakt van de nal. schap van Saar Adriaensz. Hij is twee jaar pacht schuldig aan Willem Lommetsum (Oudschildgeld Maarn, nr. 7). Elk kind krijgt 50 gulden. Berend Adriaensz en Cornelis Adriaensz zijn oom en voogd over de mi.j. kinderen (Dorpsgerecht 1050; 20-04-1668).
Lidm. Woudenberg ca. 1696: Dirkje Gerritsz de Kruijf.
Lidm. Woudenberg ca. 1702: Hendrik Aertsz.
In 1736 verkopen de erfgenamen van hun broer en oom Zaar Hendriks van de Wetering (kind van Dirkje Gerrits de Cruijf en Henrick Aertsz van de Wetering) in zijn leven gewoond hebbende in de Swarten Arent buijten de Slijkpoort: (de kinderen van Dirkje Gerrits de Cruijf en Saar Adriaensz): 1/7: Gerrit Saaren van Kleijnvelt; 1/7: Jannitje Saaren weduwe van Jacob Lambertsen van Manderssloot; 1/7: Maria Saaren weduwe van Dirk Aelten van de Wetering,1/7: Jan Arissen van Ravenssloot ende Jannitje Frans echteluijden, van Saar Arissen van Ravenssloot ende Theuntje Dirks echteluijden, van Gerrit Arissen van Ravenssloot, van Jan Jacobs van de Haar ende Rijkje Aris van Ravenssloot echteluijden, van Cornelis Hendriks Bosch ende Willemijntje Aris van Ravenssloot echteluijden, van Theunis Jacobs van de Haar ende Dirkje Aris van Ravenssloot echteluijden, van Marritje Aris van Ravenssloot ende van Ariaantje Aris van Ravenssloot, tesamen nagelaten kinderen van Arien Saaren
van Ravenssloot; 1/7: Jacob Aelten van Putten ende Heijltje Henriks echteluijden, van Saar Aelten van Putten ende Neeltje Theunis echteluijden, van Cornelis Willemsen ende Marritje Aelten van Putten echteluijden, van Aletta Aelten van Putten ende Maijtje Aelten van Putten meerderjarige dogters, nagelaten kinderen van Gerritje Saaren door Aelt Jacobsen van Putten bij haar in echte verwekt; (de kinderen van Dirkje Gerrits de Cruijf en Henrick Aertsz van de Wetering): 1/7: Aeltje Henriks van de Wetering weduwe van Johannes Elissen van Doorn; 1/7: Jan Hendriksen van de Wetering en Neeltje Everts. Zij verkopen
Aan Hendrik van Huijsen en Petronella van de Pol echteluiden sekere huijsinge staande aan den Cingel tusschen de Calandermolen en Verkemerkt met den hoff daarvoor lijnregt van de gevelmuur door den kooper van de schuur door een vredinge at te schieten, alsmeede het kleijne huijsje daaragter onder een afdak van de schuur getimmert (Transportregisters Amersfoort 436-34, fol. 220; 26-03-1735).
Aan Jonas Cohen ende Samuel Cohen gebroeders, kooplieden in tabakseekere gelatte tabaxschuur sonder het afdakje aen de sijde van de huijsinge met een uijtgangh op de Cingel, mitsgaders den hof daarachter tot aen de Cingel, lijnrecht af te schieten met de muuren vant selver huijs met een vredinge tot der acceptanten lasten, staande de schuer in de Koeijsteeg (Transportregisters Amersfoort 436-34, fol. 251vo; 27-02-1736).
Aan Aleijda van Speuijenburg, weduwe van Anthonij Hoogland twee vakken tabaxland. groot omtrent seven vierel mergen, edog voetstoots ende soo groot ende kleijn deselve gelegen zijn buijten de Slijkpoort ende Utrechtsepoort, tussen de twee straaten over de herberge den Swarten Arent. Koopconditie op 07-12-1734. (Transportregisters Amersfoort 436-34, fol. 252vo; 27-02-1736).
[bron: oudscherpenzeel.nl]
Kind(eren):
(2) Zij is getrouwd met (Niet openbaar).
Zij zijn getrouwd
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.